Details





Titel:

24 JUNI 2010. - [Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor het toekennen van een subsidie voor [ werken tot behoud van] aan klein erfgoed] <BESL2013-01-31/28, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013> ) <Opschrift gewijzigd bij BESL2021-03-11/34, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-07-2010 en tekstbijwerking tot 18-06-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De gesubsidieerde handelingen en werken
Art. 2
HOOFDSTUK III. - De behandeling van de subsidieaanvraag
Art. 3-6
HOOFDSTUK IV. - Verplichtingen ten laste van de begunstigde
Art. 7-8, 8/1
HOOFDSTUK V. - Berekeningswijze en subsidieringspercentage
Art. 9-11
HOOFDSTUK VI. - Vereffening en terugbetaling
Art. 12-14
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2011031348  2013031118  2015031731  2021040519  2021042247 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient men te verstaan onder :
  1°BWRO : het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, aangenomen bij het regeringsbesluit van 9 april 2004 en bekrachtigd door artikel 32 van de ordonnantie van 13 mei 2004 houdende ratificatie van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;
  2° Bestuur : [3 het bestuur belast met Monumenten en Landschappen]3.
  3° Subsidiërende overheid : de Regering of in het geval van delegatie, de Minister.
  4° Minister : de Minister [1 of Staatssecretaris]1 bevoegd voor Monumenten en Landschappen.
  5° Openbare begunstigde : de gemeenten, de O.C.M.W.'s, de openbare vastgoedmaatschappijen, de besturen belast met het beheer van de temporalia van erkende godsdiensten en de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen, de door de overheden ingerichte of betoelaagde onderwijsinstellingen en de publiekrechtelijke rechtspersonen die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van een van zijn gemeenten afhangen, die met betrekking tot het bedoelde goed houder zijn van een eigendomsrecht, een vruchtgebruik, een erfpacht of een opstalrecht, van een recht op domeinconcessie op een geregistreerde commerciële huurovereenkomst
  6° Particuliere begunstigde : de natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersonen die niet bedoeld worden in 5°, houder van een eigendomsrecht, het recht op vruchtgebruik, het recht van erfpacht of het opstalrecht, een recht op domeinconcessie of op een geregistreerde commerciële huurovereenkomst.
  7° Inkomsten : het gezamenlijk belastbaar inkomen van de begunstigde en, in voorkomend geval, van zijn echtgenoot/ote of van iedere persoon waarmee hij samenwoont, waarbij eventueel het afzonderlijk belastbaar inkomen wordt gevoegd en/of de inkomsten van de personen bedoeld in artikel 4 van het Wetboek van de inkomensbelastingen 1992 die niet onderworpen zijn aan de personenbelasting. Het in aanmerking genomen inkomen heeft betrekking op het laatste jaar waarvoor een aanslagbiljet beschikbaar is bij de Federale Overheidsdienst Financiën op de datum van de indiening van de subsidieaanvraag.
  8° Personen ten laste : de personen ten laste in de zin van de artikelen 136 tot 141 van het Wetboek van de inkomensbelastingen 1992.
  9° Definitieve perimeter voor stedelijke herwaardering : perimeter waarvan de omtrek bepaald wordt bij de vastlegging van een vierjarenprogramma voor stedelijke herwaardering, goedgekeurd door de Regering, conform de ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering;
  ----------
  (1)<BESL 2013-01-31/28, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013>
  (2)<BESL 2017-03-31/05, art. 1,16°, 003; Inwerkingtreding : 07-04-2017>
  (3)<BESL 2021-03-11/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

HOOFDSTUK II. - De gesubsidieerde handelingen en werken
Art.2.[2 Op voorwaarde dat aan de voorwaarden voor het verkrijgen ervan is voldaan en binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, wordt een subsidie toegekend voor de volgende studies, handelingen of werken met betrekking tot elementen van klein erfgoed zoals bedoeld in artikel 206, 11° van het BWRO:
   1° de restauratiehandelingen en -werken;
   2° de ingrepen die nodig zijn voor de bewaring van de in de inventaris van het onroerend erfgoed vermelde bomen;
   3° de voorbereidende studies die nodig zijn voor de realisatie van de in de punten 1 en 2 beschreven handelingen en werken ]2.
  De in het eerste lid bedoelde subsidie is niet verenigbaar met een andere financiële overheidssteun voor dezelfde studies, handelingen of werken.
  ----------
  (1)<BESL 2013-01-31/28, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013>
  (2)<BESL 2021-03-11/34, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

HOOFDSTUK III. - De behandeling van de subsidieaanvraag
Art.3.De subsidieaanvraag wordt door de begunstigde of door de door hem afgevaardigde persoon ingediend bij het Bestuur, vóór de aanvang van de [2 ...]2 handelingen of werken [1 [2 bedoeld in artikel 2, eerste lid]2]1; hierbij wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier conform bijlage 1 bij dit besluit.
  ----------
  (1)<BESL 2013-01-31/28, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013>
  (2)<BESL 2021-03-11/34, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

Art.4.[1 § 1.]1 De subsidieaanvraag bevat volgende elementen :
  1° een korte beschrijving van het voorwerp van de aanvraag;
  2° als een stedenbouwkundige vergunning vereist is, een afschrift van de afgegeven vergunning of een ontvangstbewijs van de vergunningsaanvraag;
  3° [1 ten minsten één kleurenfoto van goede kwaliteit van de gevel en van het voortuintje van het betreffende goed, [2 of, voor bomen opgenomen in de inventaris, van de hele boom in zijn omgeving]2 gedateerd en in overeenstemming met de bestaande situatie van het goed op het ogenblik van de aanvraag;]1
  4° [1 minstens één foto van goede kwaliteit van elk van de elementen van het betreffende klein erfgoed, gedateerd en in overeenstemming met de bestaande situatie van het goed op het ogenblik van de aanvraag;]1
  5° [1 desgevallend]1 ieder - vooral grafisch - document dat nuttig zou kunnen zijn voor het goed begrip van de aanvraag (plannen, overzichten, uitvoeringsdetails,...);
  6° [1 een offerte van de onderneming of van het studiebureau dat belast is met de uitvoering van de studies, handelingen of werken, waarin de diensten en leveringen in detail worden vermeld, en die vermeldt :
   - een prijs voor elke post;
   - de aard van de werken, gebruikte materialen, geplande technieken en afwerking;]1
  [1 7° Indien de geplande [2 bedoeld in artikel 2, lid 1, 1°]2 leiden tot enige wijziging in de finale aanblik van het element van klein erfgoed ten opzichte van zijn toestand van vóór de restauratie (kleur, vorm, materiaal), moet bij de aanvraag een verklarende nota worden gevoegd.]1
  De verhoogde subsidieaanvraag bedoeld in artikel 10, § 1, 2e lid, a), bevat bovendien [2 ...]2 een gezinssamenstelling van de begunstigde, afgeleverd door het gemeentebestuur van de woonplaats sedert minder dan drie maanden [2 , het(de) laatste aanslagbiljet(ten) van de gezinsleden en het uittreksel uit de kadastrale legger]2,
  [1 § 2.]1 De subsidieaanvraag vermeldt
  1° dat geen enkele andere financiële overheidshulp voor dezelfde studies, handelingen of werken werd aangevraagd door de begunstigde;
  2° desgevallend de andere overheidssteun die voor hetzelfde goed werd aangevraagd.
  ----------
  (1)<BESL 2013-01-31/28, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013>
  (2)<BESL 2021-03-11/34, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

Art.5.Binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag stuurt het Bestuur, als het dossier volledig is, bij [1 of elk ander fysiek of digitaal medium met dezelfde garantie van verzending]1 aangetekende brief een ontvangstbewijs naar de aanvrager, en kondigt hem aan, in voorkomend geval, dat voor de werken een plaatsbezoek zal gebeuren overeenkomstig artikel 7, 2°.
  In het tegenovergestelde geval informeert het Bestuur hem op dezelfde manier dat zijn dossier niet volledig is en deelt het mee welke documenten of inlichtingen ontbreken. Het Bestuur levert het ontvangstbewijs af binnen de dertig dagen na ontvangst van deze documenten of inlichtingen.
  ----------
  (1)<BESL 2021-03-11/34, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

Art.6. De overheid die de subsidie toekent, spreekt zich uit binnen de twee maanden na het versturen van het ontvangstbewijs van het volledige dossier, en deelt mee voor welke studies, handelingen of werken de subsidie kan worden toegekend.

HOOFDSTUK IV. - Verplichtingen ten laste van de begunstigde
Art.7.Om te kunnen genieten van de subsidie, dient de begunstigde of de persoon die de werken op zich neemt, de volgende verplichtingen na te leven :
  § 1. Vóór [1 de aanvang van]1 de uitvoering van de handelingen of werken :
  1° in het bezit zijn van een stedenbouwkundige vergunning, indien de werken dit vereisen;
  2° instemmen met het bezoek van een bestuurslid [1 ...]1;
  3° het Bestuur de datum van de aanvang van de werken meedelen.
  § 2. Tijdens de uitvoering van de handelingen of werken :
  1° de studies, handelingen of werken laten uitvoeren door een [1 gekwalificeerd ondernemer]1, volgens de regels van de kunst en met naleving van de geldende normen;
  2° bezoeken van bestuursleden toestaan teneinde de nodige controles uit te voeren;
  [1 3° als in het kader [2 van de gesubsidieerde handelingen en werken]2 een studie wordt uitgevoerd, een kopie van deze studie bezorgen aan het bestuur;
   4° het bestuur inlichten over elke verandering die zich tijdens de werken kan voordoen.]1
  § 3 Na de uitvoering van de handelingen of werken :
  1° het Bestuur de facturen of verantwoordingsstukken van de uitgevoerde [1 studies, handelingen of]1 werken bezorgen, evenals het betalingsbewijs, binnen een termijn van een jaar na afloop van de werken. De datum van het einde van de werken is die van de voorlopige oplevering of, als er geen is, de datum van de laatste factuur of van de laatste gerechtvaardigde prestaties;
  2° het Bestuur ten minste één kleurenfoto van goede kwaliteit bezorgen van het goed in zijn geheel en een kleurenfoto van goede kwaliteit van het element van het betreffende klein erfgoed.
  3° zich ertoe verbinden om niet moedwillig de gerestaureerde elementen te verplaatsen of te beschadigen binnen een termijn van tien jaar na de toekenning van de subsidie.
  ----------
  (1)<BESL 2013-01-31/28, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013>
  (2)<BESL 2021-03-11/34, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

Art.8. De handelingen en werken dienen uitgevoerd te worden binnen een termijn van achttien maanden na de beslissing tot toekenning van de subsidie.

Art. 8/1.[1 § 1. Binnen de grenzen van de budgettaire kredieten wordt het voorlopige bedrag van de subsidie berekend en toegewezen op basis van de kostenraming van de studies, van de handelingen en werken, [2 bedrag exclusief btw]2 goedgekeurd door de subsidiërende overheid, hierin begrepen de bezoldiging van de architect, met betrekking tot de voor subsidie toegelaten handelingen of werken.
   Deze bedragen worden verhoogd met het btw-bedrag als dit ten laste van de begunstigde is.
   § 2. Bij de berekening van de subsidie kan de subsidiërende overheid, mits ze dit met redenen omkleedt, een maximumbedrag vastleggen per post van de geplande handelingen en werken, en sommige ervan zelfs weigeren, rekening houdend met name met de prijzen die gewoonlijk voor dergelijke handelingen en werken worden aangerekend, of met het nut van de ondernomen of technische handelingen en werken gekozen met het oog op de doelstelling van het behoud van het erfgoed.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2013-01-31/28, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013>
  (2)<BESL 2021-03-11/34, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

HOOFDSTUK V. - Berekeningswijze en subsidieringspercentage
Art.9. Het subsidiëringspercentage voor een openbare begunstigde is vastgesteld op 75 % van de uitgaven die voor de subsidie in aanmerking komen.

Art.10. Het subsidiëringspercentage voor een particuliere begunstigde is vastgesteld op 50 % van de uitgaven die voor de subsidie in aanmerking komen.
  Dit percentage wordt met 25 % verhoogd in volgende gevallen :
  a) hetzij als de inkomsten van de begunstigde lager zijn dan 40.000 euro, verhoogd met 2.500 euro per persoon ten laste;
  b) hetzij als het gebouw opgenomen is in een van kracht zijnde, definitieve perimeter voor stedelijke herwaardering;

Art.11.Het bedrag van de subsidies kan niet hoger liggen dan :
  a) 10.000 euro per gebouw [1 , of in geval van mede-eigendom, per eigendomseenheid,]1 als het subsidiepercentage vastgesteld is op 50 %;
  b) 15.000 euro per gebouw [1 , of in geval van mede-eigendom, per eigendomseenheid,]1 als het subsidiepercentage vastgesteld is op 75 %.
  Het totale subsidiebedrag dat door dit besluit wordt voorzien per goed, mag de maximumbedragen per periode van vijf jaar vermeld in het eerste lid niet overschrijden, te rekenen vanaf de toekenningsbeslissing.
  ----------
  (1)<BESL 2021-03-11/34, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

HOOFDSTUK VI. - Vereffening en terugbetaling
Art.12.De subsidie wordt betaald aan de begunstigde of aan de persoon die hij afvaardigt, [1 op basis van de verantwoordingsstukken en betalingsbewijzen en]1 na controle van de naleving van de voorwaarden, bepaald in de artikelen 7 en 8.
  ----------
  (1)<BESL 2013-01-31/28, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013>

Art.13. De subsidies die verkregen worden in overtreding met de bepalingen van dit besluit, dienen te worden terugbetaald.
  Bij niet-naleving van de verbintenis, bepaald in artikel 7, § 3, 3°, dient de subsidie te worden terugbetaald.

Art.14. De Minister bevoegd voor Monumenten en Landschappen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGE.
Art. N.(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 06-07-2010, p. 44833-44835)

  Gewijzigd bij :
  <BESL 2013-01-31/28, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 25-03-2013>
  <BESL 2021-03-11/34, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-08-2021>