Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 JUNI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het RPPol inzake de vrijstellingen van selectieproeven in het raam van de externe aanwerving voor de politiediensten



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Art. 1-6
HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 7-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001000327 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Artikel 1. In artikel IV.I.29 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 juni 2009 en het koninklijk besluit van 6 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid wordt de eerste zin, die aanvangt met de woorden " De kandidaat-hulpagent van politie " en eindigt met de woorden " van de voorafgaande afgelegde selectieproeven. ", vervangen als volgt :
  " De kandidaat-agent van politie en de kandidaat-inspecteur van politie die niet de minimumdrempel hebben behaald voor een selectieproef en die opnieuw afleggen in het raam van een selectieprocedure voor hetzelfde kader binnen de twee jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van hun mislukking, zijn vrijgesteld van de selectieproeven bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 2° en 4° waarvoor zij de minimumdrempel hebben behaald. ";
  2° in het eerste lid worden de woorden " artikel IV.I.15, eerste lid, 2°, 3° " vervangen door de woorden " artikel IV.I.15, eerste lid, 2° ";
  3° in het tweede lid worden de woorden " in het raam van een selectieprocedure voor hoofdinspecteur met respectievelijk dezelfde bijzondere specialisatie of specialiteit politieassistent " ingevoegd tussen de woorden " opnieuw aflegt " en de woorden " binnen de twee jaar ";
  4° in het tweede lid worden de woorden " artikel IV.I.15, eerste lid, 2°, 3° " telkens vervangen door de woorden " artikel IV.I.15, eerste lid, 2° ";
  5° in het zesde lid worden de woorden " een hoger kader " vervangen door de woorden " ten minste hetzelfde kader ";
  6° tussen het zesde en het zevende lid worden drie leden ingevoegd, luidende :
  " De kandidaat-hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie of met specialiteit politieassistent is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°, indien hij in het raam van een voorafgaande selectieprocedure voor hoofdinspecteur met respectievelijk dezelfde bijzondere specialisatie of specialiteit politieassistent geslaagd is voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden.
  De kandidaat-agent van politie, de kandidaat-inspecteur van politie en de kandidaat-hoofdinspecteur van politie met bijzondere specialisatie of met specialiteit politieassistent zijn vrijgesteld van de fysiek-medische geschiktheidsproef bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 3°, indien zij in het raam van een voorafgaande selectieprocedure de voor de fysiek-medische geschiktheidsproef bepaalde minimumdrempel hebben behaald. Deze vrijstelling geldt voor twee jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van hun slagen. Zo daar evenwel aanwijzingen toe zijn, verzoekt de in artikel IV.I.17 bedoelde deliberatiecommissie, vooraleer zich uit te spreken over de geschiktheid van de kandidaat, om een bijkomend onderzoek met betrekking tot de in artikel IV.I.15, eerste lid, 3° bepaalde vereisten.
  De kandidaat-agent van politie en de kandidaat-inspecteur van politie die in het raam van een selectieprocedure voor een hoger kader door de in artikel IV.I.17 bedoelde deliberatiecommissie geschikt werden bevonden voor respectievelijk het kader van agenten van politie en het basiskader, zijn binnen de twee jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de deliberatiecommissie vrijgesteld van de selectieproeven bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 2° en 4°. ";
  7° het vroegere zevende lid wordt opgeheven;
  8° in het vroegere achtste lid, dat het tiende lid wordt, worden de woorden " van het kader van agenten van politie, " ingevoegd tussen de woorden " De personeelsleden " en de woorden " van het basiskader ".

Art.2. In het RPPol wordt een artikel IV.I.29bis ingevoegd, luidende :
  " Art. IV.I.29bis. De kandidaat die houder is van een bewijsschrift verleend ingevolge het taalexamen bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966, geniet de in artikel IV.I.29, eerste tot derde lid en zesde tot tiende lid, bedoelde vrijstellingen ook in het raam van een selectieprocedure die wordt georganiseerd in een ander taalregime dan de vooraf afgelegde selectieprocedure.
  De kandidaat die houder is van een bewijsschrift verleend ingevolge het taalexamen bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966, geniet de in artikel IV.I.29, vierde, vijfde en elfde lid, bedoelde vrijstellingen ook in het raam van een selectieprocedure die wordt georganiseerd in een andere taal dan de taal waarin het diploma werd behaald. "

Art.3. In het RPPol wordt een artikel IV.I.29ter ingevoegd, luidende :
  " Art. IV.I.29ter. De minister kan de gevallen bepalen waarin een vrijstelling voor de subproeven van de in artikel IV.I.15, eerste lid, 1° tot 4°, bedoelde selectieproeven wordt verleend. "

Art.4. In artikel IV.I.54 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 juni 2009 en het koninklijk besluit van 6 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden " van de selectieproeven waarvoor hij de minimumdrempel heeft behaald " vervangen door de woorden " van de selectieproeven bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 2° of 4°, waarvoor hij de minimumdrempel heeft behaald ";
  2° in het eerste lid worden de woorden " de artikelen IV.I.52, tweede lid, 2°, 3° of 4° " vervangen door de woorden " de artikelen IV.I.52, tweede lid, 2° of 4° ";
  3° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
  " De kandidaat voor een betrekking van het niveau B die houder is van een diploma dat ten minste evenwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de indienstneming in de betrekkingen van niveau A bij de federale Rijksbesturen, zoals opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, wordt vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 1°. ";
  4° het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt vervangen als volgt :
  " De kandidaat is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 1°, indien hij geslaagd is voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden van ten minste hetzelfde niveau. ";
  5° het artikel wordt aangevuld met vijf leden, luidende :
  " De kandidaat voor een betrekking van het niveau D is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 1°, indien hij de minimumdrempel heeft behaald voor de door de minister bepaalde subproeven van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°, van ten minste het kader van agenten van politie.
  De kandidaat voor een betrekking van het niveau C is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 1°, indien hij de minimumdrempel heeft behaald voor de door de minister bepaalde subproeven van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°, van ten minste het basiskader.
  De kandidaat voor een betrekking van het niveau B is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 1°, indien hij de minimumdrempel heeft behaald voor de door de minister bepaalde subproeven van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°, van ten minste het middenkader.
  De kandidaat voor een betrekking van het niveau A is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.52, tweede lid, 1°, indien hij de minimumdrempel heeft behaald voor de door de minister bepaalde subproeven van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°, van ten minste het officierskader.
  De kandidaat die slaagt voor de persoonlijkheidsproef van een welbepaald niveau wordt vrijgesteld van de persoonlijkheidsproef van een lager niveau. Deze vrijstelling geldt voor twee jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van zijn slagen. Zo daar evenwel aanwijzingen toe zijn, verzoekt de minister of de in artikel IV.I.57 bedoelde dienst, vooraleer zich uit te spreken over de geschiktheid van de kandidaat, om een bijkomend onderzoek met betrekking tot de in artikel IV.I.52, tweede lid, 2° bepaalde vereisten. "

Art.5. In het RPPol wordt een artikel IV.I.54bis ingevoegd, luidende :
  " Art. IV.I.54bis. De kandidaat die houder is van een bewijsschrift verleend ingevolge het taalexamen bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966, geniet de in artikel IV.I.54, eerste en vijfde lid en zevende tot elfde lid, bedoelde vrijstellingen ook in het raam van een selectieprocedure die wordt georganiseerd in een ander taalregime dan de vooraf afgelegde selectieprocedure.
  De kandidaat die houder is van een bewijsschrift verleend ingevolge het taalexamen bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966, geniet de in artikel IV.I.54, tweede tot vierde en zesde lid, bedoelde vrijstellingen ook in het raam van een selectieprocedure die wordt georganiseerd in een andere taal dan de taal waarin het diploma werd behaald. "

Art.6. In artikel VII.II.17, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 april 2004, worden de woorden " De artikelen IV.I.15, eerste lid, IV.I.16 " vervangen door de woorden " De artikelen IV.I.15, eerste lid, 1°, 2° en 4°, IV.I.16 ".

HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.7. Voor de toepassing van de vrijstellingen bedoeld in de artikelen IV.I.29, zesde lid, en IV.I.54, vijfde lid, RPPol, wordt geen rekening gehouden met de selectieproeven afgelegd vóór 1 april 2009.
  De kandidaten die geslaagd zijn voor de proef inzake de cognitieve vaardigheden die ze vóór 1 april 2009 hebben afgelegd, zijn hiervan vrijgesteld overeenkomstig de artikelen IV.I.29, eerste lid, en IV.I.54, eerste lid, RPPol, zoals die van kracht waren vóór 1 april 2009.

Art.8. Artikel IV.I.29, zevende lid, RPPol, is niet van toepassing op de proeven inzake de cognitieve vaardigheden afgelegd vóór de overeenkomstig artikel 70, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 juni 2009 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepaalde datum.
  Voor de toepassing van de vrijstellingen bedoeld in artikel IV.I.29, zevende lid, RPPol, wordt geen rekening gehouden met de selectieproeven afgelegd vóór de overeenkomstig artikel 70, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 juni 2009 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepaalde datum.

Art.9. Artikel IV.I.29, achtste lid, RPPol, is niet van toepassing op de fysiek-medische geschiktheidsproeven afgelegd vóór 1 januari 2010.
  Voor de toepassing van de vrijstellingen bedoeld in artikel IV.I.29, achtste lid, RPPol, wordt geen rekening gehouden met de selectieproeven afgelegd vóór 1 januari 2010.
  De kandidaten die de minimumdrempel hebben behaald voor de fysiek-medische geschiktheidsproef die ze vóór 1 januari 2010 hebben afgelegd, zijn hiervan vrijgesteld overeenkomstig artikel IV.I.29, eerste en tweede lid, RPPol, zoals die van kracht waren vóór 1 april 2010.

Art.10. Enkel de personeelsleden van het kader van agenten van politie die de fysiek-medische geschiktheidsproef hebben afgelegd vanaf 1 januari 2010 zijn op grond van artikel IV.I.29, tiende lid, RPPol vrijgesteld van de fysiek-medische geschiktheidsproef in het raam van een externe aanwerving in een hoger kader overeenkomstig artikel IV.I.1 RPPol.

Art.11. Voor de toepassing van de vrijstellingen bedoeld in artikel IV.I.54, zevende tot tiende lid, RPPol, wordt geen rekening gehouden met de subproeven van de selectieproeven afgelegd vóór 1 april 2009.

Art.12. Voor de toepassing van de vrijstellingen bedoeld in artikel IV.I.54, elfde lid, RPPol, wordt geen rekening gehouden met de selectieproeven afgelegd vóór 1 april 2009.

Art.13. In afwijking van artikel VII.II.17, eerste lid, RPPol is artikel IV.I.15, eerste lid, 3°, RPPol, van overeenkomstige toepassing op de kandidaten voor overgang naar het basiskader die de fysiek-medische geschiktheidsproef hebben afgelegd vóór 1 januari 2010.

Art.14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2009, met uitzondering van artikel 4, 3° dat in werking treedt op de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 15. De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 25 juni 2010.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  Mevr. A. TURTELBOOM