19 MEI 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving en het geldelijk statuut van verschillende personeelsleden van de FOD Justitie die deel uitmaken van de bewaking
Art. 1-4
Artikel 1. In afwijking van de artikelen 20 en 20bis van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, organiseert de afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid een doorlopende vergelijkende selectie wanneer de wervingsbehoeften, in de graad van penitentiair bewakingsassistent, dit verantwoorden. Een doorlopende vergelijkende selectie bestaat uit sessies.
De kandidaten voor een doorlopende vergelijkende selectie worden gerangschikt volgens de datum en het uur van hun inschrijving, overeenkomstig de nadere regels die de afgevaardigd bestuurder bepaalt.
De kandidaat duidt aan of hij zijn kandidatuur voor de openstaande betrekkingen beperkt tot één of meerdere geografische zones.
De kandidaten worden voor een zitting van de doorlopende vergelijkende selectie uitgenodigd, in de volgorde van hun inschrijving, afhankelijk van het aantal vacante betrekkingen in de door hen gekozen geografische zones.
De vergelijkende selectie verdeelt de kandidaten in " geschikt om de functie uit te oefenen " of " ongeschikt om de functie uit te oefenen ".
Onverminderd de bepalingen van artikel 34, § 1, tweede lid, worden de geslaagden van eenzelfde zitting die dezelfde geografische zone hebben gekozen en aan de andere benoemingsvoorwaarden voldoen, op dezelfde dag tot de stage toegelaten. Indien het aantal geslaagden voor een bepaalde geografische zone, het aantal vacante betrekkingen overschrijdt, wordt prioriteit gegeven in volgorde van hun inschrijving.
De niet batig gerangschikte geslaagden hebben voorrang voor de betrekkingen die nadien vacant worden in de door hen gekozen geografische zones.
Art.2. In afwijking van artikel 2, eerste lid, 4° van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten, worden de contractuele penitentiair beambten van niveau D, die in een regime van effectieve arbeidsprestaties zijn, tewerkgesteld in het niveau C, wanneer zij het attest van generieke competenties, aangehaald in artikel 16, § 2 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel hebben bekomen en wanneer zij zich kandidaat hebben gesteld voor de statutaire werving van penitentiair bewakingsassistent. Deze wijziging van hun arbeidsvoorwaarden maakt het voorwerp uit van een schriftelijk akkoord.
De periodes gedurende welke de arbeidsovereenkomst werd geschorst overeenkomstig artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971 en gedurende de periode van ouderschapsverlof, opgenomen in toepassing van artikel 34 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen, worden gelijkgesteld met werkelijke arbeidsprestaties.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 17 mei 2010.
Art. 4. Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 mei 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
Mevr. I. VERVOTTE
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK