21 MEI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvaardiging van de thema's en de richtsnoeren betreffende ethisch verantwoord sporten
Art. 1-4
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° thema : een positief waardegeheel als onderdeel van het ethische handelen binnen de sport, dat in acht genomen moet worden ter bescherming en ter bevordering ervan;
2° richtsnoer : een voorschrift naar waar men zich regelt teneinde bepaalde aspecten binnen het ethische thema concreet uit te werken;
3° uitvoeringsbesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2008 houdende uitvoering van het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch en ethisch verantwoorde sportbeoefening.
Art.2. § 1. De zes thema's inzake ethisch verantwoorde sportbeoefening zijn :
1° de rechten van het kind in de sport;
2° inclusie;
3° respect voor diversiteit;
4° het fairplaybeginsel;
5° de fysieke en psychische integriteit van het individu;
6° solidariteit.
§ 2. Binnen de thema's, vermeld in paragraaf 1, worden de volgende richtsnoeren uitgevaardigd :
1° de richtsnoeren binnen het thema de rechten van het kind in de sport bestaan erin dat de sportfederatie de nodige inspanningen levert om :
a) de Panathlonverklaring over ethiek in de jeugdsport van 24 september 2004 binnen de federatie en sportclubs te concretiseren en te implementeren;
b) de positieve waarden van de jeugdsport te benadrukken en te concretiseren, en dat de sportfederatie structurele preventieve én curatieve maatregelen neemt om haar jeugdleden te beschermen tegen de negatieve effecten van de sport;
c) haar sportclubs, trainers, begeleiders en andere betrokkenen te sensibiliseren, te begeleiden en te ondersteunen bij het ethisch en pedagogisch verantwoord omgaan met hun jeugdleden, met bijzondere aandacht voor hun ontwikkelingsniveau;
2° de richtsnoeren binnen het thema inclusie bestaan erin dat de sportfederatie de nodige inspanningen levert om :
a) de sportclubs te sensibiliseren en te begeleiden zodat de bestaande drempels bij de sportclubs weggewerkt worden;
b) ervoor te zorgen dat personen uit bijzondere groepen deelnemen aan de sport en zich aansluiten bij een sportclub;
3° de richtsnoeren binnen het thema respect voor diversiteit bestaan erin dat de sportfederatie de nodige inspanningen levert om :
a) ervoor te zorgen dat alle actoren en belanghebbenden van de sportclub respectvol omgaan met de rijkdom aan diversiteit;
b) alle vormen van discriminatie en racisme in de sport te voorkomen en uit de sport te bannen;
4° de richtsnoeren binnen het thema het fairplaybeginsel bestaan erin dat de sportfederatie de nodige inspanningen levert om :
a) alle leden ervan te verzekeren dat ze kunnen sporten in aangepaste oefen- en competitievormen met leden van hetzelfde (ontwikkelings)niveau;
b) alle actoren en belanghebbenden te sensibiliseren voor het belang van fair play en hen te begeleiden en te ondersteunen bij het implementeren van fair gedrag in de sportfederatie en de sportclub;
c) naast het competitieve kader, het recreatieve, vormende en bredere karakter van de sport op een positieve manier in de kijker te plaatsen;
5° de richtsnoeren binnen het thema fysieke en psychische integriteit van het individu bestaan erin dat de sportfederatie :
a) inspanningen levert om de persoonlijke integriteit van haar leden te beschermen, en dat ze het integere handelen van haar begeleiders en bestuurders stimuleert;
b) beseft dat sport negatieve effecten kan genereren en dat ze (structurele) preventieve en curatieve maatregelen neemt om haar leden en belanghebbenden te beschermen;
c) structurele maatregelen neemt om problemen, ongewenst gedrag en klachten te melden en te registreren;
d) de nodige inspanningen levert om talenten optimaal te begeleiden en ontwikkelen;
6° de richtsnoeren binnen het thema solidariteit bestaan erin dat de sportfederatie de nodige inspanningen levert om :
a) ervoor te zorgen dat alle actoren en belanghebbenden solidair en respectvol handelen tegenover zichzelf, de andere en de omgeving en de onderlinge solidariteit bevorderen;
b) een positieve boodschap te brengen en daarbij een breed netwerk uit te bouwen als solide basis voor duurzaam, ethisch verantwoord sporten;
c) meer inspraak en betrokkenheid van alle belanghebbenden in het beleid van de federatie en de sportclubs te verzekeren.
Art.3. Elke sportfederatie, vermeld in artikel 33/1, § 2, van het uitvoeringsbesluit, selecteert voor de olympiade 2009-2012 minstens een van de thema's, vermeld in artikel 2.
Per thema worden minstens twee richtsnoeren geselecteerd en geïmplementeerd.
De richtsnoeren worden geïmplementeerd met ingang van 1 januari 2011.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 mei 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS