29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 september 2003, 8 september 2006 en 14 december 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :
" § 2. De vertrouwenscentra kindermishandeling ontvangen jaarlijks een extra subsidie van minimaal 1.468.941,50 euro (een miljoen vierhonderdachtenzestigduizend negenhonderdeenveertig euro vijftig cent), die tussen de erkende vertrouwenscentra kindermishandeling wordt verdeeld in verhouding tot het aantal minderjarigen die in de betreffende provincie van het Nederlandse taalgebied in de bevolkingsregisters ingeschreven zijn.
Voor het centrum dat gevestigd is in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, wordt de extra subsidie, vermeld in het eerste lid, met 1 % verhoogd, met het oog op de verwerking van de meldingen van minderjarigen die hun woonplaats hebben buiten het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Daartoe wordt 1 % afgehouden van de extra subsidies van de aangrenzende provincies, meer bepaald 0,5 % van Vlaams-Brabant, 0,25 % van Antwerpen en 0,25 % van Oost-Vlaanderen.
Voor het centrum dat gevestigd is in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, wordt vanaf 2009 de extra subsidie jaarlijks bijkomend verhoogd met een bedrag van 35.112 euro (vijfendertigduizend honderdentwaalf euro).
De extra subsidies, vermeld in het eerste en derde lid, worden jaarlijks gekoppeld aan het indexcijfer dat berekend en bepaald wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. Het bedrag is vastgesteld op basis van de gezondheidsindex van december 2008 met basisjaar 2004, namelijk 111,24."
2° paragraaf 2bis wordt vervangen door wat volgt :
" § 2bis. Als tegemoetkoming voor de anciënniteitsontwikkeling in de sector wordt vanaf 2009 de jaarlijkse subsidie van elk centrum verhoogd met een aanvullend bedrag per jaar, evenredig met de basissubsidie en de extra subsidie, te verdelen over de vertrouwenscentra kindermishandeling.
Dat aanvullende bedrag bestaat uit een basisbedrag en een aanvullend gedeelte.
Vanaf 2009 bedraagt het basisbedrag 205.030,06 euro (tweehonderdenvijfduizend dertig euro zes cent). Het aanvullende gedeelte zal jaarlijks vastgesteld worden door Kind en Gezin, op basis van het verschil in gemiddelde anciënniteit van alle personeelsleden in de sector in het voorgaande jaar, in vergelijking met het basisjaar 2006.
De bedragen, vermeld in paragraaf 2bis, worden jaarlijks gekoppeld aan het indexcijfer dat berekend en bepaald wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. De bedragen zijn vastgesteld op basis van de gezondheidsindex van december 2008 met basisjaar 2004, namelijk 111,24."
3° in paragraaf 3 worden de woorden "De subsidies, vermeld in § 1, § 2, § 2bis, § 2ter en § 2quater " vervangen door de woorden "De subsidies, vermeld in artikel 30, artikel 30bis en artikel 30ter ".
4° in paragraaf 4 worden de woorden "De subsidies, vermeld in § 1, § 2, § 2bis, § 2ter en § 2quater " vervangen door de woorden "De subsidies, vermeld in paragraaf 1, paragraaf 2ter en paragraaf 2quater ".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 30ter ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 30ter. Aan de vertrouwenscentra kindermishandeling wordt voor het jaar 2009 een subsidie van 191.802 euro (honderdeenennegentigduizend achthonderd en twee euro) toegekend met het oog op de versterking van de klinische teams.
De subsidie wordt gelijk verdeeld onder de zes erkende vertrouwenscentra kindermishandeling zodat het bedrag voor elk vertrouwenscentrum 31.967 euro (eenendertigduizend negenhonderdzevenenzestig euro) bedraagt."
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 mei 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
Mevr. V. HEEREN