7 DECEMBER 2010. - [Koninklijk besluit houdende uitvoering van hoofdstuk Ibis van de eerste titel van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest] <Opschrift vervangen door KB2014-06-13/22, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-12-2010 en tekstbijwerking tot 23-07-2014)
HOOFDSTUK I. - Modellen van berichten
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Modaliteiten van de verzending van de berichten
Art. 3-5, 5/1
HOOFDSTUK III. - Overdracht van gegevens van het rijksregister
Art. 6
HOOFDSTUK IV. - Bewaartermijn van de berichten
Art. 7
HOOFDSTUK V. - Raadpleging van berichten
Art. 8-9, 9/1, 9/2
HOOFDSTUK VI. - Opheffings-, inwerkingtredings- en slotbepalingen
Art. 10-12
BIJLAGEN.
Art. N1-N5
2010010005 2011009060 2011009061 2014009122 2014009357 2018013582
HOOFDSTUK I. - Modellen van berichten
Artikel 1.[1 De berichten zoals bepaald in de artikelen 1390, 1390bis, 1390ter, 1390quater en artikel 1390quater/1 van het Gerechtelijk Wetboek worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 1 tot 5 van dit besluit.]1
De berichten bedoeld in het vorige lid worden bepaald in een gedematerialiseerde vorm die hun onveranderlijkheid waarborgt.
----------
(1)<KB 2014-06-13/22, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art.2.Niettegenstaande het gebruik van een elektronische drager blijft het gebruik van een model op papier voor elk bericht, zoals bepaald in de artikelen 1390, 1390bis, 1390ter [1 , 1390quater en artikel 1390quater/1]1 van het Gerechtelijk Wetboek, behouden in het geval dat in art 3. § 2, wordt beschreven. De vorm van die berichten stemt overeen met de bij dit besluit gevoegde modellen en beantwoordt aan de volgende materiële voorschriften : het bericht, in A4-formaat, wordt opgemaakt in twee exemplaren op papier en wordt ondertekend.
----------
(1)<KB 2014-06-13/22, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
HOOFDSTUK II. - Modaliteiten van de verzending van de berichten
Art.3.§ 1. Alle berichten voorgeschreven in de artikelen 1390 tot [1 1390quater/1]1 van het Gerechtelijk Wetboek worden verzonden naar het bestand van berichten door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt.
De Nationale Kamer organiseert de verzending van de berichten door middel van aangepaste informatiebeveiligingstechnieken zodat de herkomst, de vertrouwelijkheid alsook de integriteit van de inhoud worden gewaarborgd.
De datum van verzending van de berichten komt overeen met de datum van ontvangst die het bestand van berichten overzendt aan de gebruiker door middel van een bericht van ontvangst. Zijn opgenomen in dit bericht van ontvangst :
- de datum en uur van ontvangst
- een transactienummer voor identificatie van de uitgevoerde operatie;
- in geval van een geslaagde verzending, de inhoud van het bericht;
- en in geval van een mislukte verzending, de reden voor de mislukking.
§ 2. [1 Wanneer de verzending van de berichten omwille van overmacht of technische storing niet overeenkomstig paragraaf 1 kan worden uitgevoerd, gaan de gebruikers uitsluitend over tot verzending van het papieren model bedoeld in artikel 2. Deze verzending gebeurt :
1° voor de berichten bedoeld in de artikelen 1390 tot 1390quater van het Gerechtelijk Wetboek, per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie bij het bevoegde gerecht;
2° voor de berichten bedoeld in artikel 1390quater/1 van het Gerechtelijk Wetboek, per aangetekende brief of door neerlegging bij de Nationale Kamer.]1
De griffier [1 of de Nationale Kamer]1 legt de datum en het uur van ontvangst van de verzending of van de neerlegging wettig vast. De griffier [1 of de Nationale Kamer]1 brengt de gebruiker hiervan op de hoogte door middel van een gewone brief of onmiddellijk bij de neerlegging.
De Nationale Kamer bepaalt de nadere regels voor het opnemen van deze berichten in het bestand van berichten, alsook de nadere regels voor de verwerking van deze berichten.
§ 3. Wanneer de in de voorafgaande paragraaf bedoelde verzendingswijze wordt toegepast, krijgt het via deze weg verzonden bericht, ingeval de verzendingsdatum van het bericht verzonden overeenkomstig § 1 en het bericht verzonden overeenkomstig § 2 verschillen, in ieder geval de voorkeur ten opzichte van de gebeurlijke verzending van hetzelfde bericht via de in § 1 beschreven procedure.
----------
(1)<KB 2014-06-13/22, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art.4.Een bericht dat overeenkomstig artikel 3 is verzonden, kan het voorwerp uitmaken van een verbetering, een wijziging of een toevoeging door de auteur ervan volgens de door de Nationale Kamer voorgeschreven nadere regels. Voor elk bericht is een overzicht van de aangebrachte verbeteringen, wijzigingen en toevoegingen, met de datum alsook de identiteit van de auteur ervan, beschikbaar voor de gebruikers die het betreffende bericht kunnen raadplegen. Dit overzicht blijft bereikbaar tot aan de schrapping van het bericht en wordt daarna overeenkomstig artikel 7 van dit besluit bewaard.
[1 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, moet de informatie bedoeld in artikel 1390quinquies, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek binnen een termijn van drie werkdagen volgend op de definitief geworden verdeling worden aangebracht door de notaris die het proces-verbaal van verdeling of rangregeling heeft opgesteld of de gerechtsdeurwaarder die het proces-verbaal van evenredige verdeling heeft opgesteld, ongeacht of deze gerechtsdeurwaarder de auteur is van het bericht, en dit volgens de door de Nationale Kamer bepaalde regels.]1
----------
(1)<KB 2014-06-13/22, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art.5. Het afschrift van het bericht, vermeld in artikel 1390septies, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt langs elektronische weg toegezonden aan de griffie van de bevoegde rechtbank van koophandel.
Art. 5/1. [1 De algemene of globale opzoeking die overeenkomstig artikel 1391, § 1, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek door de voorzitters en griffiers van de rechtbanken van koophandel kan verricht worden, kan alle informatie omvatten betreffende berichten en partijen voor zover die beschikbaar is in het bestand.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-13/22, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
HOOFDSTUK III. - Overdracht van gegevens van het rijksregister
naar de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders
Art.6.§ 1. De informatiegegevens van het rijksregister worden aan de Nationale Kamer toegezonden via een elektronische verbinding tussen het bestand van berichten en de gegevensbank van het rijksregister.
§ 2. Deze verbinding moet een automatische en beveiligde verificatie mogelijk maken van de gegevens [1 bij invoering]1 in het bestand van berichten door vergelijking met de gegevens van het rijksregister zoals opgesomd in artikel 1389bis/5 van het Gerechtelijk Wetboek.
----------
(1)<KB 2014-06-13/22, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
HOOFDSTUK IV. - Bewaartermijn van de berichten
Art.7. De berichten, alsook de gegevens die het overzicht omvatten van de betrokken transacties, worden na hun schrapping uit het bestand van berichten gedurende ten minste 10 jaar bewaard.
HOOFDSTUK V. - Raadpleging van berichten
Art.8.[1 § 1. De berichten in het bestand worden geraadpleegd door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt.
Elke gebruiker die de berichten uit het bestand van berichten, met uitzondering van deze bedoeld in artikel 1390quater/1, van het Gerechtelijk Wetboek, wenst te raadplegen, moet daartoe worden geregistreerd en beheerd.
De registratie en het beheer van elke gebruiker gebeurt :
1° voor de gerechtsdeurwaarders, bij de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders van België;
2° voor de magistraten, griffiers en rechters in handels- en sociale zaken, bij de FOD Justitie;
3° voor de ontvangers van de administratie van de Directe Belastingen, van de administratie van de btw, Registratie en Domeinen en van de administratie der Douane en Accijnzen, bij de FOD Financiën;
4° voor de advocaten, respectievelijk bij de Orde van Vlaamse Balies en de "Ordre des Barreaux francophones et germanophone";
5° voor de notarissen, bij de Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen;
6° voor de schuldbemiddelaars die niet door een van de voornoemde instanties geregistreerd en beheerd worden, via de Nationale Kamer;
7° voor de personeelsleden van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst en de gewestelijke, provinciale- en gemeenteontvangers, door de betrokken overheden.
Deze registratie en het beheer gebeuren conform de procedures die elk van deze instanties heeft ingevoerd. Deze instanties zien toe op de naleving van de procedures.
§ 2. De in 1°, 2°, 3°, 6° en 7° van paragraaf 1 bedoelde gebruikers kunnen rechtstreeks de berichten raadplegen die in het bestand van berichten zijn opgenomen.
De gebruikers bedoeld in 4° en 5° van paragraaf 1 doen hun verzoek gelden bij de instanties die voor hun registratie en hun beheer verantwoordelijk zijn. Deze instanties zijn ermee belast het resultaat van dit verzoek aan de betreffende gebruiker over te zenden.
§ 3. Het vaststellen van de identiteit - de authenticatie - van de gebruikers die toegang wensen tot de berichten in het bestand wordt gecontroleerd op basis van de elektronische identiteitskaart of een ander authenticatiemiddel dat evenwaardige garanties biedt.
Deze authenticatie gebeurt conform het technisch procedé dat elk van de instanties vermeld in paragraaf 1, derde lid, 1° tot 7°, heeft ingevoerd.
De authenticatie van de in paragraaf 1, derde lid, 7°, bedoelde personen gebeurt via de Federal Authentication Service (FAS) van FedICT, aangevuld met de eigen authenticatiesystemen van de betrokken overheden.]1
----------
(1)<KB 2014-06-13/22, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art.9.Het raadplegen van de berichten heeft uitsluitend betrekking op de geregistreerde, niet-geschrapte en niet-vervallen berichten.
[1 Er wordt een uitzondering gemaakt voor de in artikel 8, § 1, derde lid, 2°, voornoemde personen, die de mogelijkheid moeten hebben om de geschrapte en vervallen berichten overeenkomstig artikel 1390quater van het Gerechtelijk Wetboek die in het bestand werden geregistreerd te raadplegen gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van schrapping of het vervallen van de berichten.]1
----------
(1)<KB 2014-06-13/22, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art. 9/1. [1 In geval van een wijziging of verbetering van een bericht op naam van een natuurlijke persoon, zoals bedoeld in artikel 1390quater van het Gerechtelijk Wetboek, stuurt het bestand van berichten een elektronische notificatie naar de gebruiker die het bestand op naam van deze persoon heeft geraadpleegd, en die tevens titularis is van een actief bericht op naam van deze persoon in het bestand op het moment van de raadpleging.
Voor de toepassing van dit artikel wordt een persoon die titularis is van een actief bericht beschouwd als iedere gebruiker die op het moment van de raadpleging bedoeld in artikel 1390septies, derde lid, een ander bericht heeft neergelegd in het bestand van berichten op naam van deze natuurlijke persoon.
De notificatie wordt automatisch gestopt in geval het betreffend bericht van collectieve schuldenregeling wordt geschrapt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-13/22, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art. 9/2. [1 Overeenkomstig artikel 1391, § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek kan eenieder de berichten bedoeld in artikel 1390quater/1 van hetzelfde Wetboek uiterlijk de dag na de neerlegging ervan in het bestand van berichten raadplegen via een publieke website.
De publieke website wordt ingericht door de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-13/22, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
HOOFDSTUK VI. - Opheffings-, inwerkingtredings- en slotbepalingen
Art.10. Het koninklijk besluit van 10 oktober 1996 tot vaststelling van het model van het bericht van beslag, het bericht van delegatie en het bericht van overdracht van loon en het koninklijk besluit van 9 december 1998 tot vaststelling van het model van bericht van collectieve schuldenregeling worden opgeheven.
Art.11. Op 29 januari 2011 treden in werking :
1° de navolgende bepalingen van de wet van 29 mei 2000 houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek :
artikel 2;
artikel 3;
artikel 4;
artikel 9;
artikel 10;
artikel 11, 3°;
artikel 12;
artikel 15;
artikel 24;
artikel 26;
artikel 27;
artikel 28.
2° dit besluit.
Art.12. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 december 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
BIJLAGEN.
Art. N1.Bijlage 1. - Bericht van bevel, beslag, vaststelling van niet-bevinding en verzet
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-12-2010, p. 77825-77826)
Vervangen door :
<KB 2014-06-13/22, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art. N2.Bijlage 2. - Bericht van delegatie
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-12-2010, p. 77827)
Vervangen door :
<KB 2014-06-13/22, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art. N3.Bijlage 3. - Bericht van overdracht
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-12-2010, p. 77828)
Vervangen door :
<KB 2014-06-13/22, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art. N4.Bijlage 4. - Bericht van collectieve schuldenregeling
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-12-2010, p. 77829)
Vervangen door :
<KB 2014-06-13/22, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art. N5.[1 Bijlage 5. model van bericht van protest.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 23-07-2014, p. 55052-55053)]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-06-13/22, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>