Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 APRIL 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het recht voor inschrijving op de lijst van personen die gemachtigd zijn de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep te voeren en van het bedrag van het presentiegeld toegekend aan de voorzitters, aan de ondervoorzitters en aan de leden die geen ambtenaar zijn van de commissies en de beroepscommissies die bevoegd zijn inzake het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het bedrag van het jaarlijks betaalbaar en niet terugbetaalbaar recht, waaraan de inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 26 van de kaderwet van 3 augustus 2007 betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen onderworpen is, wordt vastgelegd op 50 euro.

Art.2. Aan de voorzitters en de ondervoorzitters van de commissies en de beroepscommissies die bevoegd zijn inzake het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep, wordt per zitting van minimum 3 uur die zij bijwonen, een presentiegeld toegekend van 250 euro.
  Aan de leden die geen ambtenaar zijn wordt per zitting van minimum 3 uur die ze bijwonen, een presentiegeld van 150 euro toegekend.

Art.3. De personen vermeld in artikel 2 hebben recht op een reis- en verblijfsvergoeding volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten.

Art.4. Aan de assessoren, die geen ambtenaar zijn, aangeduid om een tuchtzaak te onderzoeken, wordt een forfaitair honorarium van 75 euro of 150 euro toegekend, volgens de moeilijkheidsgraad van de opdracht, bepaald door de voorzitter van de commissies of de beroepscommissies die bevoegd zijn inzake het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep.

Art.5. De bedragen vermeld in artikelen 1, 2 en 4 worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Ze stemmen overeen met de spilindex 110,51 (basis 2004 = 100).

Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7. De Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 18 april 2010.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van K.M.O.'s en Zelfstandigen,
  Mevr. S. LARUELLE