12 SEPTEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het operationeel kader van de federale politie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-09-2011 en tekstbijwerking tot 01-03-2016)
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De selectie
Art. 2-7
HOOFDSTUK 3. - De terbeschikkingstelling
Art. 8-11
HOOFDSTUK 4. - De overplaatsing
Art. 12-14
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 15-17
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op militairen die vallen onder de bepalingen van de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever en die personeelsleden van het operationeel kader van de federale politie wensen te worden.
HOOFDSTUK 2. - De selectie
Art.2. De minister van Binnenlandse Zaken bepaalt, per taalstelsel, hoeveel vacante betrekkingen van inspecteur bij de federale politie worden opengesteld.
Art.3.De directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer van de federale politie deelt de vacante betrekkingen bedoeld in artikel 2, evenals de uiterlijke datum voor de kandidaturen, mede aan de Minister van [1 Defensie]1, die verder instaat voor de oproep tot kandidaatstelling en eveneens voor de mededeling van de aanvaarde militairen.
----------
(1)<KB 2016-01-29/11, art. 117, 002; Inwerkingtreding : 11-03-2016>
Art.4. De militairen die bekleed zijn met de graden van soldaat, eerste soldaat, korporaal, korporaal-chef en eerste korporaal-chef, sergeant, eerste sergeant, eerste sergeant-chef, eerste sergeant majoor, adjudant, adjudant-chef en adjudant-majoor hebben toegang tot de in artikel 2 bedoelde betrekkingen van inspecteur van politie.
Worden geassimileerd aan de in het eerste lid bedoelde graden, de gelijkwaardig beschouwde graden bij de marine, de medische dienst en de militaire muzikanten.
Art.5. De kandidaatstelling van een militair voor de selectie voor de terbeschikkingstelling en de latere overplaatsing is evenwel slechts ontvankelijk indien hij voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 12 tot 15 van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten.
Art.6. De selectieprocedure voor de terbeschikkingstelling van een militair met het oog op de overplaatsing naar het operationeel kader van de federale politie verloopt zoals bedoeld in de artikelen IV.I.15 tot IV.I.27 RPPol.
Art.7. De vacante betrekkingen worden begeven aan de militairen in dalende volgorde van hun resultaten voor de cognitieve proef. Bij gelijke resultaten wordt voorrang verleend aan de laureaat met de grootste anciënniteit.
HOOFDSTUK 3. - De terbeschikkingstelling
Art.8. Bij de aanvang van de basisopleiding van het basiskader worden de geselecteerde militairen ter beschikking gesteld van de federale politie. Vanaf dan zijn zij aangesteld in de graad van aspirant-inspecteur van politie en nemen zij deel aan die basisopleiding.
Zij blijven onderworpen aan hun militair statuut, zonder evenwel de militaire kledijvergoeding te genieten, maar genieten de in artikel XI.IV.8 RPPol bedoelde vergoeding voor het onderhoud van het politie-uniform.
Art.9. Het Ministerie van Landsverdediging deelt aan de federale politie het saldo van de dagen vakantieverlof van de militair op het ogenblik van de terbeschikkingstelling mee.
Art.10. De federale politie is burgerlijk aansprakelijk voor de militairen die ter beschikking worden gesteld.
Art.11. De individuele terbeschikkingstelling wordt beëindigd :
1° op ieder ogenblik, mits een opzeggingstermijn van een maand, op verzoek van de militair tenzij tussen hem en de directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer een kortere termijn wordt overeengekomen;
2° op beslissing van de directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer na drie maanden afwezigheid wegens gezondheidsredenen;
3° op beslissing van de directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer indien de militaire overheid hem een statutaire maatregel oplegt of indien de aspirant het voorwerp uitmaakt van een definitieve afwijzing krachtens artikel 40 van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsmaatregelen;
4° in geval van niet-slagen voor de basisopleiding van het basiskader;
5° bij de benoeming als statutair personeelslid van het operationeel kader van de federale politie.
HOOFDSTUK 4. - De overplaatsing
Art.12. De militairen die geslaagd zijn voor de basisopleiding van het basiskader, worden overgeplaatst naar het operationeel kader van de federale politie en benoemd in de graad van inspecteur van politie.
Zij genieten alsdan de loonschaal B1 en behouden de geldelijke anciënniteit die zij hebben verworven in de schoot van de krijgsmacht, tenzij de geldelijke anciënniteit berekend overeenkomstig de artikelen XI.II.3 tot XI.II.9 RPPol voor hen voordeliger is.
Het niveau van talenkennis van de overgeplaatste militair wordt bepaald door de toepassing van de bijlage 14 RPPol.
Art.13. Elke maand dat de wedde van de overgeplaatste militairen, vermeerderd met de samen met de wedde betaalde toelagen, lager is dan de in het tweede lid bedoelde beschermingswedde, genieten zij de beschermingswedde.
De beschermingswedde is gelijk aan de wedde van de militair voor de maand vóór zijn overplaatsing, vermeerderd met, in voorkomend geval, de haard- of standplaatstoelage en een twaalfde van de toelage voor geselecteerde bedoeld in artikel 30 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, de vormingstoelage bedoeld in artikel 32 van hetzelfde besluit en de meesterschapstoelage bedoeld in artikel 34 van hetzelfde besluit, indien hij deze genoot in de maand vóór zijn overplaatsing.
Telkens als de wedde van de overgeplaatste militair niet volledig is verschuldigd, wordt de beschermingswedde in dezelfde mate verminderd.
Art.14. De overgeplaatste militairen komen slechts in aanmerking voor de mobiliteit of herplaatsing op aanvraag mits zij een aanwezigheidstermijn van vijf jaar hebben volbracht na hun eerste aanwijzing.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.15. De in het jaar 2012 overgeplaatste militairen alsook zij die samen met hen zijn ter beschikking gesteld en na een verlengde terbeschikkingstelling zijn overgeplaatst, worden bij de overplaatsing aangewezen voor een betrekking bij de directeur-coördinator van het gerechtelijk arrondissement Brussel.
Art.16. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2011.
Art. 17. De Minister bevoegd voor Landsverdediging en de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.