Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en exploiteren van GSM-mobilofoonnetten, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS1800-mobilofonienetten en van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en exploiteren van GSM-mobilofoonnetten, gewijzigd door de wet van 2 januari 2001 en door de koninklijke besluiten van 24 oktober 1997, 10 december 1997, 27 oktober 2000, 10 oktober 2002, 2 februari 2005 en 2 februari 2007
Art. 1-5
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS1800-mobilofonienetten, gewijzigd door de wet van 2 januari 2001 en door de koninklijke besluiten van 27 oktober 2000, 10 oktober 2002, 2 februari 2005 en 2 februari 2007
Art. 6-10
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 28 maart 2007, 10 oktober 2002 en 13 maart 2002
Art. 11-38
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 39



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995014080  1997014245  2001014004 



Uitvoeringsbesluit(en):

2011206002 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en exploiteren van GSM-mobilofoonnetten, gewijzigd door de wet van 2 januari 2001 en door de koninklijke besluiten van 24 oktober 1997, 10 december 1997, 27 oktober 2000, 10 oktober 2002, 2 februari 2005 en 2 februari 2007
Artikel 1. In artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en exploiteren van GSM-mobilofoonnetten, gewijzigd door de wet van 2 januari 2001 en door de koninklijke besluiten van 24 oktober 1997, 10 december 1997, 27 oktober 2000, 10 oktober 2002, 2 februari 2005 en 2 februari 2007 worden de twee laatste leden vervangen als volgt :
  " Na het verstrijken van die eerste periode van vijftien jaar wordt de vergunning stilzwijgend verlengd voor een periode van vijf jaar.
  Na afloop van de periode van verlenging van vijf jaar, wordt de vergunning stilzwijgend verlengd tot 15 maart 2021. "

Art.2. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de woorden tussen " geïnstalleerd in " en " een duplexafstand " worden vervangen door de woorden " de frequentiebanden 880-915 MHz en 925-960 MHz, gescheiden door ";
  b) in het tweede lid wordt de eerste zin geschrapt;
  c) het derde lid en het vierde lid worden vervangen als volgt :
  " Deze frequentiebanden tellen 174 radioelektrische duplexkanalen zijnde in totaal 34,8 MHz duplex, met aan weerszijden een beschermingsband van 0,1 MHz.
  De verdeling van de kanalen in de frequentiebanden 880-915 MHz en 925-960 MHz gebeurt als volgt :
  1° Tot 26 november 2015, zijn de operatoren GSM1 en GSM2 houder van elk 60 radiokanalen in de banden 880-915 MHz en 925-960 MHz
  2° Tussen 27 november 2015 en 15 maart 2021 hebben de operatoren GSM1 en GSM2 elk ten minste 50 kanalen.
  3° Indien een 3G-operator overeenkomstig artikel 64 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatie-systemen van de derde generatie verzoekt om de betreffende 4,8 MHz duplex toegewezen te krijgen in de banden 880-915 MHz en 925-960 MHz :
  - wordt het aantal radiokanalen van de operatoren GSM1 en GSM2 vanaf 27 november 2015 verlaagd tot 50;
  - voert het Instituut daartoe een herschikking door. "
  d) in het vijfde lid wordt de zin " Die verplichtingen staan beschreven in bijlage 1. " geschrapt.
  2° in paragraaf 3 worden de woorden " tussen de twee GSM-netten ";
  3° paragraaf 5, laatste lid, wordt vervangen als volgt :
  " De aanleg en exploitatie van een DCS1800-netwerk door een GSM-operator op 900 MHz worden geregeld door de bepalingen van hoofdstuk 1 van het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS1800-mobilofonienetten met uitzondering van de bepalingen van de artikelen 6, 8, §§ 2, 2bis, 6, 7 en 8, en artikel 15 van het betreffende besluit. "
  4° in paragraaf 5 wordt tussen het voorlaatste en het laatste lid een lid ingevoegd luidende :
  " Tussen 27 november 2015 en 15 maart 2021 hebben de operatoren GSM1 en GSM2, bij wijze van afwijking van de voorgaande leden, elk ten minste 100 kanalen in deze banden.
  Indien een 3G-operator overeenkomstig artikel 64 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie vraagt om 4,8 MHz duplex toegewezen te krijgen in de banden 880-915 MHz en 925-960 MHz, dan wordt het aantal kanalen die in deze banden worden toegewezen aan de operatoren GSM1 en GSM2 vanaf 27 november 2015 voor elk beperkt tot 100. "
  5° er wordt een paragraaf 6 toegevoegd die luidt als volgt :
  " Het Instituut kan, na de betrokken partijen te hebben gehoord, de verdeling van de toegewezen kanalen wijzigen, zonder de hoeveelheid spectrum toegewezen aan elke operator te wijzigen, in objectief gerechtvaardigde gevallen, binnen redelijke termijnen en op proportionele wijze. "

Art.3. In artikel 14 van hetzelfde besluit waarvan het eerste lid paragraaf 1 zal vormen en het laatste lid wordt geschrapt, wordt een paragraaf 2 ingevoegd, luidende :
  " § 2. Voor de verlenging van de vergunningen zoals vermeld in artikel 3, § 2, tweede en derde lid, zijn de operatoren de enige heffing verschuldigd overeenkomstig artikel 30 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie voor het spectrum dat hen werd toegewezen in de banden vermeld in artikel 7, § 1. "

Art.4. In artikel 15 van hetzelfde besluit :
  1° worden in het derde lid van § 1 de woorden "in dienst" ingevoegd tussen de woorden "per duplex radiokanaal" en de woorden ", ongeacht het aantal van toewijzingen";
  2° § 2 wordt aangevuld met een lid luidende :
  " De rechten voor de terbeschikkingstelling van de frequenties voor de kanalen die buiten dienst worden gesteld, zijn verschuldigd prorata het aantal afgelopen dagen van het betreffende jaar. "

Art.5. De artikelen 20 tot 31 alsook Bijlagen 1 en 5 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS1800-mobilofonienetten, gewijzigd door de wet van 2 januari 2001 en door de koninklijke besluiten van 27 oktober 2000, 10 oktober 2002, 2 februari 2005 en 2 februari 2007
Art.6. In artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS1800-mobilofonienetten, gewijzigd door de wet van 2 januari 2001 en door de koninklijke besluiten van 27 oktober 2000, 10 oktober 2002, 2 februari 2005 en 2 februari 2007, worden de twee laatste leden vervangen als volgt :
  " Na het verstrijken van die eerste periode van vijftien jaar wordt de vergunning stilzwijgend verlengd voor een periode van vijf jaar.
  Na afloop van de periode van verlenging van vijf jaar, wordt de vergunning stilzwijgend verlengd tot 15 maart 2021. "

Art.7. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In § 2 worden de woorden " wordt de kanalen gelegen in de banden 1765-1780 MHz en 1860-1875 MHz " vervangen door de woorden " worden kanalen gelegen in de banden 1710-1785 en 1805-1880 MHz "
  2° er wordt een paragraaf 2bis ingevoerd, luidende :
  " § 2bis. Tussen 27 november 2015 en 15 maart 2021 heeft de DCS1800-operator in de banden 1710-1785 MHz en 1805-1880 MHz, bij wijze van afwijking van de bepalingen van § 2, ten minste 100 kanalen.
  Indien een 3G-operator 4,8 MHz duplex in de banden 880-915 MHz en 925-960 MHz op diens vraag toegewezen krijgt overeenkomstig artikel 64 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatie-systemen van de derde generatie dan :
  - wordt het aantal kanalen van de DCS1800-operator in de banden 1710-1785 MHz en 1805-1880 MHz vanaf 27 november 2015 beperkt tot 100;
  - wijst het Instituut deze 3G-operator 10 MHz duplex toe in de banden 1710-1785 MHz en 1805-1880 MHz vanaf 27 november 2015;
  - voert het Instituut hiertoe een herschikking door. "
  3° In § 7, tweede lid, worden de woorden ", de artikelen 5, 7, §§ 1 en 4, " vervangen door de woorden " de artikelen 5, 7, § 1, het derde en het vierde lid, 4 en 5 ";
  4° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 8 en 9 luidende :
  " § 8. Tussen 27 november 2015 en 15 maart 2021, heeft de DCS1800-operator in de frequentiebanden 880-915 MHz en 925-960 MHz, in afwijking van § 6 en § 7 van dit artikel, ten minste 50 kanalen.
  Indien een 3G-operator overeenkomstig artikel 64 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatie-systemen van de derde generatie vraagt om 4,8 MHz duplex toegewezen te krijgen in de banden 880-915 MHz en 925-960 MHz dan :
  - wordt het aantal kanalen van de DCS1800-operator in de frequentiebanden 880-915 MHz en 925-960 MHz vanaf 27 november 2015 beperkt tot 50;
  - voert het Instituut hiertoe een herschikking door.
  § 9. Het Instituut kan, na de betrokken partijen te hebben gehoord, de verdeling van de toegewezen kanalen wijzigen, zonder de hoeveelheid spectrum toegewezen aan elke operator te wijzigen, in objectief gerechtvaardigde gevallen, binnen redelijke termijnen en op proportionele wijze. "

Art.8. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
  " § 2. Voor de verlenging van de vergunningen zoals vermeld in artikel 3, § 2, tweede en derde lid, is de DCS1800-operator de enige heffing verschuldigd zoals bepaald in artikel 30 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie voor het spectrum dat hen werd toegewezen in de banden 880-915 MHz et 925-960 MHz vermeld in artikel 8. "

Art.9. In artikel 16 van hetzelfde besluit :
  1° worden in het derde lid van § 1 de woorden "in dienst" ingevoegd tussen de woorden "per radio-elektrisch duplexkanaal" en de woorden ", ongeacht het aantal toewijzingen";
  2° § 2 wordt aangevuld met een lid luidende :
  " De rechten voor de terbeschikkingstelling van de frequenties voor de kanalen die buiten dienst worden gesteld, zijn verschuldigd prorata het aantal afgelopen dagen van het betreffende jaar. "

Art.10. De artikelen 25 tot 35 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 28 maart 2007, 10 oktober 2002 en 13 maart 2002
Art.11. In het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 28 maart 2007, 10 oktober 2002 en 13 maart 2002, worden de woorden " uniek concessierecht " telkens vervangen door de woorden " enige heffing ".

Art.12. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° tussen het tweede en het derde lid worden twee leden ingevoegd luidende :
  " De ontplooiing van het radionetwerk van een 3G-operator die op 1 januari 2010 nog geen 3G-operator was, beantwoordt minstens aan de dekkingsniveaus van de Belgische bevolking, die gespecificeerd zijn in de onderstaande uiterste data, te rekenen vanaf de kennisgeving van de vergunning :
  1° na 3 jaar : 30 %;
  2° na 4 jaar : 40 %;
  3° na 5 jaar : 50 %.
  Op het einde van het 6e jaar moet de 3G-operator die op 1 januari 2010 nog geen 3G-operator was de doelstelling van 85 % bereiken overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid. "
  2° in het vierde lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden "van het eerste lid" vervangen door de woorden "van de eerste vier leden" en worden de woorden "de minister, op voorstel van" geschrapt.
  3° in het vijfde lid, dat het zevende lid wordt, worden de woorden "in het eerste lid" vervangen door de woorden "in het eerste en het derde lid".

Art.13. In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit wordt tussen de eerste en de tweede zin een zin ingevoegd luidende :
  " De dienst van een 3G-operator die op 1 januari 2010 nog geen 3G-operator was, wordt uiterlijk 18 maanden na de kennisgeving van de vergunning commercieel aangeboden. "
  In artikel 4, § 1, tweede zin, worden de volgende woorden geschrapt : " de minister, op voorstel van ".

Art.14. In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 2, eerste lid, wordt het woord "via" vervangen door de woorden "na zes maanden van";
  2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "binnen zes maanden na de ontvangst van het verzoek " ingevoegd tussen de woorden "aan te bieden," en de woorden "maatregelen opleggen";
  3° in § 2, tweede lid, worden de woorden "tot het Instituut gericht worden gedurende een periode van acht jaar die ingaat vanaf de kennisgeving van de vergunning aan de operator die recht heeft op nationale roaming en die partij is bij de onderhandelingen die niet hebben geleid tot het afsluiten van een overeenkomst van nationale roaming of het bereiken van een akkoord over een wijziging ervan. Het verzoek tot het Instituut kan bovendien slechts" geschrapt;
  4° in § 2, tweede lid, worden de woorden "die zijn verplichtingen inzake dekking krachtens artikel 3 nakomt en" ingevoegd tussen de woorden "een operator" en "die zich naar";
  5° twee als volgt luidende leden worden toegevoegd aan § 3 :
  " Indien de operator die recht heeft op nationale roaming 4,8 MHz duplex toegewezen gekregen heeft in de banden 880-915 MHz en 925-960 MHz of deze mogelijkheid heeft geweigerd, is na een periode van zes jaar die ingaat na de kennisgeving van de vergunning aan deze operator, geen enkele van de maatregelen die het Instituut heeft opgelegd, van toepassing.
  In afwijking van het vorige lid, zijn de door het Instituut opgelegde maatregelen nog van toepassing gedurende een periode van een jaar na de toewijzing van de banden 880-915 MHz en 925-960 MHz indien de toewijzing meer dan vijf jaar na de kennisgeving van de vergunning aan de operator die recht heeft op nationale roaming, heeft plaatsgehad. "
  6° in § 5, eerste lid, worden de woorden "en die van toepassing zijn binnen een periode van acht jaar na de kennisgeving van diens vergunning aan de operator die recht heeft op nationale roaming," geschrapt en het woord " GSM " wordt toegevoegd tussen de worden " alle " en " telecommunicatiediensten ".

Art.15. In artikel 18, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 wordt de zin " Een relevante groep kan slechts houder zijn van één vergunning " opgeheven.
  2° in § 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) in het eerste lid wordt het woord " maximaal " ingevoegd tussen de woorden " periode van " en " twintig jaar ";
  b) het tweede en derde lid worden vervangen als volgt :
  " De vergunning loopt af op 15 maart 2021. "

Art.16. In artikel 22, § 1, van hetzelfde besluit wordt de tabel vervangen als volgt :


VergunningenPare frequentiebandOnpare frequentieband
  in (MHz)
  
 Zendfrequentie van het basisstation naar het mobiel station (in MHz)Ontvangstfrequentie door het basisstation vanaf het mobiel station (in MHz)
  
 
A2110,3-2125,31920,3-1935,31914,9-1920,3
  
B2125,3-2140,11935,3-1950,11899,9-1904,9
  
C12140,1-2145,11950,1-1955,1
  
C22145,1-2150,11955,1-1960,1
  
C32150,1-2154,91960,1-1964,9
  
D2154,9-2169,71964,9-1979,71909,9-1914,9


Art.17. In artikel 22, § 2bis, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden " 925-960 MHz " en " kan " de woorden " of in de banden 1710-1785 MHz en 1805-1880 MHz " ingevoegd.

Art.18. In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt een § 2ter ingevoegd, luidende :
  " § 2ter. 1° Het Instituut kan een veiling organiseren van de vergunningen C1, C2 en C3, die uit verschillende stappen bestaat, met als doel de hoeveelheid toegewezen spectrum te maximaliseren.
  In de eerste stap kan een aangrenzend blok van 14,8 MHz duplex bestaande uit de frequentieblokken C1, C2 en C3 worden toegewezen, overeenkomstig de artikelen 27 tot 64, met uitzondering van artikel 41 en van het laatste lid van artikel 63.
  Indien na afloop van de eerste stap het frequentieblok van 14,8 MHz duplex niet is toegewezen, kan het Instituut een tweede stap organiseren waarin het Instituut de vergunningen C1 en C2 combineert om de mogelijkheid te bieden om een aangrenzend blok van 10 MHz duplex te verwerven.
  Deze tweede stap in de veiling wordt georganiseerd overeenkomstig de artikelen 27 tot 64, met uitzondering van de artikelen 31 tot 41 en van het laatste lid van artikel 63, met dezelfde kandidaten als diegene die voor de eerste stap in aanmerking zijn genomen.
  Na afloop van de tweede stap kan het Instituut een derde stap organiseren waarin het Instituut elke nieuw-komer de mogelijkheid biedt om een aangrenzend blok van 5 MHz duplex of van 4,8 MHz duplex te verwerven.
  Deze derde stap in de veiling wordt georganiseerd overeenkomstig de artikelen 27 tot 64, met uitzondering van de artikelen 31 tot 41 en van het laatste lid van artikel 63, met dezelfde kandidaten als diegene die voor de eerste stap in aanmerking zijn genomen.
  Na afloop van de derde stap van de veiling wordt de waarborg, met inbegrip van de interesten, van de kandidaten aan wie geen vergunning is toegekend, teruggestort op hun aangegeven rekening, overeenkomstig artikel 33, § 2, 9°.
  De operatoren die in het bezit zijn van een 3G-vergunning of die behoren tot de relevante groep van een 3G-operator mogen niet deelnemen aan de drie stappen van de veiling.
  2° Elke belangstellende partij mag op gemotiveerde wijze aan het Instituut vragen om overeenkomstig de artikelen 27 tot 64, met uitzondering van artikel 41, een extra veiling te organiseren voor de nog niet toegewezen blokken. Het Instituut oordeelt of de aanvraag redelijkerwijs gerechtvaardigd is. De resterende blokken mogen pas worden geveild nadat de procedure vermeld in het eerste, het tweede en het derde lid, heeft plaatsgehad.
  Indien een bestaande 3G-operator een van de resterende blokken in de frequentiebanden 1950,1-1964,9 en 2140,1-2154,9 MHz verwerft, zal dit blok worden toegevoegd aan de bestaande vergunning na de betaling van de enige heffing.
  Indien ten minste een van de resterende blokken is toegewezen kan het Instituut, na de betrokken partijen te hebben gehoord, de verdeling van het onder de operatoren toegewezen spectrum wijzigen zonder de aan elke operator toegewezen hoeveelheid spectrum te wijzigen. De tabel in § 1 van dit artikel is niet langer van toepassing zodra deze wijziging is doorgevoerd. "

Art.19. In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt een § 2quater ingevoegd luidende :
  § 2quater : " een relevante groep mag niet meer dan 20 MHz duplex in de frequentiebanden 1920,3-1979,7/2110,3-2169,7 MHz hebben. "

Art.20. In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt een § 2quinquies ingevoegd, luidende :
  § 2quinquies : " Het Instituut kan, na het horen van de betrokken partijen, de verdeling van de toegewezen frequenties wijzigen, zonder de hoeveelheid spectrum die aan elke operator is toegewezen, te wijzigen, in objectief gerechtvaardigde gevallen, binnen redelijke termijnen en op proportionele wijze. "

Art.21. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 25. Voor het spectrum dat is toegewezen in de banden 1920-1980 MHz en 2110-2170 MHz, betaalt de 3G-operator een enige heffing dat is vastgelegd krachtens de bepalingen van Hoofdstuk III en artikel 30 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. "

Art.22. In artikel 27, § 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "vier" geschrapt.

Art.23. In artikel 30, § 4, van hetzelfde besluit worden de woorden " de minister " vervangen door de woorden " het Instituut ".

Art.24. In artikel 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 worden onder 1°, de woorden " de minister " vervangen door de woorden " het Instituut " en de worden " in het Belgisch Staatsblad " vervangen door de woorden " op het website van het Instituut ";
  2° in paragraaf 1 worden onder 2° de woorden tussen " Instituut " en " tegen " geschrapt;
  3° in paragraaf 4 worden de laatste twee zinnen geschrapt

Art.25. In artikel 34, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "75 miljoen euro" vervangen door de woorden "1 miljoen euro" en worden de woorden " de minister " vervangen door de woorden " het Instituut ".

Art.26. In de artikelen 34, § 2, en 35 van hetzelfde besluit worden de woorden " de minister " vervangen door de woorden " het Instituut ".

Art.27. In artikel 36 van hetzelfde besluit worden de woorden na de woorden " stelt hiervan een verslag op dat aan de Minister ter kennis wordt gebracht " geschrapt.

Art.28. In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt opgeheven;
  2° in het tweede lid worden de woorden " de minister " telkens vervangen door de woorden " het Instituut ".

Art.29. In de artikelen 39, 45, 53 en 55 van hetzelfde besluit worden de woorden " de minister " vervangen door de woorden " het Instituut ". In artikel 60 worden de woorden " en brengt dit ter kennis van de minister " geschrapt.

Art.30. In artikel 38 wordt een vierde alinea toegevoegd, luidend als volgt :
  " Het Instituut kan tevens de ontvankelijk verklaarde kandidaten die geassocieerde bieders verzoeken te kiezen welke onder hen zal deelnemen aan de toewijzingsprocedure. Overeenkomstig artikel 50, tweede lid, zal de gekozen kandidaat rechtsreeks worden toegelaten tot de tweede fase. Bij gebrek aan een dergelijke keuze worden alle betrokken kandidaten uitgesloten van de procedure. "

Art.31. Het tweede lid van artikel 47 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.32. Artikel 49 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.33. In artikel 50 wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt :
  " Het Instituut kan beslissen om geen eerste fase te organiseren en rechtstreeks aanvangen met de tweedefase.
  De in het eerste lid aangeduide kandidaten kiezen op verzoek van het Instituut welke onder hen zal deelnemen aan de toewijzingsprocedure. Het gekozen kandidaat wordt rechtsreeks toegelaten tot de tweede fase van de toewijzing. Bij gebrek aan een dergelijke keuze worden alle betrokken kandidaten uitgesloten van de procedure. "
  Het vroegere tweede lid in artikel 50 dat als volgt luidt " Indien er geen geassocieerde bieders zijn, wordt de eerste fase van de toewijzing bij opbod niet georganiseerd, en wordt aangevangen met de tweede fase. " wordt dan ook het derde lid van artikel 50.

Art.34. In de artikelen 52, § 3 en 56, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "30 %" vervangen door de woorden "10 %".

Art.35. In artikel 62, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " en stelt de minister hiervan in kennis " worden geschrapt;
  2° de woorden " de minister " worden vervangen door de woorden " het Instituut ".

Art.36. Het eerste en het tweede lid van artikel 63 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt :
  " Het Instituut verleent de vergunning aan de kandidaat die voor die vergunning het hoogste bod heeft uitgebracht.
  Deze beslissing wordt onverwijld ter kennis gebracht van de kandidaat. Het Instituut geeft elke operator kennis van zijn vergunning en van het op rekening van het Instituut te betalen saldo. "

Art.37. In artikel 64 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  " De operator betaalt de enige heffing bedoeld in artikel 60, verminderd met de garantie, met inbegrip van de interesten conform artikel 30 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. "
  2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een als volgt luidend lid ingevoegd :
  " De 3G-operator die op 1 januari 2010 nog geen 3G-operator was en die frequentieblok 1950,1-1955,1/2140,1-2145,1 MHz toegewezen krijgt, kan 4,8 MHz duplex toegewezen krijgen in de banden 880-915 MHz en 925-960 MHz. Hij meldt binnen 30 dagen na de kennisgeving vermeld in artikel 63 aan het Instituut of hij al dan niet van deze mogelijkheid gebruik wil maken. Indien de operator daarvoor opteert, worden hem ook frequenties toegewezen overeenkomstig artikel 8, § 2bis, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS1800-mobilofonie-netten. "

Art.38. In artikel 65 van hetzelfde besluit worden de woorden " de minister, die het advies inwint van " geschrapt.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 39. De Minister bevoegd voor telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 22 december 2010.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen,
  V. VAN QUICKENBORNE