13 NOVEMBER 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester
Art. 1-2
Artikel 1. In artikel 3, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid wordt 3° vervangen door wat volgt : " 3° de handelingen worden niet uitgevoerd in een ruimtelijk kwetsbaar gebied of ze hebben geen significante impact op een ruimtelijk kwetsbaar gebied, indien ze in zo'n gebied gelegen zijn; ";
2° in het tweede lid wordt 4° vervangen door wat volgt : " 4° in zoverre de handelingen infrastructuur voor het wegverkeer betreffen :
a) impliceren de handelingen een ruimtelijke of verkeerstechnische optimalisering van de bestaande of bestemde situatie, en
b) betreffen de handelingen :
1) de aanleg of aanpassing van een knooppunt waarvoor reeds een bepaalde configuratie op de ruimtelijke uitvoeringsplannen of de plannen van aanleg ingetekend is, waarbij het project een afwijking op deze configuratie inhoudt zonder kennelijk aanzienlijke bijkomende ruimte-inname;
2) of de verbreding van het bestaande of geplande dwarsprofiel, in zoverre er geen sprake is van kennelijk ingrijpende ruimtelijke effecten;
3) of de verschuiving van het geplande dwarsprofiel, in zoverre er geen sprake is van kennelijk ingrijpende ruimtelijke effecten;
4) of de aanleg van een carpoolparking bij bovenlokale infrastructuur, gesitueerd binnen de bestaande of te realiseren ruimtelijke omschrijving van een op- en afrittencomplex. ";
3° in het derde lid worden tussen het woord " geschiedt " en de woorden " aan de hand van " de woorden " onder meer " ingevoegd.
Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 november 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS