Details





Titel:

21 MEI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende bijzondere verplichtingen voor de stroomgebiedsdistricten ter uitvoering van titel I van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid [gecoördineerd op 15 juni 2018] <Opschrift gewijzigd BVR2019-04-26/48, art. 90, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-07-2010 en tekstbijwerking tot 19-07-2019)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemeen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Bijzondere verplichtingen voor de stroomgebiedsdistricten : analyses en beoordelingen
Art. 3-5
HOOFDSTUK III. - Uitvoeringsbepaling
Art. 6
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2011035101 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1. Dit besluit voorziet in een gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, gewijzigd bij beschikking nr. 2455/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2001, en van richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand.

Art.2.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het decreet van 18 juli 2003 : het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid [1 , gecoördineerd op 15 juni 2018]1;
  2° significante en aanhoudende stijgende trend : elke statistische en uit milieuoogpunt significante toename van de concentratie van een verontreinigende stof, groep verontreinigende stoffen of indicator van verontreiniging in het grondwater ten gevolge van menselijke activiteiten;
  3° basislijnniveau : de gemiddelde waarde die ten minste is gemeten gedurende de referentiejaren 2007 en 2008 op grond van de overeenkomstig artikel [1 1.7.5.1]1 van het decreet van 18 juli 2003 vastgestelde monitoringprogramma's of, in geval van stoffen die na die referentiejaren zijn ontdekt, gedurende de eerste periode waarvoor een representatieve periode van monitoringgegevens bestaat.
  ----------
  (1)<BVR 2019-04-26/48, art. 91, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK II. - Bijzondere verplichtingen voor de stroomgebiedsdistricten : analyses en beoordelingen
Art.3.De ligging en de grenzen van de grondwaterlichamen, vermeld in artikel [1 1.7.3.1, § 1, eerste lid, 1°, b]1 van het decreet van 18 juli 2003, worden beschreven in de tabellen en weergegeven op de kaarten die als bijlage bij dit besluit zijn gevoegd.
  ----------
  (1)<BVR 2019-04-26/48, art. 92, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.4.Iedere significante en aanhoudende stijgende trend in de concentratie van verontreinigende stoffen, groepen verontreinigende stoffen of indicatoren van verontreiniging in grondwaterlichamen of groepen grondwaterlichamen, die als gevaar lopend zijn aangemerkt, moet worden omgekeerd en wordt vastgesteld in de stroomgebiedsbeheersplannen, waarbij rekening gehouden wordt met de monitoringprogramma's, vermeld in artikelen [1 artikel 1.7.5.1, 1.7.5.2 en 1.7.5.3]1 van het decreet van 18 juli 2003, en met de basislijnniveaus.
  ----------
  (1)<BVR 2019-04-26/48, art. 93, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.5. De beginpunten voor de trendomkeringen worden vastgesteld in de stroomgebiedsbeheersplannen. De beginpunten voor de trendomkeringen worden bepaald als percentage van de grondwaterkwaliteitsnormen voor grondwater, vermeld in artikel 1 van bijlage 2.4.1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, en van de drempelwaarden, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.4.1 van voormelde, op basis van de vastgestelde trends en de bijbehorende milieurisico's.

HOOFDSTUK III. - Uitvoeringsbepaling
Art.6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit en bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

  (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-01-2011 door MB 2010-11-29/18, art. 1)

BIJLAGE.
Art. N. De ligging en de grenzen van de grondwaterlichamen
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-07-2010, p. 44014)