14 JULI 2011. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de preventiemaatregelen voor de overdraagbare ziekten in het school- en studentenmilieu(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-09-2011 en tekstbijwerking tot 27-08-2014)
Art. 1-11
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° decreet van 20 december 2001 : het decreet van 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school;
2° decreet van 16 mei 2002 : het decreet van 16 mei 2002 betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit;
3° Minister : de Minister bevoegd voor de Gezondheid;
4° inrichting : de schoolinrichtingen bedoeld in artikel 4, § 1 en 2 van het decreet van 20 december 2001 en de hogescholen, hogere kunstscholen bedoeld in artikel 1, 6° van het decreet van 16 mei 2002;
5° inrichtingshoofd : het inrichtingshoofd of de overheid van de hogeschool of de directie van de hogere kunstschool;
6° arts-gezondheidsinspecteur : de inspecteurarts bedoeld in het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten;
7° schoolarts : arts van de Dienst of het Centrum aangesteld als referentiearts voor de schoolinrichting voor de toepassing van dit besluit, overeenkomstig artikel 2;
8° arts verantwoordelijk voor de dienst : de arts die het ambt van verantwoordelijke arts voor de dienst bekleedt, zoals bepaald in artikel 17, § 3, van het decreet van 20 december 2001 of in artikel 15, § 3, van het decreet van 16 mei 2002;
9° ouders : de ouder(s) of de persoon of de inrichting die ofwel door de ouders zelf ofwel door een overheid belast werd met de bewaring van de minderjarige leerling;
10° IDPBW : Interne dienst voor de preventie en de bescherming op het werk;
11° EDPBW : Externe dienst voor de preventie en de bescherming op het werk;
12° FARES : Fonds voor respiratoire aandoeningen;
13° dienst : dienst belast met de gezondheidspromotie op school zoals bepaald in artikel 1, 2° van het decreet van 20 december 2001 of in artikel 1, 2°, van het decreet van 16 mei 2002;
14° centrum : het psycho-medisch-sociaal centrum van de Franse Gemeenschap zoals bepaald in artikel 1, 3°, van het decreet van 20 december 2001 of in artikel 1, 3° van het decreet van 16 mei 2002;
15° dringend ziektegeval : meningokokken, difterie, poliomyelitis.
Art.2. Elke dienst of elk centrum is verplicht een schoolarts aan te stellen voor elke schoolinrichting onder toezicht. Hij deelt de gegevens mee aan het inrichtingshoofd en aan zijn inrichtende macht.
Om gepast te kunnen reageren op dringende gezondheidstoestanden, wordt er een beschikbare interventievoorziening georganiseerd, ook buiten de openingsuren van de diensten en van de centra, onder de verantwoordelijkheid van de arts verantwoordelijk voor de dienst of van de directie van het centrum.
Ten laatste voor 30 september van het jaar van de hernieuwing van de erkenningen van de diensten zoals bedoeld in artikel 19, 5e lid, van het decreet van 20 december 2001 en in artikel 17, § 3 van het decreet van 16 mei 2002, moet elke dienst of centrum aan de Directie voor Gezondheidspromotie op School van de Franse Gemeenschap de gegevens van de personen doorgeven die bereikbaar zijn in het kader van de profylaxe van de overdraagbare ziekten. De Directie voor de Gezondheidspromotie op School deelt op haar beurt de bedoelde gegevens aan de arts-gezondheidsinspecteur mee. Elk jaar wordt elke dienst of elk centrum verplicht de Directie voor Gezondheidspromotie op School, de inrichtingshoofden en de inrichtende machten te informeren over de wijzigingen die tegenover het jaar voordien zijn doorgevoerd.
Ten laatste voor 30 september van het jaar van de hernieuwing van de erkenningen zoals bedoeld in artikel 19, 5e lid, van het decreet van 20 december 2001 en in artikel 17, § 3, van het decreet van 16 mei 2002, worden de door elke dienst of elk centrum ingevoerde procedures eveneens aan de Directie voor Gezondheidspromotie op School, aan de inrichtingshoofden en aan de inrichtende machten meegedeeld. Deze laatsten informeren de ouders, de meerderjarige leerling of de student erover.
Elke wijziging van die voorziening moet onmiddellijk meegedeeld worden aan de personen bedoeld in het 4e lid.
Art.3. De arts verantwoordelijk voor de dienst of voor het centrum, de schoolarts of, bij gebrek, elke andere arts van de dienst of van het centrum :
1° bepaalt ingeval van dringende ziektegevallen de gedragsregels die moeten worden gevolgd en verwittigt de inrichtingen en de ouders, de meerderjarige leerling of de student erover;
2° deelt aan de ouders, de meerderjarige leerling of de student, via de directies van inrichtingen, de nadere regels mee die toelaten het plotseling overkomen van een ziekte te signaleren waartegen de specifieke voorzieningen bedoeld in artikel 6 worden ingezet en kijkt na of hij het ouderlijk akkoord gekregen heeft wat betreft die matregelen;
3° geeft in elk geval raad aan de leerlingen, de studenten, de ouders, de overheden en het schoolpersoneel om de verspreiding van de besmettelijke aandoeningen te beteugelen, zowel binnen als buiten de inrichting;
4° bezorgt ten gepaste tijd aan de inrichtende macht van de gesubsidieerde schoolinrichting, aan het inrichtingshoofd van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, de richtlijnen bedoeld in artikel 6 met commentaar erbij, en deelt haar de maatregelen inzake hygiëne en bewoonbaarheid van de lokalen en van schoolinstallaties mee;
5° treft onverminderd de bepalingen opgenomen in het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten alle individuele of algemene profylactische maatregelen in het kader van de specifieke bepalingen opgenomen in de bijlage van dit besluit;
6° organiseert en zorgt voor het opvolgen en het opsporen van de besmettingshaarden bij de leerlingen en de personeelsleden, en in de schoollokalen, overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door de Minister;
7° werkt in voorkomend geval mee met de arts van de IDPBW of van de EDPBW verantwoordelijk voor de inrichting.
Art.4. 1° De inrichtende macht van de gesubsidieerde onderwijsinrichting zorgt ervoor dat er middelen ter beschikking van de inrichting en van de dienst gesteld worden om het beheer van de dringende ziektegevallen te garanderen.
2° Het inrichtingshoofd van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs zorgt ervoor dat middelen ter beschikking gesteld worden van het centrum dat instaat voor de opdrachten van de gezondheidspromotie op school om het beheer te garanderen van de dringende ziektegevallen.
3° Na de sluiting van de inrichting treft de inrichtende macht van de inrichting voor gesubsidieerd onderwijs of het inrichtingshoofd van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs de nodige maatregelen voor de ontsmetting, overeenkomstig het advies van de schoolarts en in overeenkomst met de arts-gezondheidsinspecteur.
Art.5. 1° Zodra het inrichtingshoofd verneemt dat een leerling, een student of een personeelslid van zijn inrichting een in artikel 6 bedoelde besmettelijke ziekte heeft of als hij vermoedt dat een leerling, een student of een personeelslid die ziekte heeft, verwittigt hij de dienst verbonden aan de inrichting voor gesubsidieerd onderwijs of het centrum verbonden aan het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap; de dienst of het centrum informeert de schoolarts erover.
2° Ingeval van sluiting van de inrichting om sanitaire redenen, met of zonder advies van de schoolarts, verwittigt het inrichtingshoofd onmiddellijk de Minister bevoegd voor het Onderwijs via de Algemene Directie voor Onderwijs waaronder de inrichting ressorteert alsook de schoolarts. Deze laatste verwittigt onmiddellijk de Minister bevoegd voor de Gezondheid via de arts-gezondheidsinspecteur.
Het inrichtingshoofd informeert, in samenwerking met de schoolarts, de ouders, de meerderjarige leerling, de student en al het personeel over de redenen die aan de basis van de sluiting van de inrichting liggen. Hij bepaalt de te treffen maatregelen.
Art.6. De overdraagbare ziekten waarvoor specifieke maatregelen getroffen moeten worden, worden bepaald in de bijlage bij dit besluit. De algemene hygiënische maatregelen worden er eveneens herhaald.
De bedoelde bijlage zal om de twee jaar geëvalueerd worden onder de verantwoordelijkheid van de Directie voor Gezondheidspromotie op school.
De uitzonderlijke situaties zullen aan de arts-gezondheidsinspecteur worden meegedeeld. De toepassing van de maatregelen vloeit voort uit een beslissing van de schoolarts.
Onder uitzonderlijke situatie wordt een situatie verstaan die niet in acht zou worden genomen door dit besluit of de bijlage ervan en onbeheersbaar of gevaarlijk zou zijn.
Art.7. De specifieke maatregelen van toepassing bij overdraagbare ziekten worden bepaald in punt A van de bijlage bij dit besluit.
Art.8. De arts verantwoordelijk voor de dienst of voor het centrum, de schoolarts of, bij gebrek, elke andere arts van de dienst of van het centrum kan, wanneer hij het nuttig acht, onmiddellijk contact opnemen met de ouders, de huisarts van de kinderen/studenten om te beslissen over de te treffen maatregelen.
Art.9. De volgende besluiten worden opgeheven :
1° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten in het school- en studentenmilieu;
2° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002 tot vaststelling van de lijst van de overdraagbare ziekten waarvoor profylactische en opsporingsmaatregelen moeten worden getroffen;
Art.10. De Minister van gezondheid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
BIJLAGE.
Art. N.[1 Bijlage niet vertaald, zie Franse versie.]1
----------
(1)<BFG 2014-05-22/49, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 27-08-2014>