14 JANUARI 2010. - Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 1 januari 2009 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten
Art. 1-12
Artikel 1. Aan artikel 23 van het ministerieel besluit van 1 januari 2009 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 maart 2009, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Als het Agentschap Ondernemen zijn akkoord niet verleent aan het advies en het verslag, kan het advies gesubsidieerd worden als een advies als vermeld in artikel 1, 9°. In voorkomend geval wordt de subsidie herberekend en geheel of gedeeltelijk teruggevorderd bij de onderneming of de dienstverlener. "
Art.2. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. Artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 maart 2009, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 27. Als een subsidieaanvraag wordt geannuleerd, wordt die als niet bestaand beschouwd. Een subsidieaanvraag wordt geannuleerd in de volgende gevallen :
1° het door de onderneming te betalen juiste projectbedrag, vermeld in artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering, is niet binnen dertig kalenderdagen na de bevestiging, vermeld in artikel 20, ontvangen door de externe beheerder;
2° de onderneming annuleert de subsidieaanvraag voor het door de onderneming te betalen projectbedrag, vermeld in artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering, betaald is aan de externe beheerder;
3° de dienstverlener annuleert de inschrijving voor het door de onderneming te betalen projectbedrag, vermeld in artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering, betaald is aan de externe beheerder;
4° de dienstverlener bevestigt de subsidieaanvraag niet, vermeld in artikel 20, eerste lid;
5° het Agentschap Ondernemen verleent geen akkoord aan de subsidieaanvraag, vermeld in artikel 20, tweede lid. "
Art.4. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 28. Als een subsidieaanvraag wordt stopgezet, wordt het door de onderneming betaalde projectbedrag, vermeld in artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering, geheel of gedeeltelijk terugbetaald. Stopzetting is enkel mogelijk als de in aanmerking komende kosten, vermeld in artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering, nog niet zijn betaald aan de dienstverlener. Een subsidieaanvraag wordt stopgezet in de volgende gevallen :
1° stopzetting van de activiteit van de onderneming als een van de volgende twee documenten voorgelegd wordt :
a) een kopie van de verklaring van stopzetting, ingediend bij de Sociale Verzekeringskas voor Zelfstandigen;
b) een kopie van de akte van ontbinding bij vennootschappen;
2° stopzetting van de activiteit van de dienstverlener als een van de volgende twee documenten voorgelegd wordt :
a) een kopie van de verklaring van stopzetting, ingediend bij een Sociale Verzekeringskas voor Zelfstandigen;
b) een kopie van de akte van ontbinding of van vereffening bij vennootschappen;
3° annulatie van een inschrijving door de dienstverlener als een geschreven annuleringsbewijs voorgelegd wordt;
4° overlijden of ongeval met een volledige arbeidsongeschiktheid tot gevolg als een overlijdensakte of een doktersattest wordt voorgelegd van een van de volgende personen :
a) de bedrijfsleider of eigenaar van een eenmanszaak of zijn meewerkende echtgenoot of echtgenote;
b) de hoofdaandeelhouder van een vennootschap die de dagelijkse leiding waarneemt van de onderneming;
c) de werkende die ingeschreven was om een opleiding te volgen;
5° na het verstrijken van de termijn, vermeld in artikel 29, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering. "
Art.5. In artikel 30 van hetzelfde besluit wordt punt 5° vervangen door wat volgt :
" 5° K2a-, K2b-, of K2c-label voor opleiding;. "
Art.6. In artikelen 31, 2°, en 32, 2°, van hetzelfde besluit wordt de zin " De erkenning heeft een geldigheidsduur van twee jaar. " vervangen door de zin " De geldigheidsduur van de erkenning wordt bepaald door de resterende geldigheidsduur van de individuele screening. "
Art.7. Artikel 31/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 5 juni 2009, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 31/1. Ter uitvoering van artikel 14, § 2, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt de dienstverlener, die een natuurlijk persoon is, voor het verlenen van strategisch advies in het domein preventief bedrijfsbeleid, vermeld in artikel 2, 1°, erkend als hij voldoet aan een van de volgende voorwaarden :
1° de dienstverlener krijgt een positieve beoordeling na een individuele screening door een privaat arbeidsbemiddelingsbureau als vermeld in artikel 31, 2°, en als hij voldoet aan een van de volgende voorwaarden :
a) hij is en blijft gedurende de geldigheidsduur van zijn erkenning lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten of het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten;
b) hij krijgt een positieve beoordeling van een comité van experts van het Agentschap Ondernemen na een screening van zijn competenties en ervaring op het vlak van preventief bedrijfsbeleid. Een positieve beoordeling hoeft maar eenmaal verkregen te worden.
De geldigheidsduur van de erkenning wordt bepaald door de resterende geldigheidsduur van de individuele screening;
2° de dienstverlener is werkende als vermeld in artikel 4, in een organisatie die beschikt over een van de kwaliteitscertificaten, vermeld in artikel 31, 1°, en als hij voldoet aan een van de volgende voorwaarden :
a) hij is en blijft gedurende de geldigheidsduur van zijn erkenning lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten of het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten;
b) hij krijgt een positieve beoordeling van een comité van experts van het Agentschap Ondernemen na een screening van zijn competenties en ervaring op het vlak van preventief bedrijfsbeleid. Een positieve beoordeling hoeft maar eenmaal verkregen te worden.
De geldigheidsduur van de erkenning wordt bepaald door de resterende geldigheidsduur van het certificaat. "
Art.8. Artikel 31/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 5 juni 2009, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 31/2. Ter uitvoering van artikel 14, § 6, van het besluit van de Vlaamse Regering kan een dienstverlener die erkend is door Design Vlaanderen op basis van artikel 14, § 2, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering, alleen advies verlenen op het domein design, en moet het strategisch advies in het domein preventief bedrijfsbeleid verleend worden door een dienstverlener die erkend is op basis van artikel 31/1. "
Art.9. In artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 5 juni 2009, wordt de zin " Er kan geen beroep worden gedaan op derden voor de verlening van ondernemerschapsbevorderende diensten indien de dienstverlener een natuurlijke persoon is die erkend is op basis van een positieve beoordeling na een individuele screening door een privaat arbeidsbemiddelingsbureau. " vervangen door de zin " Als de dienstverlener erkend is op basis van artikel 31, 2°, artikel 31/1 en 32, 2°, kan hij alleen een beroep doen op een derde als die derde erkend is voor het verlenen van ondernemerschapsbevorderende diensten in dezelfde pijler en hetzelfde domein. ".
Art.10. In artikel 43, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 5 juni 2009, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.11. In artikel 46 van hetzelfde besluit wordt een punt 2°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
" 2°/1 de dienstverlener herhaaldelijk strategische adviezen heeft verleend waarvoor het Agentschap Ondernemen geen akkoord verleende als vermeld in artikel 23; ".
Art. 12. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.
Brussel, 14 januari 2010.
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS