Details





Titel:

5 JUNI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-09-2009 en tekstbijwerking tot 30-06-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-20



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007035593  2008204070 



Uitvoeringsbesluit(en):

2018014005  2019042384 



Artikels:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° voorziening van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin : een organisatie die activiteiten uitoefent in de gemeenschapsaangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, I en II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en die tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin behoren;
  2° bevoegde entiteit : de afdeling van een agentschap van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin of van het departement van dat beleidsdomein, die functioneel bevoegd is voor de administratieve afhandeling van het verzoek tot afwijking van Vlaamse normen voor brandveiligheid die van toepassing zijn op de voorziening die de afwijking vraagt;
  3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid.
  [1 4° Departement Zorg: het Departement Zorg, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg. ]1
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 107, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.2.Binnen het [1 Departement Zorg]1 wordt een technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin opgericht, hierna " de technische commissie " te noemen.
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 108, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.3. De technische commissie voor de brandveiligheid heeft als opdracht :
  1° advies verstrekken over de vragen tot afwijking van Vlaamse normen voor brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
  2° advies verstrekken over regelgevende initiatieven voor brandpreventie in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
  3° aanbevelingen formuleren voor het beleid op het vlak van brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Art.4. De beslissing over een verzoek tot afwijking van Vlaamse normen voor brandveiligheid in een voorziening van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin kan pas genomen worden nadat het advies van de technische commissie voor de brandveiligheid werd ingewonnen.

Art.5.De technische commissie is samengesteld als volgt :
  1° een ambtenaar met minstens rang A1 van het [2 Departement Zorg]2, Afdeling Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, die de commissie voorzit;
  2° een persoon met de kwalificatie van preventieadviseur;
  3° [1 twee brandveiligheidsdeskundigen die actief deel uitmaken van een hulpverleningszone, als vertegenwoordigers voor de brandweerdiensten van het Vlaamse Gewest;]1
  4° een persoon uit de academische wereld met een bijzondere kwalificatie voor brandveiligheid.
  5° een persoon als vertegenwoordiger van de sectoren van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
  Voor elk lid als vermeld in het eerste lid, wordt een plaatsvervanger aangewezen. Die vervangt het lid bij verhindering.
  ----------
  (1)<BVR 2019-12-13/06, art. 31, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 109, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.6.De leden van de technische commissie en hun plaatsvervangers worden benoemd door de minister.
  [1 De duur van het mandaat van de leden van de technische commissie en van de plaatsvervangers bedraagt vier jaar. Het mandaat is hernieuwbaar.
   Het mandaat eindigt :
   1° als de duur ervan verstreken is;
   2° bij ontslag, gedwongen of vrijwillig;
   3° bij overlijden.
   Het lid of de plaatsvervanger van wie het mandaat eindigt vóór de normale vervaldatum, wordt vervangen door een nieuw lid of een nieuwe plaatsvervanger. In dat geval voltooit het nieuwe lid of de nieuwe plaatsvervanger het mandaat van diegene die hij vervangt.]1
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-13/17, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>

Art.7. Voor de adviezen vermeld in artikel 3, 1° wordt de bevoegde entiteit uitgenodigd om een personeelslid af te vaardigen dat met raadgevende stem de beraadslaging van de technische commissie kan bijwonen.

Art.8.Het secretariaat van de technische commissie wordt waargenomen door een personeelslid van het [1 Departement Zorg]1.
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 108, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.9. De technische commissie kan alleen op geldige wijze beraadslagen als de voorzitter of zijn plaatsvervanger en minstens twee leden, of hun plaatsvervangers, aanwezig zijn.

Art.10. Een lid van de technische commissie kan geen zitting houden wanneer een dossier wordt behandeld waarbij het een persoonlijk belang heeft.

Art.11.[1 Om een advies als vermeld in artikel 3, 1°, uit te brengen, kan de voorzitter van de technische commissie op eigen initiatief of op voorstel van een lid van de technische commissie:
   1° een lid belasten met een onderzoek ter plaatse;
   2° de aanvrager van een afwijking of zijn afgevaardigde oproepen voor de vergadering van de technische commissie waarin zijn aanvraag van afwijking wordt onderzocht.
   De voorzitter van de technische commissie kan, op eigen initiatief of op voorstel van een lid van de technische commissie, een of meer deskundigen die geen lid zijn van de technische commissie oproepen voor een vergadering van de technische commissie voor het onderzoek van bijzondere punten.]1
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-13/17, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>

Art.12. De adviezen van de technische commissie worden met volstrekte meerderheid van stemmen uitgebracht. Ze worden behoorlijk gemotiveerd.
  In geval van staking van stemmen wordt het advies vervangen door een gemotiveerde weergave van beide standpunten.

Art.13.Het advies, vermeld in artikel 3. 1°, wordt aan de bevoegde entiteit ter kennis gebracht binnen een termijn van [1 zes]1 maanden na de ontvangst van de adviesvraag.
  [1 In afwijking van het eerste lid wordt voor de toepassing van artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2011 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan [2 lokale dienstencentra, centra voor dagverzorging, centra voor dagopvang, centra voor kortverblijf, centra voor herstelverblijf, groepen van assistentiewoningen en, woonzorgcentra]2 moeten voldoen en tot bepaling van de procedure voor de uitreiking van het attest van naleving van die normen de bevoegde entiteit binnen zes maanden na de datum van de ontvankelijkheid van de aanvraag van afwijking op de hoogte gebracht van het advies, vermeld in artikel 3, 1°.]1

  ----------
  (1)<BVR 2018-07-13/17, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
  (2)<BVR 2019-06-28/60, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.14. De technische commissie stelt een huishoudelijk reglement op waarin haar werking wordt geregeld. De minister keurt het huishoudelijk reglement goed.

Art.15. De externe leden van de technische commissie kunnen aanspraak maken op de volgende vergoedingen :
  1° de terugbetaling van hun reiskosten volgens dezelfde normen als die welke gelden voor de ambtenaren van de Vlaamse ministeries;
  2° een presentiegeld van 75 euro voor elke vergadering van de technische commissie, tot maximaal één presentiegeld per maand;
  3° een forfaitaire vergoeding van 150 euro voor de uitvoering van een onderzoek ter plaatse overeenkomstig artikel 10, tot maximaal één vergoeding per dossier.
  Onder externe leden als vermeld in het eerste lid, worden de leden van de technische commissie bedoeld die geen personeelslid zijn van de Vlaamse overheid.

Art.16.De werkingskosten van de technische commissie en de vergoedingen van de leden worden aangerekend op de begroting van het [1 Departement Zorg]1.
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 108, 005; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.17. In artikel 24 van het Besluit van de Vlaamse Regering 19 september 2008 houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang worden de woorden " technische commissie brandveiligheid voor de kinderopvang " vervangen door de woorden " technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin ".

Art.18. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2007 betreffende de oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de kinderdagverblijven, de initiatieven voor buitenschoolse opvang en de minicrèches, gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009, wordt opgeheven.

Art.19. De bepalingen van dit besluit gelden niet voor de verzoeken tot afwijking van Vlaamse brandveiligheidsnormen waarover de technische commissie voor de brandveiligheid in de kinderopvang al een advies verstrekte uiterlijk op de dag voor de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 20. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.