Details





Titel:

2 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van een bijkomende vergoeding voor de onregelmatige prestaties, voorzien in het akkoord van 4 maart 2010 dat werd ondertekend door de federale Regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers, en dat kadert in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voor de sector van de thuisverpleging en de wijkgezondheidscentra, voor het kalenderjaar 2011



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De bijkomende vergoeding van de onregelmatige prestaties die in het kader van de attractiviteit van het verpleegkundig beroep voor de federale gezondheidssectoren is overeengekomen in het akkoord dat op 4 maart 2010 door de federale Regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, en voor zover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van respectievelijk de thuisverpleging en de wijkgezondheidscentra, wordt voor het jaar 2011 vastgesteld op 714.766 euro en op 67.182 euro, zijnde in totaal 781.948 euro.

Art.2. Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort als volgt :
  a) voor de private sector zal van dit bedrag 760.930 euro (693.748 euro + 67.182 euro) gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen en -diensten 330;
  b) voor de publieke sector zal van dit bedrag 21.018 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.

Art.3. De betalingen door de Fondsen aan de betrokken werkgevers zijn afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van het in artikel 1 bedoelde akkoord van 4 maart 2010.

Art. 4. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 2 december 2011.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met maatschappelijke integratie,
  Mevr. L. ONKELINX