Details

Externe links:

Titel:

12 SEPTEMBER 2011. - Koninklijk besluit betreffende de heffingen voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten in de heffingszone van Brussel-Nationaal en de vrijstellingen van die heffingen

Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemeen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Heffingen voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Vrijstelling van heffingen voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten
Art. 6-8

Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

Uitvoeringsbesluit(en):

Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Overeenkomst van Chicago : Overeenkomst betreffende de Internationale Burgerlijke Luchtvaart, ondertekend op 7 december 1944, goedgekeurd door de wet van 30 april 1947;
  2° Directoraat-generaal Luchtvaart : Directoraat binnen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer bevoegd voor de luchtvaart;
  3° ICAO : de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie opgericht door de Overeenkomst van Chicago;
  4° Minister : Minister of Staatssecretaris bevoegd voor de Burgerluchtvaart behoort.
  5° FAA : de Federaal Luchtvaartadministratie (Federal Aviation Administration) van de Verenigde Staten van Amerika
  6° AIP : officiële publicatie die de luchtvaartinlichtingen van blijvende aard bevat die essentieel zijn voor de luchtvaart (" Aeronautical Information Publication " - AIP ) :

HOOFDSTUK II. - Heffingen voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten
Art.2. § 1. De vaststelling van de kostengrondslag en van de tarieven voor de prestaties voor het jaar 2011 geleverd in het kader van de plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten verstrekt door Belgocontrol in de heffingszone van Brussel-Nationaal gebeurt overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 van de Verordening nr. (EG) 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim zoals gewijzigd door Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 teneinde de prestaties en de duurzaamheid van het Europese luchtvaartsysteem te verbeteren, van de artikelen 1, 2, 3, 4, 7, 9, 13, 16, 17 en 18 de Verordening (EG) nr. 1794/2006 van de Commissie van 6 december 2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten vóór wijziging, van de artikelen 5, 6, 8, 10, 11, 12, 14 en 15 van de Verordening (EG) nr. 1794/2006 van de Commissie van 6 december 2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten zoals gewijzigd door Verordening (EU) nr. 1191/2010 van de Commissie van 16 december 2010 tot wijziging Verordening (EG) nr. 1794/2006 van de Commissie van 6 december 2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten en van dit beheerscontract. Bovendien neemt Belgocontrol, in de mate van het mogelijke, de ICAO-aanbevelingen ter zake in acht.
  § 2. Bij de vaststelling van de kostengrondslag in de heffingszone Brussel-Nationaal, wordt van de hierna vermelde kosten, dat deel opgenomen dat betrekking heeft op plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten op Brussel-Nationaal :
  1° overeenkomstig artikel 6.3 eerste lid van Verordening (EG) nr. 1794/2006 een rendement op het eigen vermogen van maximaal de interestvoet voor lineaire obligaties uitgegeven door de Belgische Staat op 10 jaar;
  2° de kosten van het Directoraat-generaal Luchtvaart betreffende de luchtvaartnavigatiediensten.
  § 3. De kostengrondslag van de heffingszone Brussel-Nationaal, de toedeling van kosten die voor meer heffingszones gemaakt zijn, de toedeling van gemeenschappelijke kosten tussen en route en plaatselijke diensten en de criteria volgens dewelke deze toedeling gebeurt, worden vastgesteld door Belgocontrol, goedgekeurd de Minister en vervolgens genotificeerd aan de Europese Commissie.

Art.3. § 1. Belgocontrol heft voor elke opstijging in de heffingszone Brussel-Nationaal een vergoeding waarvan het bedrag gelijk is aan volgend product U x Wi x Ei x Di x alpha. Daarin is :
  - U : het eenheidstarief;
  - Wi : het aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden voor de vlucht;
  - Ei : de milieufactor van de vlucht;
  - Di : de dag/nachtfactor van de vlucht;
  - i : de identificatie van de individuele vlucht;
  - alpha : de compensatiecoefficiënt nodig om meer- of minontvangsten ten gevolge van de factoren E en D te compenseren (alpha = sigmaWi / sigma[Wi x Ei x Di]). De berekening van alpha gebeurt op basis van de gegevens van het jaar n-2 (2009).
  § 2. Het eenheidstarief (U) voor de heffingszone voor de luchthaven Brussel-Nationaal wordt berekend door de geraamde kosten van de luchtvaartnavigatiediensten te delen door het geraamde aantal belastbare plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden voor het desbetreffende jaar. Evenwel zal bij de berekening van U, de kostengrondslag verlaagd worden zodanig dat de jaarlijkse globale inkomsten maximaal stijgen ten belope van het percentueel verschil tussen het gezondheidsindexcijfer van de maand januari 2010 en het gezondheidsindexcijfer van de maand januari 2011. De jaarlijkse globale inkomsten kunnen in verhouding tot de daling of stijging van het aantal vluchten evolueren.
  § 3. Het aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden (W) is gelijk aan de factor " gewicht ", uitgedrukt overeenkomstig bijlage V van Verordening (EG) nr. 1794/2006 als een getal van twee decimalen, zijnde het quotiënt dat verkregen wordt door het gecertificeerde maximale startgewicht van het luchtvaartuig in ton, te delen door 50 en te verheffen tot de macht 0,9.
  § 4. De milieufactor (E) wordt bepaald volgens de geluidscategorie van de luchtvaartuigen en is gelijk aan :
  - 0,85 voor categorie A;
  - 0,9 voor categorie B;
  - 0,95 voor categorie C;
  - 1,05 voor categorie D;
  - 1,2 voor categorie E;
  - 1,7 voor categorie F.
  De geluidscategorie van een luchtvaartuig wordt bepaald aan de hand van geluidscertificatiegegevens van het betreffende luchtvaartuigtype overeenkomstig deel 2 van volume I van bijlage 16 bij de Overeenkomst van Chicago. De categorie wordt als volgt bepaald :
  Cat A : Ntot <= Nmax - 20 dB, en het verschil tussen de geluidscertificatiewaarde met de maximale waarde bedraagt voor elk meetpunt minstens 4 EPNdB;
  Cat B : Ntot <= Nmax - 15dB, en het verschil tussen elke geluidscertificatiewaarde met de maximale waarde bedraagt voor elk meetpunt minstens 3 EPNdB;
  Cat C : Ntot <= Nmax - 10dB, en het verschil tussen de geluidscertificatiewaarde met de maximale waarde bedraagt voor elk meetpunt minstens 2 EPNdB;
  Cat D : Ntot <= Nmax - 5dB, en het verschil tussen de geluidscertificatiewaarde met de maximale waarde bedraagt voor elk meetpunt minstens 1 EPNdB;
  Cat E : Ntot <= Nmax, en de geluidscertificatiewaarde overschrijdt voor geen enkel meetpunt de maximale waarde;
  Cat F : de geluidscertificatiewaarde in een meetpunt overschrijdt de maximale waarde.
  Daarbij is :
  Ntot = de som van de drie geluidscertificatiewaarden in EPNdB voor het geluidsniveau bij laterale vlucht, landen en opstijgen van het betreffende luchtvaartuigtype bij maximaal opstijggewicht;
  Nmax = de som van de maximale geluidscertificatiewaarden in EPNdB voor het geluidsniveau bij laterale vlucht, landen en opstijgen van het betreffende luchtvaartuigtype bij maximaal opstijggewicht en bepaald overeenkomstig hoofdstuk 3 van Deel 2 van Volume II van de bovenvermelde bijlage 16.
  Voor vliegtuigen waarvan het type gecertificeerd werd overeenkomstig hoofdstuk 2, van Deel 2 van Volume II van de bovenvermelde bijlage 16 wordt Nmax verhoogd met 2.1 dB.
  Bij ontstentenis van de certificatiegegevens volgens de ICAO-voorschriften, kunnen eveneens de certificatiegegevens volgens de F.A.A.-voorschriften worden gebruikt.
  Voor bepaalde types van vliegtuigen, waarvoor geen geluidscertificatie vereist is en waarvoor geen of slechts gedeeltelijke geluidsgegevens beschikbaar zijn, wordt in overleg met de exploitant van het luchtvaartuig een gepaste procedure uitgewerkt om tot een realistische Nmax-waarde te komen.
  Belgocontrol maakt hiertoe gebruik van de indeling van de luchtvaartuigen in categorieën door toedoen van de bevoegde dienst van de luchthaven Brussel-Nationaal.
  § 5 De dag/nachtfactor (D) is gelijk aan (D1 + D2)/2, waarbij D1 de dag/nachtfactor is voor het landen en D2 de dag/nachtfactor voor het opstijgen.
  D1 wordt bepaald aan de hand van volgende tabel :

<td colspan="3" valign="top">Geluidsquotum vlucht (QC)

Dag/nachtfactor bij landen (D₁)
		QC<8.0	8.0<=QC<12.0	12<=QC
Tijdstip van de dag in locale tijd	06:00 - 06:59	1.25	1.25	1.5
	07:00 - 07:59	1.0	1.0	1.25
	08:00 - 20:59	0.9	1.0	1.0
	21:00 - 22:59	1.0	1.0	1.25
	23:00 - 05:59	2.0	2.25	2.25

D2 wordt bepaald aan de hand van volgende tabel :

<td colspan="3" valign="top">Geluidsquotum vlucht (QC)

Dag/nachtfactor bij opstijgen (D₂)
		QC<8.0	8.0<=QC<12.0	12<=QC
Tijdstip van de dag in locale tijd	06:00 - 06:59	1.25	1.5	3.0
	07:00 - 07:59	1.1	1.25	2.25
	08:00 - 20:59	0.9	1.0	1.0
	21:00 - 22:59	1.1	1.25	2.25
	23:00 - 05:59	2.0	2.5	3.0

  Belgocontrol maakt hiertoe gebruik van de geluidsquota (QC) van de luchtvaartuigen bepaald door toedoen van de bevoegde dienst van de luchthaven Brussel-Nationaal.

Art.4. De Minister, hierin bijgestaan door Belgocontrol zal uiterlijk één maand na de inwerkingtreding van dit besluit de gebruikers raadplegen over de elementen bedoeld in artikelen 8 en 15 van Verordening (EG) nr. 1794/2006.

Art.5. Uiterlijk 14 dagen na de raadplegingszitting legt Belgocontrol zijn tarieven aan de Minister ter goedkeuring voor samen met het verslag van de raadplegingszitting met de gebruikers.
  De tarieven worden geacht goedgekeurd te zijn indien de Minister geen beslissing neemt binnen 14 dagen na de voorlegging. Belgocontrol maakt de vergoedingen bekend in het Belgisch Staatsblad en in de A.I.P.

HOOFDSTUK III. - Vrijstelling van heffingen voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten
Art.6. Volgende vluchten zijn vrijgesteld van heffingen voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten :
  1° vluchten die worden uitgevoerd met vliegtuigen waarvan het maximaal toegestane startgewicht minder dan 2 t bedraagt;
  2° gemengde VFR/IFR-vluchten voor zover deze uitsluitend onder VFR worden uitgevoerd;
  3° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor officiële missies van regerende vorsten en hun directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van de regering; deze moeten altijd worden gestaafd door de passende statusvermelding in het vliegplan;
  4° opsporings- en reddingsvluchten waarvoor de bevoegde instantie toestemming heeft gegeven;
  5° Belgische militaire vluchten alsook buitenlandse militaire vluchten indien de Staat waaronder deze luchtvaartuigen ressorteren een gelijkaardige behandeling verleent aan Belgische militaire vluchten op basis van behoorlijk vastgestelde wederkerigheid;
  6° trainingsvluchten in het Belgisch luchtruim die uitsluitend worden uitgevoerd met het oog op het verkrijgen van een vergunning of bevoegdheidverklaring voor cockpitpersoneel, voor zover dit wordt gestaafd door een passende vermelding op het vliegplan. Deze vluchten mogen niet worden gebruikt om passagiers en/of vracht te vervoeren, noch voor positiebepaling of het transport van het luchtvaartuig;
  7° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met het oog op het controleren of testen van apparatuur die gebruikt wordt of bestemd is om te worden gebruikt als grondapparatuur voor luchtvaartnavigatie, met uitzondering van vluchten voor positiebepaling door het desbetreffende luchtvaartuig;
  8° vluchten die landen op de luchthaven van vertrek, zonder een tussenlanding te hebben gemaakt, behalve reclamevluchten;
  9° VFR-vluchten;
  10° humanitaire vluchten waarvoor de bevoegde instantie toestemming heeft gegeven;
  11° douane- en politievluchten.

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8. Onze Minister bevoegd voor Burgerluchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 12 september 2011.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  Y. LETERME
  De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
  E. SCHOUPPE

NL (wetwijzer.be)