Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 OKTOBER 2010. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de besluiten 2008-I-17 en 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen



Inhoudstafel:


Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het in bijlage 1 bij dit besluit gevoegde besluit 2008-I-17 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het Patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen van bepaalde lidstaten wordt goedgekeurd.

Art.2. Het in bijlage 2 bij dit besluit gevoegde besluit 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het Patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van de Roemeense vaarbewijzen A en B en van het Roemeense radarbevoegdheidsbewijs wordt goedgekeurd.

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2008 en treedt buiten werking op 30 september 2011.

Art.4. De Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken en de Minister bevoegd voor het Vervoer zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 12 oktober 2010.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  Y. LETERME
  De Minister van Buitenlandse Zaken,
  S. VANACKERE
  De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
  E. SCHOUPPE

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Besluit 2008-I-17 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. - Erkenning van nationale vaarbewijzen van bepaalde lidstaten
  Besluit
  De Centrale Commissie
  opnieuw bevestigend te willen bijdragen aan de integratie en aan de ontwikkeling van de Europese binnenvaartmarkt,
  onder verwijzing naar het belang dat zij hecht aan een zo eenvoudig, duidelijk en geharmoniseerd mogelijk juridisch kader voor de Rijnvaart, zoals de lidstaten dat tot uitdrukking hebben gebracht in de Verklaring van Bazel van 16 mei 2006,
  bewust zijnde dat de erkenning op de Rijn van buiten de Rijn afgegeven vaarbewijzen een maatregel betreft waarmee wordt beoogd de verplichtingen van het bedrijfsleven te vereenvoudigen en op significante wijze aan de economische veerkracht van de sector bij te dragen,
  overwegende dat de erkenning van buiten de Rijn afgegeven vaarbewijzen een prioritaire opgave van de CCR is, hetgeen een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de nodige wijzigingen van het Patentreglement Rijn rechtvaardigt,
  overwegende dat een dergelijke erkenning de wijziging van het Patentreglement Rijn krachtens artikel 1.07 van dat reglement rechtvaardigt,
  handelend overeenkomstig Aanvullend Protocol nr. 7 van de Akte van Mannheim,
  op voorstel van haar Comité sociale zaken, arbeidsomstandigheden en beroepsopleiding,
  I
  Erkent de geldigheid op de Rijn van de volgende Duitse vaarbewijzen :
  - het schipperspatent (Schifferpatent) A en
  - het schipperspatent (Schifferpatent) B,
  afgegeven door de bevoegde Duitse autoriteiten krachtens de Verordening "Verordnung über Befähi-gungszeugnisse in der Binnenschifffahrt" van 15 december 1997, laatstelijk gewijzigd door artikel 501 van de verordening van 31 oktober 2006 (BGBI-I, blz. 2407 ss),
  indien aan de volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan :
  - voor de geldigheid van deze vaarbewijzen op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km 335,92) en de Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten overeenkomstig het in Bijlage A3 bij het Patentreglement Rijn vermelde model worden overgelegd,
  - de houder moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Patentreglement Rijn voorleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd.
  De Duitse delegatie verplicht zich tot het verstrekken aan de CCR van toekomstige wijzigingen van haar nationale regelgeving inzake het verkrijgen van door dit besluit erkende vaarbewijzen.
  II
  Erkent de geldigheid op de Rijn van de volgende Nederlandse vaarbewijzen :
  - groot vaarbewijs A
  - groot vaarbewijs B
  - groot vaarbewijs I
  - groot vaarbewijs II,
  afgegeven door de bevoegde Nederlandse autoriteiten krachtens de Binnenschepenwet, Stb. 1981, 678, gewijzigd door Stb.2007.176,
  indien aan de volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan :
  - voor de geldigheid van deze vaarbewijzen op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km 335,92) en de Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten overeenkomstig het in Bijlage A3 bij het Patentreglement Rijn vermelde model worden overgelegd,
  - de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn,
  - de houder van groot vaarbewijs I of van groot vaarbewijs II is slechts tot het bereiken van de leeftijd van 50 jaar gerechtigd op de Rijn te varen.
  - de houder van groot vaarbewijs A of van groot vaarbewijs B moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Patentreglement Rijn voorleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd.
  De Nederlandse delegatie verplicht zich tot het verstrekken aan de CCR van toekomstige wijzigingen van haar nationale regelgeving inzake het verkrijgen van door dit besluit erkende vaarbewijzen.
  III
  Erkent de geldigheid op de Rijn van de volgende Belgische vaarbewijzen :
  - certificat de conduite/vaarbewijs A
  - certificat de conduite/vaarbewijs B
  afgegeven door de bevoegde Belgische autoriteiten krachtens de wet van 21 mei 1991 en het Koninklijk Besluit van 23 december 1998, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 27 maart 2007 gewijzigde versie,
  indien aan de volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan :
  - voor de geldigheid van deze vaarbewijzen op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km 335,92) en de Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten overeenkomstig het in Bijlage A3 bij het Patentreglement Rijn vermelde model worden overgelegd,
  - de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn,
  - de houder moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Patentreglement Rijn voorleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd.
  De Belgische delegatie verplicht zich tot het verstrekken aan de CCR van toekomstige wijzigingen van haar nationale regelgeving inzake het verkrijgen van door dit besluit erkende vaarbewijzen.
  IV
  Besluit overeenkomstig artikel 1.07 van het Patentreglement Rijn tot de in de bijlage bij dit besluit vermelde wijzigingen van Bijlage C1 van het Patentreglement Rijn.
  Deze wijzigingen gelden van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2011.
  Bijlage bij het besluit van 2008-I-17 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart
  (Beelden niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-08-2011, p. 47883-47890)

  Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 12 oktober 2010 houdende goedkeuring van de besluiten 2008-I-17 en 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het Patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  Y. LETERME
  De Minister van Buitenlandse Zaken,
  S. VANACKERE
  De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
  E. SCHOUPPE

Art. N2. Bijlage 2. - Besluit 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. - Erkenning van de Roemeense vaarbewijzen A en B en van het Roemeense radarbevoegdheidsbewijs
  Besluit
  De Centrale Commissie
  opnieuw bevestigend te willen bijdragen aan de integratie en aan de ontwikkeling van de Eu-ropese binnenvaartmarkt,
  onder verwijzing naar het belang dat zij hecht aan een zo eenvoudig, duidelijk en geharmoniseerd mogelijk juridisch kader voor de Rijnvaart, zoals de lidstaten dat tot uitdrukking hebben gebracht in de Verklaring van Bazel van 16 mei 2006,
  bewust zijnde dat de erkenning op de Rijn van buiten de Rijn afgegeven vaarbewijzen een maatregel betreft waarmee wordt beoogd de verplichtingen van het bedrijfsleven te vereenvoudigen en op significante wijze aan de economische veerkracht van de sector bij te dragen,
  overwegende dat de erkenning van buiten de Rijn afgegeven vaarbewijzen een prioritaire opgave is, hetgeen een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de nodige wijzigingen van het Patentreglement Rijn rechtvaardigt,
  overwegende dat een dergelijke erkenning de wijziging van het Patentreglement Rijn krachtens artikel 1.07 van dat reglement rechtvaardigt,
  handelend overeenkomstig Aanvullend Protocol nr. 7 van de Akte van Mannheim,
  op voorstel van haar Comité sociale zaken, arbeidsomstandigheden en beroepsopleiding,
  I
  Zal, zodra de in de bijlage bij Besluit 2008-I-19 vermelde administratieve overeenstemming in werking is getreden, de geldigheid op de Rijn van het Roemeense vaarbewijs categorie A en B (" brevet de capitan fluvial A/B ") dat door de Roemeense scheepvaartautoriteit krachtens Ministerieel Besluit 318/2006 van 3 maart 2006 is afgegeven, erkennen,
  indien aan de volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan :
  - voor de geldigheid van deze vaarbewijzen op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km 335,92) en de Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten overeenkomstig het in Bijlage A3 bij het Patentreglement Rijn vermelde model worden overgelegd,
  - de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn,
  - de houder moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Patentreglement Rijn voorleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd.
  II
  Zal, zodra de in de bijlage bij Besluit 2008-I-19 vermelde administratieve overeenstemming in werking is getreden, de geldigheid op de Rijn van het Roemeense radarbevoegdheidsbewijs (" certificat de utilizator radar pe caile navigabile interioare ") dat door de Roemeense scheepvaartautoriteit krachtens Ministerieel Besluit 318/2006 van 3 maart 2006 is afgegeven, erkennen.
  III
  Besluit overeenkomstig artikel 1.07 van het Patentreglement Rijn, en onder voorwaarde van de inwerkingtreding van de administratieve overeenstemming, tot de in de bijlage bij dit besluit vermelde wijzigingen van Bijlage C1 van het Patentreglement Rijn.
  De in de bijlage bij dit besluit vermelde wijzigingen van het Patentreglement Rijn gelden van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2011.
  Bijlage bij het besluit 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart
  (Beelden niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-08-2011, p. 47892-47895)

  Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 12 oktober 2010 houdende goedkeuring van de besluiten 2008-I-17 en 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het Patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  Y. LETERME
  De Minister van Buitenlandse Zaken,
  S. VANACKERE
  De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
  E. SCHOUPPE