12 MEI 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bedragen en de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, toegekend aan de gemeenten voor de werkingskosten van de gemeentelijke overlegcommissies(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-05-2011 en tekstbijwerking tot 29-08-2014)
Art. 1-5
Artikel 1.De bedragen van de toelagen die aan de gemeenten worden toegekend voor de werkingskosten van de gemeentelijke overlegcommissies, worden vastgelegd op 50,00 euro per vergadering van de overlegcommissie [1 om de zes jaar vermeerderd met 4 euro]1 .
[2 Dit bedrag wordt verhoogd, naargelang van het geval, met :
a) 25,00 euro per advies uitgebracht na de speciale regelen van openbaarmaking om de drie jaar vermeerderd met 1,50 euro;
b) 15,00 euro per advies uitgebracht zonder speciale regelen van openbaarmaking om de drie jaar vermeerderd met 1 euro.]2
De adviezen die de overlegcommissie uitbrengt, krijgen slechts een toelage als hiervoor reglementaire maatregelen werden genomen.
Als een dossier betrekking heeft op het grondgebied van verschillende gemeenten, is de subsidie enkel verschuldigd aan de gemeente die de vergadering van de overlegcommissie organiseert.
----------
(1)<BESL 2014-04-24/99, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
(2)<BESL 2014-04-24/99, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.2. In de twee maanden die volgen op een afgelopen kwartaal, dient de gemeente een verklaring tot schuldvordering in bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Bij elke verklaring tot schuldvordering met betrekking tot het verlopen kwartaal wordt een samenvattend overzicht gevoegd van de vergaderingen van de overlegcommissie en van de dossiers waarover zij in de loop van dat kwartaal een advies heeft uitgebracht.
Het samenvattende overzicht vermeldt per overlegcommissie voor elk dossier de naam van de aanvrager en het adres van het goed, en vermeldt of er al dan niet een advies werd uitgebracht en of het advies na of zonder speciale regelen van openbaarmaking werd uitgebracht.
Art.3. Als de termijn en de modaliteiten die in artikel 2 worden bepaald, niet worden nageleefd, verliest de gemeente het recht op het subsidiebedrag voor het verlopen kwartaal.
Art.4. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 november 2006 tot vaststelling van de toelagen toegekend aan de gemeenten van werkingskosten ingestelde overlegcommissies wordt opgeheven.
Art. 5. De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.