12 DECEMBER 2011. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 13 januari 2006 betreffende de vorm en inhoud van de startverklaring, het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw en het ministerieel besluit van 15 september 2009 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving
HOOFDSTUK I. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 13 januari 2006
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 15 september 2009 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 6
BIJLAGEN.
Art. N1-N5
HOOFDSTUK I. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 13 januari 2006
betreffende de vorm en inhoud van de startverklaring
Artikel 1. In het ministerieel besluit van 13 januari 2006 betreffende de vorm en inhoud van de startverklaring, wordt de bijlage, vervangen bij ministerieel besluit van 26 november 2009, vervangen door de bijlage 1, gevoegd bij dit besluit.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw
Art.2. Bijlage 1 van het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw, vervangen bij ministerieel besluit van 1 december 2010, wordt vervangen door de bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.3. Bijlage 2ter van hetzelfde ministerieel besluit, vervangen bij ministerieel besluit van 7 juli 2010, wordt vervangen door de bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 15 september 2009 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving
Art.4. In het ministerieel besluit van 15 september 2009 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving, gewijzigd bij ministerieel besluit van 1 december 2010, wordt een hoofdstuk III/1, dat bestaat uit artikel 5/1, ingevoegd, dat luidt als volgt.
" HOOFDSTUK III/1. - Inrekening van een combilus in het kader van de energieprestatieregelgeving
Art. 5/1. Voor gebouwen die gebruik maken van een combilus, waarvoor de berekeningswijze, vermeld in het Energiebesluit van 19 november 2010, niet kan worden toegepast, wordt de alternatieve berekeningswijze, gevoegd in bijlage I, gebruikt.
In afwijking van het eerste lid is deze berekeningswijze niet van toepassing wanneer er een elektrische weerstand in een opslagvat of afleverset aanwezig is. Deze systemen dienen op basis van gelijkwaardigheid, vermeld in hoofdstuk 2, behandeld te worden. De methode, vermeld in het eerste lid, is wel van toepassing wanneer een elektrische bijverwarming in de warmteopwekker zelf aanwezig is.
Als de warmteopwekker zich buiten het gebouw bevindt, is de methode, vermeld in het eerste lid, enkel van toepassing voor het gedeelte van de combilus dat zich binnen het gebouw bevindt. Het gedeelte dat zich buiten het gebouw bevindt, moet via externe warmtelevering ingerekend worden. ".
Art.5. Aan hetzelfde ministerieel besluit wordt een bijlage 1 toegevoegd, die als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art.6. § 1. Artikel 1 treedt in werking op 1 januari 2012.
§ 2. Artikel 2 en 3 zijn voor het eerst van toepassing op dossiers waarvan de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2012.
§ 3. Artikel 4 en 5 zijn voor het eerst van toepassing op dossiers waarvan de EPB-aangiftes worden ingediend vanaf 1 januari 2012.
Brussel, 12 december 2011.
De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
F. VAN DEN BOSSCHE
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Model van de startverklaring
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2011, p. 78926-78936)
Art. N2. Bijlage 2. - Model van EPB-aangifte : aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2011, p. 78937-78946)
Art. N3. Bijlage 3. - model van EPB-aangifte : E-peilformulier voor woongebouwen
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2011, p. 78947-78956)
Art. N4. Bijlage 4. - model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2011, p. 78957-78958)
Art. N5. Bijlage 5. - Inrelening van een combilus in het kader van de energieprestatieregelgeving
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2011, p. 78959-78966)