Details





Titel:

23 SEPTEMBER 2010. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen (NOTA : - artikel 1, 27°; - artikel 4, § 2; - artikel 5, § 1; - in artikel 7, § 1, de woorden " behalve wanneer de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval de opdracht van de afvalinzameling en -verwerking zelf toewijzen en/of voor het vervoer en/of de inzameling van de afval in regie zorgen naar een bepaald hergroeperings- of verwerkingspunt "; - artikel 11, 7°; - in artikel 15, § 1, 5°, de woorden, " , behalve wanneer de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval de opdracht van de afvalinzameling en -verwerking zelf toewijzen en/of voor het vervoer en/of de inzameling van de afval in regie zorgen, overeenkomstig artikel 7, § 1 "; - artikel 15, § 1, 11° en 17°; - artikel 19, § 3; - artikel 101, § 4, tweede en derde lid, vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-11-2010 en tekstbijwerking tot 30-10-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Gemeenschappelijke bepalingen
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-7
Afdeling 2. - Individueel plan inzake de preventie en het beheer van de terugnameplicht
Art. 8-10
Afdeling 3. - Organen erkend om te voldoen aan de terugnameplicht van de afvalstoffen
Onderafdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden en -procedure
Art. 11-14
Onderafdeling 2. - Verplichtingen van het erkende orgaan
Art. 15
Onderafdeling 3. - Wijziging van de erkenningsvoorwaarden, opschorting en intrekking van de erkenning
Art. 16-18
Afdeling 4. - Milieubeleidsovereenkomst
Onderafdeling 1. - Algemene regels
Art. 19-21
Onderafdeling 2. - Beheersorgaan
Art. 22
Afdeling 5. - Zekerheid
Art. 23
HOOFDSTUK II. - Afval van batterijen en accu's
Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art. 24-27, 27bis
Afdeling 2. - Preventie
Art. 28
Afdeling 3. - Gescheiden inzameling van afval van draagbare batterijen en accu's
Art. 29-30
Afdeling 4. - Gescheiden inzameling van afval van industriële batterijen en accu's en van autobatterijen en -accu's
Art. 31-33
Afdeling 5. - Verwerking van afval van batterijen en accu's
Art. 34-35
Afdeling 6. - Rapportage
Art. 36-38
Afdeling 7. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie
Art. 39-40
HOOFDSTUK III. - Versleten banden
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 41
Afdeling 2. - Preventie
Art. 42
Afdeling 3. - Inzameling van versleten banden
Art. 43-45
Afdeling 4. - Verwerking van versleten banden
Art. 46-47
Afdeling 5. - Rapportage
Art. 48
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie
Art. 49
HOOFDSTUK IV. <Opgeheven bij BWG 2019-02-28/24, art. 8,§2,2°, 005; Inwerkingtreding : 08-08-2019>
Afdeling 1.
Art. 50
Afdeling 2.
Art. 51-52
Afdeling 3.
Art. 53-54
Afdeling 4.
Art. 55
Afdeling 5.
Art. 56
Afdeling 6.
Art. 57
HOOFDSTUK V. - Afgewerkte oliën die niet voor voedingsdoeleinden bestemd zijn
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 58-59
Afdeling 2. - Preventie
Art. 60
Afdeling 3. - Gescheiden inzameling van afgewerkte oliën
Art. 61-62
Afdeling 4. - Verwerking van afgewerkte oliën
Art. 63
Afdeling 5. - Rapportage
Art. 64
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie
Art. 65
HOOFDSTUK VI. - Afgewerkte oliën en vetten die bij het bakken van voedingsmiddelen gebruikt mogen worden
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 66
Afdeling 2. - Preventie
Art. 67
Afdeling 3. - Gescheiden inzameling van afgewerkte frituuroliën en -vetten
Art. 68-69
Afdeling 4. - Verwerking van afgewerkte frituuroliën en -vetten
Art. 70
Afdeling 5. - Rapportage
Art. 71
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie
Art. 72
HOOFDSTUK VII.
Afdeling 1.
Art. 73
Afdeling 2.
Art. 74
Afdeling 3.
Art. 75
Afdeling 4.
Art. 76
Afdeling 5.
Art. 77
Afdeling 6.
Art. 78
HOOFDSTUK VIII. - Afgedankte voertuigen
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 79-80
Afdeling 2. - Preventie
Art. 81
Afdeling 3. - Inzameling van afgedankte voertuigen
Art. 82, 82bis
Afdeling 4. - Verwerking van afgedankte voertuigen
Art. 83-86
Afdeling 5. - Rapportage
Art. 87
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie
Art. 88
HOOFDSTUK IX. <Opgeheven bij BWG 2019-02-28/24, art. 8,§2,3°, 005; Inwerkingtreding : 28-04-2019>
Afdeling 1.
Art. 89
Afdeling 2.
Art. 90
Afdeling 3.
Art. 91-92
Afdeling 4.
Art. 93
Afdeling 5.
Art. 94
Afdeling 6.
Art. 95
HOOFDSTUK X. - Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 96-97
Afdeling 2. - Preventie en hergebruik
Art. 98-99
Afdeling 3. - Gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
Art. 100-103
Afdeling 4. - Verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
Art. 104-105
Afdeling 5. - Rapportage
Art. 106
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie
Art. 107-108
Afdeling 7. - [1Registratie, informatie en aangifte]1
Art. 108/1
Afdeling 8. - [1De mandataris]1
Art. 108/2
Afdeling 9. - [1Minimumvoorschriften voor de overbrenging]1
Art. 108/3
HOOFDSTUK X/1. [1 - Afgedankte matrassen]1
Afdeling 1. [1 - Algemene bepalingen]1
Art. 108/4, 108/5
Afdeling 2. [1 - Preventie]1
Art. 108/6
Afdeling 3. [1 - Gescheiden inzameling van afgedankte matrassen]1
Art. 108/7, 108/8, 108/9, 108/10, 108/11, 108/12, 108/13
Afdeling 4. [1 - Verwerking van afgedankte matrassen]1
Art. 108/14, 108/15, 108/16
Afdeling 5. [1 - Rapportage]1
Art. 108/17
Afdeling 6. [1 - Voorlichting, sensibilisering en communicatie]1
Art. 108/18
Afdeling 7. [1 - Homologatie van de operatoren en samenwerkingsovereenkomsten]1
Art. 108/19, 108/20
HOOFDSTUK XI. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 109-112
BIJLAGEN.
Art. NIA, NIB.Bijlage, NIIA, NIIB, NIII, NIV, NV



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002027550 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Gemeenschappelijke bepalingen
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;
  2° terugnameplichtige : producent in de zin van artikel 2, 20bis, van het decreet;
  3° beheersorgaan : orgaan bedoeld in artikel 22 van dit besluit;
  4° erkend orgaan : orgaan dat overeenkomstig dit besluit erkend is om de terugnameplicht uit te voeren;
  5° [2 distributeur : elke natuurlijke of rechtspersoon die, in het Waalse Gewest, een product ter beschikking stelt op de markt voor één of meer detailhandelaars]2;
  6° detailhandelaar : elke natuurlijke of rechtspersoon die de verbruiker een product te koop aanbiedt in het Waalse Gewest;
  7° [2 op de markt brengen : het voor het eerst beroepsmatig op de markt aanbieden van een product op grondgebied Onder aanbieding wordt verstaan het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt]2;
  8° batterij of accu : bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit één of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit één of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen;
  9° afgedankte batterij of accu : elke batterij of accu waarvan de houder zich ontdoet of zich wil of moet ontdoen;
  10° apparaat : elektrische of elektronische apparatuur die volledig of gedeeltelijk van energie wordt of kan worden voorzien door batterijen of accu's;
  11° draagbare batterij of accu : iedere batterij, knoopcel, batterijpak of accu die/dat :
  afgedicht is, en
  met de hand kan worden gedragen, en
  geen industriële batterij of accu, noch een autobatterij of -accu is;
  12° autobatterij of -accu : batterij of accu gebruikt voor het starten, voor de verlichting of het ontstekingsvermogen van een voertuig;
  13° industriële batterij of accu : batterij of accu die uitsluitend voor gebruik voor industriële of professionele doeleinden is ontworpen of in elk type elektrisch voertuig wordt gebruikt;
  14° batterijpak : set batterijen of accu's die onderling verbonden en/of voorzien zijn van een buitenverpakking, die één complete eenheid vormt en niet is bedoeld om door de eindgebruiker te worden opgedeeld of geopend;
  15° knoopcel : kleine ronde draagbare batterij of accu met een diameter die groter is dan de hoogte en die wordt gebruikt voor speciale doeleinden zoals gehoorapparaten, horloges, kleine draagbare apparatuur en als back-upstroomvoorziening;
  16° garagisten : garagisten zoals bedoeld in artikel 1, 11°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte olie;
  17° band : rubberband, luchtband of massieve band, met inbegrip van massieve rubberbanden en met uitzondering van fietsbanden;
  18° versleten band : band die niet of niet meer volgens zijn oorspronkelijke bestemming gebruikt kan worden en waarvan de houder zich ontdoet, of zich wil of moet ontdoen;
  19° gratis informatiepers : alle gratis publiciteit die op welbepaalde periodieke tijdstippen verschijnt en die jaarlijks minimum 30 % algemene informatieartikelen inhoudt, met uitsluiting van de publicatie van een adverteerder of van een groep van daartoe verenigde adverteerders en van het informatiebulletin van een overheid;
  20° gedrukte reclame : alle gratis publiciteit van commerciële aard die niet onder 19° opgenomen is, ongeacht de distributiewijze ervan;
  21° telefoongids : lijst van telefoonabonnees die in de vorm van één of meer gedrukte banden ter beschikking wordt gesteld van het publiek om abonneenummers te kunnen opzoeken;
  22° papierafval : publicaties in de vorm van dagbladen, weekbladen, maandbladen, tijdschriften, periodieken, kosteloze informatiebladen, reclamedrukwerken, telefoongidsen, faxgidsen waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen;
  23° [2 elektrische en elektronische apparatuur, afgekort EEA : apparaten die d.m.v. elektrische stromen of elektromagnetische velden functioneren, alsmede toestellen die die stromen en velden produceren, overdragen en meten, en ontworpen om gebruikt te worden met een spanning van maximaal duizend volt bij wisselstroom en duizend vijfhonderd volt bij gelijkstroom]2;
  24° afgedankte elektrische of elektronische apparatuur, afgekort AEEA : elektrische of elektronische apparatuur waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen, met inbegrip van alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt;
  25° [2 afgedankte elektrische of elektronische apparatuur van huishoudens : de AEEA van huishoudens in de zin van artikel 2, 44°, van het decreet. De afgedankte apparatuur die waarschijnlijk zowel door particuliere huishoudens als door andere gebruikers dan particuliere huishoudens worden gebruikt, worden in elk geval als huishoudelijk AEEA aangemerkt]2;
  26° [4 ...]4
  27° voertuig : elk voertuig ingedeeld in categorie M1 of N1 bedoeld in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG, alsmede de driewielers omschreven in Richtlijn 92/61/EEG, met uitzondering van de driewielers met motor;
  28° autowrak : elk voertuig dat als afval wordt beschouwd in de zin van het decreet, meer bepaald elk voertuig dat niet meer gebruikt wordt of mag worden overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming ervan en waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen;
  29° oliën : alle smeer- en industriële oliën, ongeacht of ze mineraal, synthetisch, plantaardig of dierlijk zijn, meer bepaald motoroliën, transmissie-oliën, oliën van machines, turbines, warmtegeleidende vloeistoffen en hydraulische oliën;
  30° afgewerkte oliën : afgewerkte oliën in de zin van artikel 1, 1°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte oliën;
  31° plantaardige oliën en vetten : alle eetbare plantaardige en dierlijke vetten en oliën, alsook de mengsels ervan die door huishoudens en beroepsgebruikers gebruikt kunnen worden voor het bakken van eetwaren;
  32° fotografisch product : de ontwikkelaars, fixeerstoffen en activatoren voor de ontwikkeling en de afdruk van foto's;
  33° fotoafval : vloeibaar afval van foto-ontwikkelingen en -afdrukken;
  34° gevaarlijke bestanddelen : elk bestanddeel bevattende [1 één of meer gevaarlijke stoffen of mengsels in de zin van punt 34°bis hieronder]1 of stoffen die gevaarlijke afvalstoffen kunnen worden in de zin van artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus, of elk bestanddeel bevattende één of meer stoffen bedoeld in het Protocol van Montreal of HFC, PFC, SF6;
  [1 34°bis gevaarlijke stof of gevaarlijk mengsel :
   a) wat afgedankte elektrische of elektronische apparatuur betreft, van 1 december 2010 tot 31 mei 2015, elke stof die of elk mengsel dat als gevaarlijk beschouwd wordt in de zin van Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten, of elke stof die beantwoordt aan de criteria van één van de volgende gevarenklassen of -categorieën bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels;
   i) de gevarenklassen 2.1 tot 2.4, 2.6 en 2.7, 2.8 types A en B, 2.9, 2.10, 2.12, 2.13 categorieën 1 en 2, 2.14 categorieën 1 en 2, 2.15 types A tot F;
   ii) de gevarenklassen 3.1 tot 3.6, 3.7 schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid of op de ontwikkeling, 3.8 andere effecten dan narcotische effecten, 3.9 en 3.10;
   iii) de gevarenklasse 4.1;
   iiii) de gevarenklasse 5.1.
   Vanaf 1 juni 2015 worden gevaarlijke stoffen of mengsels gedefinieerd als zijnde elke stof die of elk mengsel dat beantwoordt aan de criteria van één van de volgende gevarenklassen of -categorieën bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels :
   i) de gevarenklassen 2.1 tot 2.4, 2.6 en 2.7, 2.8 types A en B, 2.9, 2.10, 2.12, 2.13 categorieën 1 en 2, 2.14 categorieën 1 en 2, 2.15 types A tot F;
   ii) de gevarenklassen 3.1 tot 3.6, 3.7 schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid of op de ontwikkeling, 3.8 andere effecten dan narcotische effecten, 3.9 en 3.10;
   iii) de gevarenklasse 4.1;
   iiii) de gevarenklasse 5.1;
   b) wat de afgedankte batterijen en accu's en de autowrakken betreft, vanaf 1 december 2010, elke stof die of elk mengsel dat beantwoordt aan de criteria van de volgende gevarenklassen of -categorieën bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels :
   i) de gevarenklassen 2.1 tot 2.4, 2.6 en 2.7, 2.8 types A en B, 2.9, 2.10, 2.12, 2.13 categorieën 1 en 2, 2.14 categorieën 1 en 2, 2.15 types A tot F;
   ii) de gevarenklassen 3.1 tot 3.6, 3.7 schadelijke effecten op de seksuele functie en de vruchtbaarheid of op de ontwikkeling, 3.8 andere effecten dan narcotische effecten, 3.9 en 3.10;
   iii) de gevarenklasse 4.1;
   iiii) de gevarenklasse 5.1.]1
  35° stof bedoeld in het Protocol van Montreal : elke stof bedoeld in de bijlagen A, B, C, en E bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen die afzonderlijk of gemengd schadelijk zijn voor de ozonlaag;
  36° HFC, PFC, SF6 : hydro-fluor koolstoffen, gefluoreerde koolwaterstoffen en zwavelhexafluoriden, zoals bedoeld in het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, en de mengsels die o.a. uit die stoffen samengesteld zijn;
  37° hergebruiks-, recycling-, valorisatie- of verwerkingspercentage : behoudens andersluidende definitie voor een bepaalde stroom, het relatieve gewicht van de materie of van het voorwerp waaruit de hergebruikte, gerecycleerde, gevaloriseerde of verwerkte goederen of afvalstoffen bestaan t.o.v. het totaalgewicht van die materie of van dat voorwerp in de ingezamelde afvalstoffen waarop de terugnameplicht slaat, uitgedrukt in percent;
  38° inzamelingspercentage : behoudens andersluidende definitie voor een bepaalde stroom, de verhouding, uitgedrukt in percent, tussen het gewicht van de ingezamelde afvalstoffen en het gewicht van de producten die tijdens bedoeld kalenderjaar op de markt zijn gebracht [2 en waarvan de afvalstoffen onderworpen worden aan de terugnameplicht]2;
  39° gewestelijk overlaadcentrum (afgekort CTR) : locatie voor de hergroepering en sortering per delen AEEA afkomstig van verschillende inzamelpunten, in afwachting van het vervoer ervan naar hergebruiks- en verwerkingslocaties;
  40° codes : de afvalcodes zoals bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus;
  41° huishoudafval : de afvalstoffen bedoeld in artikel 2, 2°, van het decreet;
  42° [3 Administratie : de Administratie in de zin van artikel 2, 22°, van het decreet;]3
  43° Minister : de Minister van Leefmilieu;
  44° hergebruik : hergebruik in de zin van artikel 2, 11bis, van het decreet, met inbegrip van, wat de elektrische apparatuur betreft, de voortzetting van het gebruik van de apparatuur of bestanddelen ingeleverd op de inzamelpunten, bij de distributeurs, recycleurs of fabricanten;
  45° : preventie : preventie in de zin van artikel 2, 7, van het decreet;
  46° : recycling : recycling in de zin van artikel 2, 11, van het decreet;
  47° : verwijdering : verwijdering in de zin van artikel 2, 9, van het decreet;
  48° : valorisatie : valorisatie in de zin van artikel 2, 12, van het decreet;
  49° : publiekrechtelijke rechtspersoon : de gemeente of de vereniging van gemeenten belast met afvalbeheer of het Waals Gewest.
  [2 50° : financieringsovereenkomst" : een lening-, lease-, huur- of afbetalingsovereenkomst of een regeling met betrekking tot enige apparatuur, ongeacht of volgens die overeenkomst of regeling dan wel volgens een bijkomende overeenkomst of regeling eigendomsoverdracht van het apparaat zal of kan plaatsvinden;
   51° : gemeenschappelijk systeem : gemeenschappelijk systeem van uitvoering van de terugnameplicht bedoeld in artikel 4, § 1, 2° en 3°.]2
  [5 52° matrassen : alle producten die bestemd zijn om op te slapen en te rusten, bestaande uit een sterke hoes, gevuld met basismaterialen, en die kunnen worden geplaatst op een bestaande ondersteunende bedstructuur, alsmede dekmatrasssen die op matrassen worden geplaatst;
   53° dekmatras : dun beddengoed (maximaal 10 centimeter) dat op een matras wordt gelegd;
   54° afgedankte matras : elke matras waarvan de houder zich ontdoet of zich wil of moet ontdoen;]5

(NOTA : artikel 1, 27°, vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761)

(NOTA : bij arrest nr 234.539 van 26-04-2016 (B.St. 01-08-2016, p. 47031), heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel 1,25° vernietigd)
  ----------
  (1)<BWG 2010-12-23/23, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 06-02-2011>
  (2)<BWG 2017-03-09/27, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>
  (3)<BWG 2017-07-13/32, art. 79, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
  (4)<BWG 2019-05-02/73, art. 13, 006; Inwerkingtreding : 20-09-2019>
  (5)<BWG 2021-07-08/15, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>

Art.2.De terugnameplicht geldt voor de volgende afvalstoffen :
  - afval van batterijen en accu's;
  - versleten banden;
  - [1 ...]1
  - afgedankte voertuigen;
  - afgewerkte oliën;
  - [1 ...]1
  - afgewerkte plantaardige oliën en vetten;
  - [2 ...]2
  - afgedankte elektrische of elektronische apparatuur (AEEA).
  [3 - de afgedankte matrassen.]3
  ----------
  (1)<BWG 2019-02-28/24, art. 8,§2,1°, 005; Inwerkingtreding : 08-08-2019>
  <BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (2)<BWG 2019-05-02/73, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 20-09-2019>
  (3)<BWG 2021-07-08/15, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>

Art.3.§ 1. Behalve de verplichtingen waarin de hoofdstukken II tot IX voorzien, moeten de terugnameplichtigen voldoen aan de volgende verplichtingen :
  1° zorgen voor de financiering van de reële en volle kostprijs van de [1 Administratie]1 verleend door de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van huishoudafval in het kader van het beheer van die afval;
  2° bijdragen in de kostprijs voor het beheer van andere afval dan huishoudafval totdat de in de hoofdstukken II tot IX bedoelde doestellingen worden gehaald, behoudens andersluidende bepaling voor bedoelde stromen;
  3° een jaarverslag aan de [1 Administratie ]1 overleggen m.b.t. het in het Waalse Gewest ingezamelde afvalgedeelte dat respectievelijk in het Waalse Gewest, in België, in en buiten de Europese Unie verwerkt wordt, alsook de maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de afval verwerkt wordt met inachtneming van de doelstellingen van dit besluit en van de maatregelen genomen in uitvoering ervan en onder voorwaarden die voldoen aan de geldende milieuwetgeving en aan de basisovereenkomsten van de Internationale Arbeidsorganisatie, ook al zijn de overeenkomsten niet bekrachtigd door de Staten waar de afval verwerkt wordt.
  In geval van onvoorzienbare omstandigheden of van overmacht, waardoor de niet-inachtneming van de in dit besluit bedoelde gekwantificeerde inzamelings- of verwerkingsdoelstellingen gerechtvaardigd kan worden, richten de terugnameplichtigen een uitvoerig rapport aan de [1 Administratie]1. De [1 Administratie]1 maakt het samen met zijn advies over aan de Minister, die beslist over het gevolg dat eraan gegeven moet worden.
  § 2. De terugnameplicht wordt uitgevoerd, onverminderd de gemeentelijke bevoegdheden inzake volksgezondheid en veiligheid.
  § 3. De terugnameplichtige onderwerpt de criteria op grond waarvan een onderscheid gemaakt wordt tussen de producten waarvan de afval als huishoudafval beschouwd moet worden en de overige producten aan de goedkeuring van de [1 Administratie]1.
  § 4. De terugnameplicht houdt voor de kleinhandelaars, distributeurs en inzamelaars in dat ze verplicht zijn de afval die hen overeenkomstig dit besluit toevertrouwd wordt aan de terugnameplichtigen af te geven.
  § 5. Per stroom die onder een terugnameplicht valt, wordt minstens één keer per jaar op initiatief van de [1 Administratie]1 een overleg- en uitwisselingsplatform georganiseerd met de vertegenwoordigers van de betrokken openbare en prive- actoren, al naar gelang van de behoeften.
(NOTA : bij arrest nr 234.539 van 26-04-2016 (B.St. 01-08-2016, p. 47031), heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel 3,§3 vernietigd)
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017> Art.4.§ 1. Om te voldoen aan de in dit besluit bedoelde verplichtingen kan de terugnameplichtige :
  [1 1°]1 [1 of]1 zijn terugnameplicht zelf nakomen, in het kader van een individueel plan inzake de preventie en het beheer van de terugnameplicht overeenkomstig afdeling 2 van dit hoofdstuk, desgevallend bij overeenkomst met een derde;
  [1 2°]1 of die plicht laten uitvoeren door een overeenkomstig afdeling 3 van dit besluit erkend orgaan; in dat geval wordt hij geacht aan zijn verplichting te voldoen zodra en voor zover hij bevestigt dat hij rechtstreeks of via een natuurlijke of rechtspersoon die ertoe gemachtigd is hem te vertegenwoordigen een overeenkomst gesloten heeft met het erkende orgaan, voor zover dat orgaan aan zijn verplichtingen voldoet;
  [1 3°]1 of een overeenkomstig afdeling 4 van dit hoofdstuk gesloten milieuovereenkomst uitvoeren en de uitvoering van een deel of van het geheel van de verplichtingen in dat kader toevertrouwen aan een beheersorgaan waarvan hij lid is geworden; in dat geval wordt hij geacht aan zijn verplichting te voldoen zodra en voor zover hij bevestigt lid te zijn van een organisatie die de overeenkomst heeft ondertekend, of van het beheersorgaan, voor zover dat orgaan aan zijn verplichtingen voldoet.
  In de gevallen sub 2° en 3° en behoudens andersluidende bepaling in dit besluit, is het erkende orgaan of het beheersorgaan ertoe gehouden te voldoen aan de verplichtingen die aan de terugnameplichtigen opgelegd worden.
  § 2. In de gevallen bedoeld in § 1, sub 2° en 3°, voorzien de terugnameplichtigen in maatregelen ter bevordering van de preventie van afval uit de producten die ze op de markt brengen en leggen ze die maatregelen ter goedkeuring aan de Dienst voor uiterlijk binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de erkenning of van de milieubeleidsovereenkomst.
  Die maatregelen voldoen aan de richtlijnen waarin de Dienst voorziet. Onverminderd de specifieke bepalingen per stroom, vermelden ze voor bedoelde afvalstromen op zijn minst :
  1° de aard en het gewicht van de verschillende types afval;
  2° de lijst van de reeds genomen maatregelen ter berperking van de hoeveelheid afval en/of ter vermindering van de schadelijkheid ervan voor het leefmilieu, en het resultaat ervan;
  3° de geplande preventiemaatregelen, de kwantitatieve en/of kwalitatieve doelstellingen, de opvolgingsindicatoren en het actiekalender.
  Per bedrijvigheidssector kan de terugnameplichtige de uitvoering van de verplichting waarin deze paragraaf voorziet toevertrouwen aan een derde persoon, die in dat geval de Dienst inlicht.
  § 3. In de gevallen bedoeld in § 1, sub 2° en 3°, wordt een toetredingsovereenkomst gesloten tussen de terugnameplichtige en het beheersorgaan of het erkende orgaan.
  In de toetredingsovereenkomst wordt gegarandeerd dat er discriminatie noch concurrentievervalsing tussen terugnameplichtigen bestaat, en worden de ontbindingsprocedures en uitsluitingsmechanismen nader bepaald. Ze bevat de nodige bepalingen die de financiering waarborgen van de uitvoering van de terugnameplicht voor de producten die op de markt gebracht werden tijdens de duur van de toetredingsovereenkomst, ook wanneer de producent of invoerder niet meer gebonden is door een milieubeleidsovereenkomst.
  De type-toetredingsovereenkomst wordt vooraf aan het advies van de [2 Administratie]2 onderworpen.

(NOTA : artikel 4, § 2, vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761)
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>
  (2)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.5.§ 1. De terugnameplichtigen, het erkende orgaan of het beheersorgaan boekhouden analytisch en waarborgen zodoende de nakoming van de verplichting tot financiering van de kosten bedoeld in artikel 4. Ze leggen die boekhouding en alle bewijsstukken aan de Dienst over op zijn eerste verzoek.
  Het geheel van de financiële gegevens wordt gecertificeerd door een bedrijfsrevisor of, zo niet, door een expert-boekhouder.
  De Minister, of de Dienst door delegatie, kan een externe controleur aanwijzen op kosten van het erkende orgaan of van het beheersorgaan.
  § 2. De [1 Administratie]1 kan elke terugnameplichtige verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen en de controle op de tenuitvoerlegging ervan, met name de gegevens betreffende :
  a) de levenscyclus van de goederen onderworpen aan de terugnameplicht;
  b) de mogelijke milieueffecten van de stoffen die gebruikt worden in de goederen onderworpen aan de terugnameplicht;
  c) de milieu-, maatschappelijke of economische effecten van verschillende afvalbeheerstechnieken;
  d) de inzameling- en recyclingsystemen waarop een beroep gedaan wordt;
  e) de rol die de terugnameplichtige speelt bij de recycling van de afval en in de evolutie van de ketens.
  § 3. De inzameling- en verwerkingsoperatoren die afval beheren voor de terugnameplichtigen, de detailhandelaars, de distributeurs en alle andere betrokken schakels van de terugnameplichtketen waarop dit besluit betrekking heeft verstrekken de terugnameplichtige op eerste verzoek of, in geval van gemeenschappelijk systeem, het erkende orgaan of beheersorgaan de nodige gegevens voor de bepaling van de rapportageplichten waarin dit besluit voorziet.
  De terugnameplichtige of, in geval van gemeenschappelijk systeem het erkende orgaan of het beheersorgaan, verstrekt de gegevens over de afval die via hun containerparkennet ingezameld wordt aan de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal bevoegd zijn voor het huishoudafvalbeheer.
  § 4. De detailhandelaars verstrekken de verbruikers op elk van hun verkooppunten informatie over de wijze waarop aan de bepalingen van dit besluit voldaan wordt.

(NOTA : artikel 5, § 1, vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761)
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.6.§ 1. In geval van gemeenschappelijke systemen waarbij voorzien wordt in een financiële bijdrage die de verbruikers rechtstreeks of onrechtstreeks aangerekend wordt, worden de kosten van de uitvoering van de terugnameplicht geïdentificeerd en uitsluitend aangerekend voor de categorie goederen of afvalstoffen onderworpen aan genoemde terugnameplicht waarmee ze verbonden zijn.
  Wanneer de kosten tegelijkertijd met verschillende categorieën goederen of afvalstoffen verbonden zijn, moeten ze elk van de betrokken categorieën aangerekend worden op basis van objectieve criteria die gerechtvaardigd worden t.o.v. de doelstellingen die de terugnameplicht nastreeft.
  Wanneer de bijdragen door de verbruiker gedragen worden, worden de gemotiveerde voorstellen betreffende de berekeningswijze en de bestanddelen ervan minstens drie maanden op voorhand ter goedkeuring aan de [2 Administratie]2 overgelegd.
  § 2. Voor huishoudafval houden de bijdragen van de terugnameplichtigen [1 aan een gemeenschappelijk systeem]1 rekening met :
  1° de kosten die elk van de categorieën goederen of huishoudafval aangerekend kunnen worden;
  2° de ontvangsten uit de verkoop van de ingezamelde en gesorteerde materialen;
  3° de bijdrage tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de terugnameplicht;
  met het oog op de financiering, na aftrek van de doorverkoopwaarde van de materialen, van de reële en volle kostprijs van de verplichtingen die hen krachtens dit besluit opgelegd worden, met name :
  a) bestaande en in te voeren selectieve inzamelingen;
  b) recycling en valorisatie;
  c) operationele informatie op gewestelijk en plaatselijk niveau en sensibilisering van het publiek voor die inzamelingen;
  d) sortering van de ingezamelde afvalstoffen;
  e) verwijdering van de sorteerresten, recycling en valorisatie van de afvalstoffen.
  § 3. Voor niet huishoudafval houden de bijdragen van de terugnameplichtigen [1 aan een gemeenschappelijk systeem]1 rekening o.a. met de kosten opgelopen door de producenten of houders om de doelstellingen inzake de inzameling of de valorisatie van de afval te halen, met het oog op de financiering van de reële en volle kostprijs van de verplichtingen die hen krachtens dit besluit opgelegd worden.
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>
  (2)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.7.§ 1. De terugnameplichtige moet bij de publiekrechtelijke rechtspersonen regelmatig en op eigen kosten de in artikel 2 bedoelde afval ophalen die zij op selectieve wijze ingezameld hebben, behalve wanneer de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval de opdracht van de afvalinzameling en -verwerking zelf toewijzen en/of voor het vervoer en/of de inzameling van de afval in regie zorgen naar een bepaald hergroeperings- of verwerkingspunt.
  § 2. De publiekrechtelijke rechtspersonen mogen geen bijdrage van hem eisen, met uitzondering van een deel van de reële en volle kosten voor de inzameling, sortering en verwerking van bedoelde afval en, anderzijds, van de kosten voor de investering in en de uitbating van de installaties, subsidies inbegrepen, en betreffende het beheer van genoemde afval.
  Voor de berekening van de kosten bedoeld in het vorige lid wordt rekening gehouden met de kosten voor de containers, de infrastructuur, het personeel aangesteld voor het beheer van de inzamelings- of hergroeperingsinstallaties, met inbegrip van het administratief beheer, de algemene kosten i.v.m. het beheer van de installaties, de kosten voor de opvolging van de opdrachten, en de communicatie naar de gebruikers van de installaties toe betreffende de categorie betrokken afvalstoffen. Ze worden berekend naar het model dat eenstemmig vastgelegd wordt door de betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen en de terugnameplichtigen; dat model houdt rekening met de gewestelijke specificiteiten van de containerparken en met de specifieke verplichtingen die opgelegd kunnen worden aan de begunstigden van subsidies overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2007 betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties.
  De Minister kan bepalen op basis van welk model de kosten berekend worden.

(NOTA : in artikel 7, § 1, de woorden " behalve wanneer de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval de opdracht van de afvalinzameling en -verwerking zelf toewijzen en/of voor het vervoer en/of de inzameling van de afval in regie zorgen naar een bepaald hergroeperings- of verwerkingspunt ", vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761)

Afdeling 2. - Individueel plan inzake de preventie en het beheer van de terugnameplicht

Art.8.Het individuele plan inzake de preventie en het beheer van de terugnameplicht bevat de volgende gegevens en verbintenissen :   1° de identificatiegegevens :   a) de naam, de rechtsvorm, de zetel en het handelsregisternummer of een overeenstemmende registratie en het btw-nummer van de producent onderworpen aan de terugnameplicht voor de overeenstemmende afvalstoffen;   b) de woonplaats en het adres van de producent en, in voorkomend geval, van de maatschappelijke, administratieve en exploitatiezetel;   - het telefoon- en faxnummer van de woonplaats of van de zetel waar contact opgenomen kan worden met de producent;   c) de naam en functie van de ondertekenaar van het individuele plan inzake de preventie en het beheer van de aan de terugnameplicht onderworpen afvalstoffen;   2° het doel :   a) de aard van de aan de terugnameplicht onderworpen afvalstoffen waarop het plan betrekking heeft;   b) de raming van de hoeveelheden afval waarop de terugnameplicht betrekking heeft;   3° een document met de strategische en operationele maatregelen tot uitvoering van de terugnameplicht, gedagtekend en ondertekend door de terugnameplichtige of diens vertegenwoordiger, waarin de volgende gegevens opgenomen zijn :   a) de modaliteiten tot uitvoering van terugnameplicht, met inbegrip van de afvalpreventiemaatregelen, de maatregelen tot bevordering van het hergebruik van goederen en de inzameling, recycling en verwerking van bedoelde afvalstoffen, ook wanneer ze in het bezit zijn van derden, zoals detailhandelaars en distributeurs;   b) wanneer het plan huishoudafval betreft, de modaliteiten tot samenwerking met de publiekrechtelijke rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval;   c) de maatregelen genomen ter dekking van de kosten van de handelingen bedoeld onder punt a) en van alle andere acties vereist krachtens dit besluit;   d) het aanleggen en beheren van de eventuele financiële reserves m.b.t. de uitvoering van terugnameplicht;   e) de maatregelen genomen ter handhaving en ontwikkeling van de banen met een maatschappelijk doel in de verenigingen en vennootschappen betrokken bij de inzameling, sortering, recycling en valorisatie van de afvalstoffen waarop het plan betrekking heeft;   f) de maatregelen tot informatieverstrekking aan en sensibilisering van de houders van afval ten einde de bij dit besluit bepaalde doelstellingen te halen;   g) de maatregelen inzake de traceerbaarheid van de afval uit op de markt gebrachte producten waarop het plan slaat, waarbij een onderscheid tussen huishoudelijke en niet huishoudafval gemaakt wordt;   h) de maatregelen met het oog op de overlegging van het jaarverslag aan de [1 Administratie]1.   ----------   (1)
Art.9.§ 1. Het individuele plan inzake de preventie en het beheer van de terugnameplicht wordt aan de [1 Administratie]1 gericht bij ter post aangetekend schrijven, in een schrijven dat vaste postdatum verleent of door afgifte tegen ontvangbewijs.
  § 2. De [1 Administratie]1 stuurt binnen tien dagen na ontvangst van het plan een bericht van ontvangst aan de aanvrager.
  [2 Ze]2 gaat binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag na of ze de in artikel 8 bedoelde gegevens en stukken bevat.
  Indien het dossier niet volledig is, verwittigt hij de aanvrager binnen de termijn die in het tweede lid vastligt en wijst [2 ze]2 hem op de anvullende stukken of gegevens die hij dient te verstrekken.
  Wanneer het dossier volledig is, verklaart de [1 Administratie]1 de aanvraag ontvankelijk en geeft hij de aanvrager, bij ter post aangetekend schrijven of in een schrijven dat een vaste datum verleent, kennis van zijn beslissing binnen de termijn die in het tweede lid vastligt; die kennisgeving laat de in § 6 bedoelde termijn lopen.
  § 3. De [1 Administratie]1 mag verzoeken om elk aanvullend document dat [2 ze]2 nuttig acht voor het onderzoek van de aanvraag.
  [2 Ze]2 maakt een verslag op en stuurt het aan de Minister uiterlijk binnen zestig dagen voor afloop van de termijn bedoeld in § 6.
  § 4. De Minister beslist over het ontwerp van individueel plan inzake de preventie en het beheer van de terugnameplicht en legt de vereiste bijzondere voorwaarden op.
  § 5. Wanneer de terugnameplicht betrekking heeft op huishoudafval, voorziet de Minister ten gunste van de [1 Administratie]1 in een zekerheid waarvan de modaliteiten in artikel 23 vastliggen en waarvan het bedrag, dat door de [1 Administratie]1 bepaald wordt, gelijk is aan de geraamde kosten voor de tenlasteneming van de plicht tot terugname van de huishoudafval door de territoriaal verantwoordelijke publiekrechtelijke personen tijdens een periode van zes maanden.
  De beslissing is pas uitvoerbaar zodra de [1 Administratie ]1 de terugnameplichtige bij ter post aangetekend schrijven of in een schrijven dat vaste datum verleent bevestiging geeft dat de zekerheid regelmatig gesteld is.
  § 6. De beslissing wordt genomen binnen een termijn van honderdvijftig dagen, te rekenen van de datum van kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag, en wordt betekend bij ter post aangetekend schrijven of via een verzending die vaste datum verleent. De erkenning wordt bij uittreksels in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
  (2)<BWG 2017-07-13/32, art. 81, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.10. Het individuele plan inzake de preventie en het beheer van de terugnameplicht dekt een periode die door de Minister bepaald wordt en die niet langer dan vijf jaar mag zijn.

Afdeling 3. - Organen erkend om te voldoen aan de terugnameplicht van de afvalstoffen

Onderafdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden en -procedure
Art.11.Een orgaan dat door producenten ermee belast wordt te voldoen aan hun verplichtingen inherent aan de terugnameplicht wordt erkend onder de volgende voorwaarden :   1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel in de zin van [1 deel 3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1;   2° de tenlasteneming voor rekening van zijn contractanten van de terugnameplicht die hen opgelegd wordt als enig statutair doel hebben;   3° onder zijn bestuurders of onder de personen die ertoe gemachtigd zijn de vereniging te verbinden alleen personen tellen die hun burger- en politieke rechten genieten;   4° onder zijn bestuurders of onder de personen die ertoe gemachtigd zijn de vereniging te verbinden geen enkele persoon tellen die bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing is veroordeeld voor een overtreding van de in het Waalse Gewest geldende milieuwetgeving of van elke gelijkwaardige wetgeving van een lidstaat van de Europese Gemeenschap;   5° over voldoende financiële garanties en menselijke en technische middelen beschikken om de terugnameplicht te waarborgen;   6° een boekhouding overleggen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen;   7° rechtstreeks noch onrechtstreeks, met name via een dochtermaatschappij, een operationele activiteit uitoefenen i.v.m. het beheer van afval dat onder de terugnameplicht valt. (NOTA : artikel 11, 7°, vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761) (NOTA : bij arrest nr 234.539 van 26-04-2016 (B.St. 01-08-2016, p. 47031), heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel 11,2° vernietigd)   ----------   (1)
Art.12.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt aan de [1 Administratie]1 gericht, bij ter post aangetekend schrijven, bij een verzending die vaste datum verleent of door afgifte tegen ontvangbewijs.
  § 2. Ze bevat de volgende gegevens en stukken :
  1° een afschrift van de oprichtingsakte, de statuten en de eventuele wijzigingen ervan indien ze niet volledig zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ;
  2° de nominatieve lijst van de bestuurders en van de personen die ertoe gemachtigd zijn de vereniging te verbinden;
  3° een uittreksel uit het strafregister van de bestuurders en van de personen die ertoe gemachtigd zijn de vereniging te verbinden;
  4° de aard van de afvalstoffen waarvoor de erkenning wordt aangevraagd;
  5° een document met de strategische financiële en operationele maatregelen tot uitvoering van de terugnameplicht voor de duur van de aangevraagde erkenning, waarin op zijn minst de volgende gegevens opgenomen zijn :
  a) de modaliteiten voor de berekening en de raming van de bijdragen van de producenten;
  b) de raming van de kosten van het afvalbeheer, met inbegrip van de eventuele ontvangsten van de recycling;
  c) de bestemming van eventuele overschotten voor de werking van het systeem;
  d) de voorwaarden en modaliteiten voor de herziening van de bijdragen;
  e) de raming van de uitgaven i.v.m. de dekking van de reële en volle kostprijs van de inzameling en de verwerking van de huishoudafval waarop de terugnameplicht slaat;
  f) de raming van de uitgaven betreffende andere afval dan huishoudafval waarop de terugnameplicht slaat, en de wijze waarop ze gedragen zullen worden bij de uitvoering van de terugnameplicht;
  g) de raming van de uitgaven i.v.m. de preventiemaatregelen, de ontwikkeling van het hergebruik en de communicatie en sensibilisering die nodig zijn om de toegewezen doelstellingen te halen;
  h) de financiering van eventuele verliezen;
  i) een eenvormig overeenkomstontwerp, voor een type afval, dat door het erkende orgaan gesloten moet worden met de producenten, alsook met de distributeurs en detailhandelaars, om de terugnameplicht ten laste te nemen;
  j) een eenvormig overeenkomstontwerp dat door het erkende orgaan gesloten moet worden met de inzamelings- en verwerkingsoperatoren;
  k) een overeenkomstontwerp dat door het erkende orgaan gesloten moet worden met de publiekrechtelijke rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval, waarin de samenwerkingsvoorwaarden en -modaliteiten nader bepaald worden. Dat overeenkomstmodel bevat op zijn minst :
  - de modaliteiten voor de inzameling van de huishoudafval en voor de tenlasteneming van de ingezamelde afval;
  - de minimale technische voorwaarden per type afval voor de sortering, alsook voor de planning en de organisatie van de verwijdering en de verkoop van de gesorteerde afval, hetzij door betrokken publiekrechtelijke rechtspersoon, hetzij door het erkende orgaan;
  - de regels en modaliteiten van de terugbetaling van de reële en volle kostprijs, algemene kosten inbegrepen, van de handelingen uitgevoerd door of voor rekening van de publiekrechtelijke rechtspersoon (rechtspersonen);
  - de regels en modaliteiten van de terugbetaling van de plaatselijke communicatiekosten betreffende de praktische modaliteiten van de afvalinzameling;
  - een procedure betreffende de omstreden facturen, waarbij de termijn voor de betaling van het onbetwistbaar verschuldigde bedrag nader bepaald wordt;
  - de maatregelen om het hergebruik van de goederen of afvalstoffen te waarborgen, met name door de sector van de sociale economie;
  - de wijze waarop de selectieve inzamelingsopdracht en de sorteer- en recyclingopdrachten georganiseerd worden;
  - de mogelijkheid om de conflicten m.b.t. de interpretatie en de uitvoering van de overeenkomst via een arbitrage op te lossen, zonder afbreuk te doen aan de overige wettelijke bemiddelingsmodaliteiten;
  l) de omschrijving van de modaliteiten voor de nakoming van de terugnameplicht, rekening houdend met de algemene en specifieke bepalingen van dit besluit per stroom, incluis, wanneer de erkenning niet huishoudafval betreft :
  - een onderzoek naar de technische middelen en de infrastructuur waarmee de inzamelings-, recycling- of valorisatiedoelstellingen gehaald kunnen worden elk jaar van de periode waarvoor de erkenning wordt aangevraagd;
  - een afdoende omschrijving van de wijze waarop het orgaan voorstelt tegemoet te komen in de kosten van de gescheiden inzameling, van de recycling en de valorisatie ten einde de bij dit besluit bepaalde doelstellingen te halen;
  - de actiemaatregelen betreffende de afvalproblematiek van de kleine ondernemingen, met name de K.M.O.'s en de detailhandelaars;
  - een afdoende omschrijving van de wijze waarop het orgaan het verifieerbare en controleerbare karakter van de gerecycleerde en gevaloriseerde afval zal garanderen;
  m) de maatregelen genomen ter handhaving en ontwikkeling van de banen met een maatschappelijk doel in de verenigingen en vennootschappen betrokken bij de inzameling, sortering, recycling en valorisatie van bedoelde afvalstoffen;
  n) de maatregelen tot informatieverstrekking aan en sensibilisering van de houders van afval ten einde de bij dit besluit toegewezen doelstellingen te halen;
  o) de maatregelen inzake de traceerbaarheid van de afval uit op de markt gebrachte producten, meer bepaald in geval van uitvoer, waarbij een onderscheid tussen huishoudelijke en niet huishoudafval gemaakt wordt.
  § 3. De [1 Administratie]1 stuurt binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag een bericht van ontvangst aan de aanvrager.
  [2 Ze]2gaat binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag na of ze de in § 2 bedoelde gegevens en stukken bevat.
  Indien het dossier niet volledig is, verwittigt [2 ze]2 de aanvrager binnen de termijn die in het tweede lid vastligt en wijst hij hem op de anvullende stukken of gegevens die hij dient te verstrekken.
  Wanneer het dossier volledig is, verklaart de [1 Administratie]1 de aanvraag ontvankelijk en geeft hij de aanvrager, bij ter post aangetekend schrijven of in een schrijven dat vaste datum verleent, kennis van zijn beslissing binnen de termijn die in het tweede lid vastligt; die kennisgeving vermeldt de mogelijkheid voor de aanvrager om beroep in te stellen tegen die beslissing en de termijn waarover de Minister beschikt om overeenkomstig § 5 te beslissen.
  § 4. De [1 Administratie]1 kan verzoeken om elk aanvullend document waaruit opgemaakt kan worden dat de aanvrager beschikt over de financiële garanties en dat hij beschikt of zich ertoe verbindt te beschikken over voldoende technische en menselijke middelen.
  § 5. De Minister beslist over de erkenningsaanvraag en legt de nodige bijzondere voorwaarden op. De beslissing wordt genomen binnen een termijn van honderdvijftig dagen, die ingaat op de datum van kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
  (2)<BWG 2017-07-13/32, art. 82, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.13. De erkenning wordt verleend voor een periode die door de Minister bepaald wordt en niet langer dan vijf jaar mag zijn.
  De beslissing wordt aan de aanvrager gericht bij ter post aangetekend schrijven of via een verzending die vaste datum verleent.
  Elke beslissing tot erkenning wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art.14.§ 1. Wanneer de terugnameplicht betrekking heeft op huishoudafval, voorziet de beslissing tot erkenning van het orgaan voor de terugname van de afval ten gunste van de [1 Administratie]1 in een zekerheid waarvan de modaliteiten in artikel 23 vastliggen en waarvan het bedrag, dat door de [1 Administratie]1 bepaald wordt, gelijk is aan de geraamde kosten voor de tenlasteneming van de huishoudafval door de publiekrechtelijke personen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval tijdens een periode van zes maanden.
  § 2. De erkenning van het orgaan voor de terugname van de afval is pas uitvoerbaar zodra de [1 Administratie]1 het erkende orgaan bij ter post aangetekend schrijven of in een schrijven dat vaste datum verleent bevestiging geeft dat de zekerheid regelmatig is gesteld.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Onderafdeling 2. - Verplichtingen van het erkende orgaan

Art.15.§ 1. De beslissing tot erkenning bevat op zijn minst de volgende verplichtingen voor het erkende orgaan :   1° voldoen aan de voorwaarden die in de erkenning vastliggen;   2° zich houden aan de voorgeschreven termijnen en aan de bij dit besluit opgelegde algemene en specifieke verplichtingen per stroom, voor het geheel van de producenten die een overeenkomst met hem gesloten hebben;   3° een verzekeringsovereenkomst sluiten ter dekking van de schade die door zijn activiteit veroorzaakt zou kunnen worden, alsook de eventuele inkomensverliezen door overmachtsomstandigheden, o.a. het verlies van ingezamelde of gesorteerde afval;   4° op niet discriminerende wijze bij zijn contractanten de bijdragen innen ter dekking van de kosten van de gezamenlijke verplichtingen die hem overeenkomstig artikel 6 opgelegd zijn;   5° de inzameling van de aan de terugnameplicht onderworpen afval op homogene wijze organiseren op het gezamenlijke grondgebied van het Waalse Gewest, behalve wanneer de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval de opdracht van de afvalinzameling en -verwerking zelf toewijzen en/of voor het vervoer en/of de inzameling van de afval in regie zorgen, overeenkomstig artikel 7, § 1;   6° toezien op de kwaliteit van de ingezamelde en gesorteerde afval ten einde het hergebruik en de recycling ervan te bevorderen;   7° een zekerheid stellen overeenkomstig artikel 14;   8° voor de afval waarvoor de erkenning verleend wordt, met elke terugnameplichtige een overeenkomst sluiten die overeenstemt met die bedoeld in artikel 12, § 2, 5°, j) ;   9° een overeenkomst naar het model waarin artikel 12, § 2, 5°, k), voorziet sluiten met elke voor het beheer van de huishoudafval territoriaal bevoegde publiekrechtelijke rechtspersoon die instaat voor de inzameling van afval dat aan de terugnameplicht onderworpen is;   10° zijn exploitatierekeningen door een bedrijfsrevisor laten nakijken;   11° de percentages ingezamelde, gerecycleerde en gevaloriseerde afval t.o.v. de in het Waalse Gewest op de markt gebrachte producten laten bevestigen door een bedrijfsrevisor;   12° zijn balansen en resulatenrekeningen van het afgelopen jaar, na onderzoek door een bedrijfsrevisor, alsook de eventuele bewijsstukken jaarlijks aan de [2 Administratie]2 overleggen;   13° de banen met een maatschappelijk doel bevorderen binnen de verenigingen en vennootschappen betrokken bij de inzameling, sortering, recycling en valorisatie van afvalstoffen;   14° in alle doorzichtigheid handelen en de aannemers, leveranciers en [2 Administratie]2 verleners op wie een beroep gedaan wordt voor de uitvoering van de terugnameplicht waarmee het belast wordt, op gelijke en niet discriminerende wijze behandelen;   15° het verifieerbare en controleerbare karakter van de recyclingen de valorisatie van de afval garanderen, alsook de milieu- en maatschappelijke omstandigheden waarin de recycling of de valorisatie plaatsvinden;   16° wanneer de terugnameplicht betrekking heeft op industriële afval, rekening houden met de gelijkheid en de mededinging tussen de operatoren die verantwoordelijk zijn voor de inzameling, de sortering, de recycling en de valorisatie van afval;   17° [1 wanneer de terugnameplicht betrekking heeft op huishoudafval, met de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor de inzameling van huishoudafval de modaliteiten van gepaste inzameling bepalen om rekening te houden met de reeds bestaande [2 Administratie]2 en infrastructuren van inzameling]1;   18° een preventieplan aan de [2 Administratie]2 overleggen binnen een termijn van één jaar, te rekenen van de datum van toekenning van de erkenning. Dat plan moet in voorkeursvolgorde preventie, hergebruik en recycling helpen bevorderen;   [119° de beperking van de reserves en de voorschotten aangelegd met de bijdrage die de consumenten rechtstreeks of onrechtstreeks krijgen aangerekend, en de in acht te nemen modaliteiten in geval van overschrijding van de plafonds.]1   § 2. Wanneer zijn financiering geheel of gedeeltelijk door bijdragen van de verbruikers gegarandeerd wordt, mag het erkende orgaan in geen geval commerciële sponsor zijn. Onder "commerciële sponsor" wordt verstaan de sponsoring waarvan het hoofddoel erin bestaat de bekendheid van het erkende orgaan te verbeteren. Sponsoring die hoofdzakelijk op het statutaire doel van het erkende orgaan gericht is, wordt niet als "commerciële sponsoring" beschouwd.   § 3. Indien het erkende orgaan en de publiekrechtelijke rechtspersoon het oneens zijn over het afsluiten en het uitvoeren van de overeenkomst bedoeld in § 1, 9°, verzoeken betrokken partijen de [2 Administratie]2 om bemiddeling. Als de bemiddeling mislukt, geeft de [2 Administratie]2 de Minister daar kennis van. (NOTA : in artikel 15, § 1, 5°, de woorden, " , behalve wanneer de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de huishoudafval de opdracht van de afvalinzameling en -verwerking zelf toewijzen en/of voor het vervoer en/of de inzameling van de afval in regie zorgen, overeenkomstig artikel 7, § 1 ";  in artikel 15, § 1, 11° en 17°, vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761) (NOTA : 19° van art. 15, § 6, vernietigd bij arrest van de Raad van State nr. 244.572 van 22 mei 2019, B.S. 09-07-2019, p. 69601)   ----------   (1)   (2)
Onderafdeling 3. - Wijziging van de erkenningsvoorwaarden, opschorting en intrekking van de erkenning

Art.16. De Minister kan altijd nieuwe verplichtingen opleggen, de erkenning opschorten of intrekken in geval van ernstig gevaar voor de menselijke gezondheid of in geval van schade of schaderisico voor het leefmilieu, nadat de drager van de verplichtingen de mogelijkheid heeft gekregen om zijn verweermiddelen te laten gelden en om binnen een bepaalde termijn orde op zaken te stellen; in geval van speciaal gemotiveerde dringende noodzakelijkheid, en voor zover het verhoor van de drager van de verplichtingen een vertraging tot gevolg heeft die de openbare veiligheid op het spel zet, mogen de maatregelen onverwijld en zonder verhoor van genoemde drager genomen worden.
Art.17. Op basis van een proces-verbaal tot vaststelling van een overtreding van Verordening (EG) nr. 1013 van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten of van elke andere gelijkwaardige wetgeving van een lidstaat van de Europese Unie of van de erkenningsvoorwaaarden, kan de erkenning opgeschort of ingetrokken worden nadat de drager van de verplichtingen de mogelijkheid heeft gekregen om zijn verweermiddelen te laten gelden en om binnen een bepaalde termijn orde op zaken te stellen; in geval van speciaal gemotiveerde dringende noodzakelijkheid, en voor zover het verhoor van de drager van de verplichtingen een vertraging tot gevolg heeft die de openbare veiligheid op het spel zet, mag de erkenning onverwijld en zonder verhoor van genoemde drager opgeschort of ingetrokken worden.

Art.18. Elke beslissing genomen krachtens de artikelen 16 en 17 wordt aan betrokkene meegedeeld. De intrekking of de opschorting van de erkenning wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Afdeling 4. - Milieubeleidsovereenkomst

Onderafdeling 1. - Algemene regels
Art.19.§ 1. De milieubeleidsovereenkomst voorziet op zijn minst in :   1° de door het beheersorgaan na te komen verplichtingen, met inbegrip van de bevordering van preventie;   2° de afvalbeheersbeginselen op grond waarvan een onderscheid wordt gemaakt tussen huishoudelijke en niet huishoudafval, met inachtneming van de opdrachten van de publiekrechtelijke rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van huishoudafval;   3° wanneer de terugnameplicht betrekking heeft op huishoudafval, in het stellen van de zekerheid ten gunste van de [1 Administratie]1, waarvan de modaliteiten in artikel 23 vastliggen en waarvan het bedrag, dat door de [1 Administratie]1 bepaald wordt, gelijk is aan de geraamde kosten voor de tenlasteneming van de afval door de territoriaal publiekrechtelijke personen die tijdens een periode van zes maanden verantwoordelijk zijn voor het beheer van huishoudafval;   4° de regels voor de financiering van het afvalbeheer, met inbegrip van de wijze van berekening van de bijdragen van de terugnameplichtigen aan het beheersorgaan, per product of per categorie producten, met inachtneming van de beginselen bedoeld in de artikelen 6 en 12, § 2, 5°;   5° het uitwerken per beheersorgaan, voor de duur van de overeenkomst, van strategische, financiële en operationele maatregelen tot uitvoering van de terugnameplicht, met op zijn minst de elementen bedoeld in artikel 12, § 2, 5°, a) tot h), die ter goedkeuring aan de [1 Administratie]1 overgelegd moeten worden binnen een termijn van drie maanden, te rekenen van de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. Elke wijziging in dat document wordt eveneens ter goedkeuring aan de [1 Administratie]1 overgelegd;   6° het uitwerken per beheersorgaan van sensibiliserings- en communicatiemaatregelen die aan de [1 Administratie]1 meegedeeld moeten worden binnen een termijn van (zes) maanden, te rekenen van de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de plaatselijke communicatie, die in overleg met de territoriaal betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen verricht moet worden, en de communicatie op gewestelijk niveau die in overleg met de [1 Administratie]1 en de Minister verricht moet worden;   7° de inzake hergebruik voorziene bijzondere maatregelen, naar gelang van de specificiteit van de stroom en van de huishoudelijke of niet huishoudelijke aard van het goed;   8° het instellen van een commissie tot bemiddeling bij eventuele conflicten die in het kader van de afwikkeling van de overeenkomst zouden kunnen ontstaan tussen de verschillende partijen die bij de uitvoering van de terugnameplicht betrokken zijn.   § 2. De milieubeleidsovereenkomst kan voorzien in :   1° het instellen van een comité tot begeleiding van de overeenkomst dat op zijn minst vertegenwoordigers van de [1 Administratie]1 en van het beheersorgaan telt, alsook ondertekenaars van de mileubeleidsovereenkomst. Wanneer het begeleidingscomité onderhandelt over het beheer van huishoudafval waarvan het geheel of een gedeelte is ingezameld door publiekrechtelijke rechtspersonen, wordt het begeleidingscomité uitgebreid tot de verantwoordelijken van de publiekrechtelijke rechtspersonen;   2° het jaarlijks opmaken van een document dat voorziet in de uitvoering van de strategische, financiële en operationele maatregelen tot uitvoering van de terugnameplicht. Dat document wordt aan de [1 Administratie]1 overgelegd op 1 oktober van elk jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het in toepassing gebracht wordt. De [1 Administratie]1 gaat na of het strookt met het document waarin de strategische, financiële en operationele maatregelen opgenomen zijn, met de milieubeleidsovereenkomst en de geldende regelgeving.   3° voor afval uit de gewone activiteit van de gezinnen, de inzamelingmodaliteiten ter aanvulling van de modaliteiten bepaald door de territoriaal betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen en van de verplichtingen van de detailhandelaars. Die modaliteiten mogen in de plaats komen van die betreffende het openbaar inzamelingsnet voor zover de geografische oppervlakte waarop ze betrekking hebben en de kwalitatieve [1 Administratie]1 en de kostendekking die ze bieden op zijn minst gelijkwaardig zijn, en voor zover het afvalinzamelingspercentage minstens gelijk is aan het gecombineerde inzamelingspercentage van de publiekrechtelijke rechtspersonen en van andere personen, zoals detailhandelaars, waarbij geen compensatie voorzien wordt. Elke vervanging van het openbaar inzamelingsnet wordt aan de voorafgaande goedkeuring van de Regering onderworpen. § 3. De Minister kan, op voorstel van de Dienst en met inachtneming van de voorwaarden waarin dit besluit voorziet, de minimuminhoud van de milieubeleidsovereenkomst bepalen. (NOTA : artikel 19, § 3, vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761)   ----------   (1)
Art.20.§ 1. De milieubeleidsovereenkomst wordt gesloten voor de duur waarin ze voorziet en mag niet langer lopen dan vijf jaar. Ze kan met zes maanden verlengd worden, mits instemming van de partijen.
  § 2. De milieubeleidsovereenkomst is pas uitvoerbaar zodra de Dienst de terugnameplichtige bij ter post aangetekend schrijven of in een schrijven dat vaste datum verleent, het beheersorgaan bevestiging geeft dat de zekerheid regelmatig gesteld is.

(NOTA : bij arrest nr 234.539 van 26-04-2016 (B.St. 01-08-2016, p. 47031), heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel 20,§2 vernietigd)

Art.21.§ 1. De terugnameplichtigen die beslissen de milieubeleidsovereenkomst te ontbinden of hun aansluiting bij het beheersorgaan op te zeggen, moeten alle nodige maatregelen genomen hebben om vanaf de dag na de datum van opzegging te voldoen aan de bepalingen van dit besluit. Ze brengen de [1 Administratie]1 daarvan op de hoogte.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Onderafdeling 2. - Beheersorgaan

Art.22.De milieubeleidsovereenkomst voorziet in het instellen van een beheersorgaan dat belast wordt met haar sturing, coördinatie en uitvoering en, in de mate waarin dit besluit voorziet, met de uitvoering van de terugnameplicht voor rekening van haar leden en aangeslotenen.   Dat orgaan voldoet aan de voorwaarden die in artikel 11 vastliggen.   § 2. In afwijking van § 1, kan het beheersorgaan, na gunstig advies van de [2 Administratie]2, een feitelijke vereniging zijn.   In dat geval zijn de leden van de feitelijke vereniging hoofdelijk aansprakelijk voor de uitvoering van de verplichtingen die aan het beheersorgaan opgelegd worden.   § 3. De [2 Administratie]2 wordt als waarnemer uitgenodigd op de vergaderingen van de beslissingsorganen van het beheersorgaan. [3 Ze]3 ontvangt de oproepingen, de voorbereidingsdocumenten en de verslagen van de vergaderingen, alsook de leden van die organen.   § 4. Het beheersorgaan moet voldoen aan de verplichtingen bedoeld in artikel 15, § 1, 2° tot [1 19°]1.   Het beheersorgaan :   - komt de rapportageverplichtingen jegens de [2 Administratie]2 na overeenkomstig de artikelen 3, § 1, 3°, en de specifieke bepalingen per stroom;   - zorgt voor de statistische opvolging van het beheer van bedoelde afval en voor de monitoring van de keten;   - bepaalt de strategische, financiële en operationele maatregelen, alsook de in artikel 19 bedoelde communicatie- en sensibiliseringsmaatregelen, en voert ze uit;   - haalt de inzamelings- en verwerkingsdoelstellingen per stroom voor het geheel van de terugnameplichtigen met wie het een aansluitingsovereenkomst gesloten heeft;   - bepaalt in overleg met de [2 Administratie]2 de eventuele criteria voor de erkenning van de inzamelings- en verwerkingsoperatoren die aan de afvalbeheersketen deelnemen, de frequentie van de audits die nodig zijn om erkend te worden en om het door hem bepaalde logo te mogen gebruiken;   - kiest het/de geaccrediteerde auditorgaan/auditorganen dat/die een audit van de ketens moet(en) uitvoeren;   - levert desgevallend een erkenningsakte af van de personen die bevoegd zijn om de afval in te zamelen of te verwerken;   - bevordert het hergebruik van de goederen en de optimale valorisatie van de afval. (NOTA : "19°" in art. 22, § 4, L 1, vernietigd bij arrest van de Raad van State nr. 244.572 van 22 mei 2019, B.S. 09-07-2019, p. 69601)   ----------   (1)   (2)   (3)
Afdeling 5. - Zekerheid

Art.23.§ 1. Er kan een zekerheid gesteld worden hetzij d.m.v. een deposito bij de Deposito- en Consignatiekas, hetzij d.m.v. een onafhankelijke bankgarantie ten belope van het bedrag vermeld in de beslissing tot goedkeuring van het individuele preventie- en beheersplan, in de erkenningsbeslissing of in de milieubeleidsovereenkomst. In ieder geval preciseert de persoon die of het orgaan dat de zekerheid stelt dat het geheel of een deel ervan onthefbaar is op gewoon verzoek van de [1 Administratie]1, gemotiveerd door het geval van niet-uitvoering van de verplichtingen.   Indien de zekerheid bestaat in een onafhankelijke bankgarantie, dan moet ze uitgegeven worden door een kredietinstelling die erkend is, hetzij door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, hetzij door een overheid van een lidstaat van de Europese Unie die bevoegd is om controle uit te oefenen op de kredietinstellingen.   § 2. Indien de verplichtingen opgelegd aan de terugnameplichtige die artikel 4, § 1, 1°, uitvoert, aan het erkende orgaan of aan het beheersorgaan niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerd zijn ingevolge een nalatigheid zijnentwege of ingevolge een administratieve sanctie, verzoekt de [1 Administratie]1 om de ontheffing van een deel of van het geheel van de financiële zekerheid om de kosten i.v.m. de uitvoering van de verplichtingen te dekken.   Alvorens te verzoeken om de ontheffing van een deel of van het geheel van de financiële zekerheid, waarschuwt de [1 Administratie]1 de terugnameplichtige die artikel 4, § 1, 1°, uitvoert, het erkende orgaan of het beheersorgaan bij ter post aangetekend schrijven of in een schrijven dat vaste datum verleent. In de waarschuwing wordt gewezen op de verplichtingen die niet nagekomen werden, op de specifieke maatregelen die genomen moeten worden en op de voorgeschreven termijn om de verplichtingen uit te voeren. Die termijn mag niet korter zijn dan vijftien dagen.   De [1 Administratie ]1 verhoort de terugnameplichtige die artikel 4, § 1, 1°, uitvoert, het erkende orgaan of het beheersorgaan indien daarom verzocht wordt. Alvorens gehoord te worden, verstrekt de terugnameplichtige die artikel 4, § 1, 1°, uitvoert, het erkende orgaan of het beheersorgaan aan de [1 Administratie]1 alle argumenten die hij/het nuttig acht voor zijn verdediging. Het verzoek om gehoord te worden schort de procedure niet op.   § 3. De zekerheid wordt hersteld nadat de [1 Administratie]1 behoorlijk heeft vastgesteld dat na afloop van de duur van het individuele beheers- en preventieplan, van de erkenning of van de milieubeleidsovereenkomst of de vervoegde ontbinding ervan, de hernieuwing niet aangevraagd wordt en de terugnameplichtige die artikel 4, § 1, 1°, uitvoert, het erkende orgaan of het beheersorgaan al zijn verplichtingen is nagekomen.   De [1 Administratie]1 beslist over het herstel van de zekerheid binnen zes maanden na de vervaldatum van het individuele beheers- en preventieplan, van de erkenning of van de milieubeleidsovereenkomst. [2 Ze]2 betekent zijn beslissing aan de Deposito- en Consignatiekas of aan de bankinstelling die de zekerheid gesteld heeft, alsook aan de terugnameplichtige die artikel 4, § 1, 1°, uitvoert, aan het erkende orgaan of aan het beheersorgaan.   ----------   (1)   (2)
HOOFDSTUK II. - Afval van batterijen en accu's

Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art.24. In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :   1° verwerking van batterijen of accu's : elke activiteit uitgevoerd op afval van batterijen en accu's na aflevering aan een installatie voor sortering, voorbereiding op recycling of verwijdering;   2° terugnameplichtige : producent van batterijen of accu's in de zin van artikel 2, 20°bis, van het decreet. Voor batterijen of accu's ingebouwd in nieuwe toestellen of voertuigen, is de terugnameplichtige de producent van die toestellen of voertuigen;   3° inzamelingspercentage : het pourcentage verkregen na deling van het gewicht van de afval van tijdens een kalenderjaar ingezamelde draagbare batterijen en accu's door het gemiddelde gewicht van de draagbare batterijen en accu's die de producenten hetzij rechstreeks aan de verbruikers verkopen, hetzij aan derden leveren opdat laatstgenoemden ze aan de verbruikers in het Waalse Gewest verkopen in de loop van bedoeld kalenderjaar en de twee vorige kalenderjaren.
Art.25. De terugnameplicht is van toepassing op de afval van batterijen en accu's vermeld onder de volgende afvalcodes :
  1606 Batterijen en accu's.
  160601 Loodaccu's.
  160602 Accu's Ni-Cd.
  160603 Kwikhoudende batterijen.
  160604 Alkalibatterijen.
  160605 Andere batterijen en accu's.
  2001 Afzonderlijk ingezamelde delen.
  200133 Gemengde batterijen en accu's bevattende batterijen en accu's opgenomen in de rubrieken 160601, 160602 of 160603 en niet gesorteerde batterijen en accu's die die batterijen bevatten.
  200134 Andere batterijen en accu's dan die bedoeld in rubriek 200133.
  Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de batterijen en accu's die gebruikt worden in :
  1° apparatuur die wordt aangewend in samenhang met de bescherming van wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de lidstaten, wapens, munitie, en oorlogsmateriaal, met uitzondering van producten die niet voor specifieke militaire doeleinden zijn bestemd;
  2° apparatuur bestemd om de ruimte ingestuurd te worden.
  Dit hoofdstuk is van toepassing onverminderd de hoofdstukken VIII en X.

Art.26.De terugnameplichtigen staan in voor de financiering van alle nettokosten i.v.m. :
  1° de inzameling, verwerking en recycling van alle afval van de overeenkomstig dit besluit ingezamelde draagbare batterijen en accu's, ongeacht de datum waarop ze op de markt zijn gebracht;
  2° de campagnes ter voorlichting van het publiek over de inzameling, verwerking en recycling van alle afval van batterijen en accu's.
  Bij de verkoop van nieuwe draagbare batterijen en accu's worden de kosten van de inzameling, de verwerking en de recycling voor de eindgebruikers niet afzonderlijk vermeld.
  De terugnameplichtigen en de gebruikers van industriële en autobatterijen en -accu's mogen overeenkomsten sluiten waarin andere dan de in lid 1 bedoelde financieringsregelingen worden gestipuleerd, mits voorlichting van de [1 Administratie]1.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.27.Elke producent van batterijen en accu's moet zich registreren en krijgt een registratienummer.
   De registratie van elke producent wordt verzekerd door de Administratie, in het geval van individueel beheersplan, en door het erkende orgaan of beheersorgaan, in het geval van gemeenschappelijk systeem. De gegevens meegedeeld in het geval van een individueel systeem kunnen worden geregistreerd in hetzelfde systeem als de gegevens geregistreerd in het geval van aansluiting bij een gemeenschappelijk systeem.
   De registratie bevat de volgende gegevens :
   1° de naam van de producent, alsook, in voorkomend geval, de handelsbenamingen waaronder hij zijn activiteiten uitoefent;
   2° zijn volledig(e) adres(sen) alsook het URL adres, de telefoonnummer, de contactpersoon en, in voorkomend geval, de faxnummer en het e-mailadres;
   3° het soort batterijen en accu's op de markt gebracht: draagbare batterijen en accu's, industriële batterijen en accu's, en autobatterijen en -accu's;
   4° de informatie over de manier waarop de producent zijn verantwoordelijkheden naleeft, in het kader van een individueel of gemeenschappelijk systeem;
   5° de datum van de registratieaanvraag;
   6° de nationale identificatiecode van de producent;
   7° een verklaring waaruit blijkt dat de verstrekte informatie overeenstemt met de werkelijkheid.
   Elke wijziging van deze gegevens, met inbegrip van elke stopzetting van de activiteit onderworpen aan een registratie, wordt door de producent uiterlijk binnen de maand meegedeeld.
   Rechten of vergoedingen voor de registratie kunnen worden toegepast op voorwaarde dat ze worden berekend in functie van de kosten en dat ze ermee evenredig zijn. In het geval van gemeenschappelijk systeem wordt de berekeningsmethode meegedeeld aan de [1 Administratie.]1
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 80, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>

Art. 27bis. Elke producent, distributeur, inzamelaar, elk recyclingbedrijf of elke actor die in de verwerking tussenkomt, alsook elke betrokken openbare administratie moet kunnen deelnemen aan de systemen voor inzameling, verwerking en recycling. Deze systemen zijn onder niet-discriminerende voorwaarden van toepassing op batterijen en accu's die uit derde landen worden ingevoerd, en worden op zodanige wijze ontworpen dat handelsbelemmeringen of concurrentieverstoringen worden voorkomen.

Afdeling 2. - Preventie

Art.28.De terugnameplichtige moet overeenkomstig hoofdstuk I van dit besluit maatregelen ter voorkoming van afval van batterijen en accu's uitwerken en ten uitvoer leggen, met name om :   1. de gemiddelde kwaliteit van de op de markt gebrachte batterijen te verhogen, inzake vermogen, levensduur en duurzaamheid;   2. duidelijke informatie te verstrekken aan de gebruikers, met inbegrip van de fabricanten van apparaten die batterijen en accu's gebruiken, over de meest geschikte types batterijen naar gelang van de gebruiken, en het gebruik van oplaadbare in plaats van niet oplaadbare draagbare batterijen en accu's te bevorderen;   3. batterijen en accu's te ontwikkelen met de gunstigste ecobalans voor het leefmilieu;   [1 4. de gebruikers en geschoolde en zelfstandige beroepskrachten voorzien van de instructies om de batterijen en -accu's die in de toestellen ingebouwd zijn gemakkelijk en zonder risico te verwijderen.]1   In geval van gemeenschappelijk systeem wordt het document met de communicatie- en sensibiliseringsmaatregelen door het erkende orgaan of het beheersorgaan aangevuld met een bepaling om de gezinnen, beroepsgebruikers en fabricanten van apparaten gevoelig te maken voor preventie van afval van draagbare en industriële batterijen en accu's. Tijdens de looptijd van de erkenning of de overeenkomst wordt minstens één communicatie- en sensibiliseringscampagne aan de preventie van die afval besteed.   ----------   (1)
Afdeling 3. - Gescheiden inzameling van afval van draagbare batterijen en accu's

Art.29. Elke houder van afval van draagbare batterijen en accu's moet die afval hetzij aan een voor de inzameling van gevaarlijke afval erkende inzamelaar afgeven, hetzij hem inleveren op één van de inzamelpunten die daartoe voorzien worden door de terugnameplichtige en de publiekrechtelijke rechtspersoon die territoriaal verantwoordelijk is voor het beheer van huishoudafval.   De detailhandelaar moet van de gezinnen en beroepsgebruikers alle afval van draagbare batterijen en accu's terugnemen, zelfs als die gezinnen geen gelijkwaardig product kopen.   De terugnameplichtige moet op eigen kosten regelmatig alle afval van draagbare batterijen en accu's inzamelen die bij de detailhandelaars, containerparken of bij de scholen en de erkende inzamelaars aangenomen wordt om die afval voor zijn rekening te laten werwerken in een daartoe vergunde inrichting. In dat geval mogen de erkende inzamelaars geen verwerkingskosten factureren aan hun klanten.   Daarenboven is de terugnameplichtige gehouden tot terugname van de gezamenlijke afval van de draagbare batterijen en accu's afkomstig van de installaties voor de ontmanteling en zuivering van afgedankte elektrische of elektronische apparatuur en autowrakken.
Art.30. Via de overeenkomstig artikel 29 tot stand gebrachte inzamelingen moet de terugnmaplichtige een percentage gescheiden inzameling halen van minimum :
  1° 45 % vanaf 2010;
  2° 50 % vanaf 2012.

Afdeling 4. - Gescheiden inzameling van afval van industriële batterijen en accu's en van autobatterijen en -accu's

Art.31. De terugnameplichtige zorgt ervoor dat alle afval van industriële batterijen en accu's op selectieve wijze ingezameld kan worden om overeenkomstig afdeling 5 te worden verwerkt.
Art.32. De detailhandelaar is verplicht alle afval van industriële batterijen en accu's die hen door de gezinnen en beroepsgebruikers wordt gebracht gratis terug te nemen.
  De distributeur is ertoe verplicht op eigen kosten, regelmatig en ter plaatse bij de detailhandelaars alle overeenkomstig het vorige lid in ontvangst genomen afval van industriële batterijen en accu's terug te nemen en aan de producent te tonen.
  De terugnameplichtige moet op eigen kosten regelmatig alle afval van industriële batterijen en accu's, ongeacht de chemische samenstelling ervan, inzamelen bij de distributeurs of, zo niet, bij de detailhandelaars om hem in een daartoe vergunde inrichting te laten verwerken.
  Daarenboven is de terugnameplichtige gehouden tot terugname van de gezamenlijke afval van industriële batterijen en accu's afkomstig van de installaties voor de ontmanteling en zuivering van afgedankte elektrische of elektronische apparatuur.
  De terugnameplichtige is verplicht tot terugname van de afval van industriële batterijen en accu's, ongeacht de chemische samenstelling en herkomst ervan, die hem door de gezinnen en beroepsgebruikers gebracht wordt.

Art.33. Garagisten en alle andere detailhandelaars die zorgen voor het onderhoud, het herstel en de vervanging van batterijen en accu's moeten alle afval van autobatterijen en -accu's die hen door gezinnen en beroepsgebruikers wordt gebracht gratis terugnemen.
  De distributeur is ertoe verplicht op eigen kosten, regelmatig en ter plaatse bij de in het eerste lid bedoelde garagisten en detailhandelaars alle overeenkomstig het vorige lid in ontvangst genomen afval van autobatterijen en -accu's uit de door de garagisten uitgeoefende activiteiten i.v.m. onderhoud van de voertuigen terug te nemen en aan de producent of uitvoerder te tonen.
  De terugnameplichtige moet op eigen kosten regelmatig alle afval van autobatterijen en accu's die aangenomen wordt bij de distributeurs of, zo niet, bij de garagisten en detailhandelaars bedoeld in het eerste lid, op hun verzoek inzamelen om hem in een daartoe vergunde inrichting te laten verwerken.
  Wat betreft de autobatterijen en -accu's die in nieuwe voertuigen ingebouwd zijn, is de terugnameplichtige gehouden tot de terugname van de gezamenlijke afval van autobatterijen en -accu's van de voertuigen ingeleverd bij een installatie voor de ontmanteling of zuivering van autowrakken.

Afdeling 5. - Verwerking van afval van batterijen en accu's

Art.34. § 1. De producenten of derden zetten, met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken, met het oog op de bescherming van de gezondheid en het milieu systemen op voor de verwerking en recycling van de afval van batterijen en accu's.   Het is verboden afval van batterijen en accu's te verwijderen zonder voorafgaande verwerking met het oog op de volledige of gedeeltelijke recycling ervan. De verwerking houdt minimaal het verwijderen in van alle vloeistoffen en zuren en, voor kwikoxide batterijen, de afscheiding van het kwik en de overige bestanddelen.   Het is verboden autobatterijen of -accu's van hun zuur te ontdoen buiten een vergunde vewerkingsinstallatie. De elektrolyten moeten eerst gevaloriseerd of, bij gebreke daarvan, geneutraliseerd worden.   De papier-, karton- en kunststofresten die niet niet-gerecycleerd mogen worden omdat ze besmet zijn, moeten energetisch gevaloriseerd worden.   Onverminderd het verbod op storting in een technisch ingravingscentrum, moeten de niet recycleerbare minerale resten uit de verwerking van andere batterijen en accu's dan autobatterijen en -accu's een stabiliseringsbehandeling ondergaan voor elke storting in een technisch ingravingscentrum.   Verwerking en opslag, tijdelijke opslag inbegrepen, in verwerkingsinstallaties vinden plaats op locaties met ondoorlaatbare oppervlakken en passende weerbestendige afdekkingen of in hiertoe geschikte containers. De verwerking houdt minimaal het verwijderen van alle vloeistoffen en zuren in.   § 2. Door de verwerking van de in dit hoofdstuk bedoelde afval moeten de volgende minimumpercentages bereikt worden :   1. recycling van 65 % van het gemiddelde gewicht van de tijdens het afgelopen jaar ingezamelde lood-zuurbatterijen en -accu's, en 95 % van het loodgehalte van genoemde afval;   2. recycling van 75 % van het gemiddelde gewicht van de tijdens het afgelopen jaar ingezamelde nikkel-cadmiumbatterijen en -accu's. Recycling van het cadmiumgehalte is technisch zo haalbaar mogelijk, waarbij buitensporige kosten voorkomen worden;   3. recycling van 50 % van het gemiddelde gewicht van andere afval van batterijen en accu's die tijdens het afgelopen jaar is ingezameld. Voor zinkcarbonaatbatterijen en alkalibatterijen worden de zink- en mangaanhoudende fracties van de batterijen gerecycleerd in de vorm van oxyden, zouten of hydroxyden.
Art.35. Het is verboden draagbare batterijen en accu's, afval van industriële batterijen en accu's en van autobatterijen en -accu's te verbranden.

Afdeling 6. - Rapportage

Art.36.Wat draagbare batterijen en accu's betreft, verstrekt de terugnameplichtige de [1 Administratie]1 jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens betreffende het vorige jaar :   1. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid draagbare accu's en batterijen ingezameld in het Waalse Gewest, per inzamelingskanaal;   2. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid draagbare accu's en batterijen op de markt gebracht in het Waalse Gewest, per chemisch systeem en in aantal;   3. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid draagbare accu's en batterijen toevertrouwd aan de inrichtingen vergund voor de verwerking ervan, per type verwerking en per categorie;   4. een raming van de gemiddelde samenstelling, op zijn minst per materiaal, van de op de markt gebrachte producten, alsook van de gebruikte gevaarlijke stoffen;   5. een lijst van de inzamelings- en verwerkingsoperatoren die het beheer van de draagbare accu's en batterijen waargenomen hebben;   6. de wijze van verwerking van de afval van draagbare accu's en batterijen per verwerkingsproces, met inbegrip van de kwalitatieve en kwantitatieve omschrijving van de handelingen;   7. de raming van de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid draagbare accu's en batterijen op de markt gebracht in het Waalse Gewest tijdens het lopende jaar;   8. de in kg uitgedrukte hoeveelheden afval van batterijen en accu's afkomstig van de centra voor de ontmanteling of zuivering van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken;   9. in geval van milieubeleidsovereenkomst of van erkend orgaan : de bijdrage(n) gestort aan het beheersorgaan, alsook de berekeningsmodaliteiten, en de lijst van de leden van en aangeslotenen bij het beheersorgaan.   ----------   (1)
Art.37.Wat industriële batterijen en accu's betreft, verstrekt de terugnameplichtige de [1 Administratie]1 jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens betreffende het vorige jaar :
  1° de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid industriële accu's en batterijen ingezameld per inzamelingskanaal;
  2° de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid industriële accu's en batterijen op de markt gebracht in het Waalse Gewest, per chemisch systeem en in aantal;
  3° de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid industriële accu's en batterijen toevertrouwd aan de inrichtingen vergund voor de verwerking ervan, per type verwerking en per categorie;
  4° een raming van de gemiddelde samenstelling, op zijn minst per materiaal, van de op de markt gebrachte producten, alsook van de gebruikte gevaarlijke stoffen;
  5° een lijst van de inzamelings- en verwerkingsoperatoren die het beheer van de industriële accu's en batterijen waargenomen hebben;
  6° de wijze van verwerking van de afval van industriële accu's en batterijen per verwerkingsproces, met inbegrip van de kwalitatieve en kwantitatieve omschrijving van de handelingen;
  7° de raming van de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid industriële accu's en batterijen op de markt gebracht in het Waalse Gewest tijdens het lopende jaar;
  8° de gegevens afkomstig van de centra voor de ontmanteling of zuivering van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.38.Voor autobatterijen en -accu's verstrekt de terugnameplichtige de [1 Administratie]1 jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens over het vorige jaar wat hem betreft, met name afval van batterijen en accu's uit de vervangingsmarkt en afval van batterijen en accu's ingezameld in een erkend centrum voor de ontmanteling van autowrakken :
  1° de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid autobatterijen en -accu's op de markt gebracht in het Waalse Gewest in het kader van, respectievelijk, het op de markt brengen van nieuwe voertuigen en de vervangingsmarkt;
  2° de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid autobatterijen en -accu's ingezameld in het Waalse Gewest, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen afval van autobatterijen en -accu's uit de vervangingsmarkt en diezelfde afval ingezameld in een erkend centrum voor de ontmanteling van autowrakken;
  3° de installaties waarin voornoemde ingezamelde afval is verwerkt en de omschrijving van de wijze waarop hij is verwerkt;
  4° de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid autobatterijen en -accu's toevertrouwd aan de inrichtingen vergund voor de verwerking ervan, per type verwerking en per categorie;
  5° de gemiddelde samenstelling, minstens per materiaal, van de op de markt gebrachte autobatterijen en -accu's, met inbegrip van de gebruikte gevaarlijke stoffen en componenten.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Afdeling 7. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie

Art.39. § 1. Wat draagbare batterijen en accu's betreft, zorgt de terugnameplichtige ervoor, met name via voorlichtingscampagnes, dat de verbruikers ingelicht worden over :   1° de mogelijke effecten van de in genoemde batterijen en accu's gebruikte stoffen op het leefmilieu en de gezondheid van de mens;   2° het belang om de afval van draagbare batterijen en accu's niet met ongesorteerde of daarmee gelijkgestelde huishoudafval te verwijderen en om deel te nemen aan de gescheiden inzameling met het oog op een vlotte verwerking en recycling;   3° de inzamelings- en recyclingsystemen die hen ter beschikking gesteld worden;   4° de rol die ze te vervullen hebben bij de recycling van afval van draagbare batterijen en accu's.   § 2. De kosten van de inzameling, verwerking en recycling van de afval van draagbare batterijen en accu's, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer van die afval worden meegedeeld aan de verbruikers.
Art.40. Wat industriële en autobatterijen en -accu's betreft, zorgen de terugnameplichtigen ervoor dat de gebruikers, garagisten en detailhandelaars ingelicht worden over :
  1° de mogelijke effecten van de in genoemde batterijen en accu's gebruikte stoffen op het leefmilieu en de gezondheid van de mens;
  2° de inzamelings- en verwerkingsketens met het oog op de doeltreffendheid van de terugnameplicht;
  3° de eventuele kosten voor de inzameling en verwerking van die afval en de wijzen van beheer ervan, wat de gebruikers betreft.

HOOFDSTUK III. - Versleten banden

Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.41.§ 1. In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :   1° terugnameplichtige : producent in de zin van artikel 2, 20bis, van het decreet. Wat betreft de banden die nieuwe voertuigen uitrusten, is de terugnameplichtige de producent van die voertuigen;   2° inzamelingspercentage voor de vervangingsmarkt : de in percent uitgedrukte verhouding tussen het totaalgewicht van de ingezamelde versleten banden en het totaalgewicht van de tijdens betrokken kalenderjaar op de markt gebrachte banden, na aftrek van het slijtagepercentage;   3° het percentage van inzameling van banden die nieuwe voertuigen uitrusten : de in percent uitgedrukte verhouding tussen het totaalgewicht van de versleten banden ingeleverd bij installaties voor de ontmanteling en zuivering van autowrakken en het totaalgewicht van de tijdens bedoeld kalenderjaar voor verbruik aangeboden banden die nieuwe voertuigen uitrusten, na aftrek van het slijtagepercentage;   4° gecumuleerd globaal percentage van hergebruik, covering en recycling van ingezamelde banden : het totaalgewicht van de daadwerkelijk hergebruikte, gecoverde of gerecycleerde banden, verhoogd met het totaalgewicht van opslag voorafgaand aan de verwerking van de ingezamelde versleten banden in verhouding tot het totaalgewicht van de ingezamelde banden, uitgedrukt in percent.   De weerslag van het in 2° en 3° bedoelde slijtagepercentage op het gewicht van de versleten banden wordt bepaald op basis van een onderzoek dat op objectieve en contradictoire wijze door de terugnameplichtige gevoerd wordt, en waarvan de conclusies door de [1 Administratie]1 goedgekeurd worden.   § 2. De terugnameplicht is van toepassing op de versleten banden opgenomen onder de afvalcode :   160103 Versleten banden.   De terugnameplichtige legt de [1 Administratie]1 de criteria voor op grond waarvan een onderscheid gemaakt kan worden tussen valoriseerbare banden en voor hergebruik geschikte banden die onmiddellijk en zonder enige behandeling weer op de markt gebracht kunnen worden. Wanneer de banden niet meer voldoen aan de geldende federale wetgeving die de minimale diepte van de profielen van het loopvlak bepaalt, zijn ze niet voor hergebruik geschikt.   ----------   (1)
Afdeling 2. - Preventie

Art.42. De terugnameplichtige moet overeenkomstig hoofdstuk I van dit besluit bandenpreventiemaatregelen uitwerken en ten uitvoer leggen, met name met het oog op de ontwikkeling en de bevordering van het gebruik van banden met een bewezen licht milieueffect, zoals banden met een vlot uitdiepbaar en coverbaar loopvlak, met een lange levensduur en een zwakke wrijvingscoëfficiënt.   De terugnameplichtige of het erkende orgaan of het beheersorgaan in geval van gemeenschappelijk systeem, wijst de gezinnen en de beroepsgebruikers op de mogelijkheden om dergelijke banden te kopen en op de voordelen die ermee verbonden zijn.
Afdeling 3. - Inzameling van versleten banden

Art.43. Het gezin dat zich wenst te ontdoen van een beperkt aantal versleten banden die in zijn bezit is, kan ze hetzij overeenkomstig het vorige lid bij een detailhandelaar of bij garagisten inleveren, hetzij naar een containerpark brengen onder de voorwaarden en binnen de perken bepaald door de publiekrechtelijke rechtspersoon die het containerpark uitbaat.   De detailhandelaar en de garagist moeten elke versleten band die hen door de gezinnen of de beroepsgebruiker gebracht wordt gratis terugnemen bij de aankoop van een band van hetzelfde type. Ze kunnen in onderlinge samenspraak met de terugnameplichtige elke versleten band die hen gebracht wordt terugnemen binnen de perken van de hoeveelheden die ze zelf gekocht hebben in de loop van het vorige kalenderjaar.   De distributeur moet op eigen kosten regelmatig alle ontvangen versleten banden bij de detailhandelaars terugnemen of laten inzamelen binnen de perken van de hoeveelheden die hij zelf in de loop van het vorige kalenderjaar bij de terugnameplichtige gekocht zal hebben.   De terugnameplichtige moet op eigen kosten regelmatig alle aangenomen banden bij de distributeurs of, zo niet, bij de detailhandelaars en de garagisten en de geregistreerde inzamelaars terugnemen of laten inzamelen binnen de perken van de hoeveelheden die hij zelf op de markt gebracht zal hebben in het Waalse Gewest, en ze laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting.
Art.44. De terugnameplichtige moet alle banden uit de gezinnen die ingezameld worden door de publiekrechtelijke rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor de inzameling van huishoudafval gratis terugnemen en laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting, of de inzameling en verwerking van versleten banden uit de gezinnen die ingezameld worden door de publiekrechtelijke rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor de inzameling van huishoudafval financieren naar rato van de hoeveelheden banden die hij op de markt brengt.
  Een overeenkomst tussen de terugnameplichtige en de publiekrechtelijke rechtspersonen die containerparken beheren voorziet in de voorwaarden van aanneming en terugname van versleten banden, met name het maximumaantal banden dat door de gezinnen ingeleverd mag worden.

Art.45. De terugnameplichtige zamelt alle versleten banden in die hem gebracht worden, met een maximum van 100 % van de banden die tijdens het afgelopen jaar op de markt zijn gebracht.
  De terugnameplichtige is gehouden tot de inzameling van minimum 85 % van de banden die in het Waalse Gewest voor verbruik aangeboden worden in het kader van de vervangingsmarkt.
  Wat betreft banden voor de uitrusting van nieuwe voertuigen, is de terugnameplichtige gehouden tot de inzameling van een hoeveelheid banden gelijk aan 100 % van de versleten banden van autowrakken die ingeleverd moeten worden bij de installaties voor de ontmanteling en zuivering van autowrakken.

Afdeling 4. - Verwerking van versleten banden

Art.46. Versleten banden die door de detailhandelaars en garagisten teruggenomen worden, worden voor de inzameling gesorteerd om er zoveel mogelijk herbruikbare banden uit te halen. De ingezamelde banden worden gesorteerd om er degene uit te halen waarvan het loopvlak technisch vernieuwbaar is. Ze worden georiënteerd naar loopvlakhernieuwingsketens die erkend zijn door het beheersorgaan of het erkende orgaan en het Waalse Gewest.   De versleten banden die door de detailhandelaars en garagisten teruggenomen of ingezameld worden, alsook de versleten banden van autowrakken die ingeleverd worden in erkende centra voor de ontmanteling van autowrakken en die niet opnieuw gebruikt kunnen worden of waarvan het loopvlak niet vernieuwbaar is, worden georiënteerd naar recyclingketens die erkend zijn door het beheersorgaan of het erkende orgaan en het Waalse Gewest.   De ingezamelde banden die niet opnieuw gebruikt of gerecycleerd worden en waarvan het loopvlak niet vernieuwd wordt, worden energetisch gevaloriseerd.   Het totaal van de opslag die voorafgaat aan de verwerking van de ingezamelde banden, uitgedrukt in ton, mag niet hoger zijn dan 10 % van het jaarlijks ingezamelde totaalgewicht.
Art.47. Jaarlijks moet een gecumuleerd globaal percentage van 55 % hergebruik, loopvlakvernieuwing en/of recycling gehaald worden.

Afdeling 5. - Rapportage

Art.48.De terugnameplichtige verstrekt de [1 Administratie]1 jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar :   1. de totale hoeveelheid banden op de markt gebracht in het Waalse Gewest, uitgedrukt in kg en eenheden. Behalve wannneer aparte rapporten worden opgemaakt, vermeldt het rapport respectievelijk de hoeveelheid banden die op de vervangingsmarkt is gebracht en de banden die op de markt gebrachte nieuwe voertuigen uitrusten;   2. de in kg en eenheden uitgedrukte totale hoeveelheid versleten banden ingezameld in het Waalse Gewest, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de versleten banden, excl. vervangingsmarkt, die ingezameld worden via het netwerk van de publiekrechtelijke rechtspersonen, de banden die ingezameld worden via het distributienetwerk en de banden die ingezameld worden via de erkende centra voor de ontmanteling van autowrakken;   3. de installaties waarin de ingezamelde versleten banden zijn verwerkt, de omschrijving van de verwerkingswijze en het percentage restafval dat verwijderd wordt na die verwerkingen;   4. de in kg en eenheden uitgedrukte totale hoeveelheden versleten banden die respectievelijk hergebruikt, vernieuwd, gerecycleerd en energetisch gevaloriseerd worden;   5. de in kg of eenheden uitgedrukte totale hoeveelheid banden afkomstig van de centra voor de ontmanteling van autowrakken;   6. de raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid banden op de markt gebracht in het Waalse Gewest tijdens het lopende jaar;   7. in geval van milieubeleidsovereenkomst of van erkend orgaan : de bijdrage(n) gestort aan het beheersorgaan, alsook de berekeningsmodaliteiten, en de lijst van de leden van en aangeslotenen bij het beheersorgaan.   ----------   (1)
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie

Art.49. § 1. De terugnameplichtigen zorgen ervoor, met name via voorlichtingscampagnes, dat de gezinnen en beroepsgebruikers ingelicht worden over, o.a., de ter beschikking gestelde inzamelings- en recyclingsystemen en over de rol die zij bij de recycling te vervullen hebben.   De kosten van de inzameling, verwerking en recycling van de versleten banden, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer van die afval zijn het voorwerp van een bericht aan de verbruikers.   § 2. De terugnameplichtigen zorgen voor de doeltreffendheid van de keten voor de terugname van de versleten banden, met name via de voorlichting en sensibilisering van de inzamelaars, vervoerders, detailhandelaars, garagisten en vergunde verwerkingscentra.
HOOFDSTUK IV. <Opgeheven bij BWG 2019-02-28/24, art. 8,§2,2°, 005; Inwerkingtreding : 08-08-2019>
  <BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Afdeling 1.   
Art.50.   
Afdeling 2.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,2°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.51.   
Art.52.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,2°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Afdeling 3.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,2°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.53.   
Art.54.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,2°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Afdeling 4.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,2°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.55.   
Afdeling 5.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,2°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.56.   
Afdeling 6.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,2°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.57.   
HOOFDSTUK V. - Afgewerkte oliën die niet voor voedingsdoeleinden bestemd zijn

Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.58.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :   1° terugnameplichtige : de producent van oliën in de zin van artikel 2, 20bis, van het decreet. Voor oliën die in nieuwe toestellen of voertuigen gebruikt worden, is de terugnameplichtige de producent van die toestellen of voertuigen;   2° regeneratie : regeneratie zoals bedoeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte olie;   3° inzamelingspercentage : de verhouding tussen de ingezamelde afgewerkte oliën en het totaalgewicht van de oliën die in de loop van bedoeld kalenderjaar ingezameld kunnen worden, uitgedrukt in percent. De hoeveelheden afgewerkte oliën die ingezameld kunnen worden worden jaarlijks bepaald op basis van de hoeveelheden nieuwe oliën die op de markt gebracht worden in het Waalse Gewest, rekening houdend met de weer uitgevoerde oliën, met de oliën vervat in uitgevoerde tweedehandsvoertuigen en met de verliezen bij het gebruik van de oliën. Het verliespercentage bij het gebruik van de oliën wordt bepaald op basis van een onderzoek dat op objectieve en contradictoire wijze door de terugnameplichtige gevoerd wordt, en waarvan de conclusies door de [1 Administratie]1 goedgekeurd worden. De oliehoeveelheden vervat in de uitgevoerde tweedehandsvoertuigen worden bepaald op basis van een jaarlijkse raming van het door de terugnameplichtige uitgevoerd aantal voertuigen;   4° valorisatiepercentage per regeneratie of andere hergebruiken : de verhouding tussen het gewicht van de daadwerkelijk gevaloriseerde afgewerkte oliën per regeneratie of andere hergebruiken en het totaalgewicht van de oliën ingezameld tijdens bedoeld kalenderjaar, uitgedrukt in percent.   ----------   (1)
Art.59. De terugnameplicht is van toepassing op afgewerkte huishoudelijke en professionele oliën afkomstig van nieuwe oliën die op de markt worden gebracht in het Waalse Gewest en die opgenomen zijn onder de volgende afvalcodes :
  08 03 19 Dispersieolie van de bereiding, formulering, levering en gebruik van drukinkt.
  12 01 06 Halogeenhoudende minerale machineolie (exclusief emulsies of oplossingen).
  12 01 07 Halogeenvrije minerale machineolie, exclusief emulsies of oplossingen.
  12 01 08 Halogeenhoudende emulsies en oplossingen voor machinale bewerking.
  12 01 09 Halogeenvrije emulsies en oplossingen voor machinale bewerking.
  12 01 10 Synthetische machineolie.
  12 01 19 Biologisch vlot afbreekbare machineolie.
  13 01 04 Gechloreerde hydraulische olie (emulsies).
  13 01 05 Niet-gechloreerde hydraulische olie (emulsies).
  13 01 09 Gechloreerde minerale hydraulische olie.
  13 01 10 Niet-gechloreerde minerale hydraulische olie.
  13 01 11 Synthetische hydraulische olie.
  13 01 12 Biologisch vlot afbreekbare hydraulische olie.
  13 01 13 Overige hydraulische olie.
  13 02 04 Gechloreerde minerale motor-, transmissie- en smeerolie.
  13 02 05 Niet-gechloreerde minerale motor-, transmissie- en smeerolie.
  13 02 06 Synthetische motor-, transmissie- en smeerolie.
  13 02 07 Biologisch vlot afbreekbare motor-, transmissie- en smeerolie.
  13 02 08 Overige motor-, transmissie- en smeerolie.
  13 03 06 Niet bij 13 03 01 ingedeelde gechloreerde minerale olie voor isolatie en warmteoverdracht.
  13 03 07 Niet-gechloreerde minerale olie voor isolatie en warmteoverdracht.
  13 03 08 Synthetische olie voor isolatie en warmteoverdracht.
  13 03 09 Biologisch vlot afbreekbare olie voor isolatie en warmteoverdracht.
  13 03 10 Overige olie voor isolatie en warmteoverdracht.
  13 08 02 Niet elders genoemde overige emulsies.
  13 08 99 Niet elders genoemde afgewerkte oliën.
  20 01 26 Niet bij 20 01 25 ingedeelde afgewerkte oliën ingezameld door publiekrechtelijke rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor de inzameling van huisvuil.

Afdeling 2. - Preventie

Art.60. De terugnameplichtige moet overeenkomstig hoofdstuk I van dit besluit afvalpreventiemaatregelen uitwerken en ten uitvoer leggen, met name de ontwikkeling en bevordering van het gebruik van biologisch afbreekbare oliën voor toepassingen in verloren smering, zoals ontkistingsoliën, kettingzaagoliën en biosmeeroliën in de toepassingen i.v.m. oppervlaktewateren.   In geval van gemeenschappelijk systeem worden de communicatie- en sensibiliseringsmaatregelen door het erkende orgaan of het beheersorgaan aangevuld met een bepaling om de gezinnen en de beroepsgebruikers gevoelig te maken voor de voordelen en mogelijkheden om biologisch afbreekbare oliën te gebruiken.
Afdeling 3. - Gescheiden inzameling van afgewerkte oliën

Art.61.§ 1. De terugnameplichtige is verplicht tot terugname van afgewerkte huishoudelijke oliën die ingezameld worden door de voor de inzameling van huishoudafval verantwoordelijke publiekrechtelijke rechtspersonen en moet ze op zijn kosten laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting.   Wanneer de afgewerkte huishoudelijke oliën die via het netwerk van openbare infrastructuren ingezameld worden, verwerkt worden in het kader van een overheidsopdracht gegund door de publiekrechtelijke rechtspersonen die voor het beheer van huishoudafval verantwoordelijk zijn, betaalt hij de uit die opdracht resulterende reële en volle prijs voor het afvalbeheer, administratieve beheerskosten inbegrepen, terug naar rato van de in het Waalse Gewest op de markt gebrachte oliehoeveelheden, waarbij de maximumhoeveelheid inzamelbare afgewerkte oliën niet overschreden mag worden.   Wanneer de afgewerkte huishoudelijke oliën die via het netwerk van openbare infrastructuren ingezameld worden, ingezameld en verwerkt worden in het kader van een gewestelijke overheidsopdracht, betaalt de terugnameplichtige aan de [1 Administratie]1 de reële en volle prijs van genoemde opdracht, administratieve beheerskosten inbegrepen, terug naar rato van de in het Waalse Gewest op de markt gebrachte oliehoeveelheden, waarbij de maximumhoeveelheid inzamelbare afgewerkte oliën niet overschreden mag worden.   § 2. Afgewerkte oliën uit beroepsactiviteiten worden door de beroepsgebruikers, met name garagisten, toevertrouwd aan erkende inzamelaars, vergunde hergroeperingsinstallaties of verwerkingsbedrijven.   De terugnameplichtige betaalt de eventuele onkosten op forfaitaire wijze terug aan de beroepsgebruikers.   De terugnameplichtige kan de kosten van de inzameling en de verwerking van de afgewerkte oliën, die bepaald worden naar gelang van de hoeveelheden en het type olie, van de inzamelingsmethode en de marktvoorwaarden van de afgewerkte oliën, alsook de kosten voor het verstrekken van nuttige gegevens, terugbetalen aan de inzamelings-, hergroeperings- en verwerkingsoperatoren.   § 3. De terugnameplichtige is gehouden tot de terugname van het geheel van de afgewerkte oliën die uit de centra voor de demontage en de zuivering van autowrakken komen.   ----------   (1)
Art.62. De terugnameplichtige is verplicht een globaal inzamelingspercentage van minimum 90 % van de afgewerkte oliën te halen.

Afdeling 4. - Verwerking van afgewerkte oliën

Art.63.§ 1. Afgewerkte oliën worden bij voorkeur door regeneratie of hergebruik (brandstoffen na fysisch-chemische verwerking) gevaloriseerd, of bij gebreke daarvan, via een energetische valorisatie in een daartoe behoorlijk vergunde installatie.   De terugnameplichtige is verplicht een minimaal valorisatiepercentage van 60 % per regeneratie of andere hergebruiken van de afgewerkte oliën te halen.   § 2. Als er wordt vastgesteld dat de afgewerkte oliën van gezinnen die door de publiekrechtelijke rechtspersonen ingezameld worden ondanks de sensibiliserings- en voorlichtingsinspanningen en de controles met PCB's en andere ongewenste stoffen besmet zijn, wordt de meerkost voor de verwerking van deze vloeistof, vermenigvuldigd naar rato van de in het Waalse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden, gedragen door het gemeenschappelijk systeem naar rato van een bepaald jaarlijks maximumvolume, en voor het overige collegiaal door het gemeenschappelijk systeem en de [1 Administratie]1 of de publiekrechtelijke rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het afvalbeheer, onverminderd het recht om zich te keren tegen de parkgebruikers die verantwoordelijk zijn voor de besmetting.   Er kan een verwerkingsbijdrage van de beroepsgebruiker of de houder van afgewerkte professionele oliën geëist worden indien de afgewerkte oliën vermengd zijn met oplosmiddelen, reinigingsproducten, detergenten, antivriesmiddelen, PCB/PCT's, andere brandstoffen of stoffen. De financiële bijdrage wordt beperkt tot de meerkosten voor het beheer.   ----------   (1)
Afdeling 5. - Rapportage

Art.64.De terugnameplichtige verstrekt de [1 Administratie]1 jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar :   1. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid op de markt gebrachte afgewerkte oliën, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de huishoudelijke oliën en de oliën voor beroepsactiviteiten;   2. een raming van de verliezen bij het gebruik van de oliën;   3. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid afgewerkte oliën ingezameld in het Waalse Gewest, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de huishoudelijke oliën en de oliën uit beroepsactiviteiten;   4. de installaties waarin de ingezamelde afgewerkte oliën zijn verwerkt en de omschrijving van de wijze waarop zij verwerkt worden;   5. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheden afgewerkte oliën die opgenomen worden in de ketens voor regeneratie, andere hergebruiken van oliën, energetische valorisatie;   6. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheden basisoliën en andere nuttige componenten afkomstig van de regeneratie en andere hergebruiken van afgewerkte oliën;   7. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid te verwijderen afvalstoffen uit de verwerking van afgewerkte oliën;   8. de raming van de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid oliën op de markt gebracht in het Waalse Gewest tijdens het lopende jaar;   9. de nodige gegevens voor de beoordeling van de preventieacties en de berekening van de resultatenindicatoren;   10. in geval van erkend orgaan of milieubeleidsovereenkomst, de bijdrage(n) gestort aan het beheersorgaan, alsook de berekeningsmodaliteiten, en de lijst van de leden van en aangeslotenen bij het beheersorgaan.   ----------   (1)
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie

Art.65. § 1. De terugnameplichtigen zorgen ervoor, met name via voorlichtingscampagnes, dat de gezinnen en beroepsgebruikers ingelicht worden o.a. over :   1. de mogelijke effecten van de afgewerkte oliën op het leefmilieu en de gezondheid van de mens;   2. de wijzen waarop de oliën optimaal gebruikt worden;   3. het verbod om de afgewerkte oliën met PCB's of andere gevaarlijke stoffen te vermengen, om elke vreemde stof aan de afgewerkte oliën toe te voegen of ermee te vermengen;   4. de te hunner beschikking gestelde inzamelings- en valorisatiesystemen en de rol die ze bij de valorisatie van de afgewerkte oliën te vervullen hebben.   De terugnameplichtigen dragen bij tot de doeltreffendheid van de activiteiten i.v.m. de inzameling en de verwerking van de afgewerkte oliën, met name door de sensibilisering van de garagisten, inzamelaars, vervoerders en verwerkingscentra.   § 2. De kosten van de inzameling en de valorisatie van de afgewerkte oliën, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer van die afval, zijn het voorwerp van een bericht aan de verbruikers en beroepsgebruikers.
HOOFDSTUK VI. - Afgewerkte oliën en vetten die bij het bakken van voedingsmiddelen gebruikt mogen worden

Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.66.§ 1. In de zin van dit hoofdstuk wordt onder inzamelingspercentage verstaan de verhouding tussen het gewicht van de ingezamelde afgewerkte frituuroliën en -vetten en het gewicht van de afgewerkte frituuroliën en -vetten die tijdens bedoeld kalenderjaar ingezameld kunnen worden, uitgedrukt in percent. De hoeveelheden inzamelbare afgewerkte frituuroliën en -vetten worden bepaald op basis van de afgewerkte frituuroliën en -vetten die op de markt gebracht worden in het Waalse Gewest en van de verliezen die voortvloeien uit het gebruik hiervan. Het verliespercentage bij het gebruik van de oliën wordt bepaald op basis van een onderzoek dat op objectieve en contradictoire wijze gevoerd wordt en waarvan de conclusies door de [1 Administratie]1 goedgekeurd worden.   § 2. De terugnameplicht is van toepassing op de frituuroliën en -vetten opgenomen onder volgende afvalcode :   20 01 25 Voedingsoliën en -vetten.   De terugnameplicht is van toepassing op de afgewerkte huishoudelijke en professionele frituuroliën en -vetten voortkomend uit de nieuwe oliën en vetten die door de producent op de markt worden gebracht in het Waalse Gewest.   Ze is niet van toepassing op frituuroliën en -vetten uit de voedingsindustrie.   ----------   (1)
Afdeling 2. - Preventie

Art.67. De terugnameplichtige moet overeenkomstig hoofdstuk I van dit besluit afvalpreventiemaatregelen uitwerken en ten uitvoer leggen, met name de sensibilisering van de gezinnen voor een optimaal gebruik van frituuroliën en -vetten.
Afdeling 3. - Gescheiden inzameling van afgewerkte frituuroliën en -vetten

Art.68.§ 1. De terugnameplichtige is verplicht tot terugname van afgewerkte huishoudelijke oliën die ingezameld worden door de voor de inzameling van huishoudafval verantwoordelijke publiekrechtelijke rechtspersonen en moet ze op zijn kosten laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting.   Wanneer de afgewerkte huishoudelijke oliën die via het netwerk van openbare infrastructuren ingezameld worden, verwerkt worden in het kader van een overheidsopdracht gegund door de publiekrechtelijke rechtspersonen die voor het beheer van huishoudafval verantwoordelijk zijn, betaalt hij de uit die opdracht resulterende reële en volle prijs voor het afvalbeheer terug, administratieve beheerskosten inbegrepen en rekening houdend met de verkoopwaarde van de afgewerkte oliën en vetten, naar rato van de in het Waalse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden, waarbij de maximumhoeveelheid inzamelbare afgewerkte oliën niet overschreden mag worden.   Wanneer de afgewerkte huishoudelijke oliën die via het netwerk van openbare infrastructuren ingezameld worden in het kader van een gewestelijke overheidsopdracht ingezameld en verwerkt worden, betaalt de terugnameplichtige aan de [1 Administratie]1 de reële en volle prijs van die opdracht, administratieve beheerskosten inbegrepen en rekening houdend met de verkoopwaarde van de oliën en vetten, terug naar rato van de in het Waalse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden, waarbij de maximumhoeveelheid inzamelbare oliën niet overschreden mag worden.   § 2. De inzameling van afgewerkte oliën uit beroepsactiviteiten wordt door de beroepsgebruikers, met name de horeca, toevertrouwd aan de restauratiediensten van collectiviteiten en aan gelijksoortige installaties, aan erkende inzamelaars, vergunde hergroeperingscentra of verwerkingsbedrijven.   De terugnameplichtige betaalt de eventuele onkosten desgevallend op forfaitaire wijze terug aan de beroepsgebruikers.   De terugnameplichtige betaalt de eventuele kosten van de inzameling en de verwerking van de afgewerkte oliën terug aan de inzamelings-, hergroeperings- of verwerkingsoperatoren, naar gelang van de marktomstandigheden van de afgewerkte oliën, alsook de kosten voor het verstrekken van nuttige gegevens.   ----------   (1)
Art.69. De terugnameplichtige zamelt zoveel mogelijk hoeveelheden inzamelbare afgewerkte frituuroliën en -vetten, in ieder geval de afgewerkte oliën en frituurvetten die hem aangeboden worden, binnen de perken van de hoeveelheden die op de markt gebracht worden.
  Hij is verplicht de volgende minimale inzamelingspercentages te halen :
  1° voor huishoudelijke frituuroliën en -vetten :
  - 25 % vanaf 2010;
  - 30 % vanaf 2012;
  - 40 % vanaf 2017;
  2° voor professionele frituuroliën en -vetten :
  - 65 % vanaf 2010;
  - 80 % vanaf 2012;
  - 90 % vanaf 2017.

Afdeling 4. - Verwerking van afgewerkte frituuroliën en -vetten

Art.70. § 1. De ingezamelde afgewerkte oliën en vetten worden volledig gerecycleerd of energetisch gevaloriseerd.   Het is verboden afgewerkte frituuroliën en -vetten voor dierlijke voeding te gebruiken.   § 2. Als er wordt vastgesteld dat de afgewerkte oliën en vetten van gezinnen die door de publiekrechtelijke rechtspersonen ingezameld worden ondanks de sensibiliserings- en voorlichtingsinspanningen en de controles met ongewenste stoffen besmet zijn, wordt de meerkost voor de verwerking van die stoffen, vermenigvuldigd naar rato van de in het Waalse Gewest op de markt gebrachte hoeveelheden, gedragen door het gemeenschappelijk systeem ten belope van een jaarlijks maximumvolume dat vastligt in de milieubeleidsovereenkomst of de erkenning, onverminderd het recht om de voor de besmetting verantwoordelijke parkgebruikers aan te klagen.
Afdeling 5. - Rapportage

Art.71.De terugnameplichtige verstrekt de [1 Administratie]1 jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar :   1. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid frituuroliën en -vetten die op de markt zijn gebracht in het Waalse Gewest, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de oliën en vetten voor huishoudelijk gebruik en die voor professioneel gebruik;   2. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheden afgewerkte oliën en vetten ingezameld in het Waalse Gewest, per type inzameling, voor professioneel en huishoudelijk gebruik;   3. het aantal inzamelingspunten in het Waalse Gewest en de identificatie ervan;   4. een raming van de verliezen bij het gebruik van de frituuroliën en -vetten;   5. de installaties waarin de ingezamelde afgewerkte oliën en vetten zijn verwerkt, de verwerkte hoeveelheid en de omschrijving van de verwerkingswijze;   6. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheden gevaloriseerde of gerecycleerde afgewerkte oliën en vetten voor professioneel gebruik;   7. de in kg uitgedrukte totale hoeveelheden gevaloriseerde of gerecycleerde afgewerkte oliën en vetten voor huishoudelijk gebruik;   8. de gegevens over de ondernomen sensibiliserings- en preventieacties, de beoordeling van die acties en de berekening van de resultatenindicatoren;   9. informatie over de economische marktomstandigheden voor de inzameling en de verwerking van de afgewerkte oliën en vetten. Die informatie wordt gespecificeerd per bijdragecategorie;   10. de raming van de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid frituuroliën en -vetten die tijdens het lopende jaar op de markt gebracht worden in het Waalse Gewest;   11. in geval van erkend orgaan of milieubeleidsovereenkomst, de bijdrage(n) gestort aan het beheersorgaan, alsook de berekeningsmodaliteiten, en de lijst van de leden van en aangeslotenen bij het beheersorgaan.   ----------   (1)
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie

Art.72. § 1. De terugnameplichtigen zorgen ervoor, met name via voorlichtingscampagnes, dat de gezinnen en beroepsgebruikers ingelicht worden o.a. over :   1° de mogelijke milieueffecten van de afgewerkte oliën;   2° de wijzen waarop de oliën optimaal gebruikt worden;   3° de te hunner beschikking gestelde inzamelings- en valorisatiesystemen en de rol die ze bij de valorisatie van de afgewerkte oliën te vervullen hebben.   De terugnameplichtigen dragen bij tot de doeltreffendheid en de veiligheid van de activiteiten i.v.m. de inzameling en de verwerking van de afgewerkte oliën, met name door de sensibilisering van de inzamelaars, vervoerders en vergunde hergroeperings-, verwerkings- en valorisatiecentra.   § 2. De kosten voor de inzameling en de valorisatie van de afgewerkte frituuroliën en -vetten, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer van die afval, zijn het voorwerp van een bericht aan de gezinnen en beroepsgebruikers.
HOOFDSTUK VII.
  <Opgeheven bij BWG 2019-05-02/73, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-09-2019>

Afdeling 1.   
Art.73.   
Afdeling 2.
  <Opgeheven bij BWG 2019-05-02/73, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-09-2019>

Art.74.   
Afdeling 3.
  <Opgeheven bij BWG 2019-05-02/73, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-09-2019>

Art.75.   
Afdeling 4.
  <Opgeheven bij BWG 2019-05-02/73, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-09-2019>

Art.76.   
Afdeling 5.
  <Opgeheven bij BWG 2019-05-02/73, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-09-2019>

Art.77.   
Afdeling 6.
  <Opgeheven bij BWG 2019-05-02/73, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 20-09-2019>

Art.78.   
HOOFDSTUK VIII. - Afgedankte voertuigen

Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.79. De terugnameplicht is van toepassing op de afgedankte voertuigen die opgenomen zijn onder de volgende afvalcodes :   160104 Afgedankte voertuigen.   160106 Afgedankte voertuigen die noch vloeistoffen, noch andere gevaarlijke bestanddelen bevatten.
Art.80.[1 In de zin van dit hoofdstuk]1 wordt verstaan onder :
  1° afgedankt voertuig : gebruikt voertuig :
  a) waarvan de geldigheidsdatum [1 van de technische keuring]1 dat afgeleverd is door een inrichting voor technische keuring van een andere lidstaat van de Europese Unie sinds meer dan twee jaar verstreken is;
  b) dat niet gekeurd is sinds twee jaar vanaf de datum waarop het voor het eerst gekeurd had moeten worden, indien het in gebruik was gebleven;
  c) [1 in een toestand van technisch totaal verlies, tenzij de houder of eigenaar binnen de maand het bewijs toont dat een rehabilitatieprocedure is opgestart]1;
  [1 d) waarvan de eigenaar of houder niet in staat is om, binnen de maand, één van de volgende bewijzen te krijgen of te tonen :
   - een geldig inschrijving;
   - Een geldige technische keuring dat afgeleverd is door een inrichting voor technische keuring van een Lidstaat van de Europese Unie, of het keuringsbewijs waarvan de geldigheidsdatum sinds maximum twee jaar verstreken is, voor zover het voertuig erover moet beschikken volgens de wetgeving betreffende de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.]1
  Worden niet beschouwd als afgedankte voertuigen :
  a) old-timer die ingeschreven is in het repertorium van de motorvoertuigen en de aanhangwagens;
  b) voertuig dat als verzamelobject bewaard wordt in een gesloten lokaal dat voor hem bestemd is;
  c) [1 ...]1;
  d) voertuig dat het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek of een inbeslagname en dat nog niet vrijgegeven werd, alsook voertuig dat het voorwerp is van een geschil waarover nog uitspraak gedaan moet worden;
  e) voertuig gebruikt voor didactische doeleinden en opgeslagen in een gesloten locatie die voor hem bestemd is;
  f) voertuigen bestemd voor tentoonstellings- of herdenkingsactiviteiten;
  [1 g) het voertuig gebruikt voor activiteiten van autosport, waarvan de ruiten en de binnengarnituur zijn ontmanteld en als het voertuig een veiligheidskooi bevat.]1
  [1 Op de voordracht van de Administratie kan de Minister via een besluit de criteria bepalen van technisch totaal verlies van de voertuigen die o.a. voor de uitvoer zijn bestemd.]1
  [1 1°bis voertuig : elk voertuig ingedeeld in categorie M1 of N1 zoals bepaald in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG, alsmede de driewielers zoals omschreven in Richtlijn 92/61/EEG, met uitzondering van de driewielers met motor.]1
  Voor de toepassing van dit besluit onderwerpt de terugnameplichtige aan de goedkeuring van de Dienst de criteria op grond waarvan een onderscheid wordt gemaakt tussen de technisch afgedankte voertuigen en de nog bruikbare voertuigen die met name voor uitvoer bestemd zijn.
  2° hergebruiks- en valorisatiepercentage : het relatieve gewicht van de onderdelen van afgedankte voertuigen die daadwerkelijk hergebruikt en gevaloriseerd worden t.o.v. het totaalgewicht van de ingezamelde afgedankte voertuigen, uitgedrukt in percent;
  3° hergebruiks- en recyclingpercentage : het relatieve gewicht van de onderdelen van afgedankte voertuigen die daadwerkelijk hergebruikt en gerecycleerd worden t.o.v. het totaalgewicht van de ingezamelde afgedankte voertuigen, uitgedrukt in percent;
  4° verwerking : elke activiteit die plaatsvindt nadat het afgedankt voertuig is afgeleverd aan een zuiverings-, ontmantelings-, snij-, vermalings-, valorisatie-installatie of aan een installatie tot voorbereiding op de verwijdering van de vermalen afval, alsook elke andere handeling uitgevoerd met het oog op de valorisatie en/of de verwijdering van het afgedankt voertuig en de bestanddelen ervan;
  5° gegevens over de ontmanteling : alle vereiste gegevens om een geschikte en milieuvriendelijke verwerking van de afgedankte voertuigen mogelijk te maken. Die gegevens worden door de voertuigenconstructeurs en de producenten van bestanddelen ter inzage van de vergunde verwerkingsinstallaties gelegd d.m.v. handleidingen of via de elektronische kanalen;
  6° shredder : voorziening om de afgedankte voertuigen in stukken te snijden of te fragmenteren, incluis om onmiddellijk bruikbaar schroot te verkrijgen.

(NOTA : bij arrest nr 234.539 van 26-04-2016 (B.St. 01-08-2016, p. 47031), heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel 80,L3 vernietigd)
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>

Afdeling 2. - Preventie

Art.81. De terugnameplichtige moet overeenkomstig hoofdstuk I van dit besluit kwantitatieve en kwalitatieve afvalpreventiemaatregelen uitwerken en ten uitvoer leggen, met name met het oog op de beperking van gevaarlijke bestanddelen en op de maximale beperking van de te verwijderen restafval.   Wanneer de terugnameplichtige gelijktijdig te maken heeft met andere stromen afval van producten of uitrustingen die in de voertuigen ingebouwd zijn, zoals oliën, banden en autobatterijen en -accu's, kan hij globale preventiemaatregelen vastleggen voor die verschillende stromen.
Afdeling 3. - Inzameling van afgedankte voertuigen

Art.82.§ 1. De eigenaar of houder van een afgedankt voertuig moet zijn afgedankt voertuig onmiddellijk inleveren op een terugnamepunt conform § 2 wanneer hij één van de volgende bewijzen niet kan verkrijgen of overleggen :   1° het inschrijvingsbewijs;   2° het conformiteitsbewijs;   3° het keuringsbewijs.   § 2. Het net van terugnamepunten telt een toereikend aantal terugnamepunten en is geografisch evenwichtig verdeeld over het Waalse Gewest. Het is uitvoerig beschreven in het individuele preventie- en beheersplan, in de erkenningsaanvraag of in de milieubeleidsovereenkomst.   Dat net bestaat uit garages, ontmantelings- en zuiveringscentra en uit installaties voor de hergroepering, sortering of terugwinning van afgedankte voertuigen, die door het Waalse Gewest vergund en door het erkende orgaan of het beheersorgaan erkend zijn.   De detailhandelaar is verplicht hetzij elk afgedankt voertuig dat hem aangeboden wordt en van een merk dat hij in de handel brengt gratis terug te nemen, hetzij de houder het erkende terugnamepunt aan te wijzen wanneer hij niet zelf voor de terugname zorgt, met inachneming van het eerste lid.   De detailhandelaar is verplicht elk afgedankt voertuig dat hem aangeboden wordt gratis terug te nemen in geval van aankoop van een vervangingsvoertuig, ongeacht het merk.   De detailhandelaar levert een aanvaardingsbewijs naar het door de [2 Administratie]2 bepaalde model af in ruil voor het afgedankte voertuig, voorzien van het inschrijvingsbewijs, [1 ...]1, [1 ...]1 en, desgevallend, de laatste [1 geldige technische keuring dat afgeleverd is door een inrichting voor technische keuring van een Lidstaat van de Europese Unie]1. In afwachting van genoemd model, geldt het koopbriefje of de factuur waarop de terugname vermeld wordt als bewijs.   § 3. De distributeur is ertoe verplicht op eigen kosten, regelmatig en ter plaatse bij de detailhandelaars alle overeenkomstig paragraaf 2 in ontvangst genomen afgedankte voertuigen terug te nemen en aan de terugnameplichtige te tonen.   § 4. De terugnameplichtige is ertoe verplicht op eigen kosten regelmatig alle overeenkomstig de §§ 2 en 3 in ontvangst genomen afgedankte voertuigen terug te nemen bij de distributeurs of, zo niet, bij de detailhandelaars, en ze in een daartoe vergund zuiverings- en ontmantelingscentrum te laten verwerken binnen drie maanden na terugname door de detailhandelaars.   § 5. Een afgedankt voertuig wordt zonder kosten voor de houder en/of de eigenaar ervan teruggenomen voor zover de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn :   1° het afgedankte voertuig bevat alle bestanddelen die noodzakelijk zijn voor de werking van een voertuig;   2° het afgedankte voertuig bevat geen afval die hem niet eigen is.   Bij gebreke daarvan kunnen kosten gevorderd worden, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige wegens niet-inachtneming van genoemde voorwaarden.   De terugnameplichtige zet met alle middelen waarover hij beschikt aan tot de inlevering van de afgedankte voertuigen in het net van de terugnamepunten bedoeld in dit artikel.   ----------   (1)   (2)
Art. 82bis.De economische operatoren bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken leggen de [1 Administratie]1 binnen een termijn van zes maanden, te rekenen van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, een document over met de maatregelen voor het beheer van de afgedankte onderdelen die afval vormen en uit passagiersvoertuigen weggenomen worden in geval van reparaties om aan artikel 5, 1 van voornoemde richtlijn te voldoen.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Afdeling 4. - Verwerking van afgedankte voertuigen

Art.83. § 1. De terugnameplichtigen verstrekken de erkende centra voor de zuivering en ontmanteling van afgedankte voertuigen alle demontage-informatie binnen zes maanden na het in de handel brengen van een nieuw type voertuig. In die informatie worden de verschillende voertuigonderdelen en -materialen en de plaats van alle gevaarlijke stoffen in de voertuigen aangegeven.   § 2. De fabrikanten van voertuigonderdelen verstrekken op verzoek van de centra informatie omtrent demontage, opslag en het testen van onderdelen die opnieuw kunnen worden gebruikt, onverminderd de vertrouwelijkheid van commerciële en industriële gegevens.
Art.84. § 1. Het is verboden afval van afgedankte voertuigen of van onderdelen ervan te verwijderen zonder voorafgaande verwerking met het oog op de zuivering en de volledige of gedeeltelijke valorisatie ervan.
  § 2. Afgedankte voertuigen worden gezuiverd zodat de gevaarlijke bestanddelen alsook het geheel van de vloeistoffen op selectieve wijze weggenomen, afgezonderd en verwerkt worden.
  § 3. De gezuiverde afgedankte voertuigen worden ontmanteld zodat de valoriseerbare bestanddelen, wisselstukken inbegrepen, op selectieve wijze weggenomen en afgezonderd worden.
  In ieder geval worden de katalysatoren, metalen onderdelen die koper, aluminium en magnesium bevatten, op selectieve wijze weggenomen indien deze metalen in de shredder niet worden gescheiden, banden, glas, omvangrijke en vlot demonteerbare kunststofonderdelen zoals bumpers, instrumentenborden, vloeistoftanks en schuimplastic van zetels, batterijen en accu's indien deze materialen bij de shredding niet zodanig worden gescheiden dat ze als materialen gerecycleerd kunnen worden.
  Batterijen en accu's worden overeenkomstig hoofdstuk II verwerkt.
  Versleten banden worden overeenkomstig hoofdstuk III verwerkt.
  Afgewerkte oliën worden overeenkomstig hoofdstuk V verwerkt.
  § 4. De opslaghandelingen worden uitgevoerd zonder de bestanddelen die vloeistoffen bevatten, noch de valoriseerbare bestanddelen en de wisselstukken te beschadigen.
  De opslag- en verwerkingsinstallaties zijn uitgerust met waterdichte oppervlakten die voor de terugwinning van de vloeistoffen zorgen, onverminderd de sectorale vorwaarden in het Waalse Gewest.
  § 5. De zuiverings- en ontmantelingshandelingen worden gevolgd door een shredder met het oog op de maximale recycling of valorisatie van de materialen.

Art.85. Bij de inwerkingtreding van dit besluit moeten de volgende minimumpercentages gehaald worden : 85 % hergebruik en valorisatie, waarvan 80 % hergebruik en recycling.
  Vanaf 1 januari 2015 is het minimale hergebruiks- en valorisatiepercentage gelijk aan 95 %, waarvan 85 % hergebruik en recycling.

Art.86. De erkende zuiverings-/ontmantelingsinstallaties leveren voor elk ontvangen voertuig gratis een vernietigingsbewijs af aan de laatste houder van het afgedankte voertuig.

Afdeling 5. - Rapportage

Art.87.De terugnameplichtige verstrekt de [1 Administratie]1 jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens betreffende het vorige jaar :   1° de in kg en aantal uitgedrukte totale hoeveelheid afgedankte voertuigen ingezameld in het kader van de terugnameplicht;   2° de inrichting(en) waarin de afgedankte voertuigen verwerkt worden, alsook de verwerkingsresten en -wijzen;   3° de in kg uitgedrukte hoeveelheden afval die respectievelijk hergebruikt, gerecycleerd, gevaloriseerd en verwijderd wordt, bevestigd door de certificaten van de inrichtingen bedoeld in 2°;   4° de gegevens over de banden, oliën en autobatterijen en accu's ingezameld via de erkende zuiverings- en ontmantelingscentra.   De [1 Administratie]1 kan de detailhouder, de verdeler en de terugnameplichtige verzoeken om elk bjkomend gegeven dat hij nuttig acht voor de beoordeling van de omschreven doelstellingen overeenkomstig dit hoofdstuk.   De terugnameplichtige kan een globaal rapport opmaken voor alle stromen afval i.v.m. de voertuigen die hij op de markt brengt; in dat geval houdt het rapport rekening met de specifieke belastingen op die stromen.   ----------   (1)
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie

Art.88. § 1. De terugnameplichtigen zorgen ervoor, met name via regelmatige voorlichtingscampagnes en sensibiliseringsacties, dat de verbruikers, detailhandelaars en verdelers ingelicht worden over de tot stand gebrachte inzamelings- en verwerkingssystemen en over de rol die zij bij het beheer van de afgedankte voertuigen te vervullen hebben.   Ze zorgen voor de doeltreffendheid en de veiligheid van de activiteiten inzake de inzameling en de verwerking van afgedankte voertuigen, met name via sensibiliseringsacties t.o.v. van de operatoren.   De terugnameplichtigen kunnen globale communicatiemaatregelen vastleggen voor alle stromen i.v.m. de voertuigen om te voldoen aan de verplichtingen bedoeld in de artikelen 40, 49, 65 en in dit artikel.   § 2. De kosten voor de inzameling, zuivering, ontmanteling en voor de valorisatie en de verwijdering van de afgedankte voertuigen, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer zijn het voorwerp van een bericht aan de gezinnen en beroepsgebruikers.
HOOFDSTUK IX. <Opgeheven bij BWG 2019-02-28/24, art. 8,§2,3°, 005; Inwerkingtreding : 28-04-2019>
  <BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Afdeling 1.   
Art.89.   
Afdeling 2.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,3°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.90.   
Afdeling 3.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,3°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.91.   
Art.92.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,3°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Afdeling 4.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,3°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.93.   
Afdeling 5.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,3°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.94.   
Afdeling 6.
  <Opgeheven bij BWG 2021-07-08/10, art. 49,§2,3°, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.95.   
HOOFDSTUK X. - Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.96.§ 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :   1° operator : inzamelings-, vervoers- of verwerkingsoperator;   2° terugnameplichtige : de producent van elektrische en elektronische apparatuur in de zin van artikel 2, 20bis, van het decreet. [1 ...]1.   [1 3° grote, niet-verplaatsbare industriële werktuigen: een groot geheel van machines, apparatuur en/of onderdelen die samenwerken voor een bepaalde toepassing, op een vaste plaats door vakmensen worden geïnstalleerd of afgebroken, en door vakmensen worden gebruikt en onderhouden in een industriële productieomgeving of een centrum voor onderzoek en ontwikkeling    4° grote vaste installatie: een grootschalig samenstel van diverse typen apparaten en eventueel andere hulpmiddelen die :    a) door vakmensen wordt gemonteerd, geïnstalleerd en afgebroken,    b) bestemd is voor permanent gebruik als onderdeel van een gebouw of een structuur op een vooraf bepaalde en speciaal daarvoor bestemde plaats, en    c) uitsluitend door dezelfde speciaal ontworpen apparatuur vervangen kan worden;    5° niet voor de weg bestemde mobiele machines : en machine met een interne krachtbron, waarvan de werking ofwel mobiliteit vereist, ofwel permanente of semipermanente beweging tussen een reeks vaste werklocaties tijdens het werk;    6° medisch hulpmiddel: een medisch hulpmiddel of hulpstuk in de zin van artikel 1, § 2, punt a) of b), respectievelijk van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen, dat EEA is;    7° medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek : een hulpmiddel of hulpstuk voor in-vitrodiagnostiek in de zin van artikel 1, § 2, punt b) of c), respectievelijk, van Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek, dat EEA is;    8° actief implanteerbaar medisch hulpmiddel : actief implanteerbaar medisch hulpmiddel in de zin van artikel 1, § 2, punt c), van Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen, dat een EEA is; 9° producent van EEA : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die ongeacht de gebruikte verkooptechniek, met inbegrip van verkoop op afstand :   is gevestigd op het Belgisch grondgebied en EEA vervaardigt en in de handel brengt onder zijn eigen naam of merk, of laat EEA ontwerpen of vervaardigen dat hij onder zijn naam of merk op het grondgebied verhandelt;   b) is gevestigd op het Belgisch grondgebied en toestellen wederverkoopt op het grondgebied dat door andere leveranciers zijn geproduceerd onder zijn eigen naam of merk. Daarbij wordt de wederverkoper niet als "producent van EEA" aangemerkt als het merkteken van de producent in de zin van punt a op het toestel zichtbaar is;   c) is gevestigd op het Belgisch grondgebied en brengt beroepsmatig EEA op de markt die afkomstig zijn van een derde land of een andere Lidstaat van de Europese unie;   d) EEA verkoopt op afstand rechtstreeks aan particuliere huishoudens of professionele gebruikers op het grondgebied, gevestigd is in een derde land of een andere Lidstaat van de Europese unie.   Diegene die uitsluitend voorziet in financiering op grond van of overeenkomstig een financieringsovereenkomst, en die de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom niet draagt, wordt niet als producent aangemerkt, tenzij hij ook optreedt als producent in de zin van de bepalingen bedoeld in de punten a) tot d);    10° distributeur : een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, die EEA op de markt aanbiedt;    11° percentage van valorisatie: het cijfer berekend voor elke categorie EEA, door het gewicht van AEEA dat in de installatie van valorisatie of recycling binnenkomt, met inbegrip van de voorbereiding van het hergebruik, met het oog op een aangepaste behandeling overeenkomstig afdeling 4, gedeeld door het gewicht van het geheel van de AEEA apart ingezameld voor elke categorie, uitgedrukt in percentage;    12° afzondering: manuele, mechanische, chemische of metallurgische behandeling die ervoor zorgt dat gevaarlijke stoffen, mengsels en onderdelen tijdens het verwerkingsproces in een identificeerbare stroom of als identificeerbaar deel van een stroom zijn afgescheiden. Stoffen, mengsels of onderdelen zijn identificeerbaar als zij kunnen worden gemonitord om te verifiëren of zij worden verwerkt op een wijze die veilig is voor het milieu.]1   § 2. [1 De terugnameplicht is van toepassing op de hierna bepaalde elektrische en elektronische apparatuur, met uitzondering van de apparatuur ingebouwd in de nieuwe voertuigen geregeld bij de terugnameplicht betreffende de afgedankte voertuigen :    1° tot 14 augustus 2018, de elektrische en elektronische apparatuur die ingedeeld is in de categorieën opgesomd in bijalge IA. Bijlage IB bevat een indicatieve lijst van EEA die ingedeeld is in de categorieën opgesomd in bijlage IA;    2° vanaf 15 augustus 2018, alle elektrische en elektronische apparatuur. Deze worden gerangschikt in de categorieën opgesomd in bijlage IIA. Bijlage IIB bevat een niet-limitatieve lijst van EEA die ingedeeld is in de categorieën opgesomd in bijlage IIA.]1.   [1 § 3. In afwijking van paragraaf 2 is de terugnameplicht niet van toepassing op de volgende EEA :    1° apparatuur die wordt aangewend in samenhang met de bescherming van wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de Staat, wapens, munitie, en oorlogsmateriaal, met uitzondering van apparatuur die niet voor specifieke militaire doeleinden is bestemd;    2° apparatuur die specifiek is ontworpen en geïnstalleerd om deel uit te maken van andere apparatuur welke is uitgesloten van of niet onder het toepassingsgebied van de terugnameplicht valt, die haar functie alleen kan vervullen als zij deel uitmaakt van laatstbedoelde apparatuur;    3° de gloeilampen.    § 4. In afwijking van paragraaf 2, 2°, is de terugnameplicht niet van toepassing op de volgende elektrische en elektronische apparatuur :    1° apparatuur bestemd om de ruimte ingestuurd te worden.    2° grote, niet-verplaatsbare industriële installaties:    3° grote, vaste installaties, met uitzondering van apparatuur die niet specifiek is ontworpen en geïnstalleerd als onderdeel van zulke installaties;    4° vervoermiddelen voor personen of goederen, met uitzondering van elektrische tweewielers zonder typegoedkeuring;    5° niet voor de weg bestemde en uitsluitend voor beroepsmatig gebruik beschikbaar gestelde mobiele machines    6° apparatuur die speciaal is ontworpen uitsluitend voor doeleinden van onderzoek en ontwikkeling en die alleen door een bedrijf aan een ander bedrijf ter beschikking wordt gesteld    7° medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek, wanneer deze hulpmiddelen naar verwachting vóór het einde van hun levensduur infectieus zijn, en actieve implanteerbare medische hulpmiddelen.]1 (NOTA : 9° van art. 96, § 1 vernietigd bij arrest van de Raad van State nr. 244.572 van 22 mei 2019, B.S. 09-07-2017, p. 69601)   ----------   (1)
Art.97.§ 1. De afgedankte huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur afkomstig van apparatuur die voor 13 augustus 2005 op de markt is gebracht [1 ...]1, wordt door het geheel van de terugnameplichtigen ten laste genomen naar rato van de hoeveelheden die ze op de markt brengen.
  § 2. De afval van niet-huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur die voor 13 augustus 2005 op de markt is gebracht, wordt ten laste genomen door :
  - de terugnameplichtige wanneer ze vervangen wordt door een gelijkwaardig product of door een product dat dezelfde functies heeft;
  - door de gebruiker in de overige gevallen.
  De terugnameplichtigen en de beroepsgebruikers kunnen overeenkomsten sluiten die in andere financieringsmethodes voorzien, voor zover de [2 Administratie]2 daarvan op de hoogte gebracht wordt.
  § 3. De afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht wordt ten laste genomen door de terugnameplichtigen.
  [1 Wat betreft de afgedankte huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur is elke producent verantwoordelijk voor de financiering van de ten laste neming van de afval van zijn eigen producten.]1
  De terugnameplichtigen en de beroepsgebruikers kunnen overeenkomsten sluiten die in andere financieringsmethodes voorzien voor niet-huishoudelijke afval, voor zover de [2 Administratie]2 daarvan op de hoogte gebracht wordt.
  § 4. [1 Wanneer een product in de handel wordt gebracht, geeft elke producent een waarborg dat het beheer van alle AEEA zal worden gefinancierd. Deze garantie moet waarborgen dat de handelingen voor de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuvriendelijke verwijdering van de huishoudelijke AEEA die naar de inzamelinstallaties wordt gebracht, die betrekking hebben op dit product, gefinancierd zullen worden. Deze waarborg kan de vorm hebben van een bijdrage van de producent aan aangepaste systemen voor de financiering van het beheer van de AEEA, een recyclingverzekering of een geblokkeerde bankrekening]1.
  [1 § 5. De milieubijdrage bestemd om de kosten te dekken betreffende de tenuitvoerlegging van de terugnameplicht voor huishoudafval is zichtbaar op de facturen tussen de verschillende schakels van de commercialiseringsketen, alsook op de verkooppunten naar de eindverbruiker. De bijdrage is zichtbaar op de facturen tussen de verschillende schakel van de keten voor de professionele afval, behalve speciaal gemotiveerd afwijking van de administratie. De aldus vermelde kosten komen overeen met de beste beschikbare schatting van de daadwerkelijk gedragen kosten.
§ 6. De terugnameplichtigen nemen de nodige maatregelen om te garanderen dat de aangepaste mechanismen of procedures worden aangebracht voor de terugbetaling aan de distributeurs en detailhandelaars van de milieubijdragen wanneer de EEA worden overgedragen met het oog op het op de markt brengen buiten het Belgisch grondgebied. Deze mechanismen of procedures kunnen tot stand worden gebracht door de producenten of door derden die handelen voor de rekening van de producenten, in overleg met de betrokken distributeurs en detailhandelaars of hun vertegenwoordigers.]1

(NOTA : invoeging van een § 6, vernietigd bij arrest van de Raad van State nr. 244.572 van 22 mei 2019, B.S. 09-07-2019, p. 69601)
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>
  (2)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Afdeling 2. - Preventie en hergebruik

Art.98.De terugnameplichtige moet overeenkomstig hoofdstuk I maatregelen tot voorkoming en hergebruik van de goederen en de afval uitwerken en ten uitvoer leggen, waarbij de overwogen initiatieven omschreven worden, met name om :   1° het op de markt brengen van vlot herstelbare apparatuur en de beschikbaarheid van wisselstukken te bevorderen;   2° gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de reparatie en het hergebruik van de apparatuur, met name in de sector van de sociale economie, op het eerste verzoek van betrokken sector(en);   3° de samenstelling van de verschillende elementen en materialen van de apparatuur mee te delen, met name wat gevaarlijke stoffen betreft;   4° de samenwerking inzake hergebruik te bevorderen met de betrokken operatoren, met name die van de sociale economie;   5° een vlotte toegang te verlenen tot de potentiële markt van de voor hergebruik geschikte apparatuur ten einde hergebruik te bevorderen, met name voor de sector van de sociale economie.   [1 De terugnameplichtige zorgt ervoor dat de AEEA die voor het hergebruik moeten worden voorbereid, worden gescheiden, op het inzamel- of hergroeperingspunt, van de andere AEEA die selectief worden ingezameld, op basis van visuele preselectie. Om de scheiding door te voeren, kan beroep worden gedaan op een gespecialiseerde operator van de sector van het hergebruik. De visuele preselectie met het oog op het hergebruik, alsook de voorbereiding op het hergebruik dat erop volgt, moeten worden gemaakt in overeenstemming met bijlage III bij dit besluit.]1   [1 De communicatiemaatregelen omvatten een bepaling om gevoelig te maken voor preventie en hergebruik van AEEA. Per bedrijvigheidssector kan de terugnameplichtige per overeenkomst de verplichtingen inzake preventie en hergebruik aan een derde rechtspersoon toevertrouwen die zijn plaats inneemt voor zijn verplichtingen]1. Tijdens de looptijd van de erkenning of de overeenkomst wordt minstens één communicatie- en sensibiliseringscampagne aan de preventie van die afval en aan de hergebruiksketens besteed.   ----------   (1)
Art.99.De terugnameplichtige bevordert het ontwerpen en produceren van elektrische en elektronische apparatuur die de ontmanteling, het hergebruik en de valorisatie ervan, alsook van de desbetreffende bestanddelen en materialen, vergemakkelijken.
  De terugnameplichtige mag het hergebruik van elektrische en elektronische apparatuur niet verhinderen door bijzondere fabricagetechnieken, tenzij ze doorslaggevende voordelen met zich meebrengen, bijvoorbeeld wat milieubescherming betreft [1 en/of de eisen inzake veiligheid]1.
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>

Afdeling 3. - Gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Art.100.[1 De AEA van de gezinnen en van beroepsactiviteiten wordt apart ingezameld en verwerkt.    De AEA wordt apart van de andere afval ingezameld, en bij voorrang, de warmte of koude uitwisselende apparatuur die ozon afbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen bevat, kwikhoudende fluorescentielampen, fotovoltaïsche zonnepanelen en kleine apparatuur zoals bedoeld in bijlage IIA, categorieën 5 en 6.]1   ----------   (1)
Art.101.§ 1. De detailhandelaar moet alle afgedankte huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur gratis terugnemen van de verbruiker voor zover die afval overeenstemt met een apparatuur die dezelfde functies heeft als degene die door die verbruiker werd gekocht. Met de instemming van de [2 Administratie]2 kunnen afwijkingen van deze bepaling voorzien worden voor zover de terugname daardoor niet bemoeilijkt wordt voor de eindbezitter en op voorwaarde dat het systeem gratis blijft voor hem. [1 Deze bepaling is ook van toepassing in geval van aan het huis afleveren en in geval van verkoop op afstand.]1
  De detailhandelaar bewaart de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zoals ze hem door de verbruikers werd afgegeven om hem toe te vertrouwen aan de distributeur, het containerpark, het gewestelijk overlaadcentrum of de [1 operator aangewezen of erkend door de terugnameplichtige, het erkende orgaan of beheersorgaan]1. Hij mag de apparaten niet ontmantelen en/of de verschillende delen ervan niet scheiden, behalve om zijn klanten wisselstukken te bezorgen in het kader van een reparatie[2 Administratie]2 die hij verstrekt.
  [1 In detailhandelszaken met een verkoopoppervlak voor EEA van ten minste 400 m2, of in de onmiddellijke nabijheid daarvan, zorgen de distributeurs voor de inzameling, die gratis is voor eindgebruikers, van heel kleine AEEA (zonder buitenafmetingen van meer dan 25 cm), zonder de verplichting EEA van een vergelijkbaar type te kopen, tenzij een onderzoek goedgekeurd door de Administratie en bekendgemaakt uitwijst dat alternatieve bestaande inzamelingsregelingen waarschijnlijk minstens even doeltreffend zijn. De producenten van EEA stellen gratis aangepaste inzamelrecipiënten ter beschikking, dat de distributeur op een zichtbare plaats van zijn verkoopsruimte plaatst. Ingezamelde AEEA wordt op gepast wijze verwerkt in overeenstemming met afdeling 4.]1
  § 2. De distributeur, of de door de terugnameplichtige aangewezen derde, is verplicht op eigen kosten regelmatig en ter plaatse bij de detailhandelaars alle overeenkomstig het vorige lid in ontvangst genomen afgedankte elektrische en elektronische apparatuur terug te nemen en bij de terugnameplichtige in te leveren.
  § 3. De terugnameplichtige moet op eigen kosten regelmatig alle afgedankte huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur bij de distributeurs of, bij gebreke daarvan, bij de detailhandelaars inzamelen, alsook alle andere afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, en ze te laten opslaan, sorteren, valoriseren, recyclen en verwerken in een daartoe vergunde inrichting. Hij moet zorgen voor optimale inzamelings-, vervoers- en opslagvoorwaarden met het oog op het hergebruik en de recycling van de bestanddelen en van hele apparaten die vatbaar zijn voor hergebruik of recycling [1 en de afzondering van gevaarlijke stoffen.]1
  § 4. De terugnameplichtige moet de afgedankte huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur, desgevallend door de detailhandelaars ingeleverd, die is ingezameld door de publiekrechtelijke rechtspersonen die voor het beheer van huishoudafval verantwoordelijk zijn op eigen kosten terugnemen en laten opslaan, sorteren, valoriseren, recyclen en verwerken in een daartoe vergunde inrichting.
  Wanneer de afgedankte huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur die overeenkomstig het vorige lid is ingezameld, beheerd wordt in het kader van een overheidsopdracht gegund door de publiekrechtelijke rechtspersonen die voor het beheer van huishoudafval verantwoordelijk zijn, betaalt hij de uit die opdracht resulterende reële en volle prijs voor het afvalbeheer, administratieve beheerskosten inbegrepen, terug.
  Wanneer de publiekrechtelijke rechtspersonen zorgen voor het vervoer of de inzameling in regie van de afgedankte huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur die naar hun containerparken gebracht wordt om ze aan te voeren naar hergroeperingspunten, zoals hun eigen overlaadcentra, betaalt de terugnameplichtige de reële en volle prijs van die handelingen terug. Die prijs wordt in onderlinge overeenstemming tussen de partijen vastgelegd.
  § 5. De terugnameplichtige stelt de nodige verpakkingen en andere inzamelingsmiddelen gratis ter beschikking van alle inzamelpunten waarmee een contract is gesloten met het oog op de terugname van de huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur. Wat de inzamelingsmiddelen betreft, wordt rekening gehouden met de opslagcapaciteiten van de detailhandelaars en containerparken, met de reglementaire bepalingen en met een doelstelling inzake beveiliging van de opslagen en maximaal hergebruik van de apparatuur.
  [1 § 6. De terugname van de huishoudelijke AEEA bedoeld in de paragrafen 1 tot 5 is gratis onder de volgende voorwaarden :
   1° het toestel bevat alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor zijn werking;
   2° het toestel bevat geen afvalstoffen dat niet eigen is aan de AEEA;
   3° het toestel is niet het voorwerp van een besmetting dat een risico vertoont voor de gezondheid en de veiligheid van het personeel van de inzamelingspunten, rekening houdend met de voorschriften ter zake.
   Als de voorwaarde bedoeld in punt 1° niet is vervuld, kunnen de kosten worden onderhandeld wat betreft het defect.
   Zolang de voorwaarden bedoeld in de punten 2° of 3° niet worden vervuld, kan het toestel worden geweigerd.
   De producenten kunnen met de door andere gebruikers dan de gezinnen andere aangepaste financieringsmethodes voorzien met inbegrip, in voorkomend geval, van de vermindering van de milieubijdrage dienovereenkomstig de overgenomen kosten.]1

(NOTA : artikel 101, § 4, tweede en derde lid, vernietigd bij het arrest nr 230.027 van de Raad van State, Afdeling Bestuurrechtspraak, XIIIe Kamer, van 29-01-2015, zie B.St. van 19-02-2015, p. 13761)
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>
  (2)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.102.§ 1. De detailhandelaar moet alle afgedankte professionele elektrische en elektronische apparatuur gratis terugnemen voor zover die afval overeenstemt met een apparatuur die dezelfde functies heeft als de apparatuur die door die verbruiker werd gekocht.
  De distributeur, of de door de terugnameplichtige aangewezen derde, is verplicht op eigen kosten regelmatig en ter plaatse bij de detailhandelaars alle overeenkomstig het vorige lid in ontvangst genomen afgedankte elektrische en elektronische apparatuur terug te nemen en bij de terugnameplichtige in te leveren.
  Met de instemming van de [2 Administratie]2 kunnen afwijkingen van de twee vorige leden voorzien worden, voor zover de terugname daardoor niet bemoeilijkt wordt voor de eindbezitter.
  § 2. De terugnameplichtige moet regelmatig alle afgedankte professionele elektrische en elektronische apparatuur bij de distributeurs of, bij gebreke daarvan, bij de detailhandelaars of de houders terugnemen of laten inzamelen, en ze laten opslaan, sorteren, valoriseren, recyclen en verwerken in een daartoe vergunde inrichting. Hij moet zorgen voor optimale inzamelings-, vervoers- en opslagvoorwaarden met het oog op het hergebruik en de recycling van de bestanddelen en van hele apparaten die vatbaar zijn voor hergebruik of recycling [1 en de afzondering van gevaarlijke stoffen]1.
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>
  (2)<BWG 2017-07-13/32, art. 80, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.103.§ 1. [1 Vóór 1 januari 2013, bereiken de terugnameplichtigen]1 [1 zowel diegenen die deel nemen aan het gemeenschappelijk systeem als diegenen die een individueel beheersplan hebben]1 een globaal inzamelingspercentage van huishoudelijke AEEA van minimum 7 kg per inwoner en per jaar en 33 % van de huishoudelijke apparatuur die hetzelfde jaar op de markt gebracht wordt in het Waalse Gewest.
  Vanaf 2013 wordt het globale inzamelingspercentage van huishoudelijke AEEA op minimum 10 kg per inwoner en per jaar vastgelegd en op 10 % van de huishoudelijke apparatuur die hetzelfde jaar op de markt gebracht wordt in het Waalse Gewest.
  [1 In 2016 bedraagt het jaarlijks te bereiken minimum inzamelingspercentage vijfenveertig percent, en in 2018 vijfenvijftig percent. Het wordt berekend op basis van het totaal gewicht AEEA ingezameld tijdens een gegeven jaar en wordt uitgedrukt in percentage van het gemiddeld gewicht EEA op de markt gebracht in het Waalse Gewest tijdens de drie vorige jaren.
   Vanaf 2019, bedraagt het jaarlijks te bereiken minimum inzamelingspercentage vijfenzestig percent van het gemiddeld gewicht EEA op de markt gebracht door het Waalse Gewest tijdens de drie vorige jaren, vijfentachtig percent van de geproduceerde AEEA, in gewicht.]1
  § 2. Alle afgedankte professionele elektrische en elektronische apparatuur moet apart ingezameld worden om overeenkomstig afdeling 4 verwerkt te worden.
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>

Afdeling 4. - Verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Art.104.§ 1. [2 Voor elk type nieuwe elektrische en elektronische apparatuur dat op de markt gebracht wordt, deelt de producent of de derde die voor zijn rekening handelt op verzoek, en gratis, de gegevens betreffende het hergebruik en de verwerking van de EEA mee aan de hergebruikscentra, alsook aan de verwerkings- en recyclinginstallaties en de bevoegde overheden, binnen een termijn van één jaar nadat het op de markt is gebracht. Die gegevens betreffen desnoods de verschillende bestanddelen en materialen ingebouwd in de EEA, de energielabels alsook de plaatsen in de apparatuur waar zich gevaarlijke stoffen of mengsels bevinden in die apparatuur, en de plaats en de reparatie van de pannes na de wettelijke minimale garantieperiode. Die gegevens worden met name d.m.v. handleidingen of elektronische media overgebracht.]2   § 2. De terugnameplichtige of de derde die voor zijn rekening handelt zorgt ervoor dat de systemen voor de verwerking van de AEEA gebruik maken van de beste beschikbare valorisatie-, recycling- en verwerkingstechnieken.   (Conformiteit richtlijn nagaan)   [2 § 3. De terugnameplichtigen organiseren minstens twee keer per jaar en in aanwezigheid van de Administratie een overleg op het Waalse grondgebied met de verwerkingscentra, de hergebruikscentra en de professionele verenigingen en instellingen die representatief zijn voor deze centra om het hergebruik en de recycling van AEEA en het in aanmerking nemen van de schommeling van de waarde van de materialen in de contracten te verbeteren.]2   ----------   (1)   (2)
Art.105.§ 1. De afgedankte elektrische of elektronische apparatuur wordt gesorteerd en opgesplitst in verschillende delen, met name :
  - apparatuur en stukken bestemd voor hergebruik;
  - gevaarlijke stukken en stoffen, zoals condensatoren die PCB's bevatten, kwikschakelaars, batterijen, kathodestraalbuizen, stoffen bedoeld in het protocol van Montreal, de HFC, PFC en SF6 en eventueel andere bestanddelen die gevaarlijke stoffen bevatten;
  - stukken en materialen bestemd voor recycling;
  - niet herbruikbare en niet recycleerbare stukken en materialen.
  § 2. [1 Uit alle ingezamelde AEEA wordt ten minste de volgende stoffen, mengsels en onderdelen afgezonderd :
   - polychloorbifenyl (PCB)-houdende condensatoren;
   - kwikhoudende onderdelen zoals schakelaars en lampen voor achtergrondverlichting;
   - batterijen en accu's;
   - printplaten van mobiele telefoons in het algemeen en van andere apparaten indien de oppervlakte van de printplaat meer dan 10 vierkante centimeter bedraagt;
   - tonercassettes met vloeibare of pasteuze toner, en kleurentoners;
   - kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten;
   - asbestafval en onderdelen die asbest bevatten;
   - beeldbuizen;
   - chloorfluorkoolstoffen (CFK's), chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's) of fluorkoolwaterstoffen HFK's), koolwaterstoffen (HC's);
   - Gasontladingslampen;
   - lcd-schermen (in voorkomend geval met toebehoren) met een oppervlak van meer dan 100 vierkante centimeter en schermen met achtergrondverlichting met behulp van gasontladingslampen;
   - uitwendige elektrische kabels;
   - onderdelen die vuurvaste keramische vezels bevatten;
   - onderdelen die radioactieve stoffen bevatten, met uitzondering van onderdelen beneden de vrijstellingsdrempels, die vastgesteld zijn in artikel 3 van en bijlage I bij Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren;
   - elektrolytische condensatoren die tot bezorgdheid aanleiding gevende stoffen bevatten (hoogte > 25 mm, diameter > 25 mm, of met een naar verhouding vergelijkbaar volume);
   - alle vloeistoffen.]1
  § 3. [1 Uit de ingezamelde onderdelen AEEA wordt de volgende stoffen afgezonderd :
   1° beeldbuizen: de fluorescerende laag wordt afgezonderd
   apparatuur die gassen bevat welke de ozonlaag aantasten of een aardopwarmingspotentieel hebben van meer dan 15, zoals in isolatieschuim en koelcircuits: deze gassen moeten adequaat worden verwijderd en behandeld. Gassen die de ozonlaag aantasten, worden behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen;
   3° gasontladingslampen : het kwik wordt afgezonderd.]1
  § 4. [1 De methoden bedoeld in de paragrafen 2 en 3 worden zodanig toegepast dat het op milieuverantwoorde wijze voorbereiden voor hergebruik en recycleren van onderdelen of complete apparaten niet bemoeilijkt wordt]1.
  § 5. [1 ...]1.
  [1 § 6. De terugnameplichtigen, zowel diegenen die deelnemen aan een gemeenschappelijk systeem als diegenen die een individueel beheersplan hebben, bereiken de volgende minimale doelstellingen per categorieën elektrische en elektronische apparatuur onderworpen aan de terugnameplicht. Die doelstellingen worden bepaald t.o.v. het gemiddelde gewicht per op de markt gebrachte apparatuur.
   1° Minimale streefcijfers van toepassing per categorie vanaf 13 augustus 2012 tot 14 augustus 2015 met betrekking tot de in bijlage IA vermelde categorieën:
   a) van AEEA die onder categorie 1 of 10 van bijlage I valt :
   (1) wordt 80 % nuttig toegepast
   (2) wordt 75 % gerecycleerd;
   b) van AEEA die onder categorie 3 of 4 van bijlage IA valt :
   (1) wordt 75 % nuttig toegepast
   (2) wordt 65 % % gerecycleerd;
   c) van AEEA die onder categorie 2, 5, 6, 7, 8 of 9 van bijlage IA valt :
   (1) wordt 70 % nuttig toegepast
   (2) wordt 50 % % gerecycleerd;
   d) van gasontladingslampen wordt 80 % gerecycleerd.
   2° Minimale streefcijfers van toepassing per categorie vanaf 15 augustus 2015 tot 14 augustus 2018 met betrekking tot de in bijlage IA vermelde categorieën:
   a) van AEEA die onder categorie 1 of 10 van bijlage IA valt :
   (1) wordt 85 % nuttig toegepast;
   (2) wordt 85 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;
   b) van AEEA die onder categorie 3 of 4 van bijlage IA valt :
   (1) wordt 80 % nuttig toegepast;
   (2) wordt 75 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;
   c) van AEEA die onder categorie 2, 5, 6, 7, 8 of 9 van bijlage IA valt :
   (1) wordt 75 % nuttig toegepast;
   (2) wordt 70 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;
   d) van gasontladingslampen wordt 80 % gerecycleerd.
   3° Minimale streefcijfers van toepassing per categorie vanaf 15 augustus 2018 met betrekking tot de in bijlage IIA vermelde categorieën :
   a) van AEEA die onder categorie 1 of 4 van bijlage IIA valt :
   (1) wordt 85 % nuttig toegepast;
   (2) wordt 80 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;
   b) van AEEA die onder categorie 2 van bijlage IIA valt :
   (1) wordt 80 % nuttig toegepast;
   (2) wordt 70 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;
   a) van AEEA die onder categorie 5 of 6 van bijlage IIA valt :
   (1) wordt 75 % nuttig toegepast;
   (2) wordt 70 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;
   d) van AEEA die onder categorie 3 van bijlage IIA valt, wordt 80 % gerecycleerd.
   4° het minimale streefcijfer van toepassing op de AEEA met betrekking tot de in bijlage IIA vermelde categorieën : 2 % wordt voorbereid voor hergebruik vanaf 1 januari 2020.
   Of de doelstellingen werden behaald, wordt voor elke categorie berekend door het gewicht van de AEEA te nemen die binnenkomen in de inrichting voor nuttige toepassing of recycling/voorbereiding met het oog op het hergebruik, na een aangepaste behandeling, wat betreft de nuttige toepassing of recycling, en door dit gewicht in percentage van het gewicht van het geheel van de voor deze categorie selectief ingezamelde AEEA uit te drukken.
   Voorbereidende activiteiten, waaronder sorteren en opslag voorafgaand aan nuttige toepassing of voorbereiding met het oog op hergebruik, tellen niet mee voor de verwezenlijking van deze doelstellingen.
   Voor de berekening van die doelstellingen moeten de terugnameplichtigen of de derden die voor hun rekening handelen het gewicht van de AEEA, van zijn onderdelen, materialen of stoffen in de registers ingeschreven, op het moment dat zij de inzamelinrichtingen verlaten en zij de verwerkingsinrichtingen binnenkomen en verlaten, en dat zij de inrichting voor nuttige toepassing of recycling/voorbereiding voor hergebruik binnenkomen.
   De terugnameplichtigen moeten in de registers het gewicht van de producten en materialen inschrijven die de inrichting voor nuttige toepassing of recycling/voorbereiding verlaten met het oog op hun hergebruik.]1

  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>

Afdeling 5. - Rapportage

Art.106.[1 § 1. De terugnameplichtigen bepalen, in overleg met de distributeurs van EEA, de inzamelaars van AEEA, de handelaars en makelaars van afvalstoffen, de verwerkingscentra, de voorbereidingscentra met het oog op het hergebruik en de kennisgevers in de zin van Verordening (EG) nr. 1013/2006, de modaliteiten tot overdracht van de gegevens bedoeld in de volgende paragrafen. Deze modaliteiten waarborgen de vertrouwelijkheid van de individuele gegevens en voorzien de toegang tot een onafhankelijke controle-instelling erkend volgens de norm ISO 17020, alsook tot de Administratie    De gegevens bedoeld in de volgende paragrafen worden overgemaakt aan de terugnameplichtige of aan de organisatie die hij daartoe aanstelt.    § 2. De distributeurs van EEA verstrekken, per exploitatiezetel, jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar :    1° hun naam, hun bedrijfsnummer, hun volledig adres, hun telefoon- en faxnummers, hun e-mailadres en hun contactpersoon;    2° de hoeveelheden AEEA, uitgedrukt in kilogram en in aantal, per type en per categorie, die    a) ingezameld werden door de producent in het kader van de terugnameplicht;    b) overgedragen werden aan een inzamelaar, een handelaar of een makelaar van afvalstoffen;    c) overgedragen werden aan een producent van EEA;    d) voorbereid werden voor hergebruik en de hoeveelheid ervan die werd hergebruikt    e) overgedragen werden aan een erkende recycler van AEEA.    Als er beroep wordt gedaan op een derde voor één van de bovenvermelde activiteiten, worden de volledige gegevens van deze derde meegedeeld aan de aangewezen organisatie.    § 3. De inzamelaars van AEEA, de handelaars van afvalstoffen, de makelaars in afvalstoffen, de recyclers en de hergebruikscentra verstrekken, per exploitatiezetel, jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar :    1° hun naam, hun bedrijfsnummer, hun volledig adres, hun telefoon- en faxnummers, hun e-mailadres en hun contactpersoon;    2° de NACE-code van de afvalproducent;    3° de hoeveelheden AEEA, uitgedrukt in kilogram en in aantal, per type (huishoudelijk of professioneel) en per categorie, die op het Belgisch grondgebied, binnen en buiten de Europese unie :    a) ingezameld werden in naam en voor rekening van de producent in het kader van de terugnameplicht;    b) ingezameld werden in een ander kader, in naam of voor rekening van de producent;    b) overgedragen werden aan een inzamelaar, een handelaar of een makelaar in afvalstoffen;    d) voorbereid werden voor hergebruik en de hoeveelheid ervan die werd hergebruikt;    e) overgedragen werden aan een erkende recycler van AEEA;    4° de hoeveelheden afvalstoffen afkomstig van de verwerking van gebruikte EEA, uitgedrukt in kilogram, per afvalstof en per categorie die respectievelijk werden gerecycleerd, gevaloriseerd, energetisch gevaloriseerd en ingegraven.    Als er beroep wordt gedaan op een derde voor één van de bovenvermelde activiteiten, worden de volledige gegevens van deze derde meegedeeld aan de aangewezen organisatie.    § 4. De terugnameplichtige verstrekt de Administratie, in geval van individueel beheersplan, of de daartoe aangewezen organisatie, in geval van gemeenschappelijk systeem, per exploitatiezetel, jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar :    1° de nationale identificatiecode van de producent;    2° de categorie waartoe de EEA behoort, en de hoeveelheden die op de markt in Wallonië worden gebracht, uitgedrukt in kilogram en in aantal;    3° de hoeveelheden AEEA, uitgedrukt in kilogram en in aantal, per categorie, die op het grondgebied van het Waalse Gewest :    a) ingezameld werden in het kader van de terugnameplicht;    b) overgedragen werden aan een inzamelaar, een handelaar of een makelaar in afvalstoffen;    c) overgedragen werden aan een andere producent van EEA;    d) voorbereid werden voor hergebruik en de hoeveelheid ervan die werd hergebruikt    e) overgedragen werden aan een erkende recycler van AEEA;    4° de hoeveelheden afvalstoffen afkomstig van de verwerking van gebruikte EEA, uitgedrukt in kilogram, per afvalstof en per categorie die respectievelijk werden gerecycleerd, gevaloriseerd, energetisch gevaloriseerd of ingegraven. Als er beroep wordt gedaan op een derde voor één van deze activiteiten, worden de gegevens vermeld in § 3, 1°, ook voor deze derde meegedeeld;    5° de lijst van de inzamelings- en verwerkingsoperatoren en van de actoren van de hergebruikssector, alsook de verwerkingstechnieken en de omschrijving ervan, met uitzondering van de gegevens met een vertrouwelijk karakter;    6° de maatregelen die ten uitvoer gelegd worden om te zorgen voor de traceerbaarheid van de verwerkte stromen en voor de inachtneming van de milieu- en sociale doelstellingen;    7° de maatregelen die zijn genomen om :    a) de recycleerbaarheid van de op de markt gebrachte producten te verbeteren;    b) het gebruik van materialen die gevaarlijke stoffen bevatten, te verminderen;    c) gebruik te maken van productietechnieken die het milieu zo weinig mogelijk belasten;    d) besparingen van natuurlijke en energiehulpbronnen te bevorderen, zowel bij de productie als bij het gebruik van de apparatuur;    8° in geval van collectief systeem, een evaluatieverslag betreffende de uitgevoerde controles op de jaarlijkse aangiften van de verschillende leden en een lijst van de gecontroleerde leden;    9° de raming van de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur, per type materiaal, die tijdens het lopende jaar voor verbruik aangeboden wordt in het Waalse Gewest;    10° de gegevens betreffende de ondernomen sensibiliserings- en preventieacties, alsook de beoordeling van die acties;    11° in het geval van gemeenschappelijk systeem, de lijst van de terugnameplichtigen die bij het gemeenschappelijk systeem gebonden zijn, en het bedrag van de bijdragen die bestemd zijn om de kosten van de terugnameplicht te dekken.    Er wordt een apart jaarrapport opgemaakt voor afgedankte huishoudelijke en professionele elektrische en elektronische apparatuur.    De gegevens betreffende de productie, de inzameling, het hergebruik en de verwerking worden gevalideerd respectievelijk in het kader van de gemeenschappelijke systemen en van de individuele beheersplannen door een onafhankelijke controle-instelling erkend volgens de norm ISO 17020, op de kosten van de terugnameplichtigen.]1   ----------   (1)
Afdeling 6. - Voorlichting, sensibilisering en communicatie

Art.107.[1 De detailhandelaar vermeldt in elk van zijn verkooppunten, op een zichtbare plaats, en onder de titel "terugnameplicht" op welke manier hij aan de verplichtingen betreffende de terugnameplicht voldoet en op welke manier de klant zich van de gebruikte apparatuur kan ontdoen.    Hij vermeldt voor elk nieuw te koop aangeboden product waarvoor er een terugnameplicht bestaat het bedrag van de milieubijdrage dat overeenkomt met de kosten voor de uitvoering van de terugnameplicht voor dit soort product, alsook, vanaf 1 januari 2010, de diensten en de mogelijkheden van reparatie en toegang tot de wisselstukken.]1   ----------   (1)
Art.108.[1 § 1. De terugnameplichtigen brengen de verbruikers op de hoogte van de verplichting om de AEEA te scheiden van de andere afvalstoffen met het oog op hun selectieve inzameling. Ze zorgen ervoor dat de verbruikers ingelicht worden over de tot stand gebrachte inzamelings- en verwerkingssystemen en over de rol die zij bij het hergebruik, de recycling en de andere vormen van nuttige toepassing van afvalbeheer afvalbeheer te vervullen hebben, alsook de potentiële effecten van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in de EEA op het milieu en de menselijke gezondheid; Deze informatie wordt o.a. overgemaakt via communicatiecampagnes.
   De kosten voor de inzameling en de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer, met inbegrip van de hergebruikskanalen, zijn het voorwerp van een bericht aan de verbruikers.
   § 2. De terugnameplichtigen nemen aangepaste maatregelen aan om de deelname van de verbruikers aan de inzameling van de AEEA aan te moedigen om ze aan te zetten om het proces van hergebruik, verwerking en nuttige toepassing te vergemakkelijken.
   De terugnameplichtigen een aangepaste informatie aan de verbruikers mee die de levensduur van EEA moet evalueren en de productie van afval moet vertragen of beperken. De informatie heeft namelijk betrekking op de aanbevelingen van gebruik en onderhoud, op de gebruiksduur onder normaal te verwachten voorwaarden, op de vervanging van stukken, op de hersteldiensten, op de hergebruikskanalen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>

Afdeling 7. - [1Registratie, informatie en aangifte]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-09/27, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>


Art. 108/1. [1 § 1. Een register van de producenten wordt opgemaakt om de naleving van de verplichtingen vermeld in dit besluit te controleren. De producenten of bij gebrek hun mandatarissen bedoeld in artikel 110, § 2, worden er geregistreerd.    § 2. De volgende bepalingen betreffende de registratie zijn van toepassing :    1° elke producent en elke mandataris bedoeld in paragraaf 1 heeft de mogelijkheid om alle nuttige informatie over de activiteiten van de producent op het grondgebied in het register in te voeren;    2° bij de registratie deelt elke producent of mandataris de informatie bedoeld in bijlage IV, deel A en B mee, en verbindt hij zich ertoe om ze bij te werken;    3° het register is openbaar en toegankelijk op afstand via elektronische middelen. Er worden banden vermeld naar andere nationale registers om, in alle lidstaten, de registratie van de producenten en de mandatarissen te vergemakkelijken.]1   ----------   (1)
Afdeling 8. - [1De mandataris]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-09/27, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>


Art. 108/2. [1 § 1. Elke producent zoals omschreven in artikel 96, § 1, 9°, a), b) en c), gevestigd in een andere lidstaat is gemachtigd in afwijking van artikel 96, § 1, 9°, om een natuurlijke of rechtspersoon gevestigd op het grondgebied aan te wijzen als mandataris die instaat voor de naleving van de verplichtingen die aan deze producent op dit grondgebied worden opgelegd krachtens dit besluit.    § 2. Elke producent zoals omschreven in artikel 96, § 1, 9°, d), en gevestigd in een andere lidstaat, die EEA rechtstreeks aan de gezinnen en aan andere gebruikers dan de gezinnen, in België, verkoopt, wijst een natuurlijke of rechtspersoon aan, gevestigd in België, als mandataris die instaat voor de naleving van de verplichtingen die aan deze producent op dit grondgebied worden opgelegd krachtens dit besluit.    § 3. De aanwijzing van een mandataris gebeurt via een schriftelijke machtiging.    De mandataris houdt ter beschikking van de Administratie, op het Waalse grondgebied, alle informatie betreffende de uitvoering van de terugnameplicht van zijn opdrachtgever.]1   ----------   (1)
Afdeling 9. - [1Minimumvoorschriften voor de overbrenging]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-09/27, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>


Art. 108/3. [1 De overbrenging van gebruikte EEA waarvan vermoed wordt dat het AEEA is wordt uitgevoerd overeenkomstig de minimumvoorschriften voorgeschreven in bijlage V. De hergebruikscriteria bedoeld in artikel 98, 5°, zijn niet van toepassing als er aan de minimumvoorschriften voorgeschreven in bijlage V wordt voldaan.]1   ----------   (1)
HOOFDSTUK X/1. [1 - Afgedankte matrassen]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Afdeling 1. [1 - Algemene bepalingen]1   ----------   (1)
Art.108/4. [1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :    1° professionele houder: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die zich in het kader van zijn beroepsactiviteit ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of verplicht is zich te ontdoen van gebruikte matrassen;    2° gehomologeerde operator : operatormarktdeelnemer die een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met een erkend orgaan of een beheersorgaan;    3° erkende sociale economiebedrijf: sociale economiebedrijf met een erkenning verleend door het Gewest krachtens het besluit van de Waalse Regering van 3 april 2014 tot erkenning en subsidiëring van de verenigingen zonder winstoogmerk en de vennootschappen met een sociaal oogmerk die actief zijn in de sector van het hergebruik en de voorbereiding op hergebruik.]1   ----------   (1)
Art.108/5. [1 De terugnameplicht geldt voor afgedankte matrassen die worden teruggenomen onder afvalcode 20 03 07 Grofvuil.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Afdeling 2. [1 - Preventie]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/6. [1 § 1. De terugnameplichtige of het erkende orgaan of beheersorgaan stelt preventieve maatregelen vast en voert deze uit, die erop gericht zijn de hoeveelheden afval te verminderen en de recycling van gebruikte matrassen te vergemakkelijken, met name door middel van het beginsel van milieumodulatie, teneinde matrasproducenten aan te moedigen alternatieven te zoeken voor de assemblage en samenstelling van matrassen, met het oog op het in de handel brengen van matrassen die gemakkelijker te demonteren en te recycleren zijn.    De terugnameplichtige of het erkende orgaan of het beheersorgaan wijst de gezinnen en de beroepsgebruikers op de mogelijkheden om dergelijke matrassen te kopen en op de voordelen die ermee verbonden zijn.    § 3. Het erkende orgaan of het beheersorgaan evalueert jaarlijks haar actie en stelt de Administratie daarvan in kennis overeenkomstig artikel 108/17, 8°.]1   ----------   (1)
Afdeling 3. [1 - Gescheiden inzameling van afgedankte matrassen]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/7. [1 § 1. De terugnameplichtige of het erkende orgaan of beheersorgaan neemt afgedankte matrassen van huishoudens gratis terug en laat deze op eigen kosten verwerken in een daartoe vergunde inrichting, indien zij door de publiekrechtelijke rechtspersonen die in de gemeenten belast zijn met de inzameling van huishoudelijk afval, via recyclageparken of huis-aan-huisophaling worden ingezameld.    § 2. Wanneer afgedankte matrassen die afkomstig zijn van huishoudens en selectief worden ingezameld via het openbare infrastructuurnet, worden beheerd in regie of in het kader van overheidsopdrachten die worden gegund door publiekrechtelijke rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van huishoudelijk afval, vergoedt de terugnameplichtige of het erkende orgaan of beheersorgaan de reële en volledige kosten van het afvalbeheer die voortvloeien uit de genoemde opdracht, met inbegrip van de administratieve beheerskosten, naar rato van de hoeveelheden matrassen die in de handel worden gebracht.    Daartoe sluit de terugnameplichtige of het erkende orgaan of beheersorgaan binnen drie maanden na de inwerkingtreding van het besluit een standaardcontract met de voornoemde publiekrechtelijke rechtspersonen. Het standaardcontract regelt ten minste de volgende punten:    1° de praktische inzamelmodaliteiten die gezondheidsrisico's vermijden en de gezondheid en veiligheid van de werknemers waarborgen;    2° de bepalingen betreffende het vervoer, de groepering en de behandeling van afgedankte matrassen, ongeacht of deze verrichtingen in regie dan wel in het kader van een overheidsopdracht worden uitgevoerd;    3° de betalingsmodaliteiten van de publiekrechtelijke rechtspersonen;    4° de organisatorische en compensatieregelingen voor proefprojecten;    5° de informatie van publiekrechtelijke rechtspersonen betreffende de nationale communicatie en de terbeschikkingstelling door het erkende orgaan of beheersorgaan van een budget voor lokale communicatie aan de gezinnen.]1   ----------   (1)
Art.108/8. [1 Tot en met 31 december 2022 mogen publiekrechtelijke rechtspersonen die belast zijn met de inzameling van huishoudelijk afval, afgedankte matrassen inzamelen in de containers voor grofvuil.
   Uiterlijk vanaf 1 januari 2023 organiseren publiekrechtelijke rechtspersonen de gescheiden inzameling van afgedankte matrassen in geschikte containers of andere geschikte middelen om ze tegen weersinvloeden te beschermen en gezondheidsrisico's te voorkomen. Selectieve inzameling moet ook de gezondheid van de werknemers waarborgen. Matrassen moeten worden verzameld, opgeslagen en vervoerd op een droge plaats.
   Bij wijze van overgangsmaatregel zal tot 31 december 2022 financiering voor energieterugwinning worden verstrekt.
   Na deze termijn kunnen matrassen in een staat die niet voldoet aan de technische eisen van de recyclagekanalen echter nog steeds worden ingezameld in de containers voor grofvuil.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/9. [1 De detailhandelaar kan vrijwillig kosteloos afgedankte matrassen terugnemen die door huishoudens bij de aankoop van nieuwe matrassen worden ingeleverd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/10. [1 § 1. Het erkende sociale economiebedrijf mag op vrijwillige basis gratis en op eigen kosten bij huishoudens ingezamelde afgedankte matrassen terugnemen.
   § 1. Het erkende orgaan of het beheersorgaan sluit met de erkende sociale economiebedrijven een overeenkomst betreffende de bij de huishoudens ingezamelde matrassen waarin ten minste de volgende punten worden geregeld:
   1° de financiële vergoeding die het erkende orgaan of beheersorgaan per teruggenomen matras toekent en waarvan het bedrag minstens gelijk is aan dat van de voormelde aan de kleinhandelaars toegekende vergoeding;
   2° de organisatie en financiering van een jaarlijkse informatiecampagne gericht op de verschillende doelgroepen (particulieren, handelaars, professionelen) ten voordele van het hergebruik van matrassen via erkende sociale economiebedrijven;
   3° de organisatie van een jaarlijkse vergadering om de genomen maatregelen ter voorbereiding van het hergebruik te evalueren, te coördineren en aan te passen;
   4° de organisatie en financiering, ten laste van het erkende orgaan of beheersorgaan, van het jaarlijks prestatierapport van de erkende sociale economiebedrijven;
   5° het ter beschikking stellen, op kosten van het erkende orgaan of beheersorgaan, voor alle afgiftepunten van erkende sociale economiebedrijven, van een container die nodig is voor de opslag van niet-herbruikbare matrassen vóór de afvoer door een geregistreerde vervoerder.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/11. [1 De inzameling van afgedankte matrassen uit beroepsactiviteiten, geschiedt door afgifte aan een geregistreerde inzamelaar, een vergunde hergroeperingsinstallatie of een vergund verwerkingsbedrijf. Daartoe ontwikkelt de terugnameplichtige of het erkende orgaan of beheersorgaan stimulansen. De houder van de afgedankte matras mag zelf de geregistreerde inzamelaar kiezen, op voorwaarde dat deze is erkend door het erkende orgaan of beheersorgaan. Het erkende orgaan of beheersorgaan stimuleert de bovenbedoelde inzameling door middel van een forfaitaire betaling.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/12. [1 Voor de inzameling van afgedankte matrassen haalt de terugnameplichtige of het erkende orgaan of beheersorgaan een minimum totaal selectief inzamelingspercentage van :
   1° dertig procent op 1 januari 2021;
   2° vijftig procent op 1 januari 2023;
   3° vijfenzestig procent op 1 januari 2025;
   4° tachtig procent op 1 januari 2030.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/13. [1 De in Verordening (EG) nr. 1013/2006 van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen genoemde afvalproducent, inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar of kennisgever die gebruikte matrassen inzamelt, verwerkt of aan een derde ter verwerking aanbiedt, moet voldoen aan de in artikel 108/15 vastgestelde streefcijfers voor hergebruik en recyclage.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Afdeling 4. [1 - Verwerking van afgedankte matrassen]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/14. [1 Selectief ingezamelde afgedankte matrassen worden verwerkt volgens de beste beschikbare technieken.    Vanaf 1 januari 2023 zorgt de terugnameplichtige of het erkende orgaan of het beheersorgaan ervoor dat afgedankte matrassen, ook tijdelijk, worden opgeslagen in containers of andere geschikte middelen die tegen weersinvloeden beschermd zijn. De verwerking vindt plaats op locaties met ondoordringbare oppervlakken en een weerbestendige afdekking.]1   ----------   (1)
Art.108/15. [1 § 1. Voor de verwerking van afgedankte matrassen worden de volgende minimumpercentages voor hergebruik en recyclage bereikt voor de ingezamelde hoeveelheden:
   1° dertig procent op 1 januari 2021;
   1° dertig procent op 1 januari 2023;
   3° vijftig procent op 1 januari 2025;
   4° 75 procent op 1 januari 2030.
   De ingezamelde afgedankte matrassen die niet worden hergebruikt of gerecycleerd, worden gerecupereerd voor energiedoeleinden.
   § 2. Bovendien zijn de indicatieve doelstellingen voor hergebruik door erkende sociale economiebedrijven, voor het hele grondgebied van het Waalse Gewest, :
   1° 1000 matrassen op 1 januari 2021;
   2° 1500 matrassen op 1 januari 2023;
   3° 2000 matrassen op 1 januari 2025;
   1° 3000 matrassen op 1 januari 2030.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/16. [1 Afgedankte matrassen die door de detailhandel zijn teruggenomen of ingezameld, worden naar de door het erkende orgaan of beheersorgaan erkende en toegelaten verwerkingsinstallaties geleid, teneinde de in artikel 108/15, lid 1, bedoelde streefcijfers voor hergebruik en recyclage te halen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Afdeling 5. [1 - Rapportage]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/17. [1 Uiterlijk op 1 juli van elk jaar verstrekt de terugnameplichtige of het erkende orgaan of beheersorgaan de administratie de volgende gegevens over het voorgaande jaar:    1° de totale hoeveelheid, uitgedrukt in kilogram en eenheden, van de in de handel gebrachte matrassen;    2° de totale hoeveelheid, uitgedrukt in kilogrammen, van gebruikte matrassen die in het Waals Gewest werden ingezameld, per inzamelingskanaal;    de installaties waarin de ingezamelde afgedankte matrassen zijn verwerkt en de omschrijving van de wijze waarop zij verwerkt worden;    4° de totale hoeveelheid gebruikte matrassen, uitgedrukt in kilogrammen, die :    a) zijn voorbereid voor hergebruik;    b) zijn gerecycleerd;    c) zijn teruggewonnen uit energie;    5° de totale hoeveelheid materiaal, uitgedrukt in kilogrammen, afkomstig van de verwerking van afgedankte matrassen, die :    a) zijn hergebruikt;    b) zijn gerecycleerd;    c) zijn teruggewonnen uit energie;    d) zijn verwijderd;    6° de nodige gegevens voor de beoordeling van de preventieacties en de berekening van de resultatenindicatoren;    7° het bedrag van de door de producent aan het erkende orgaan of beheersorgaan betaalde bijdragen, met de berekeningswijze, en de lijst van de leden van dat orgaan;    8° de lijst van studies, proefprojecten en andere initiatieven die op het gebied van preventie zijn genomen, alsmede de lijst van begunstigden en bedragen.]1   ----------   (1)
Afdeling 6. [1 - Voorlichting, sensibilisering en communicatie]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/18. [1 Uiterlijk vanaf 1 januari 2023 informeert de terugnameplichtige of het erkende orgaan of het beheersorgaan, met name door middel van voorlichtingscampagnes, huishoudelijke consumenten en professionele houders ten minste over de voor hen beschikbare inzamelings- en recyclagesystemen en over de rol die zij moeten spelen bij de inzameling en recyclage.    De terugnameplichtige of het erkende orgaan of het beheersorgaan ziet toe op de doeltreffendheid van de inzameling en de verwerking van afgedankte matrassen, met name door de inzamelaars en vervoerders en de vergunde verwerkingscentra te informeren en bewust te maken van de problematiek.    De terugnameplichtige of het erkende orgaan of het beheersorgaan licht de consument in over de kosten die de inzameling, verwerking en recyclage van gebruikte matrassen met zich meebrengen, over de wijze waarop deze worden gefinancierd en over de wijze waarop dit afval wordt beheerd.]1   ----------   (1)
Afdeling 7. [1 - Homologatie van de operatoren en samenwerkingsovereenkomsten]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


Art.108/19. [1 § 1. Het erkende orgaan of het beheersorgaan stelt de eisen vast waaraan de inzamelaars moeten voldoen en legt deze eisen vast in de voorwaarden voor samenwerking. In deze voorwaarden moet ten minste worden vermeld :    1° de mogelijkheden van inzameling en behandeling;    2° voorwaarden voor opslag en vervoer;    3° de verplichting om de hoeveelheid gebruikte matrassen te wegen, behalve voor de sociale economiebedrijven die informatie per eenheid mogen verstrekken;    4° rapportageverplichtingen.    § 2. De voorwaarden van de samenwerking worden geregeld in een samenwerkingsovereenkomst. Het erkende orgaan of het erkende beheersorgaan legt deze overeenkomst, alsmede alle wijzigingen daarvan, vooraf ter goedkeuring voor aan de Administratie.]1   ----------   (1)
Art.108/20. [1 § 1. Het erkende orgaan of het beheersorgaan stelt de eisen vast waaraan de ontmantelaars moeten voldoen en legt deze eisen vast in de voorwaarden voor samenwerking. Deze voorwaarden specificeren onder andere:
   1° de mogelijkheden van inzameling en behandeling;
   2° voorwaarden voor opslag en vervoer;
   3° de verplichting om de hoeveelheid gebruikte matrassen en de hoeveelheid na verwerking geproduceerd materiaal te wegen, behalve voor de sociale economiebedrijven die informatie per eenheid mogen verstrekken;
   4° rapportageverplichtingen.
   5° de minimumeisen voor opslagcapaciteit en ontmanteling;
   6° ontmantelingsprestaties;
   7° de garantie dat de recyclagedoelstellingen worden gehaald;
   8° de lijst van de ontvangers van de materialen die het resultaat zijn van de verwerking, hun verwerkingsmethode, hun capaciteit en de beschrijving van het eindproduct;
   9° de economische en financiële middelen van de ontmantelaar;
   10° de technische en beroepsbekwaamheid van de ontmantelaar.
   § 2. De voorwaarden van de samenwerking worden geregeld in een samenwerkingsovereenkomst. Het erkende orgaan of het erkende beheersorgaan legt deze overeenkomst, alsmede alle wijzigingen daarvan, vooraf ter goedkeuring voor aan de Administratie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2021-07-08/15, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 05-08-2021>


HOOFDSTUK XI. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art.109. De terugnameplichtige die geen beroep doet op een erkend orgaan of die niet aangesloten is bij een beheersorgaan voor de uitvoering van een milieubeleidsovereenkomst is gehouden tot de indiening, binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, van een individueel plan inzake de preventie en het beheer van afval dat onder de terugnameplicht valt.
Art.110.Bij dit besluit worden de volgende richtlijnen omgezet :
  1° Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken;
  Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 27 januari 2003 betreffende de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA);
  3° Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG [1 , zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013]1.
  [1 4° Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.]1
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>

Art.111. Het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan wordt opgeheven.

Art.112. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.

Art. NIA.Bijlage IA. - [1 Categorieën elektrische en elektronische apparatuur die onder dit besluit vallen tijdens de overgangsperiode krachtens artikel 96, § 2]1   1. Grote huishoudelijke apparaten.   2. Kleine huishoudelijke apparaten.   3. IT- en telecommunicatieapparatuur.   4. Consumentenapparatuur [1 en, vanaf (1 januari 2018), de fotovoltaïsche panelen.]1.   5. Verlichtingsapparatuur.   6. Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties).   7. Speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur.   8. Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde [1 of]1 geïnfecteerde producten).   9. Meet- en controle-instrumenten.   10. Automaten.   ----------   (1)
Art. NIB.Bijlage. - Onvolledige lijst van de in dit besluit bedoelde elektrische en elektronische apparatuur die ingedeeld is in de categorieën van bijlage IA
  1. Grote huishoudelijke apparaten :
  Grote koelapparaten.
  Koelkasten.
  Diepvriezers.
  Andere grote apparaten voor koeling, bewaring en opslag van voedsel.
  Wasmachines.
  Wasdrogers.
  Vaatwasmachines.
  Kooktoestellen.
  Elektrische fornuizen.
  Elektrische kookplaten.
  Magnetrons.
  Andere grote apparaten voor de bereiding en andere behandelingen van voedsel.
  Elektrische verwarmingsapparatuur.
  Elektrische heetwatertoestellen.
  Elektrische radiatoren.
  Andere grote toestellen voor de verwarming van kamers, bedden en zitmeubelen.
  Elektrische ventilatoren.
  Airconditioners.
  Andere ventilatie-, afzuig- en airconditioningapparatuur.
  2. Kleine huishoudelijke apparaten :
  Stofzuigers.
  Rolvegers.
  Andere elektrische schoonmaakapparaten.
  Apparaten voor het naaien, breien en weven en andere textielbewerkingen.
  Strijkijzers en andere apparaten voor het strijken en mangelen en andere verzorging van kleding.
  Broodroosters.
  Frituurpannen.
  Koffiemolens, koffiezetmachines.
  Apparatuur voor het openen of luchtdicht sluiten van recipiënten of verpakkingen.
  Elektrische messen.
  Tondeuses, haardrogers, elektrische tandenborstels, scheerapparaten, massage- en andere lichaamsverzorgingsapparaten.
  Klokken, andere uurwerken en apparatuur voor het meten, aangeven of registreren van tijd.
  Weegschalen.
  3. IT- en telecommunicatieapparatuur :
  Gecentraliseerde gegevensverwerking : mainframes, minicomputers, afdrukeenheden.
  Persoonlijk computergebruik : personal computers (inclusief processor, muis, scherm en toetsenbord [1 inbegrepen]1), schootcomputers (inclusief processor, muis, scherm en toetsenbord [1 inbegrepen]1), notebookcomputers, notepadcomputers, printers.
  Kopieerapparaten.
  Elektrische en elektronische typemachines.
  Zak- en bureaurekenmachines en andere producten en apparatuur voor het elektronisch verzamelen, opslaan, verwerken, presenteren of communiceren van informatie.
  Gebruikerseindstations en -systemen.
  Faxapparaten.
  Telexapparaten.
  Telefoons.
  Munt- en kaarttelefoons.
  Draadloze telefoons, cellulaire telefoons.
  Antwoordapparaten en andere producten of apparatuur voor het overbrengen met telecommunicatie van geluid, beelden of andere informatie.
  4. Consumentenapparatuur :
  Radiotoestellen.
  Televisietoestellen.
  Videocamera's.
  Videorecorders.
  Hifi-recorders.
  Geluidsversterkers.
  Muziekinstrumenten en andere producten of apparatuur voor het opnemen of weergeven van geluid of beelden, waaronder signalen of andere technieken voor de verspreiding van beeld en geluid dan telecommunicatie.
  [1 Fotovoltaïsche panelen.]1
  5. Verlichtingsapparatuur :
  Armaturen voor fluorescentielampen.
  Fluorescentielampen (TL-buizen).
  Compacte fluorescentielampen.
  Hogedrukgasontladingslampen, met inbegrip van hogedruknatriumlampen en metaalhalogenidelampen.
  Lagedruknatriumlampen.
  Andere verlichting of apparatuur voor het verspreiden of regelen van licht, uitgezonderd gloeilampen
  6. Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties) :
  Boren.
  Zagen [1 en kettingzagen]1.
  Naaimachines.
  Apparatuur voor het draaien, frezen, schuren, slijpen, zagen [1 en kettingzagen]1, snijden, afsnijden, boren, maken van gaten, ponsen, vouwen, buigen of dergelijke bewerkingen van hout, metaal en ander materiaal.
  Gereedschap voor het klinken, spijkeren of schroeven, of het verwijderen van klinknagels, spijkers en schroeven, of dergelijk gebruik.
  Gereedschap voor het lassen, solderen of dergelijk gebruik.
  Apparatuur voor het verstuiven, verspreiden, dispergeren of op andere wijze behandelen van vloeistoffen of gassen.
  Gereedschap voor het maaien en andere tuinbezigheden.
  7. Speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur :
  Elektrische treinen en autoracebanen.
  Handheld consoles voor videospellen.
  Videospellen.
  Robotten.
  Fiets-, duik-, loop-, roeicomputers en dergelijke.
  Sportapparatuur met elektrische of elektronische onderdelen.
  Speelautomaten.
  8. Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten) :
  Radiotherapeutische apparatuur.
  Cardiologische apparatuur.
  Dialyseapparatuur.
  Beademingstoestellen.
  Apparatuur voor nucleaire geneeskunde.
  Laboratoriumapparatuur voor in-vitrodiagnostiek.
  Analyseapparatuur.
  Diepvriezers.
  Apparatuur voor vruchtbaarheidstests.
  Andere apparaten voor het opsporen, voorkomen, volgen, behandelen en verlichten van ziekten, verwondingen of handicaps.
  9. Meet- en controle-instrumenten :
  Rookmelders.
  Verwarmingsregelaars.
  Thermostaten.
  Meet-, weeg- en afstelapparaten voor huishouden of laboratorium.
  Andere meet- en regelapparatuur, voor industriële installaties (b.v. in regelpanelen).
  10. Automaten :
  Automaten voor warme dranken.
  Automaten voor warme/koude flesjes/blikjes.
  Automaten voor vaste voedingsproducten.
  Geldautomaten.
  Alle automaten voor alle soorten producten.
  ----------
  (1)<BWG 2017-03-09/27, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>


Art. NIIA. Bijlage IIA.[1 - Categorieën elektrische en elektronische apparatuur die onder dit besluit vallen]1
   1° warmte- of koude-uitwisselende apparatuur
   2° Schermen, monitors en apparatuur met schermen die een oppervlakte hebben van meer dan 100 cm2
   3° lampen;
   Grote apparatuur met een buitenafmeting van meer dan 50 cm, met uitzondering van de apparaten die onder de categorieën 1 tot en met 3 vallen, waaronder, maar niet beperkt tot: huishoudelijke apparaten; IT- en telecommunicatieapparatuur; consumentenapparatuur; lichtarmaturen; apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, muziekapparatuur; elektrisch en elektronisch gereedschap; speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur; medische hulpmiddelen; meet- en controle-instrumenten; automaten; apparatuur voor het opwekken van elektrische stromen;
   5° kleine apparatuur zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm, met uitzondering van de apparaten die onder de categorieën 1 tot en met 3 en 6 vallen. waaronder, maar niet beperkt tot: huishoudelijke apparaten; consumentenapparatuur; lichtarmaturen; apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, muziekapparatuur; elektrisch en elektronisch gereedschap; speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur; medische hulpmiddelen; meet- en controle-instrumenten; automaten; apparatuur voor het opwekken van elektrische stromen;
   6° kleine IT- en telecommunicatieapparatuur zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm.
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-09/27, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>



Art. NIIB. Bijlage IIB.[1 - Onvolledige lijst van de in dit besluit bedoelde elektrische en elektronische apparatuur die ingedeeld is in de categorieën van bijlage IIA
   1° warmte- of koude-uitwisselende apparatuur : Koelkasten, diepvriezers, apparatuur voor de automatische aflevering van koude producten, klimaatregelingsapparatuur, ontvochtigingsapparaten, warmtepompen, oliehoudende radiatoren en andere warmte- of koude-uitwisselende apparatuur waarin andere vloeistoffen dan water worden gebruikt voor de warmte- of koude-uitwisseling;
   2° Schermen, monitors en apparatuur met schermen die een oppervlakte hebben van meer dan 100 cm2: schermen, televisietoestellen, lcd-fotolijsten, monitors, laptops, notebooks;
   3° lampen : Fluorescentielampen (tl-buizen), compacte fluorescentielampen, fluorescentielampen, hogedrukgasontladingslampen, met inbegrip van hogedruknatriumlampen en metaalhalogenidelampen, lagedruknatriumlampen, leds
   4° grote apparaten Wasmachines, wasdrogers, vaatwasmachines, kooktoestellen, elektrische fornuizen, elektrische kookplaten, lichtarmaturen, apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, muziekapparatuur (uitgezonderd in kerken geplaatste pijporgels), apparaten voor breien en weven, grote mainframes, grote printers, kopieerapparaten, grote speelautomaten, grote medische hulpmiddelen, grote meet- en regelapparatuur, grote product- of geldautomaten, fotovoltaïsche panelen;
   5° kleine apparaten : Stofzuigers, rolvegers, naaiapparatuur, lichtarmaturen, magnetrons, ventilatieapparatuur, strijkijzers, broodroosters, elektrische messen, waterkokers, klokken en andere uurwerken, elektrische scheerapparaten, weegschalen, haar- en lichaamsverzorgingsapparaten, rekenmachines, radiotoestellen, videocamera's, videorecorders, hifiapparatuur, muziekinstrumenten, apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, elektrisch en elektronisch speelgoed, sportapparatuur, fiets-, duik-, loop-, roeicomputers en dergelijke, rookmelders, verwarmingsregelaars, thermostaten, klein elektrisch en elektronisch gereedschap, kleine medische hulpmiddelen, kleine meet- en regelapparatuur, kleine productautomaten, kleine apparaten met geïntegreerde fotovoltaïsche panelen;
   6° kleine IT- en telecommunicatieapparatuur zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm : mobiele telefoons, gps, zakrekenmachines, routers, personal computers, printers, telefoons]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-09/27, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>



Art. NIII. Bijlage III.[1 - Criteria van hergebruik en voorbereiding op hergebruik van gebruikte elektrische en elektronische apparatuur, zowel de huishoudelijke als de professionele apparaten
   De apparatuur bestemd voor hergebruik voldoet aan de hierna bepaalde criteria. De Minister kan de criteria actualiseren.
   HOOFDSTUK I. - Criteria betreffende de staat van het apparaat
   Wanneer aan de volgende criteria niet wordt voldaan, wordt het apparaat naar een gemachtigd verwerkingscentrum afgevoerd.
   1° het apparaat is helemaal functioneel.
   Een apparaat is volledig functioneel als een test wordt uitgevoerd en als deze test aantoont dat het zijn oorspronkelijke functies nog volledig kan vervullen. Voor de meest gewoonlijk gebruikte EEA, is een functionaliteitstest van de hoofdfuncties voldoende. Voor bepaalde specifieke producten zoals de GSM's, de koelkasten en de computers, moet de functionaliteitstest betrekking hebben op meer specifieke criteria (zie punt 5).
   2° het apparaat is elektrische veilig. De elektrische veiligheid wordt vastgesteld tijdens een test;
   3° de behuizing van het apparaat is volledig;
   4° alle essentiële onderdelen zijn aanwezig en in goede staat. Deze onderdelen variëren in functie van het soort product. Voor de koelkasten en de diepvriezen : de isolatie van de wanden en van de deur van het apparaat moet volledig en intact zijn om het energieverbruik niet te verhogen. Voor de was- of afwasmachines: de onderdelen voor de verwarming van het water mogen niet vol kalkaanslag zitten;
   5° het apparaat is niet verroest of lichtjes verroest;
   6° het apparaat bevat geen esthetische schaden of weinig esthetische schaden;
   7° het apparaat bevat geen CFK's of HCFK's. Als er geen aanwijzing is van de gebruikte koelgassen op het apparaat wordt er van uitgegaan dat apparaat CFK's of HCFK's bevat en mag het dus niet worden hergebruikt;
   8° het apparaat beschikt over een energielabel die minstens gelijk is aan de minimum label aanvaard voor het op de markt brengen van een nieuwe overeenkomende apparatuur Een energielabel zoals vermeld in hoofdstuk 4 wordt aangemoedigd.
   Om de energielabel van het apparaat na te gaan, kan een databank worden gebruikt. Als het apparaat er niet wordt in opgenomen, of als het gebruik van een dergelijk databank onmogelijk is, wordt het energieverbruik gemeten op basis van een gedocumenteerde testprocedure goedgekeurd door de Administratie;
   9° het apparaat bevat geen scherm met kathodestraalbuis (CRT). De professionele apparaten met geïntegreerd CRT scherm, zoals de medische apparaten, kunnen nog worden voorbereid voor hergebruik;
   10° de PC's en laptops beschikken over voldoende recente processors om gebruikt te kunnen worden;
   11° het apparaat wordt vastgemaakt en beschermd tijdens het vervoer door een aangepaste verpakking en een passende stapeling van de lading om tijdens het vervoer en het in- en uitladen niet beschadigd te worden.
   HOOFDSTUK II. - Eisen inzake de voorbereiding op het hergebruik
   De hergebruikscentra die voorbereiden op het hergebruik handelen als volgt:
   1° ze doen een eerste visuele voorselectie om de herbuikbare apparaten te scheiden van de apparaten die niet herbruikbaar zijn. Wanneer aan één van de volgende criteria wordt voldaan, is het apparaat niet meer beschouwd als herbruikbaar :
   a) het apparaat lijkt heel verouderd, of heeft geen handelswaarde meer;
   b) het apparaat is zeer verroest of heeft esthetische schaden;
   c) het apparaat is in algemene slechte staat;
   d) het apparaat is niet meet herstelbaar of de herstelling is te duur;
   e) het apparaat bevat een CRT scherm en is geen professioneel apparaat;
   2° elk visueel voorgeselecteerd apparaat en bestemd om voorbereid te zijn voor hergebruik zijn voorzien van een etiket dat de naam van het hergebruikcentrum en van de enige identificatiecode vermeldt Hij beschikt ook over een hergebruikfiche op papieren drager, digitaal of ingevoerd in een databank, die door de hergebruikcentra gedurende minstens vier jaar moet worden bewaard, en met de volgende vermeldingen:
   a) naam van het hergebruikcentrum;
   b) enige identificatiecode zoals vermeld op het etiket;
   c) naam van het apparaat;
   d) categorie van EEA;
   e) identificatienummer en typenummer, in voorkomend geval;
   f) bouwjaar, indien bekend;
   g) datum van functionaliteitstest en gebruikte criteria;
   h) omschrijving van de evaluaties of uitgevoerde tests;
   i) resultaten van de evaluaties of tests;
   3° de elektrische veiligheid van elk apparaat wordt getest. De test omvat een meting van de isolatie, een meting van de aarde en een controle van de kortsluitingen;
   4° de functionaliteit van elk apparaat wordt getest. Alleen de geteste apparaten en waarvan de test aantoont dat de oorspronkelijke functies nog volledig vervuld kunnen worden, kunnen hergebruikt worden. Voor de meest gewoonlijk gebruikte EEA, is een functionaliteitstest van de hoofdfuncties voldoende. Voor bepaalde specifieke producten zoals de GSM's, de koelkasten en de computers, moet de functionaliteitstest betrekking hebben op meer specifieke criteria;
   5° het energieverbruik van de apparaten vermeld in hoofdstuk 4 wordt geëvalueerd overeenkomstig punt 8 van hoofdstuk 1;
   6° bij de voorbereiding voor het hergebruik van ICT apparaten zoals PC's, laptops, tablets, servers, of routers, en mobiele telefoons en camera's, doen de hergebruikcentra alle persoonlijke gegevens verdwijnen alsook de niet-overplaatsbare software beschermd door copyright, op basis van een gedocumenteerde procedure voor de afschaffing van de software. Een nieuwe software wordt geïnstalleerd als hij een vergunning heeft;
   7° alle apparaten bestemd voor hergebruik voldoen aan de criteria vermeld in hoofdstuk I.
   HOOFDSTUK III. - Eisen inzake vervoer
   1° elke apparaat heeft een etiket dat de naam van het bedrijf verantwoordelijk voor de functionaliteitstest en de enige identificatiecode bevat;
   2° bij het vervoer wordt voorzien in een lijst van de vervoerde apparaten. Ze bevat de volgende vermeldingen voor elk apparaat :
   a) enige identificatiecode;
   b) naam van het apparaat;
   c) categorie van EEA;
   d) identificatienummer of typenummer, in voorkomend geval;
   e) productiejaar indien bekend;
   f) naam van het hergebruikcentrum dat de voorbereiding voor het hergebruik heeft uitgevoerd;
   g) datum van de voorbereiding voor het hergebruik;
   h) aard van de evaluaties of uitgevoerde tests;
   i) resultaten van de evaluaties of tests;
   3° een formulier met de volgende gegevens wordt gevoegd bij het vervoer:
   a) contactgegevens van de houder verantwoordelijk voor het vervoer;
   b) contactgegevens van het hergebruikcentrum dat de voorbereiding voor het hergebruik heeft uitgevoerd;
   c) contactgegevens van de bestemmeling met wie het contract is gesloten;
   d) ondertekende aangifte van het hergebruikcentrum dat de voorbereiding voor het hergebruik heeft uitgevoerd, dat alle apparaten die deel uitmaken van het vervoer volledig functioneel zijn.
   Als na onderzoek van deze documenten of visuele inspectie, een twijfel blijft bestaan over het gebruik als tweedehandsapparaten van de apparaten die deel uitmaken van het vervoer, mag de controleur vragen om de hergebruikfiches vermeld in hoofdstuk 2, die meer informatie geven over de uitgevoerde tests te bekijken.
   HOOFDSTUK IV. - Energielabel
   Een minimale energielabel wordt aangemoedigd voor de volgende categorieën apparaten :
   1° koelkast, diepvriezen : energielabel A;
   2° was- of afwasmachines : energielabel B;
   3° mobiele apparaten voor airconditioning, droogkast: energielabel C.
   HOOFDSTUK V. - Functionaliteitstests
   Afdeling 1. - ICT materiaal
   Het ICT materiaal voldoet aan de volgende voorwaarden en tests :
   - Power on self test, afgekort POST: de POST bestaat uit een reeks tests dat een computer of een verwante apparatuur uitvoert als hij wordt aangezet. Hij wordt uitgevoerd door de BIOS en controleert de werking van de RAM, de grafische kaart, de harde schijven, het toetsenbord en de andere hardwares. Als de test positief is wordt de procedure tot aanzetten voortgezet;
   - Het toetsenbord en de muis zijn volledig en functioneel.
   - de kabels en stekkers zijn volledig en functioneel.
   - het scherm is functioneel : goed beeld, geen schade, kabels aanwezig;
   - de printtest van de printer is positief;
   - de wisselstukken zijn functioneel en getest als computerstukken
   - De draagbare computer beschikt over een oorspronkelijke, intacte adapter die behoorlijk werkt;
   - De batterij is functioneel en oplaadbaar;
   - De draagbare computer kan minstens een half uur op de batterij werken.
   Afdeling 2. - Mobiele telefoons
   De mobiele telefoons voldoen aan de volgende voorwaarden en tests:
   - de antwoordtest;
   - de test van de microfoon en luidspreker : duidelijke toon, geen vervorming, het binnenkomende geluidsniveau is gelijk aan het uitgaande geluidsniveau;
   - de test van het scherm en het toetsenbord: elke knop is functioneel, het scherm is duidelijk en elke knop van het toetsenbord verschijnt op het scherm;
   - de test van de batterij : de batterij is opgeladen en haar functionaliteit wordt getest met een voltmeter. De batterij behoudt een minimum lading. Haar beschermingsstroombaan is aanwezig en functioneel.
   Afdeling 3. - De huishoudelijke koelkasten en diepvriezen
   De huishoudelijke koelkasten en diepvriezen voldoen aan de volgende voorwaarden :
   1° de koelkasten : ze koelen minstens af tot vijf graden Celsius;
   2° de diepvriezen : ze koelen minstens af tot:
   a) min zes graden Celsius voor de diepvriezen met één ster;
   b) min twaalf graden Celsius voor de diepvriezen met twee sterren;
   a) min achttien graden Celsius voor de diepvriezen met drie sterren.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-09/27, art. 31, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>



Art. NIV. Bijlage IV.[1 - Informatie voor de registratie en de aangifte bedoeld in artikel 109
  Te verstrekken informatie bij de registratie :
   1° naam en adres van de producent en de mandataris wanneer hij wordt aangewezen krachtens artikel 111, alsook hun telefoon- en faxnummers, hun e-mailadres, alsook de contactpersoon;
   2° nationaal identificatienummer van de producent, met inbegrip van de bedrijfsnummer;
   3° categorie van EEA bedoeld in bijlage I of III, al naar het geval;
   4° soort EEA (bestemd voor de gezinnen of bestemd voor andere gebruikers dan de gezinnen);
   5° handelsbenaming van de EEA;
   6° informatie betreffende de manier waarop de producent zijn verantwoordelijkheden vervuld: in het kader van een individueel of gemeenschappelijk systeem, met inbegrip van de informatie over de financiële garanties;
   7° gebruikte verkoopmethode (bijvoorbeeld, verkoop op afstand);
   8° verklaring waaruit blijkt dat de verstrekte informatie overeenstemt met de werkelijkheid.
   2° Te verstrekken informatie bij de aangifte :
   1° nationaal identificatienummer van de producent;
   2° periode die door het verslag gedekt is;
   3° categorie van EEA bedoeld in bijlage I of III, al naar het geval;
   4° per categorie EEA, hoeveelheid EEA op de nationale markt gebracht, uitgedrukt in gewicht;
   5° per categorie EEA, hoeveelheid, uitgedrukt in gewicht, van AEEA apart ingezameld, gerecycleerd, voorbereid voor hergebruik inbegrepen, gevaloriseerd en verwijderd in de betrokken lidstaat of overgedragen binnen of buiten het grondgebied van de Unie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-09/27, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>



Art. NV.Bijlage V.[1 - Minimumvoorschriften voor de overbrenging
   1° Documenten
   Om het onderscheid te maken tussen EEA en AEEA, in gevallen waarin de houder van het voorwerp beweert dat hij gebruikte EEA overbrengt of voornemens is over te brengen die géén AEEA is, verlangt het Gewest van de houder dat hij beschikt over de volgende bewijzen van de juistheid van deze bewering:
   a) een kopie van de factuur en het contract met betrekking tot de verkoop of de eigendomsoverdracht van de EEA, waarin wordt verklaard dat de apparatuur bestemd is voor onmiddellijk hergebruik en helemaal functioneel is;
   een bewijs van beoordeling of test, (keuringsbewijs), voor elk stuk dat deel uitmaakt van de zending, alsmede een protocol dat alle in punt 2 gespecificeerde etiketinformatie bevat;
   c) een verklaring van de houder die het vervoer van de EEA organiseert, dat de zending geen materiaal of apparatuur omvat die een afvalstof is in de zin van artikel 2, 1° van het decreet;
   d) passende bescherming tegen beschadiging tijdens het vervoer en het in- en uitladen, met name door voldoende verpakking en passende stapeling van de lading.
   Het bepaalde in punt 1, onder a) en b), en punt 2 is niet van toepassing wanneer dit wordt gedocumenteerd door afdoende bewijs dat de overbrenging plaatsvindt in het kader van een overdrachtovereenkomst tussen ondernemingen en dat, hetzij :
   a) de EEA wordt teruggestuurd naar de producent of naar een derde die in diens naam handelt als defect voor reparatie onder garantie met het oog op hergebruik;
   b) de gebruikte EEA voor professioneel gebruik wordt verzonden naar de producent of naar een derde die in diens naam handelt of naar faciliteiten van een derde in landen waar Besluit C(2001)107/def. van de OESO-Raad inzake de herziening van Besluit C(92)39/def. betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen bestemd voor handelingen ter nuttige toepassing van toepassing is, met als doel om te worden opgeknapt of gerepareerd, krachtens een geldig contract, met het oog op hergebruik;
   c) de defecte gebruikte EEA voor professioneel gebruik, zoals medische hulpmiddelen of onderdelen daarvan naar de producent of naar een derde die in diens naam handelt wordt verzonden, voor analyse van de onderliggende oorzaak, krachtens een geldig contract, wanneer zo'n analyse alleen kan worden uitgevoerd door de producent of derden die in zijn naam handelen.
   2° De uitvoering van de testen
   Als bewijs dat de overgebrachte producten gebruikte EEA vormen en geen AEEA, worden met betrekking tot gebruikte EEA de volgende test- en documentatiestappen doorlopen:
   a) Stap 1 : de uitvoering van de testen
   a) Er wordt gekeken of het apparaat functioneert en of het gevaarlijke stoffen bevat. Welke tests worden uitgevoerd, hangt af van de aard van de EEA. Voor de meeste gebruikte EEA volstaat een functionaliteitstest van de belangrijkste functies.
   b) de uitkomsten van de beoordeling en het testen worden geregistreerd.
   b) Stap 2 : etiket :
   a) het etiket wordt stevig, maar niet onlosmakelijk bevestigd hetzij op de onverpakte EEA zelf, hetzij op de verpakking, op zodanige wijze dat het kan worden gelezen zonder dat de apparatuur moet worden uitgepakt;
   b) het etiket bevat de volgende informatie:
   (1) benaming, benaming van het apparaat indien opgesomd in, al naar het geval, bijlage II of bijlage IV, en categorie opgenomen in, al naar het geval, bijlage I of bijlage III;
   (2) identificatienummer van het apparaat, in voorkomend geval;
   (3) productiejaar (indien bekend);
   (4) naam en adres van het bedrijf dat heeft gecontroleerd of het apparaat goed functioneert;
   (5) resultaten van de tests als omschreven in stap 1, met inbegrip van de datum van de test van de functionele capaciteit;
   (6) aard van de uitgevoerde tests.
   3° Andere documenten.
   Naast de in de punten 1 en 2 vermelde documenten dient elke lading gebruikte EEA vergezeld te gaan van :
   a) een relevant vervoersdocument, bijvoorbeeld de CMR-vrachtbrief of de geleidebrief;
   b) een verklaring door de aansprakelijke persoon met betrekking tot zijn verantwoordelijkheid.
   Bij ontbreken van bewijs dat een voorwerp gebruikte EEA is en niet AEEA volgens de overeenkomstig deze bijlage vereiste documenten en bij ontbreken van passende bescherming tegen beschadiging tijdens het vervoer en het in- en uitladen, met name door voldoende verpakking en passende stapeling van de lading, waarvoor de houder die het vervoer organiseert verantwoordelijk is, wordt het betrokken apparaat als AEEA beschouwd en moet men ervan uit te gaan dat de lading het voorwerp is van illegale overbrenging. In deze omstandigheden wordt met de lading omgegaan overeenkomstig de artikelen 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2017-03-09/27, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2017>