Details





Titel:

26 FEBRUARI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de prestatieregeling en de vaststelling van het recht op een salaris in een ambt in de centra voor volwassenenonderwijs (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-03-2010 en tekstbijwerking tot 14-10-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De prestatieregeling
Art. 2-5, 5/1
HOOFDSTUK 3. - De vaststelling van het recht op een salaris
Art. 6
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen
Art. 7-10
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 11-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1965031005 



Uitvoeringsbesluit(en):

2011203033  2016035647  2017011458  2018032438 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het ondersteunend personeel van de centra voor volwassenenonderwijs die worden gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van hoofdstuk 2, dat niet van toepassing is op de personeelsleden van het bestuurs- en onderwijzend personeel die het bevorderingsambt van directeur uitoefenen in een centrum voor volwassenenonderwijs.

HOOFDSTUK 2. - De prestatieregeling
Art.2.Het aantal prestatie-eenheden voor een ambt met volledige prestaties in de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel wordt vastgesteld als volgt :
  1° [3 leraar secundair volwassenenonderwijs:
   a) 20 lestijden van 50 minuten als het ambt wordt uitgeoefend in de volgende studiegebieden:
   1) Aanvullende algemene vorming;
   2) Administratie;
   3) Algemene vorming;
   4) [4 Assistentie vrije zorgberoepen, als het gaat om de opleidingen farmaceutisch technisch assistent, uitvaartassistent, uitvaartmedewerker en uitvaartmanager;]4
   5) Bedrijfsbeheer;
   6) Bibliotheek-, archief- en documentatiekunde;
   7) Bijzondere educatieve noden;
   8) Chemie;
   9) Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2;
   10) Europese neventalen richtgraad 1 en 2;
   11) Europese talen richtgraad 3 en 4;
   12) Fotografie;
   13) Grafische communicatie en media;
   14) Hebreeuws;
   15) Informatie- en communicatietechnologie;
   16) Logistiek en verkoop;
   17) Maritieme diensten;
   18) Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2;
   19) Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4;
   20) Oosterse talen;
   21) Printmedia;
   22) Scandinavische talen;
   23) Slavische talen;
   b) 20 lestijden van 50 minuten als het ambt wordt uitgeoefend in de [7 geletterdheidsmodules Nederlands en Leren leren of de geletterdheidsmodules regie over het eigen leren]7;
   c) 21 lestijden van 50 minuten als het ambt wordt uitgeoefend in de volgende studiegebieden:
   1) Ambachtelijk erfgoed, als het gaat om de opleidingen Boekvergulder, Hulpboekbinder, Manueel Boekbinder en Manueel Boekbinder-Boekvergulder;
   2) Toerisme;
   d) 22 lestijden van 50 minuten als het ambt wordt uitgeoefend in de volgende studiegebieden:
   1) Algemene personenzorg;
   2) Assistentie vrije zorgberoepen, als het gaat om de opleiding Tandartsassistent;
   3) ICT-technieken;
   4) Lassen;
   5) Mechanica-elektriciteit;
   6) Specifieke personenzorg;
   e) 23 lestijden van 50 minuten als het ambt wordt uitgeoefend in de volgende studiegebieden:
   1) Ambachtelijk erfgoed, als het gaat om de opleidingen Klavierinstrumentenbouwer-Hersteller, Strijkinstrumentenbouwer-Hersteller en Tokkelinstrumentenbouwer-Hersteller;
   2) Auto;
   3) Groot transport;
   4) Koeling en warmte;
   5) Land- en tuinbouw;
   6) Lichaamsverzorging;
   7) Textiel;
   f) 24 lestijden van 50 minuten als het ambt wordt uitgeoefend in de volgende studiegebieden:
   1) Afwerking bouw
   2) Ambachtelijke accessoires, als het gaat om de opleidingen Accessoires, Breien, Briljanteerder, Diamantbewerker, Diamantsnijder, Edelsteenzetter, Goudsmid, Juweelhersteller, Kruiswerker, Marokijnbewerker, Mode en Interieur, Mode en Textielverkoop, Modist, Schoenhersteller, Schoenmaker- Ontwerper, Uurwerkmaker en Zilversmid;
   3) Ambachtelijk erfgoed, als het gaat om de opleidingen [6 Bekapper, Hoefsmid]6, Siersmid en Vakman Houtsnijwerk;
   4) Bakkerij;
   5) Drankenkennis;
   6) Horeca;
   7) Meubelmakerij;
   8) Mode: maatwerk;
   9) Mode: realisaties;
   10) Ruwbouw;
   11) Schrijnwerkerij;
   12) Slagerij;
   g) 25 lestijden van 50 minuten als het ambt wordt uitgeoefend in de volgende studiegebieden:
   1) Ambachtelijke accessoires, als het gaat om de opleidingen Afgeknoopte Draden, Borduren, Doorlopende draden en Naaldkant;
   2) Huishoudhulp;
   3) Huishoudelijk koken;
   4) Huishoudelijke decoratie- en naaitechnieken]3.
  2° [5 ...]5
  ----------
  (1)<BVR 2012-09-21/10, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2012>
  (2)<BVR 2016-03-11/07, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
  (3)<BVR 2017-03-10/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
  (4)<BVR 2018-11-16/11, art. 3,1°, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
  (5)<BVR 2018-11-16/11, art. 3,2°, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (6)<BVR 2019-02-15/16, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-02-2019>
  (7)<BVR 2021-02-12/22, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-02-2021>

Art.3. Het aantal prestatie-eenheden voor een ambt met volledige prestaties in de selectieambten en het bevorderingsambt van technisch adviseur-coördinator van het bestuurs- en onderwijzend personeel bedraagt 36 klokuren.

Art.4.[1 Het aantal prestatie-eenheden voor een ambt met volledige prestaties in de wervingsambten van het ondersteunend personeel wordt op de volgende wijze vastgesteld:
   1° administratief medewerker: 32 klokuren;
   2° stafmedewerker: 36 klokuren.]1
  [2 3° ICT-coördinator: 36 klokuren.]2
  ----------
  (1)<BVR 2018-11-16/11, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (2)<BVR 2021-09-03/19, art. 31, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.5. Om het aantal prestatie-eenheden vast te stellen voor een ambt met onvolledige prestaties als vermeld in dit hoofdstuk, worden de prestatie-eenheden die voor het desbetreffende ambt worden vermeld in dit hoofdstuk, pro- rata toegepast.

Art. 5/1. [1 Het personeelslid dat zitting heeft in een lokaal inspraakorgaan dat opgericht is door of krachtens een wet of een decreet, krijgt dienstvrijstelling om de vergaderingen van dat inspraakorgaan bij te wonen. De dienstvrijstelling wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2011-05-27/06, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2011>

HOOFDSTUK 3. - De vaststelling van het recht op een salaris
Art.6.§ 1. Het personeelslid dat aangesteld is in het ambt van directeur, heeft recht op een salaris dat wordt uitgedrukt in twintigsten.
  § 2. Het personeelslid dat aangesteld is in het ambt van adjunct-directeur secundair volwassenenonderwijs, [1 stafmedewerker]1 [2 , ICT-coördinator]2, technisch adviseur of technisch adviseur-coördinator, heeft recht op een salaris dat wordt uitgedrukt in zesendertigsten.
  § 3. Het personeelslid dat aangesteld is in het ambt van administratief medewerker, heeft recht op een salaris dat wordt uitgedrukt in tweeëndertigsten.
  § 4. Het personeelslid dat aangesteld is in het ambt van leraar secundair volwassenenonderwijs [1 ...]1 heeft recht op een salaris dat wordt toegekend op basis van een opdracht die wordt berekend via de formule T/N.
  Als het personeelslid wordt aangesteld voor een volledig schooljaar, wordt de formule T/N als volgt toegepast :
  1° T = het aantal lestijden per module gedeeld door 40;
  2° N = het aantal prestatie-eenheden voor een ambt met voltijdse prestaties, vermeld in artikel 2.
  Als het personeelslid wordt aangesteld voor een periode die minder lang is dan een volledig schooljaar, wordt bij elke aanstelling in een module de formule T/N als volgt toegepast :
  1° T = (X/40) * (300/Y) * (U/V), waarbij :
  - X gelijk is aan het verplicht aantal te organiseren lestijden volgens het opleidingsprofiel waar de module deel van uitmaakt;
  - Y gelijk is aan het aantal dagen dat het personeelslid in die module is aangesteld;
  - U gelijk is aan het aantal lestijden van de module die georganiseerd zijn tijdens de periode van aanstelling van het personeelslid;
  - V gelijk is aan het totale aantal effectief georganiseerde lestijden van de module;
  2° N = het aantal prestatie-eenheden voor een ambt met voltijdse prestaties, vermeld in artikel 2.
  Het personeelslid heeft recht op een volledig salaris als T/N = 1.
  § 5. [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2018-11-16/11, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (2)<BVR 2021-09-03/19, art. 32, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen
Art.7. In artikel 3bis van het koninklijk besluit van 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der leergangen met beperkt leerplan afhangend van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs";
  2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
  "Zijn onder meer volledig de prestaties van een personeelslid dat aan een of meer centra voor volwassenenonderwijs ten minste het aantal prestaties levert dat voor zijn ambt is vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2010 betreffende de prestatieregeling en de vaststelling van het recht op een salaris in een ambt in de centra voor volwassenenonderwijs.";
  3° in paragraaf 3, eerste lid worden de woorden "artikel 2, § 2bis " vervangen door de woorden "artikel 2, § 3", de woorden "ten minste zoveel lesuren geeft" vervangen door de woorden " ten minste zoveel prestaties levert" en de woorden "van deze uren de eenheid bereikt" vervangen door de woorden "van die prestaties de eenheid bereikt";
  4° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
  "Ten aanzien van een ambt wordt de betrekkelijke waarde van een prestatie-eenheid voorgesteld door een breuk die als teller het getal 1 heeft en als noemer het aantal prestatie-eenheden dat voor zijn opdracht is vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2010 betreffende de prestatieregeling en de vaststelling van het recht op een salaris een ambt in de centra voor volwassenenonderwijs.";

Art.8. In artikel 32bis, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2001, worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door het woord "volwassenenonderwijs".

Art.9. I n artikel 33bis, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2001, worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door het woord "volwassenenonderwijs".

Art.10. In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door het woord "volwassenenonderwijs".

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.11. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2010.

Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.