Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 NOVEMBER 2010. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 3, 13, § 2, en 18 van het decreet van 16 juli 1985 betreffende natuurparken(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-12-2010 en tekstbijwerking tot 03-04-2017)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Verslag betreffende de oprichting van een natuurpark
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Jaarlijks activiteitenverslag en tussentijdse en tienjaarlijkse evaluatie
Afdeling 1 - Jaarlijks activiteitenverslag
Art. 3
Afdeling 2. - Tussentijdse en tienjaarlijkse evaluatie
Art. 4-5
Afdeling 3. - Opvolgingscomité
Art. 6-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Verslag betreffende de oprichting van een natuurpark
Artikel 1.Het verslag betreffende de oprichting van een natuurpark wordt opgesteld binnen een termijn van hoogstens zes maanden, te rekenen van de datum van instelling van het studiecomité bedoeld in artikel 3 van het decreet van 16 juli 1985 betreffende natuurparken, zoals gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2008, hierna het decreet genoemd.
  De grenzen van het ontwerp van natuurpark zijn opgenomen op een kaart waarvan de schaal niet kleiner is dan 1/25 000.
  De kaart wordt gevoegd bij het verslag bedoeld in het het eerste lid.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-12-22/49, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2017>

Art.2. Het studiecomité bedoeld in artikel 1 laat zich in de uitvoering van zijn opdracht bijstaan door elke deskundige wiens deelneming het nuttig acht.

HOOFDSTUK II. - Jaarlijks activiteitenverslag en tussentijdse en tienjaarlijkse evaluatie
Afdeling 1 - Jaarlijks activiteitenverslag
Art.3. Het in artikel 13, § 2, van het decreet bedoelde jaarverslag over de activiteiten van het natuurpark wordt in vier exemplaren overgemaakt aan de inspecteur-generaal van het Departement Natuur en Bossen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, hierna "de inspecteur-generaal" genoemd.

Afdeling 2. - Tussentijdse en tienjaarlijkse evaluatie
Art.4. De in artikel 18 van het decreet bedoelde tussentijdse en tienjaarlijkse evaluatie van de natuurparken wordt doorgevoerd overeenkomstig een evaluatierooster vastgelegd door de Minister die voor Natuurparken bevoegd is.
  De evaluatierooster heeft betrekking op de volgende thema's :
  1° evaluatie van het leiderschap;
  2° evaluatie van de strategie en de planning;
  3° menselijke hulpkrachten;
  4° partnerschappen en hulpmiddelen;
  5° interne procedures en interne controle;
  6° evaluatie van de resultaten bereikt door het natuurpark en de beheerscommissie in hun inspanningen om te voldoen aan de behoeften en de verwachtingen van het publiek en de partners;
  7° niveau van de resultaten bereikt door het natuurpark inzake de voldoening en de motivatie van het personeel;
  8° evaluatie van de resultaten van de sleutelprestaties bereikt door het natuurpark.
  De resultaten van de sleutelprestaties bedoeld in het tweede lid, 8°, hebben betrekking op de evaluatie van de realisaties die de beheerscommissie als essentieel en prioritair beschouwt t.o.v. haar opdrachten zoals ze uit dit decreet voortvloeien.
  De evaluatierooster voorziet in een wegingsmethode voor de thema's bedoeld in het tweede lid om een gelijkwaardigheid te verkrijgen tussen de resultaten inzake het interne management van het park, de resultaten verkregen door het natuurpark bij het publiek en de partners, en de resultaten van de sleutelprestaties.

Art.5. De evaluatierooster wordt ingevuld en door de beheerscommissie van het natuurpark aan de inspecteur-generaal overgemaakt.
  De instanties die bij de oprichting van het natuurpark om advies verzocht worden en waartoe de beheerscommissie van het natuurpark zich wendt, geven de inspecteur-generaal advies over de evaluatierooster.

Afdeling 3. - Opvolgingscomité
Art.6. De directeur-generaal van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, hierna "de directeur-generaal" genoemd, stelt een opvolgingscomité voor de natuurparken in.
  Het opvolgingscomité is samengesteld als volgt :
  1° behalve de inspecteur-generaal, een vertegenwoordiger van het Departement Natuur en Bossen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;
  2° een vertegenwoordiger van het Departement Landelijke Aangelegenheden en Waterlopen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;
  3° twee vertegenwoordigers van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie.
  Het opvolgingscomité wordt voorgezeten door de inspecteur-generaal.

Art.7. Het opvolgingscomité wordt belast met de analyse van de tussentijdse en tienjaarlijkse evaluaties bedoeld in artikel 4.
  Het geeft de directeur-generaal advies over de evaluatierooster.
  Dat advies slaat met name op de resultaten van de sleutelprestaties en op de algemene evolutie van het natuurpark t.o.v. de doelstellingen die vastliggen in het beheersplan van het natuurpark.
  Het opvolgingscomité kan het natuurpark verbeteringsaanbevelingen of -voorstellen doen.

Art.8. De directeur-generaal maakt een afschrift van het advies van het opvolgingscomité over aan de Minister die voor Natuurparken bevoegd is, aan de inrichtende macht, alsook aan de beheerscommissie van het natuurpark.

Art.9. Op basis van het advies van het opvolgingscomité kan de Minister die voor Natuurparken bevoegd is de Regering voorstellen om het natuurpark te heroriënteren of af te schaffen.
  Hij hoort eerst de vertegenwoordigers van de beheerscommissie van het natuurpark.
  Alvorens te worden gehoord door de Minister die voor Natuurparken bevoegd is, kan de beheerscommissie schriftelijke opmerkingen m.b.t. het advies van het opvolgingscomité indienen.

Art. 10. De Minister bevoegd voor Natuurparken is belast met de uitvoering van dit besluit.