Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit betreffende de werkingsregels van de weddenschappen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-12-2010 en tekstbijwerking tot 05-04-2018)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene regels
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Werkingsregels van onderlinge weddenschappen op sportevenementen andere dan paardenrennen
Art. 6-7
HOOFDSTUK III. - Werkingsregels van onderlinge weddenschappen op Belgische paardenrennen
Art. 8-10
HOOFDSTUK IV. - Werkingsregels van onderlinge weddenschappen op buitenlandse paardenrennen
Art. 11
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding
Art. 12-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2018011642 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene regels
Artikel 1.De speler of iedere belanghebbende kan het reglement van de weddenschappen onmiddellijk en gratis bekomen bij de vergunninghouder [1 van klasse F1 en klasse F2]1.
  [1 Het reglement van de weddenschappen kan eveneens voor de speler of voor iedere belanghebbende zonder verplichting om te spelen beschikbaar worden gesteld op de websites die door de vergunninghouder klasse F1 gebruikt worden alsook op de terminals waarop de weddenschappen kunnen worden aangenomen.]1

  ----------
  (1)<KB 2018-03-25/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-04-2018>

Art.2.[1 De vergunninghouders klasse F1 en klasse F2 dienen]1 het reglement van de weddenschappen en op eenvoudig verzoek de documenten die voor de verschillende verrichtingen worden gebruikt bestemd voor de spelers, om de weddenschappen aan te nemen of om hen in te lichten, aan de Kansspelcommissie te bezorgen.
  ----------
  (1)<KB 2018-03-25/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 05-04-2018>

Art.3.[1 De vergunninghouder klasse F2 en de houder van de vergunning klasse D, in alle gevallen waarin hij niet in het kader van een arbeidsovereenkomst optreedt en onverminderd de verplichting om over een vergunning van klasse F1 en van klasse F2 te beschikken, nemen weddenschappen aan in eigen naam, maar voor rekening van de vergunninghouder klasse F1 die de betreffende weddenschappen inricht.
   De vergunninghouder klasse F1 stelt zich borg ten aanzien van de spelers voor alle verplichtingen die geldig werden aangegaan door de vergunninghouder klasse F2 en door de houder van de vergunning klasse D, in alle gevallen waarin hij niet in het kader van een arbeidsovereenkomst optreedt, in de uitvoering van hun activiteiten inzake de aanneming van weddenschappen voor het geval dat de vergunninghouder klasse F2 en de houder van de vergunning klasse D, in alle gevallen waarin hij niet in het kader van een arbeidsovereenkomst optreedt, in gebreke blijven voor de betaling.]1
  ----------
  (1)<KB 2018-03-25/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 05-04-2018>

Art.4.[1 De vergunninghouder klasse F2 en de houder van de vergunning klasse D, in alle gevallen waarin hij niet in het kader van een arbeidsovereenkomst optreedt, overhandigen]1 na de aanneming van een weddenschap aan de speler een ticket, waarop minstens volgende vermeldingen voorkomen :
  1° de identificatie van de vergunninghouder F1;
  2° de identificatie van de vergunninghouder F2 [1 en, in voorkomend geval, de houder van de vergunning klasse D, in alle gevallen waarin hij niet in het kader van een arbeidsovereenkomst optreedt]1;
  3° de registratiedatum, -uur en -minuut;
  4° de inzet van de speler;
  5° het volgnummer van het ticket;
  6° de datum en het nummer van het evenement;
  7° het soort van weddenschap;
  8° de selecties.
  De speler kan bij onregelmatigheden het ticket na afgifte onverwijld laten wijzigen behoudens wanneer het ticket werd aangenomen in de loop van een wedstrijd.
  ----------
  (1)<KB 2018-03-25/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 05-04-2018>

Art.5.[1 De winst wordt uitbetaald aan de speler tegen afgifte van zijn ticket zoals bedoeld in artikel 4.]1
  ----------
  (1)<KB 2018-03-25/05, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 05-04-2018>

HOOFDSTUK II. - Werkingsregels van onderlinge weddenschappen op sportevenementen andere dan paardenrennen
Art.6. Bij de inrichting van onderlinge weddenschappen op sportevenementen andere dan paardenrennen dient de vergunninghouder F1 op eenvoudig verzoek van de kansspelcommissie een verdelingsplan van de inzetten te bezorgen, waarbij onder meer de bedragen die aan de winnaars worden toegekend dienen bepaald te worden en eventueel die welke geëist worden door de sportverenigingen op wier kalender de onderlinge weddenschappen betrekking hebben en deze die voor de winst van de inrichter bestemd zijn.
  Bij onderlinge weddenschappen op sportevenementen andere dan paardenrennen dient er minstens 60 % van het totaal der inzetten aan de winnaars worden uitgekeerd.

Art.7. De vergunninghouder F1 dient op een eenvoudig verzoek van de kansspelcommissie aan te tonen dat de heffingen of voorafnemingen ten voordele van de sportsector in overeenstemming met de gewestelijke regelgeving worden uitgevoerd.

HOOFDSTUK III. - Werkingsregels van onderlinge weddenschappen op Belgische paardenrennen
Art.8. Bij de inrichting van onderlinge weddenschappen op wedrennen die in België plaatsvinden dient de vergunninghouder F1 op eenvoudig verzoek van de kansspelcommissie een kalender van de wedstrijdbijeenkomsten en het programma van de wedrennen te bezorgen.
  De vergunninghouder F1 dient te waken over het goede verloop van de wedrennen.

Art.9. Bij de inrichting van onderlinge weddenschappen op wedrennen die in België plaatsvinden dient de vergunninghouder F1 op eenvoudig verzoek van de kansspelcommissie een verdelingsplan van de inzetten te bezorgen, waarbij percentsgewijs het minimumaandeel van de winnaars en het aandeel bestemd voor elke categorie van tussenpersonen voorkomen, alsook de kosten van de organisatie en de winst voor de vergunninghouder F1.
  Bij onderlinge weddenschappen op wedrennen die in België plaatsvinden dient er minstens 60 % van het totaal der inzetten aan de winnaars worden uitgekeerd.

Art.10. De vergunninghouder F1 dient op een eenvoudig verzoek van de kansspelcommissie aan te tonen dat de heffingen of voorafnemingen ten voordele van de paardensector in overeenstemming met de gewestelijke regelgeving worden uitgevoerd.

HOOFDSTUK IV. - Werkingsregels van onderlinge weddenschappen op buitenlandse paardenrennen
Art.11. De vergunninghouder F1 dient op een eenvoudig verzoek van de kansspelcommissie aan te tonen dat de heffingen of voorafnemingen ten voordele van de paardensector in overeenstemming met de gewestelijke regelgeving worden uitgevoerd.

HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding
Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

Art. 13. De Minister bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Financiën, de Minister bevoegd voor Volksgezondheid, de Minister bevoegd voor Ondernemen, de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de Minister tot wiens bevoegdheid de Nationale Loterij behoort, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.