Details





Titel:

24 JANUARI 2011. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-02-2011 en tekstbijwerking tot 11-12-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Aanvullende voorwaarden
Art. 1/1, 2-3
HOOFDSTUK 3. - Toepassingsgebied
Art. 4-5
HOOFDSTUK 4. - In aanmerking komende ecologie-investeringen
Art. 6-7
HOOFDSTUK 5. - Steunintensiteit
Art. 8-11
HOOFDSTUK 6. - Procedure
Art. 12-15, 15/1, 16
HOOFDSTUK 7. - Controle
Art. 17
HOOFDSTUK 8. - Uitbetaling en terugvordering
Art. 18
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingsbepaling
Art. 19
HOOFDSTUK 10. - Slotbepaling
Art. 20
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2011035041 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° [1 decreet van 16 maart 2012]1 : het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;
  2° besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 : het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest;
  3° website : de website van het Agentschap Ondernemen;
  4° onderneming : een onderneming als vermeld in artikel 3, 1°, van het [1 decreet van 16 maart 2012]1;
  5° indieningsdatum van de subsidieaanvraag : de datum waarop het Agentschap Ondernemen de steunaanvraag elektronisch ontvangt;
  6° start van de ecologie-investeringen : de vroegste datum, hetzij van de eerste factuur, hetzij van de akte bij verwerving van een onroerend goed, hetzij van de leasingovereenkomst;
  7° ecologie-investeringen : milieu-investeringen en investeringen op energiegebied;
  8° [2 milieu-investeringen : de investeringen gericht op milieubescherming als vermeld in artikel 2, punt 101, van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;]2
  9° investeringen op energiegebied : de investeringen, vermeld [1in artikel 15, § 4, van het decreet van 16 maart 2012]1;
  [1 9° /1 energiebeleidsovereenkomst : de overeenkomst, vermeld in artikel 7.7.1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009;]1
  10° [1 ...]1;
  11° [1 ...]1;
  12° steunintensiteit : de intensiteit, vermeld in artikel 3, 6°, van het [1 decreet van 16 maart 2012]1;
  13° milieucharter : een vrijwillige verbintenis van een onderneming om relevante acties die de milieuwetgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest overtreffen en die betrekking hebben op milieu, energie en eco-efficiëntie, uit te voeren;
  14° milieucertificaat : een erkenningslogo dat wordt uitgereikt aan ondernemingen naar aanleiding van een positieve evaluatie in het kader van een milieucharter.
  ----------
  (1)<MB 2012-12-20/23, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 20-12-2012. Overgangsbepalingen : art. 5>
  (2)<MB 2015-12-23/06, art. 3, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

HOOFDSTUK 2. - Aanvullende voorwaarden
Art. 1/1. [1 Ter uitvoering van artikel 3, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016, wordt verstaan onder werkzame personen: de werknemers die door de werkgever zijn aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2016-03-07/15, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 01-04-2016>


Art.2.Ter uitvoering van artikel 6, tweede lid, [2 ...]2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 wordt verstaan onder achterstallige schuld bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid : achterstallige schulden van [1 3000]1 euro of meer bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, ongeacht of er bezwaar of beroep tegen een vordering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid werd ingediend. Schulden waarvoor de onderneming een afbetalingsplan heeft dat ze respecteert, worden niet als achterstallig beschouwd.
  ----------
  (1)<MB 2013-12-24/06, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<MB 2019-07-01/04, art. 1, 023; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.3.Ter uitvoering van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 moeten ondernemingen met verschillende vestigingen alleen toetreden tot [1 een energiebeleidsovereenkomst]1 voor de vestigingen waar de gesubsidieerde ecologie-investeringen worden uitgevoerd en geëxploiteerd.
  ----------
  (1)<MB 2012-12-20/23, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 20-12-2012. Overgangsbepalingen : art. 5>

HOOFDSTUK 3. - Toepassingsgebied
Art.4. Ter uitvoering van artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 moeten de ecologie-investeringen worden uitgevoerd in de exploitatiezetel, vermeld in de subsidieaanvraag.

Art.5. Ter uitvoering van artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 wordt verstaan onder hoofdactiviteit : de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen en die het grootste gedeelte van de omzet vertegenwoordigt.

HOOFDSTUK 4. - In aanmerking komende ecologie-investeringen
Art.6. Ter uitvoering van artikel 15, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 is de limitatieve technologieënlijst opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Art.7.Als de ecologie-investeringen worden uitgevoerd door een patrimoniumvennootschap als vermeld in artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010, moeten de voorwaarden van het [1 decreet van 16 maart 2012]1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 en van de uitvoeringsbesluiten nageleefd worden door de steunaanvragende onderneming, met uitzondering van de voorwaarden met betrekking tot de verwerving, de activering, de afschrijving en het behoud van de ecologie-investeringen die door de patrimoniumvennootschap moeten worden nageleefd.
  ----------
  (1)<MB 2012-12-20/23, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-12-2012. Overgangsbepalingen : art. 5>

HOOFDSTUK 5. - Steunintensiteit
Art.8.Ter uitvoering van artikel 22, § 2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 komen de volgende milieu-, energie- of eco-efficiëntiescans, milieucertificaten en milieumanagementsystemen in aanmerking :
  1° eerstelijns milieu-, energie- of eco-efficiëntiescan : een eerstelijns milieu-, energie- of eco-efficiëntiescan die aan al de volgende voorwaarden voldoet :
  a) de scan wordt afgenomen door een auditor die beantwoordt aan de voorwaarden, vermeld op de website, en is goedgekeurd door het Agentschap Ondernemen;
  b) de scan beantwoordt aan de voorwaarden, vermeld op de website, en is goedgekeurd door het Agentschap Ondernemen;
  c) de geldigheidsduur van de scan is niet verstreken;
  2° milieucertificaat : een milieucertificaat dat aan al de volgende voorwaarden voldoet :
  a) het certificaat wordt uitgereikt door een organisatie die beantwoordt aan de voorwaarden, vermeld op de website, en is goedgekeurd door het Agentschap Ondernemen;
  b) het milieucharter beantwoordt aan de voorwaarden, vermeld op de website, en is goedgekeurd door het Agentschap Ondernemen;
  c) de geldigheidsduur van het certificaat is niet verstreken;
  3° milieumanagementsystemen : de volgende gecertificeerde milieumanagementsystemen waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken, komen in aanmerking :
  a) ISO 14001;
  [1 a) /1 ISO 50001;]1
  b) EMAS;
  c) EN 16001.
  ----------
  (1)<MB 2012-10-16/06, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-10-2012>

Art.9. De procedure met betrekking tot het verkrijgen van de goedkeuring, vermeld in artikel 8, 1°, a) en b), en 2°, a) en b), verloopt overeenkomstig de instructies op de website.
  Het Agentschap Ondernemen kan de goedkeuring, vermeld in het eerste lid, weigeren of intrekken als de voorwaarden, vermeld in artikel 8, 1°, a) en b) , en 2°, a) en b), niet worden nageleefd.

Art.10. De periode van drie jaar, vermeld in artikel 22, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010, is een cyclus die telkens begint op de indieningsdatum van de eerste subsidieaanvraag waarover een positieve beslissing is genomen.

Art.11. Ter uitvoering van artikel 22, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 wordt de subsidiebonus voor de eerstelijns milieu-, energie- of eco-efficiëntiescan, vermeld in artikel 8, 1°, verlaagd van 5 % naar 3 %.

HOOFDSTUK 6. - Procedure
Art.12.
  <Opgeheven bij MB 2019-05-10/20, art. 1, 024; Inwerkingtreding : 06-12-2017>

Art.13. De subsidieaanvraag wordt door de onderneming ingediend via de website voor de start van de ecologie-investeringen en wordt elektronisch afgehandeld.
  De procedure verloopt overeenkomstig de instructies, vermeld op de website.

Art.14.Nadat de onderneming de subsidieaanvraag ingevuld heeft, moet ze de subsidieaanvraag elektronisch ondertekenen door de verklaring op erewoord aan te vinken. Dat heeft tot gevolg dat de ingevulde gegevens worden geacht overeen te stemmen met de waarheid en met de voorwaarden van het [1 decreet van 16 maart 2012]1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 en van de uitvoeringsbesluiten.
  Nadat de onderneming de subsidieaanvraag heeft ondertekend, kan ze de subsidieaanvraag indienen. De onderneming kan haar subsidieaanvraag alleen indienen als er voldoende beschikbare begrotingsmiddelen zijn als vermeld in artikel 22, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010.
  Als er stavingsstukken vereist zijn, wordt de onderneming daarvan via de website op de hoogte gebracht. De onderneming moet binnen dertig kalenderdagen na de indiening van de subsidieaanvraag de gevraagde stavingsstukken per post of per mail opsturen of bij het Agentschap Ondernemen afgeven tegen ontvangstbewijs. De postdatum geldt als ontvangstdatum.
  ----------
  (1)<MB 2012-12-20/23, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-12-2012. Overgangsbepalingen : art. 5>

Art.15.De subsidie wordt voorwaardelijk aan de onderneming toegekend als aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan :
  1° de subsidieaanvraag is ingediend;
  2° er worden voorlopig geen inbreuken vastgesteld op de voorwaarden van het [1 decreet van 16 maart 2012]1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 en van de uitvoeringsbesluiten;
  3° de gevraagde stavingsstukken, vermeld in artikel 14, derde lid, op tijd zijn ontvangen.
  ----------
  (1)<MB 2012-12-20/23, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-12-2012. Overgangsbepalingen : art. 5>

Art. 15/1. [1 Het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen heeft beslissingsbevoegdheid over de steuntoekenning als vermeld in artikel 23/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij MB 2019-07-01/04, art. 2, 023; Inwerkingtreding : 01-02-2011>


Art.16. De ondernemingen worden via de post op de hoogte gebracht van de beslissingen tot toekenning van de subsidie en de beslissingen tot weigering van de subsidie.

HOOFDSTUK 7. - Controle
Art.17.Het Agentschap Ondernemen kan vanaf de indiening van de subsidieaanvraag controleren of de voorwaarden van het [1 decreet van 16 maart 2012]1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 en van de uitvoeringsbesluiten worden nageleefd.
  Die controle kan, afhankelijk van het feit of de steun al dan niet werd toegekend, het volgende tot gevolg hebben :
  1° beslissing tot weigering van de subsidie;
  2° niet-uitbetaling of terugvordering van de toegekende subsidie.
  [2 Als uit een controle blijkt dat de onderneming een steunaanvraag heeft ingediend op basis van onjuiste verklaringen of foutieve informatie en die niet spontaan heeft gecorrigeerd, komt die onderneming gedurende een periode van vijf jaar, vanaf het moment van de kennisgeving van de voormelde vaststelling, niet in aanmerking voor steun als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 16 maart 2012, artikel 4, eerste en vijfde lid, van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest, en artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002.]2
  ----------
  (1)<MB 2012-12-20/23, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-12-2012. Overgangsbepalingen : art. 5>
  (2)<BVR 2021-06-04/10, art. 12, 028; Inwerkingtreding : 16-06-2021>

HOOFDSTUK 8. - Uitbetaling en terugvordering
Art.18. De subsidie wordt uitbetaald en teruggevorderd overeenkomstig artikel 24, 25, 26, 27 en 28 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010.
  De uitbetaling wordt door de onderneming via de website aangevraagd.

HOOFDSTUK 9. - Wijzigingsbepaling
Art.19. Aan artikel 19, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 worden een punt 6° en een punt 7° toegevoegd, die luiden als volgt :
  " 6° de ecologie-investeringen die een onderdeel uitmaken van de ecologie-investeringen, vermeld in artikel 16, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010;
  7° de ecologie-investeringen die gratis of onder bezwarende titel ter beschikking worden gesteld aan derden. ".

HOOFDSTUK 10. - Slotbepaling
Art.20. Dit besluit en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 treden in werking op 1 februari 2011.

BIJLAGE.
Art. N.[1 (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-09-2023, p. 78304)]1
  ----------
  (1)<MB 2023-09-06/02, art. 1, 034; Inwerkingtreding : 02-10-2023>