23 JULI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 1, 4°, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers, wordt aangepast als volgt :
" 4° werknemer : de persoon, die op het ogenblik van de aanvraag van de opleidings- en of begeleidingscheque in de private of publieke sector, tewerkgesteld is op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krachtens een arbeidsovereenkomst of arbeid verricht onder het gezag van een ander persoon, en die :
a) zijn/haar woonplaats heeft op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of
b) zijn/haar woonplaats heeft op het grondgebied van één van de lidstaten van de Europese Unie (EU) of één van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER), of
c) zijn/haar woonplaats heeft op het grondgebied van het Waalse Gewest en gebruikgemaakt heeft van zijn/haar recht op vrij verkeer van werknemers of van de vrijheid van vestiging, zoals gewaarborgd door artikel 39 en 43 van het EG-verdrag en door Verordening (EEG) nr. 1612/68. "
Art.2. Artikel 3, § 4, 5° van hetzelfde besluit wordt aangepast als volgt :
" K2c, K2b- of K2a-label voor opleiding ".
Art.3. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door :
" De opleidings- en begeleidingscheque mag enkel gebruikt worden om de directe kosten van arbeidsmarktgerichte opleidingen en begeleidingskosten te betalen.
Onder arbeidsmarktgerichte opleidingen wordt verstaan :
1° opleidingen die in aanmerking komen voor het betaald educatief verlof, vermeld in de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, met uitzondering van de opleidingen vermeld in artikel 109, § 2 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;
2° opleidingen die gevolgd worden in het kader van loopbaanbegeleiding en vastgelegd zijn in een persoonlijk ontwikkelingsplan. "
Art.4. Artikel 8, § 4, eerste zin van hetzelfde besluit wordt als volgt aangepast :
" Cheques waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken komen in aanmerking voor eventuele terugbetaling aan de werknemer, wanneer de werknemer niet heeft kunnen deelnemen aan de opleiding en/of begeleiding : ".
Art.5. In het zelfde besluit wordt een hoofdstuk VII/1 dat bestaat uit artikel 12/1, ingevoegd, dat luidt als volgt
" HOOFDSTUK VII/1. - Controle
Art. 12/1 Het toezicht en de controle op de uitvoering van dit besluit verlopen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 april 2004 tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn. "
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2010.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de beroepsopleiding, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 juli 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS