4 JUNI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004 betreffende de erkenning en subsidiëring van centra voor loopbaandienstverlening
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 1, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004 betreffende de erkenning en subsidiëring van centra voor loopbaandienstverlening, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt c) wordt vervangen door wat volgt :
"c) ervaren werknemers : werknemers als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt, die de leeftijd hebben van vijfenveertig jaar of meer;";
2° er wordt een punt f) toegevoegd, dat luidt als volgt :
"f) de werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdelijk is geschorst wegens economische oorzaken."
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007, wordt punt 8° vervangen door wat volgt :
"8° jaarlijks minstens tweehonderd vijftig werkenden in een volledig traject begeleiden. Minstens 50 % van het totale aantal begeleide werkenden in de volledige trajecten, de verkorte trajecten en de trajecten nazorg, behoort tot één of meer kansengroepen als vermeld in artikel 1, 6°. Dat aantal en dat percentage worden berekend op basis van de volledige duurtijd van het project. De minister kan het aantal en het percentage wijzigen en kan eveneens een groeipercentage bepalen;".
Art.3. In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007, wordt punt 1° vervangen door wat volgt :
"1° voorafgaand aan de aanvraag voor loopbaandienstverlening, hetzij een werkervaring van minstens twaalf maanden als werkende hebben verworven, hetzij een werkervaring van negen maanden, waarvan 28 aaneensluitende arbeidsdagen, als uitzendkracht als vermeld in de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers, hebben verworven.
De individuele beroepsopleiding als werkzoekende als vermeld in titel III in hoofdstuk III van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt gelijkgesteld met werkervaring als werkende;".
Art.4. In artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
"De basisfinanciering van 50.000 euro, vermeld in het eerste lid, wordt verminderd als het centrum minder dan 80 % van het aantal werkenden, begeleid in een volledig traject als vermeld in artikel 4, 8°, begeleidt. In dat geval wordt de vermindering van de basisfinanciering procentueel bepaald volgens de formule :
A = 100 - B, waarbij :
1° A = verminderingspercentage van de basisfinanciering;
2° B = (het werkelijk aantal werknemers, die in een volledig traject worden begeleid)/(het aantal werknemers die moeten worden begeleid in een volledig traject als vermeld in artikel 4, 8°) x 100.";
2° tussen het tweede lid, dat het derde wordt, en het derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
"De subsidie van 800 euro, vermeld in het tweede lid, wordt verminderd als het centrum minder kansengroepen begeleidt dan het percentage, vermeld in artikel 4, 8°.
Als het percentage van het aantal begeleide kansengroepen hoger is dan of gelijk is aan 40 %, wordt het bedrag verminderd. In dat geval wordt het verminderingspercentage van de subsidie bepaald volgens de formule :
C = 50 - D, waarbij :
1° C = verminderingspercentage van de subsidie;
2° D = aandeel werkenden in de volledige trajecten, de verkorte trajecten en de trajecten nazorg, dat behoort tot een of meer van de kansengroepen, vermeld in artikel 1, 6°.
Als het percentage van het aantal begeleide kansengroepen lager is dan 40 %, wordt het bedrag verminderd. In dat geval wordt het verminderings- of terugvorderingspercentage van de subsidie bepaald volgens de formule :
E = 100 - (F x 2), waarbij :
F = het aandeel werkenden in de volledige trajecten, de verkorte trajecten en de trajecten nazorg, dat behoort tot een of meer van de kansengroepen, vermeld in artikel 1, 6°."
Art.5. In artikel 3, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006, worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt :
"1° de dienstverleners die al erkend zijn in de pijler opleiding in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten;
2° de sectorale instellingen die nog niet erkend zijn in de pijler opleiding in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten overeenkomstig artikel 14, § 1, 1°, en die worden beheerd door de sociale partners, op voorwaarde dat ze een aanvraag tot erkenning indienen bij de VDAB;".
Art.6. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004, wordt het derde lid vervangen door wat volgt :
"Het maximale volume, vermeld in het eerste en tweede lid, kan voor de kansengroepen, vermeld in artikel 1, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004 betreffende de erkenning en subsidiëring van centra voor loopbaandienstverlening, met uitzondering van de personen die aangesloten zijn bij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering van Zelfstandigen of bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen, worden verhoogd met het volume aan cheques dat werd betaald voor de loopbaandienstverlening die werd aangeboden door de begeleidingsverstrekkers, erkend overeenkomstig artikel 4."
Art.7. Artikel 13 van het hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 13. De opleidingscheques voor werknemers kunnen, voor eenzelfde opleiding, niet gecumuleerd worden met de opleidingssteun voor werkgevers vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten."
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 juni 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS