13 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 2005 tot verduidelijking van de criteria waarmede rekening moet worden gehouden bij het onderzoek van ontwerpen van handelsvestiging en de samenstelling van het sociaal-economisch dossier
Art. 1-3
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 22 februari 2005 tot verduidelijking van de criteria waarmede rekening moet worden gehouden bij het onderzoek van ontwerpen van handelsvestiging en de samenstelling van het sociaal-economisch dossier worden de artikelen 2 tot 5 vervangen als volgt :
" Art. 2. Ter verduidelijking van het criterium met betrekking tot de ruimtelijke ligging zoals bepaald in artikel 7, § 2, eerste lid van de wet worden volgende elementen in overweging genomen worden :
1° de inpassing van de handelsvestiging in de plaatselijke ontwikkelingsprojecten of binnen het kader van het stedenpatroon;
2° de bereikbaarheid van de nieuwe vestiging via het openbaar vervoer en via individuele transportmiddelen;
Art. 3. Ter verduidelijking van het criterium met betrekking tot de bescherming van het stedelijk milieu zoals bepaald in artikel 7, § 2, eerste lid van de wet worden volgende elementen in overweging genomen :
1° het effect van de inplanting inzake duurzame mobiliteit, meer bepaald het gebruik van de ruimte en de verkeersveiligheid;
2° Het effect van de inplanting van de handelsvestiging op de stadskern in het kader van de planologische vereisten.
Art. 4. Ter verduidelijking van het criterium met betrekking tot de consumentenbescherming zoals bepaald in artikel 7, § 2, eerste lid van de wet worden volgende elementen in overweging genomen:
1° de naleving van de vigerende wetgeving inzake consumentenbescherming;
Art. 5. Ter verduidelijking van het criterium met betrekking tot de sociale en arbeidswetgeving zoals bepaald in artikel 7, § 2, lid 1 van de wet worden volgende elementen in overweging genomen :
1° de naleving van de sociale wetgeving;
2° de naleving van de arbeidswetgeving. "
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 28 december 2009.
Art. 3. De minister bevoegd voor K.M.O.'s en de minister bevoegd voor Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 januari 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van K.M.O.'s,
Mevr. S. LARUELLE
De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen,
V. VAN QUICKENBORNE