Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 NOVEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2009 betreffende de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt, wat betreft de invoering van een minimale levering van aardgas tijdens de winterperiode



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009035405 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In hoofdstuk V van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2009 betreffende de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt wordt een afdeling I/1, dat bestaat uit artikel 29/1 tot en met 29/4, ingevoegd, die luidt als volgt :
  " Afdeling I/1. - Minimale levering van aardgas
  Art. 29/1. De huishoudelijke afnemer bij wie een budgetmeter voor aardgas werd geïnstalleerd, kan het O.C.M.W. ervan op de hoogte brengen dat hij niet beschikt over voldoende middelen om de budgetmeter voor aardgas op te laden waardoor de aardgaslevering tijdens de winterperiode onderbroken dreigt te worden.
  Art. 29/2. Het O.C.M.W. kan er voor opteren gebruik te maken van een systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter.
  Het O.C.M.W. dat opteert voor het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter, stelt voor de huishoudelijke afnemer, vermeld in artikel 26/1 en 29/1, op basis van een sociaal vooronderzoek binnen de termijn bepaald in het O.C.M.W.-decreet vast of er een reëel probleem van energiearmoede bestaat waardoor de huishoudelijke afnemer niet over voldoende middelen beschikt om zijn budgetmeter voor aardgas tijdens de winterperiode voldoende op te laden.
  Als er een reëel probleem van energiearmoede, zoals vermeld in het tweede lid, bestaat, kan het O.C.M.W. op basis van een tabel, vastgesteld door de minister, de kost bepalen van de hoeveelheid aardgas, die de huishoudelijke afnemer per veertien kalenderdagen nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning.
  Art. 29/3. Het O.C.M.W. dat opteert voor het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter, kan het bedrag dat overeenkomt met de kost, bedoeld in artikel 29/2, derde lid, per periode van veertien kalenderdagen ter beschikking stellen van de huishoudelijke afnemer tot maximaal het einde van de winterperiode inclusief de mogelijke verlenging ervan door de minister, vermeld in artikel 42.
  Het O.C.M.W. kan aan het ter beschikking stellen van het bedrag, vermeld in het eerste lid, voorwaarden verbinden op het vlak van :
  1° schuldbegeleiding en schuldafbouw;
  2° het nemen van maatregelen om het verbruik van energie door de huishoudelijke afnemer te verminderen;
  3° het verplicht opladen van de budgetmeter buiten de winterperiode.
  Art. 29/4. Het O.C.M.W. dat opteert voor het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter, zoals beschreven in artikel 29/2-3, kan het bedrag, vermeld in artikel 29/3, eerste lid, dat via de oplading van de budgetmeterkaart door het O.C.M.W. ter beschikking wordt gesteld voor maximum 70 % recupereren bij de aardgasdistributienetbeheerder. Het resterende percentage kan het O.C.M.W. ofwel terugvorderen bij de huishoudelijke afnemer via een afbetalingsplan, ofwel kwijtschelden.
  De recuperatie door het O.C.M.W. bij de aardgasnetbeheerder van maximaal 70 % van de gemaakte kosten, bedoeld in het eerste lid, is een openbaredienstverplichting van de aardgasnetbeheerder zoals bedoeld in artikel 18, c), van het Aardgasdecreet. "

Art.2. Aan artikel 49, 4° van hetzelfde besluit worden een punt j) tot en met l) toegevoegd die luiden als volgt :
  " j) het aantal huishoudelijke afnemers waarvoor het O.C.M.W. een aanvraag tot recuperatie in het kader van artikel 29 van dit besluit heeft ingediend bij de netbeheerder, opgesplitst naar de categorieën zoals bepaald in de indicatieve tabel op basis van de parameters;
  k) het gemiddelde bedrag dat aan deze klanten toegekend werd in het kader van artikel 29 van dit besluit;
  l) het gemiddelde bedrag dat door de netbeheerders werd terugbetaald in het kader van artikel 29/4 van dit besluit ".

Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 12 november 2010.
  De Minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
  J. VANDEURZEN
  De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
  F. VAN DEN BOSSCHE