Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 MEI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende besluiten inzake registratie van persoonsgegevens ingevolge de wijziging van de wet op het consumentenkrediet



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 2002 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren
Art. 1-9
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1999 tot regeling van de registratie van de berichten van collectieve schuldenregeling door de Nationale Bank van België en van hun raadpleging door de personen bedoeld in artikel 19, § 2, van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen.
Art. 10
HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen
Art. 11
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 12-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999011143  2002011253 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 2002 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 juli 2002 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid, 3°, c), wordt aangevuld met de woorden " of met de kredietnemer een kredietovereenkomst sluit zoals bedoeld in artikel 3, § 2, laatste lid, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet ";
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
  " Voor de toepassing van dit besluit worden de consumentenkredietovereenkomsten die niet beantwoorden aan de kredietsoorten bedoeld in artikel 1, 9° tot 12°, 12°ter en 12°quater van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, gelijkgesteld met een lening op afbetaling. ".

Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de Nederlandse tekst van paragraaf 1, 5° worden de woorden " het type van het krediet " vervangen door de woorden " de kredietsoort ";
  2° in de Nederlandse tekst van paragraaf 1, 7°, worden de woorden " het bedrag van het krediet " vervangen door de woorden " het kredietbedrag ";
  3° in paragraaf 2, b), worden de woorden " in artikel 1, eerste lid, 2° " vervangen door de woorden " in artikel 1, § 1, eerste lid, 2° ".

Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1, eerste lid, zal vormen, wordt aangevuld met twee leden, luidende :
  " Voor consumentenkredietovereenkomsten gesloten op afstand begint de termijn van melding op de datum waarop de kredietgever het door de kredietnemer gesloten contract ontvangt.
  Voor de hypothecaire kredieten is de datum van het sluiten van de overeenkomst :
  1° de datum van verlijden van de notariële akte;
  2° de datum van het sluiten van de onderhandse kredietovereenkomst bij een hypotheekbelofte of bij een hypothecair mandaat wanneer het mandaat zelf afzonderlijk opgenomen is in een notariële akte;
  3° de datum van het sluiten van de overeenkomst van wederopneming of voorschot gewaarborgd door een hypotheek gevestigd overeenkomstig artikel 51bis van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet in geval van een wederopneming of een nieuw voorschot;
  4° de datum waarop de kredietgever de door de kredietnemer ondertekende kredietovereenkomst ontvangt bij een op afstand gesloten krediet. ";
  2° in het tweede lid, dat paragraaf 2 wordt, worden de woorden " en in zoverre er na terugbetaling geen nieuwe kredietopneming meer mogelijk is " ingevoegd tussen de woorden " wordt opgezegd " en de woorden " , melden de personen ".

Art.4. In artikel 4, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden " bedoeld in artikel 3, tweede lid, " vervangen door de woorden " bedoeld in artikel 3, § 2, ".

Art.5. In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
  " 2° in geval van kredietopening :
  a) een bedrag aan kapitaal en/of totale kosten van het krediet voor de consument komt te vervallen overeenkomstig de voorwaarden van de kredietovereenkomst en dit werd niet of onvolledig terugbetaald binnen een termijn van drie maanden, of
  b) het kapitaal is volledig opeisbaar geworden, zelfs voor de termijn bedoeld in a) verstreken is, en de kredietnemer heeft het verschuldigde bedrag niet of onvolledig terugbetaald;
  c) in afwijking van b) zal, in geval van niet betaling van het bedrag bedoeld in artikel 22, § 2, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, de registratie plaats vinden een maand na het verstrijken van de nulstellingstermijn; ".

Art.6. In artikel 6, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van 12 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, wordt de bepaling onder 3°, a), aangevuld met de woorden " voor de consument ";
  2° in het eerste lid, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt :
  " 4° voor de kredietopening, de datum van wanbetaling en
  a) ofwel, de vervallen en niet-betaalde bedragen bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, a) ;
  b) ofwel, in geval van opeisbaarheid bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, b) en c), het bedrag van het verschuldigd blijvend saldo vermeerderd met het bedrag van de vervallen en niet-betaalde totale kosten van het krediet voor de consument,
  tenzij in geval van een overschrijding van hetzij het beschikbare tegoed van een rekening waarvoor geen geoorloofde debetstand is voorzien, hetzij de geoorloofde debetstand op een rekening die binnen een maand moet worden afgelost, in welk geval de mededeling aan de Centrale de volgende gegevens bevat :
  a) de gegevens bedoeld in artikel 2, § 1, 3° tot 5°;
  b) het overschreden bedrag op het ogenblik dat het eisbaar is geworden, vermeerderd met het bedrag van de vervallen en niet betaalde totale kosten van het krediet voor de consument alsook de datum van het verstrijken van de opzeggingstermijn; ".
  3° in het tweede lid worden de woorden " of ingebrekestelling en gerechtskosten " vervangen door de woorden " of ingebrekestelling, gerechtskosten en wederbeleggingsvergoedingen. ".

Art.7. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van 12 juli 2009, wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  " In geval van overdracht van schuldvordering aan de instellingen voor collectieve belegging in schuldvorderingen die, overeenkomstig de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, onderworpen zijn aan het toezicht van de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen, blijft de mededelingsplicht bedoeld in artikel 4 van de wet, ten laste van de overdragende instelling. "

Art.8. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
  " Bij de raadpleging van de Centrale, verduidelijkt de kredietgever de reden hiervan in overeenstemming met de bepalingen in artikel 8, § 2 van de wet. ".

Art.9. Artikel 16, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1999 tot regeling van de registratie van de berichten van collectieve schuldenregeling door de Nationale Bank van België en van hun raadpleging door de personen bedoeld in artikel 19, § 2, van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen.
Art.10. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 22 april 1999 tot regeling van de registratie van de berichten van collectieve schuldenregeling door de Nationale Bank van België en van hun raadpleging door de personen bedoeld in artikel 19, § 2, van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de inleidende zin van paragraaf 1 worden de woorden " bedoeld in artikel 69, § 4, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 5° " vervangen door de woorden " bedoeld in artikel 69, § 4, eerste lid, 1° tot 3° ";
  2° in paragraaf 1, eerste streepje, worden de woorden " sluiten van de kredietovereenkomst bedoeld door de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet " vervangen door de woorden " sluiten van een consumentenkredietovereenkomst bedoeld door artikel 2, 3°, van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren ";
  3° paragraaf 1, tweede streepje, wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen
Art.11. De kredietovereenkomsten bedoeld in artikel 75, § 1, eerste lid, van de wet van 13 juni 2010 tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet worden geregistreerd in de periode begrepen tussen 23 oktober 2011 en 31 december 2011.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.12. Dit besluit treedt in werking op 23 oktober 2011.

Art. 13. De Minister bevoegd voor Economie, de Minister bevoegd voor Consumentenzaken, de Minister bevoegd voor Financiën en de Minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 26 mei 2011.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister voor Ondernemen,
  V. VAN QUICKENBORNE
  De Minister belast met Consumentenzaken,
  P. MAGNETTE
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS