17 DECEMBER 2009. - Besluit houdende oprichting van een Raad voor Volwassenenvorming
HOOFDSTUK 1. - Benaming
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Samenstelling
Art. 2-3
HOOFDSTUK 3. - Opdracht
Art. 4-5
HOOFDSTUK 4. - Werkwijze
Art. 6-10
HOOFDSTUK 5. - Opheffingsbepalingen en inwerkingtreding
Art. 11-13
HOOFDSTUK 1. - Benaming
Artikel 1. Er wordt een "Raad voor Volwassenenvorming" opgericht, hierna "raad" genoemd.
HOOFDSTUK 2. - Samenstelling
Art.2. § 1. De Raad voor Volwassenenvorming is samengesteld uit een vertegenwoordiger van elke inrichting voor volwassenenonderwijs die overeenkomstig het decreet van 17 november 2008 ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs wordt ondersteund.
De raadsleden worden door de Minister bevoegd inzake Volwassenenvorming, op de voordracht van de betrokken inrichting voor volwassenenonderwijs, aangewezen. Voor elk werkend lid wijst de Minister, op de voordracht van de betrokken inrichting voor volwassenenonderwijs, een plaatsvervangend lid aan. Een plaatsvervangend lid vervangt met stemrecht een afwezig werkend lid.
§ 2. Onder zijn leden kiest de raad een voorzitter, een vice-voorzitter en een penningmeester. Een herkiezing is mogelijk.
§ 3. De raad is gevestigd in een plaats in het Duitse taalgebied.
Art.3. Het mandaat van raadslid duurt vier jaar. Een heraanwijzing is mogelijk.
Op verzoek van de betrokken inrichtingen voor volwassenenonderwijs kan de Minister bevoegd inzake Volwassenenvorming een einde maken aan het mandaat van een werkend of plaatsvervangend lid van de betrokken inrichting.
Als aan het mandaat van een werkend of plaatsvervangend lid voortijdig een einde komt, dan wijst de Minister - op de voordracht van de betrokken inrichting voor volwassenonderwijs - een nieuw lid aan dat het mandaat van zijn voorganger voltooit.
HOOFDSTUK 3. - Opdracht
Art.4. De raad heeft als opdracht :
- de vertegenwoordiging van de belangen van zijn leden te behartigen;
- de samenwerking en het uitwisselen van ervaring tussen de verschillende inrichtingen voor volwassenenonderwijs te bevorderen;
- op eigen initiatief of op verzoek de Regering en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap adviezen inzake Volwassenenvorming mee te delen.
Art.5. Met het oog op de uitoefening van zijn opdracht kan de raad op zijn vergaderingen alle personen uitnodigen die hij nodig acht; deze wonen de vergadering met raadgevende stem bij.
HOOFDSTUK 4. - Werkwijze
Art.6. De raad stelt een huishoudelijk reglement op dat hij aan de Regering ter goedkeuring voorlegt.
Art.7. Binnen de perken van de te dien einde in de begroting van de Duitstalige Gemeenschap ter beschikking gestelde kredieten krijgt de raad een werkingstoelage.
Art.8. De raadsleden alsmede de personen die met toepassing van artikel 5 de vergaderingen bijwonen, verkrijgen presentiegelden en reiskostenvergoedingen onder de door de Regering vastgelegde voorwaarden. Dit geldt voor ten hoogste 18 vergaderingen per jaar. De reiskostenvergoeding wordt echter niet toegekend, als de op één dag afgelegde afstand niet ten minste 5 km bedraagt.
Art.9. De beslissingen van de raad worden genomen bij meerderheid van stemmen, uitgebracht door de aanwezige leden. De raad kan rechtsgeldig beraadslagen, indien ten minste de helft van zijn leden aanwezig zijn. Om een advies te kunnen uitbrengen, moeten echter twee derden van de leden aanwezig zijn.
Alle modaliteiten van de procedure worden in het huishoudelijk reglement bepaald.
Art.10. Op het einde van elk kalenderjaar stelt de raad, voor de Minister bevoegd inzake Volwassenenvorming, een algemeen verslag op over zijn werkzaamheden van het afgelopen jaar.
HOOFDSTUK 5. - Opheffingsbepalingen en inwerkingtreding
Art.11. Het koninklijk besluit van 9 juni 1981 houdende oprichting van een Raad voor Volksopleiding en Volwassenenvorming in de Duitstalige Gemeenschap wordt opgeheven.
Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.
Art. 13. De Minister bevoegd inzake Volwassenenvorming wordt belast met de uitvoering van voorliggend besluit.
Eupen, 17 december 2009.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen,
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Cultuur, Media en Toerisme,
Mevr. I. WEYKMANS