24 MAART 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een subsidie van 14.847.000,00 EUR aan de gemeenten tot gedeeltelijke financiering van de loonsverhoging van het personeel van de gemeenten, de O.C.M.W.'s, de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet d.d. 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn waarvan de raad van bestuur uit O.C.M.W.'s bestaat, de openbare ziekenhuizen waarvan de gemeenten het tekort ten laste nemen en de Berg van Barmhartigheid
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. Binnen de perken van de begrotingskredieten die op basisallocatie 10.004.27.06.43.21 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het jaar 2011, zijn ingeschreven, wordt een subsidie van 14.847.000,00 EUR toegekend aan de gemeenten die in uitvoering van het sectoraal akkoord 2000/2001 de weddeschalen hebben verhoogd met 2 % voor het personeel van de gemeenten, de O.C.M.W.'s, de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet d.d. 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn waarvan de raad van bestuur uit O.C.M.W.'s bestaat, alsook aan de gemeenten die het tekort van de openbare ziekenhuizen ten laste nemen en aan de gemeente op wiens grondgebied de Berg van Barmhartigheid gevestigd is.
Art.3. De in artikel 2 bedoelde subsidie wordt toegekend met het oog op de gedeeltelijke financiering, voor de periode van 1 januari tot 31 december 2011, van de verhoging van de weddeschalen van de personeelsleden van de plaatselijke besturen met 2 %.
Art.4. § 1. De betaling van de in artikel 2 bedoelde subsidies gebeurd in twee delen :
Het voorschot stemt overeen met 75 % van 1/102e van de loonmassa van de gemeente, de Berg van Barmhartigheid, het O.C.M.W., de verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet d.d. 8 juli 1976 op de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn waarvan de raad van bestuur uit O.C.M.W.'s bestaat, en de ziekenhuizen waarvan de gemeente het tekort ten laste neemt op basis van het totaal bedrag aanvaard door de Administratie plaatselijke besturen voor het jaar 2009.
Het voorschot wordt uitgekeerd mits overlegging van een schuldvordering die melding moet maken van de reden van de betaling, het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, het visumnummer voor vastlegging en het bankrekeningnummer waarop het bedrag moet worden gestort. De schuldvordering dient uiterlijk op de 30 juni 2011 naar het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verstuurd te worden volgens de modaliteiten bepaald in § 2.
Het saldo wordt uitgekeerd na ontvangst en analyse van de in § 3 bedoelde verantwoordingsstukken. Nadat voornoemde stukken gecontroleerd zijn, wordt de begunstigde door de bevoegde ordonnateur verzocht een schuldvordering over te maken met vermelding van het eindbedrag dat hem toegekend is op grond van de controle.
De schuldvordering moet de reden van de betaling vermelden, alsook het nr. van het visum voor de vastlegging en de bankrekening waarop het bedrag betaald dient te worden. Deze schuldvordering moet gericht worden aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de modaliteiten bepaald in § 2 binnen een termijn van 15 dagen nadat de begunstigde het verzoek van de bevoegde ordonnateur heeft ontvangen.
§ 2. De in § 1 bedoelde schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Directie Comptabiliteit - lokaal 8.119 - CCN 8e verdieping, Vooruitgangstraat 80, bus 1, 1035 Brussel.
§ 3. De in § 1 bedoelde verantwoordingsstukken moeten uiterlijk op 31 mei 2012 ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Directie specifieke initiatieven - City Center, Kruidtuinlaan 20, 1e verdieping te 1035 Brussel. Deze termijn dient strikt in acht genomen te worden.
De begunstigde moet ervoor zorgen dat het dossier volledig en in één keer wordt ingediend. Geen enkel bijkomend stuk zal aanvaard worden na de hierbovenvermelde datum.
Art.5. De Directie Specifieke Initiatieven van het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de administratieve dienst aangeduid om toe te zien op het goed beheer van de door dit besluit toegekende kredieten.
Art.6. De Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen of zijn Administratie mag de begunstigde alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en mag alle daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te bekomen.
Art.7. De Minister, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.
Brussel, 24 maart 2011.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Openbare Netheid,
Ch. PICQUE