5 SEPTEMBER 2011. - Ministerieel besluit betreffende de delegaties van bevoegdheid door de Minister van [Defensie] inzake schade en geschillen. <MB2015-11-30/15, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-09-2011 en tekstbijwerking tot 13-01-2016)
HOOFDSTUK I. - Algemene overdrachten inzake geschillen en schadevergoeding
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Bijzondere overdrachten
Art. 3
HOOFDSTUK III. - Opheffing- en slotbepalingen
Art. 4
HOOFDSTUK I. - Algemene overdrachten inzake geschillen en schadevergoeding
Artikel 1. De autoriteiten van de algemene directie juridische steun en bemiddeling hierna vermeld in het artikel 2 hebben overdracht van bevoegdheid tot het nemen van alle beslissingen, in het bijzonder, tot het vastleggen van het bedrag van de sommen terug te vorderen ten laste van de aansprakelijke personen en tot het bepalen van het gedeelte van de schade dat ten laste valt van de Staat, van een bijzondere dienst of van een Staatsdienst met afzonderlijk beheer, evenals tot het goedkeuren van de uitgaven die voortvloeien uit een dading, een schulderkenning of een gerechtelijke beslissing, inzake :
1° geschillen van alle aard, zowel betreffende de contractuele aansprakelijkheid als de extracontractuele aansprakelijkheid;
2° schade aan personen, met uitsluiting van de ongevallen die zich hebben voorgedaan bij het militair personeel in dienst en door het feit van de dienst;
3° zaakschade, ook in geval van verkeersongevallen;
4° vergoedingen voortvloeiend uit militaire opeisingen en het herstel van schade veroorzaakt door manoeuvres, oefeningen en militaire operaties;
5° diefstallen, verliezen, tekorten en beschadigingen ten nadele van de Staat, een bijzondere dienst of een Staatsdienst met afzonderlijk beheer, met uitzondering van de gevallen waar de aansprakelijke personen openbare rekenplichtigen of ambtenaren zijn, speciaal en rechtstreeks belast met het toezicht op de rekenplichtigen die op dit vlak volledig onderworpen blijven aan de bepalingen die hen beheersen;
6° burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand van het personeel van Defensie, evenals de vergoeding van de door hen geleden schade;
7° kosten en erelonen van advocaten van het Ministerie van Landsverdediging evenals de gerechtskosten, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding.
Art.2. De overdrachten aangehaald in artikel 1 zijn toegekend ten belope van de volgende bedragen :
- Directeur-generaal algemene directie juridische steun en bemiddeling : 180.000 euro;
- Chef van de divisie geschillen : 135.000 euro;
- Chef van de sectie burgerlijke geschillen, chef van de sectie ongevallen, chef van de sectie claims en chef van de sectie juridische steun : 90.000 euro;
- Chefs van de ondersecties in de secties burgerlijke geschillen, ongevallen en claims : 67.000 euro;
- Bureauchefs in de secties burgerlijke geschillen, ongevallen en claims : 20.000 euro;
- Onderbureauchefs in de secties burgerlijke geschillen, ongevallen en claims : 2.200 euro.
HOOFDSTUK II. - Bijzondere overdrachten
Art.3. § 1. Wanneer schade werd veroorzaakt aan de Staat of aan een bijzondere dienst door een personeelslid van het Ministerie van Landsverdediging, hebben de hierna vermelde autoriteiten delegatie, onder de voorwaarden vastgelegd in de hierna vermelde § 3, om te beslissen de schade ten laste van de Staat of de bijzondere dienst te leggen of een minnelijke regeling voor de totaliteit van de schade te verkrijgen door vrijwillige betaling door de aansprakelijke persoon.
Deze overdrachten van bevoegdheid zijn toegekend aan de hieronder vermelde autoriteiten ten belope van de volgende bedragen :
- Chef van een stafdepartement of directeur-generaal : 10.000 euro;
- Divisiecommandant of commandant van een component : 7.500 euro;
- Brigadecommandant, groeperingcommandant of basiscommandant : 5.000 euro;
- Korpscommandant of groepscommandant : 2.500 euro;
- Eenheidscommandant : 500 euro.
§ 2. Wanneer schade werd veroorzaakt aan het Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis, aan de restauratie- en hoteldienst van Defensie of aan een Horeca-installatie door een personeelslid van het Ministerie van Landsverdediging, hebben de hierna vermelde autoriteiten delegatie, onder de voorwaarden vastgelegd in de hierna vermelde § 3, om te beslissen de schade ten laste van desbetreffende dienst te leggen of een minnelijke regeling voor de totaliteit van de schade te verkrijgen door vrijwillige betaling door de aansprakelijke persoon.
Deze overdrachten van bevoegdheid zijn toegekend aan de hieronder vermelde autoriteiten ten belope van de volgende bedragen :
- Voorzitter van de beheerscommissie van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis : 7.500 euro;
- Voorzitter van de centrale beheerscommissie van de restauratie- en hoteldienst van Defensie : 7.500 euro;
- Voorzitter van een beheerscommissie van een lokale horeca-installatie : 5.000 euro.
§ 3. De overdrachten van bevoegdheden beoogd in de hierboven vermelde §§ 1 en 2 kunnen slechts worden uitgeoefend onder de volgende voorwaarden :
1° dat de schade niet voortvloeit uit een feit dat ter kennis moet gebracht worden van de gerechtelijke autoriteiten;
2° dat er geen derde benadeelde of derde aansprakelijke in betrokken is;
3° en dat, wat de delegaties voor de minnelijke regeling van schade betreft, de totaliteit van de schade invorderbaar is door een vrijwillige betaling.
§ 4. De hierboven beoogde autoriteiten doen uitspraak bij gemotiveerde beslissing na onderzoek en op grond van het verslag en het advies van de betrokken autoriteiten.
Als het bedrag van de schade 50 euro niet overschrijdt, doen zij echter uitspraak op grond van een eenvoudig mondeling onderzoek, evenwel via een schriftelijke en gemotiveerde beslissing.
HOOFDSTUK III. - Opheffing- en slotbepalingen
Art. 4. Zijn opgeheven :
a) het ministerieel besluit nr. 44.789 van 6 augustus 1982 houdende de overdracht van bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging inzake diefstallen, verliezen, tekorten en beschadigingen;
b) het ministerieel besluit van 15 oktober 1995 betreffende de overdracht van bevoegdheid van de Minister van Landsverdediging waarin het koninklijk besluit van 9 maart 1995 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid, de rechtshulp en de zaakschadevergoeding van het militair personeel voorziet;
c) de artikelen 2 en 3 van het ministerieel besluit van 29 november 2001 tot invoering van de euro in het ministerieel besluit houdende organisatie van de vertegenwoordiging in rechte van het Ministerie van Landsverdediging en vaststelling van de bezoldiging van de vaste advocaten van dit Ministerie, en in het ministerieel besluit betreffende de overdracht van bevoegdheid van de Minister van Landsverdediging waarin het koninklijk besluit van 9 maart 1995 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid, de rechtshulp en de zaakschadevergoeding van het militair personeel voorziet, en tot wijziging van dit besluit;
d) het artikel 16 van het ministerieel besluit van 27 april 2006 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het gunnen en uitvoeren van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake diverse uitgaven;
e) de woorden " met uitzondering van hoofdstuk IV dat van kracht blijft " in artikel 16 van het ministerieel besluit van 12 maart 2009 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het gunnen en uitvoeren van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzake vervreemding en inzake diverse uitgaven.