Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 OKTOBER 2010. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-11-2010 en tekstbijwerking tot 30-03-2017)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Omzetting
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Definities
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Toekenning van de toelage
Art. 3-6, 6/1, 7-8
HOOFDSTUK IV. - Erkenning van de installateurs
Art. 9-10
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepaling
Art. 11
HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 12-16
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004200210 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Omzetting
Artikel 1. Artikel 13 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Definities
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "Minister" : de Minister bevoegd voor het Energiebeleid;
  2° [2 "aanvrager" : elke rechtspersoon, met uitzondering van de rechtspersonen die een investeringstoelage voor de installatie van een zonneboiler hebben genoten krachtens het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen en het rationeel gebruik van energie in gebouwen beogen (UREBA), of het besluit van de Waalse Regering van 28 maart 2013 betreffende de uitzonderlijke toekenning van subsidies aan publiekrechtelijke personen en niet-commerciële instellingen voor de uitvoering van werken voor een verbeterde energieprestatie en het rationeel energiegebruik in de gebouwen ("UREBA exceptionnel");]2
  3° "administratie" : het Departement Energie en Duurzaam Gebouw van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst;
  4° "zonneboiler" : systeem voor warmwaterproductie waarbij zonneënergie gebruikt wordt d.m.v. een (vlakke of buisvormige) glazen zonnecollector;
  5° "zonnefractie" : verhouding tussen de energie opgeleverd door het zonnedeel van de sanitair warmwaterinstallatie en de totale energieoplevering van de sanitair warmwaterinstallatie;
  6° "woning" : elk gebouw bestemd voor bewoning door één of meer gezinnen; het gebouw bestemd voor gemengd gebruik wordt ook als woning beschouwd als het woongedeelte 40 <usb>% van de totaaloppervlakte overschrijdt;
  7° "wooneenheid" : gedeelte van een woning, zoals een appartement, waavan de lokalen bestemd zijn om uitsluitend door één enkel gezin gebruikt te worden;
  8° [2 "K-peil" : het peil van de globale thermische isolatie van een gebouw of gebouwgedeelte, bepaald overeenkomstig de berekeningsmethode bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen;]2
  9° [2 "EW-peil" : het peil van het primaire energieverbruik van een EPB-eenheid bepaald overeenkomstig de berekeningsmethode bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen;]2
  10° [2 "E.P.B.-slotaangifte": de aangifte bedoeld in artikel 18 van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen.]2
  ----------
  (1)<BWG 2015-03-26/02, art. 26, 006; Inwerkingtreding : 01-04-2015>
  (2)<BWG 2017-02-23/16, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 09-04-2017>

HOOFDSTUK III. - Toekenning van de toelage
Art.3.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Minister een premie toekennen aan de aanvrager die een zonneboiler in Wallonië laat plaatsen, voor zover :
  1° de collector aan de vereisten van de Europese norm voldoet. De Minister kan vereisten inzake de naleving van de Europese normen toevoegen voor andere elementen van het systeem. De Minister kan de naleving van dwingendere normen dan de Europese normen vorderen;
  2° wat individuele installaties betreft, de dimensionering van de installatie een zonnefractie van minimum 60 % toelaat. De Minister kan het niveau van die zonnefractie verhogen;
  3° het systeem een minimaal globaal prestatieniveau haalt. Dat minimaal niveau wordt bepaald door de naleving van de voorwaarden betreffende o.a. de oriëntering van de collector en het telsysteem waarmee de installatie uitgerust is;
  4° [1 ...]1
  De Minister bepaalt de exacte modaliteiten van die voorwaarden.
  ----------
  (1)<BWG 2014-04-24/40, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 31-05-2014>

Art.4.§ 1. De premie bestaat uit een forfaitair bedrag van [1 tweeduizend vijfhonderd]1 euro voor een individuele installatie bestaande uit zonnecollectoren met een optische oppervlakte van twee m2 tot vier m2 en uit een bijkomend bedrag van [1 tweehonderd euro per m2]1 optische oppervlakte per bijkomende zonnecollector. Dat bedrag wordt toegekend in de volgende gevallen :
  1° installatie op een eengezinswoning waarvoor de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voorafgaat aan 1 mei 2010;
  [1 1°/1 installatie op een eengezinswoning waarvoor de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning na 30 april 2010 valt maar waarvan het thermische zonnestelsel niet in aanmerking is genomen bij de berekening van het niveau Ew;]1
  2° installatie beschouwd als individueel krachtens artikel 5, § 1, en geplaatst op een gebouw waarvoor de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning na 1 mei 2010 valt;
  3° [1 ...]1
  4° installatie op een gebouw dat niet bestemd is voor bewoning door één of meer gezinnen en dat niet opgenomen is in de vorige punten.
  Het totaalbedrag van de premie toegekend per individuele installatie bedoeld in deze paragraaf mag niet hoger zijn dan zesduizend euro [1 en dan vijftig percent van het factuurbedrag, excl. btw, of van het gedeelte van het factuurbedrag, excl. btw, dat bedoelde installatie betreft.]1.
  § 2. Het premiebedrag bestaat uit een forfaitair bedrag van [1 duizend vijfhonderd]1 euro voor een individuele installatie bestaande uit zonnecollectoren met een optische oppervlakte van twee m2 tot vier m2 en uit een bijkomend bedrag van [1 tweehonderd euro per m2]1 optische oppervlakte per bijkomende zonnecollector. Dat bedrag wordt toegekend voor een installatie die op een eegezinswoning geplaatst wordt met inachtneming van de volgende voorwaarden :
  - de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning valt na 30 april 2010;
  - het EW-peil en het [2 ...]2 niveau K van het gebouw zijn lager dan of gelijk aan die welke door de Minister zijn vastgelegd.
  Het totaalbedrag van de premie toegekend per individuele installatie bedoeld in deze paragraaf mag niet hoger zijn dan vijfduizend euro [1 en dan vijftig percent van het factuurbedrag, excl. btw, of van het gedeelte van het factuurbedrag, excl. btw, dat bedoelde installatie betreft.]1
  § 3. Het premiebedrag is een forfaitair bedrag van vijfhonderd euro voor een individuele die krachtens artikel 5, § 1 als individueel beschouwd wordt. In dat geval moeten de volgende voorwaarden vervuld worden :
  - de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning valt na 30 april 2010;
  - het EW-peil en het [2 ...]2 niveau K van het gebouw zijn lager dan of gelijk aan die welke door de Minister zijn vastgelegd.
  [1 § 4. Het premiebedrag is een forfaitair bedrag van duizend vijfhonderd euro voor een installatie die krachtens artikel 5, § 2, als individueel beschouwd wordt.]1
  ----------
  (1)<BWG 2014-04-24/40, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
  (2)<BWG 2017-02-23/16, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 09-04-2017>

Art.5. § 1. Indien gemeenschappelijke installaties verschillende wooneenheden bevoorraden, wordt de gemeenschappelijke installatie beschouwd als zijnde gelijkwaardig aan evenveel individuele installaties als er bevoorrade wooneenheden zijn. Daar een individuele installatie minimum 2 m2 optische oppervlakte moet hebben, mag het maximumaantal gelijkwaardige individuele installaties in geen geval hoger zijn dan de helft van het aantal geïnstalleerde m2 optische zonnecollectoroppervlakte.
  § 2. In het specifieke geval van rusthuizen of verblijfdiensten wordt de gemeenschappelijke installatie gelijkgesteld met evenveel individuele installaties als er verblijfbedden zijn. Daar een individuele installatie minimum 2 m2 optische oppervlakte moet hebben, mag het maximumaantal gelijkwaardige individuele installaties in geen geval hoger zijn dan de helft van het aantal geïnstalleerde m2 optische zonnecollectoroppervlakte.
  § 3. De gemeenschappelijke installaties die niet in § 2 vermeld worden, worden als individuele installaties beschouwd.
  § 4. Voor de installaties bedoeld in de §§ 2 et 3 wordt een afschrift van de audit verstrekt waarbij het bewijs wordt geleverd van de dimensionering naar gelang van de behoeften

Art.6. § 1. Om de premie te genieten verstrekt de aanvrager of de installateur namens zijn klant binnen de door de Minister vastgelegde termijn de volgende documenten aan de administratie :
  1° het premieaanvraagformulier, behoorlijk ingevuld;
  2° het technisch dossier, behoorlijk ingevuld;
  3° de facturen van de aankoop en de installatie, alsmede de betalingsbewijzen;
  4° in voorkomend geval, een afschrift van de stedenbouwkundige vergunning;
  5° in voorkomend geval, een afschrift van de EPB-slotaangifte;
  6° in voorkomend geval, het behoorlijk ingevulde formulier waaruit blijkt dat de premie overgedragen is van de aanvrager aan de installateur.
  § 2. Het technisch dossier bedoeld in het eerste lid, 2°, bevat het standaardformulier met de beschrijving van de installatie van de zonneboiler, een foto gemaakt vóór de installatie als ze in een bestaand gebouw geplaatst wordt, en een foto van de geplaatste installatie.
  § 3. De premie wordt aan de aanvrager of de installateur uitbetaald, voor zover de installateur, wat hem betreft, het totaalbedrag van zijn kostenraming duidelijk vermeldt in zijn offerte, met inbegrip van de eventuele premies, waarbij gewezen wordt op het bedrag van de premies die door zijn bemiddeling aan de klant verleend konden worden.

Art.6/1. [1 De toekenning van de premie waarop dit hoofdstuk betrekking heeft wordt bovendien onderworpen aan de overlegging van de volgende stukken :
   1° een afschrift van een certificaat Qualiwall waaruit blijkt dat de installateur gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 2, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juin 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren;
   2° een verklaring van conformiteit van de installatie opgemaakt door een installateur die gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 2, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juin 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, op basis van een type-model van de administratie;
   3° een afschrift van het type-aanbod van thermische zonne-installaties bekendgemaakt op de internetsite van het Operationeel directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst, ingevuld en ondertekend door de begunstigde en de installateur.
   De Minister bepaalt de exacte modaliteiten voor die voorwaarden.
   De installaties uitgevoerd door een onderneming die voor thermische zonne-systemen gelabeld is door een door de administratie erkend labelend orgaan worden geacht te voldoen aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid. Daartoe verschaft de gelabelde installateur voor elke uitgevoerde installatie elk ogenblik en op verzoek de documenten bedoeld in het eerste lid aan het labelend orgaan.
   Om erkend te worden moet elk labelend orgaan de volgende voorwaarden vervullen :
   1° aan de Minister of aan zijn afgevaardigde het geheel van de documenten overleggen waarmee het bewijs van een relevante ervaring in de domeinen bebeerscontrole, werf, management geleverd kan worden;
   2° aan de Minister of aan zijn afgevaardigde het geheel van de documenten overleggen ter validering van de procedures, de termijnen en de tarifering die toegepast zullen worden in het kader van een labeliseringsaanvraag alsook van de controlemaatregelen waarmee nagegaan kan worden of de gelabelde installateurs de labelingsvoorwaarden naleven;
   3° een onafhankelijk en neutraal orgaan zijn;
   4° de dossiers betreffende de ondernemingen die gelabeld zijn of worden elk ogenblik aan de Minister of aan zijn afgevaardigde kunnen voorleggen;
   5° beschikken over een gegevensbank die voor de gelabelde installateurs toegankelijk is met het oog op de codering in lijn van de installaties die ze uitgevoerd hebben en die ook toegankelijk zal zijn voor de Minister of zijn afgevaardigde;
   6° om de drie maanden een rapport van de analyse en de opvolging van de klachtenaanvragen alsook de gegevens van de gelabelde ondernemingen aan de Minister of zijn afgevaardigde overleggen.
   De Minister of zijn afgevaardigde kan desgevallend de bijkomende voorwaarden bepalen waaraan elk labelend orgaan moet voldoen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2014-04-24/40, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 31-05-2014>

Art.7. § 1. In afwijking van artikel 6, kan de aanvrager van een gemeenschappelijke installatie bedoeld in de §§ 1 tot 3 van artikel 5 of de installateur, namens zijn klant, voor de uitvoering van de werken bij de administratie een dossier indienen dat samengesteld is als volgt :
  1° het premieaanvraagformulier, behoorlijk ingevuld;
  2° het standaardformulier met de beschrijving van de installatie van de zonneboilerinstallatie, behoorlijk ingevuld;
  3° in voorkomend geval, een afschrift van de stedenbouwkundige vergunning;
  4° in voorkomend geval, het behoorlijk ingevulde formulier waaruit blijkt dat de premie overgedragen is van de aanvrager aan de installateur.
  Binnen een maand na ontvangst van de premieaanvraag stuurt de administratie een bericht van ontvangst naar de aanvrager waarin zij aangeeft of het aanvraagdossier al dan niet ontvankelijk is.
  Indien het dossier onontvankelijk wordt verklaard, beschikt de aanvrager over een termijn van een maand, te rekenen van de datum van verzending van het bericht van ontvangst van de administratie, om de ontbrekende gegevens te verstrekken.
  Indien de aanvrager de gevraagde gegevens na afloop van die termijn aan de administratie heeft overgemaakt, wordt een tweede bericht van ontvangst verstuurd om hem mee te delen dat zijn dossier volledig is.
  Als de aanvrager daarentegen na afloop van die termijn de gevraagde gegevens niet heeft verstrekt, wordt de aanvraag geacht nooit te zijn ingediend.
  De beslissing tot weigering of de belofte van toekenning van de toelage wordt betekend binnen twee maanden, te rekenen van de datum van verzending van het bericht van ontvangst waaruit blijkt dat het dossier volledig is.
  De belofte van toekenning van de toelage heeft een geldigheidsduur van vier jaar, die ingaat op de dag van de kennisgeving. Indien de aanvrager na afloop van die termijn zijn premieaanvraag niet heeft ingediend overeenkomstig § 2, wordt de belofte van toekenning geacht nooit te zijn medegedeeld.
  § 2. Om de premie na uitvoering van de werken te genieten, bezorgt de in § 1 bedoelde aanvrager of installateur de administratie een dossier dat samengesteld is als volgt :
  1° de aankoop- en installatiefacturen, alsook de betalingsbewijzen;
  2° in voorkomend geval, een afschrift van de stedenbouwkundige vergunning;
  3° in voorkomend geval, een afschrift van de EPB-slotaangifte;
  4° een foto gemaakt vóór de installatie als ze in een bestaand gebouw geplaatst wordt, en een foto van de uitgevoerde installatie;
  5° een afschrift van de belofte van toekenning van de subsidie bedoeld in § 1 van dit artikel.
  De premie wordt aan de aanvrager van een in de paragrafen 2 tot 3 van artikel 5 bedoelde gemeenschappelijke installatie of aan de installateur betaald voorzover laatstgenoemde duidelijk in zijn bod de totale kostprijs van zijn bestek aangegeven heeft, eventuele premies inbegrepen, met een duidelijke vermelding van de eventueel aan zijn klant via hem toegekende premies

Art.8. De premie mag met elke andere toelage gecumuleerd worden voor zover het ontvangen totaalbedrag niet hoger is dan 75 % van het totaalbedrag van de investering.  HOOFDSTUK IV. - Erkenning van de installateurs  Art. 9.  <Opgeheven bij BWG 2013-06-27/09, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 22-07-2013>   Art. 10.  <Opgeheven bij BWG 2013-06-27/09, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 22-07-2013>   HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepaling  Art. 11. Het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler wordt opgeheven.  HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen  Art. 12. De bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler blijven van kracht :  - voor de premieaanvragen betreffende facturen waarvan de datum voorafgaat aan die van de inwerkingtreding van dit besluit;  - voor de premieaanvragen die onderzocht worden op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.  Art. 13. Elke installateur erkend krachtens het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler behoudt zijn erkenning na de inwerkingtreding van dit besluit.  Art. 14. In afwijking van artikel 9 behouden de elektriciens die erkend zijn krachtens het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler hun erkenning, en kan hun erkenning hernieuwd worden.  Art. 15. De Minister bevoegd voor het Energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.  Art. 16. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.  BIJLAGEN.  Art. N1.  <Opgeheven bij BWG 2014-04-24/40, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 31-05-2014>   Art. N2.  <Opgeheven bij BWG 2014-04-24/40, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 31-05-2014>