12 DECEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg.
Art. 1-15
Artikel 1. In artikel 2 van het besluit van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 4 wordt vervangen door wat volgt :
" § 4. De uitbreiding van de capaciteit gebeurt per eenheid. De Vlaamse minister bepaalt of die extra eenheden van residentiele, semiresidentiële of ambulante aard zijn. ";
2° in § 6, eerste lid, worden de woorden ", afgerond op de bovenliggende schijf " geschrapt.
Art.2. In artikel 3, § 6, van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede en vierde lid worden de bedragen " 300 frank ", " 150 frank ", " 100 frank " vervangen door respectievelijk de bedragen " 9,24 euro ", " 4,62 euro " en " 3,08 euro ";
2° het zevende lid wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden in § 1 de woorden " gaat te aller tijde in op 1 januari van een welbepaald jaar en " geschrapt.
Art.4. In artikel 5, 2°, van hetzelfde besluit wordt het getal " 252 " vervangen door het getal " 294 ".
Art.5. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2000, worden in het eerste lid de woorden " tussen 1 januari en 1 april " geschrapt.
Art.6. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " voor 1 mei " vervangen door de woorden " binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag ";
2° in het tweede lid worden de woorden " voor 1 augustus " vervangen door de woorden " binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag ";
3° in het derde lid worden de woorden " voor 1 augustus " vervangen door de woorden " binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag ".
Art.7. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " tot uiterlijk 31 augustus " vervangen door de woorden " tot uiterlijk 6 weken na ontvangst van het voornemen, vermeld in artikel 7, tweede lid, ";
2° in het tweede lid worden de woorden " tegen 15 september " vervangen door de woorden " binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift ";
3° het derde lid wordt vervangen door wat volgt :
" De beroepscommissie verstrekt een gemotiveerd advies aan de secretaris-generaal uiterlijk zes weken na ontvangst van het bezwaarschrift. In uitzonderlijke omstandigheden kan ze bij gemotiveerde beslissing die termijn tot maximum tien weken verlengen. Ze hoort de organisatie, indien deze daarom heeft verzocht in haar bezwaarschrift. "
Art.8. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden in het tweede lid de woorden " tegen 20 december " vervangen door de woorden " vier maanden na ontvangst van het bezwaarschrift " en worden in het vijfde lid de woorden " tegen 20 december " vervangen door de woorden " vier maanden na ontvangst van het bezwaarschrift door de secretaris-generaal, ";
2° in § 2 worden de woorden " tegen 1 oktober " vervangen door de woorden " negen maanden na ontvangst van de aanvraag ";
3° in § 3 worden de woorden " 1 januari van het daaropvolgende jaar " vervangen door de woorden " de eerste dag van de dertiende maand die volgt op de maand van ontvangst van de aanvraag ".
Art.9. Artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2006, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 13. Vanaf 1 januari 2008 bestaat de jaarlijkse subsidie uit een forfaitair bedrag van 22.500 euro per erkende eenheid. De basiserkenning is verbonden aan de minimumcapaciteit, vermeld in artikel 2, § 3.
Ter uitvoering van de bepalingen van het Vlaams Akkoord voor de Social-Profit/Non-Profit 2006-2011, gesloten op 6 juni 2005, wordt voor de maatregel betreffende de opheffing van het maandplafond in de toekenning van de toeslagen wegens nachtprestaties, voor de maatregel eindejaarspremie, voor de maatregel managementondersteuning en voor de maatregel werkdrukvermindering, de onderstaande aanvullende jaarlijkse subsidie per erkende eenheid toegekend :
1° voor 2008 : 287,39 euro;
2° voor 2009 : 388,61 euro;
3° voor 2010 : 490,66 euro. "
Art.10. Artikel 13bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 november 2001, 25 oktober 2002, 7 november 2003 en 24 november 2006, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 13bis. Binnen de begrotingskredieten wordt de subsidie aangepast aan de anciënniteitsevolutie van de centra voor integrale gezinszorg, met name de evolutie van de gemiddelde geldelijke anciënniteit die de personeelsleden van die centra hebben opgebouwd. De stijging van die anciënniteit kan niet meer dan twaalf maanden per jaar bedragen.
Het forfaitaire bedrag, vermeld in artikel 13, houdt rekening met een gemiddelde geldelijke anciënniteit van het personeel van vijftien jaar en zes maanden.
De reële gemiddelde anciënniteit van het personeel van de centra wordt jaarlijks gevolgd. Als de reële gemiddelde anciënniteit meer dan vijftien jaar en zes maanden bedraagt, wordt het forfaitaire bedrag, vermeld in artikel 13, herberekend. "
Art.11. In artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt :
" De reserves, met uitzondering van het sociaal passief, opgebouwd na 1 januari 1995, die bij het afsluiten van het boekjaar meer bedragen dan 75 % van de jaarlijkse subsidie, worden ten belope van het bedrag dat de 75 % van de jaarlijkse subsidie overschrijdt, teruggestort aan de Vlaamse Gemeenschap. " ;
2° aan § 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Het sociaal passief, vermeld in het tweede en derde lid, wordt beperkt tot 25 % van de jaarlijkse personeelskosten. " ;
3° § 2 wordt opgeheven.
Art.12. Artikel 15 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 15. Alle bedragen zoals opgenomen in het besluit worden geïndexeerd overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. Die koppeling aan het indexcijfer wordt berekend en toegepast overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. "
Art.13. In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :
" Per semester wordt een voorschot uitgekeerd van 45 % van de bedragen, bepaald volgens artikel 13, 13bis en 15. Het eerste voorschot wordt uitbetaald voor het einde van de maand maart en het tweede voorschot wordt uitbetaald voor het einde van de maand juli van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. "
Art.14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.
Art. 15. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 december 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
S. VANACKERE.