19 JULI 2010. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op de opname van flucomafen, tolylfluanide en acroleïne
Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. De bijlage I van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, zoals gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 maart 2007, 6 november 2007, 1 februari 2008, 25 augustus 2008, 23 januari 2009, 8 april 2009, 6 mei 2009 en de drie ministeriële besluiten van 13 januari 2010, wordt aangevuld door de tekst in de bijlage I van dit besluit.
Art.2. De bijlage I van hetzelfde besluit wordt aangevuld door de tekst in de bijlage II van dit besluit.
Art.3. De uiterste datum voor het indienen van de toelatingsaanvragen voorzien in artikel 78ter, § 1, ingevoegd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, of, in voorkomend geval, in artikel 79, § 1, tweede lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 maart 2010, van hetzelfde besluit, is, voor wat betreft de toepassing van artikel 1 van dit besluit, vastgesteld op 30 september 2013, behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 14, voor wat betreft flocumafen, respectievelijk productsoort 8, voor wat betreft tolylfluanide.
Art.4. Artikel 1 treedt in werking op 1 oktober 2011.
Artikel 2 treedt in werking op 1 september 2010.
Brussel, 19 juli 2010.
P. MAGNETTE
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I.
Nr. | Triviale naam | IUPAC-naam Identificatienummers | Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht | Datum van opneming | Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 14) | Datum waarop de opneming verstrijkt | Productsoort | Specifieke bepalingen |
" 31 | flucomafen | 4-hydroxy-3- [(1RS,3RS;1RS,3RS)- 1,2,3,4-tetrahydro-3- [4-(4-trifluoromethyl-benzyloxy)fenyl]-1- naftyl]cumarine EC-nr. 421-960-0 CAS-nr. 90035-08-8 | 955 g/kg | 1 oktober 2011 | 30 september 2013 | 30 september 2016 | 14 | Vanwege de kenmerken van de werkzame stof, waardoor die persistent, bioaccumulerend en toxisch, of zeer persistent en sterk bioaccumulerend kan zijn, moet overeenkomstig artikel 24, § 3, tweede lid, een vergelijkende risicobeoordeling voor de stof worden uitgevoerd voordat de opneming in bijlage I wordt verlengd. De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld: 1. de nominale concentratie van de werkzame stof in de producten mag niet meer bedragen dan 50 mg/kg en alleen gebruiksklare producten zijn toegelaten; 2. de producten moeten een bitterstof en zo mogelijk een kleurstof bevatten; 3. de producten mogen niet als traceerpoeder worden gebruikt; 4. de primaire en secundaire blootstelling van mensen, niet-doeldieren en het milieu moeten zoveel mogelijk worden beperkt door de inoverwegingneming en toepassing van alle passende en beschikbare risico-beperkende maatregelen. Deze omvatten onder meer de beperking tot uitsluitend professioneel gebruik, de vaststelling van een maximale verpakkingsgrootte en de verplichting om veilige, niet te openen lokdozen te gebruiken. |
Nr. | Triviale naam | IUPAC-naam Identificatienummers | Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht | Datum van opneming | Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 8) | Datum waarop de opneming verstrijkt | Productsoort | Specifieke bepalingen |
29 | tolylfluanide | dichloor-N-[(dimethy-lamino) sulfonyl] fluor-N- (p-tolyl)methaansul- fenamide EC-nr.: 211-986-9 CAS-nr. 731-27-1 | 960 g/kg | 1 oktober 2011 | 30 september 2013 | 30 september 2021 | 8 | De producten worden niet toegelaten voor de behandeling in situ van hout in de open lucht of voor hout dat aan verwering zal worden blootgesteld. De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld: 1. Gezien de veronderstellingen die aan de risicobeoordeling ten grondslag liggen, dienen bij de toepassing van voor industrieel of beroepsmatig gebruik toegelaten producten passende persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gebruikt, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product het bewijs wordt geleverd dat de risico's voor de industriële of beroepsmatige gebruiker op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden gereduceerd. 2. Gezien de gesignaleerde risico's voor de bodem en het aquatische milieu, moeten passende risicobeperkende maatregelen worden genomen om deze milieu-compartimenten te beschermen. Met name moet op de etiketten en/of veiligheidsinformatiebladen van producten die voor industrieel of beroepsmatig gebruik worden toegelaten, worden vermeld dat pas behandeld hout na de behandeling onder een afdak en/of op een ondoordringbare harde ondergrond moet worden opgeslagen om rechtstreekse verliezen naar de bodem of naar water te voorkomen en dat verliezen met het oog op hergebruik of verwijdering moeten worden opgevangen. " |
Nr. | Triviale naam | IUPAC-naam Identificatienummers | Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht | Datum van opneming | Uiterste termijn waarbinnen de minister een beslissing moet nemen over de aanvraag tot toelating of tot hernieuwing van de toelating voor een biocide dat voor de datum van opneming op de markt was. (behalve voor producten die meer dan een werkzame stof bevatten; in dat geval geldt de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van zijn werkzame stoffen betreffende productsoort 12) | Datum waarop de opneming verstrijkt | Productsoort | Specifieke bepalingen |
" 30 | Acroleïne | Acrylaldehyd EC-nr.: 203-453-4 CAS-nr. 107-02-8 | 913 g/kg | 1 september 2010 | Niet van toepassing | 31 augustus 2020 | 12 | Wanneer de minister een aanvraag tot toelating van een product beoordeelt overeenkomstig artikel 3 en volgende en bijlage VI, beoordeelt hij, voor zover dit voor het product in kwestie relevant is, de mogelijk aan dit product blootgestelde bevolkingsgroepen en de toepassings- of blootstellingsscenario's die bij de risicobeoordeling op het niveau van de Unie niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen. De minister zorgt ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld: 1. Afvalwater dat acroleïne bevat, moet voor de lozing worden gemonitord, tenzij kan worden aangetoond dat de milieurisico's op een andere wijze kunnen worden beperkt. Indien dit in verband met de risico's voor het mariene milieu nodig is, moet afvalwater in passende tanks of reservoirs worden opgeslagen of vóór de lozing op passende wijze worden behandeld. 2. Voor industrieel en/of beroepsmatig gebruik toegelaten producten moeten met afdoende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt en er moeten veilige operationele procedures worden vastgesteld, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product kan worden aangetoond dat de risico's voor de industriële en/of beroepsmatige gebruiker op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt. ". |