Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de herfinancieringsgarantie in het kader van de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Toekenning van de herfinancieringsgarantie
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Omvang van de dekking onder de herfinancieringsgarantie
Art. 3-4
HOOFDSTUK IV. - Afroepen en uitvoering van de herfinancieringsgarantie
Art. 5-9
HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen
Art. 10-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1. § 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Decreet : decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur;
  2° Herfinancieringsgarantie : de garantie, bedoeld in artikel afdeling 3bis van hoofdstuk II van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur;
  3° Leningverstrekker : de financiële instellingen die het vreemd vermogen rechtstreeks of onrechtstreeks aan de DBFM-vennootschap verstrekken en/of de financiële instelling die onder hen is aangeduid als gezamenlijke mandaathouder voor de doeleinden van de herfinancieringsgarantie;
  4° Minister : de Vlaamse minister bevoegd voor de financiën en de begroting.
  5° Schuldfinanciering : financierings- en indekkingsverrrichtingen aangegaan door de DBFM-vennootschap voor de realisatie van het DBFM-programma (met uitsluiting van alternatieve activiteiten) op de datum waarop de financieringsovereenkomsten in het kader van het DBFM-programma worden ondertekend.
  § 2. De definities uit artikel 2 van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur zijn van toepassing op dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Toekenning van de herfinancieringsgarantie
Art.2. § 1. De minister kent de herfinancieringsgarantie toe bij besluit.
  § 2. De toekenning van de herfinancieringsgarantie is afhankelijk van een verzoek tot toekenning dat door de leningverstrekker wordt gericht aan de minister, vergezeld van :
  - de ondertekende financieringsovereenkomsten met betrekking tot het vreemd vermogen waarin minstens het bedrag, de looptijd, de toepasselijke rentevoet opgenomen zijn;
  - de identificatiegegevens van de leningverstrekker(s) ten behoeve van wie de garantie moet worden verstrekt;
  - een verklaring van de leningverstrekker(s) dat voldaan is aan de toepassingsvoorwaarden, bedoeld in afdeling 3bis van hoofdstuk II van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur;

HOOFDSTUK III. - Omvang van de dekking onder de herfinancieringsgarantie
Art.3. § 1. Onverminderd hetgeen bepaald in § 2, dekt de herfinancieringsgarantie de terugbetaling van het integrale openstaande saldo van het vreemd vermogen overeenkomstig de geldende financieringsvoorwaarden, waarvan het bedrag omstandig dient te worden gestaafd in het dossier van afroep overeenkomstig artikel 6.
  § 2. De herfinancieringsgarantie dekt evenwel in geen geval :
  1° enige openstaande schulden van de DBFM-Vennootschap op grond van overeenkomsten van mezzanine of andere achtergestelde leningen die aan de DBFM-Vennootschap worden verstrekt in de hoedanigheid van rechtstreekse of onrechtstreekse aandeelhouder van de DBFM-Vennootschap;
  2° herfinancieringssvergoeding(en) en eventuele andere kosten die gebeurlijk van toepassing zijn als gevolg van de verplichte herfinanciering;
  3° de openstaande interesten onder de financieringsovereenkomsten met betrekking tot het vreemd vermogen;
  4° enige schulden van de DBFM-Vennootschap die het gevolg zijn van tekortkomingen van de DBFM-Vennootschap onder de financieringsovereenkomsten met betrekking tot het vreemd vermogen, of de overeenkomsten met betrekking tot de renteswap of een ander instrument ter indekking van het renterisico, met inbegrip van nalatigheidsinteresten;
  5° leningen en leningsfaciliteiten tijdens de bouwfase.

Art.4. Na de terugbetaling van hetgeen is gedekt overeenkomstig artikel 3, zal de Vlaamse Gemeenschap of een rechtspersoon waarop de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks een determinerende invloed heeft, zoals een door haar opgerichte of gecontroleerde financieringsmaatschappij, het vreemd vermogen ter beschikking stellen aan de DBFM-vennootschap voor de resterende looptijd van het DBFM-programma aan de geldende financieringsvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur.

HOOFDSTUK IV. - Afroepen en uitvoering van de herfinancieringsgarantie
Art.5. De DBFM-vennootschap wordt geacht alle mogelijke redelijke inspanningen tot herfinanciering te hebben geleverd indien haar dossier van afroep als bedoeld in artikel 6, § 2, ten minste 3 financiële term sheets tot herfinanciering en/of formele afwijzingen van herfinanciering bevat die gebaseerd zijn op een marktconform en redelijk verzoek van de DBFM-vennootschap tot herfinanciering, telkens uitgaande van gereputeerde nationale en/of internationale financiële instellingen en goedgekeurd of afgekeurd door de bevoegde kredietcomités.

Art.6. § 1. Uiterlijk 9 maanden voorafgaand aan het verplichte herfinancieringsmoment als bedoeld in artikel 7 ter van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur, richt de leningverstrekker aan de minister een per post aangetekende verklaring, met kopie aan de DBFM-vennootschap, dat in uitvoering van de clausule tot verplichte herfinanciering zoals opgenomen in de financieringsovereenkomst(en) met betrekking tot het vreemd vermogen de DBFM-vennootschap tot verplichte herfinanciering wordt verzocht.
  § 2. Uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan het verplichte herfinancieringsmoment richt de DBFM-vennootschap een per post aangetekend verzoek tot afroep van de herfinancieringsgarantie aan de minister, vergezeld van een dossier van afroep met minstens volgende elementen :
  1° een gedetailleerde en gedocumenteerde, door de raad van bestuur van de DBFM-vennootschap goedgekeurde, historiek van alle geleverde inspanningen om herfinanciering te bekomen bij gereputeerde nationale en/of internationale financiële instellingen vanaf het moment van de verklaring overeenkomstig § 1;
  2° in voorkomend geval, een kopie van de bestaande overeenkomsten met betrekking tot de renteswap of een ander instrument ter indekking van het renterisico;
  3° een door de raad van bestuur van de DBFM-vennootschap goedgekeurde verklaring waarin wordt verklaard en omstandig wordt verantwoord waarom er geen herfinanciering aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 7ter van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur kon worden bekomen, ondanks daartoe alle mogelijke redelijke inspanningen te hebben geleverd;
  4° een omstandige, gedocumenteerde berekening van het bedrag van de afroep.

Art.7. § 1. Voor zover voldaan is aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 5 en artikel 6 van dit besluit beslist de minister binnen uiterlijk 1 maand na het verzoek tot afroep overeenkomstig artikel 6, § 2 tot betaalbaarstelling en brengt hij zijn beslissing ter kennis aan de leningverstrekker.
  § 2. Onverminderd hetgeen bepaald is in § 1, zal de beslissing om het verzoek tot afroep niet in te willigen evenwel slechts kunnen worden genomen indien één of meerdere van volgende omstandigheden zich hebben voorgedaan :
  1° de DBFM-vennootschap of de leningverstrekker(s) hebben onjuiste verklaringen in het kader van dit besluit afgelegd of overhandigd;
  2° de DBFM-vennootschap of de leningverstrekker(s) heeft te kwader trouw gehandeld in het kader van dit besluit.

Art.8. Indien de beslissing tot betaalbaarstelling is genomen door de minister, gaat de Vlaamse Gemeenschap of een rechtspersoon waarop de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks een determinerende invloed heeft op de datum van het verplichte herfinancieringsmoment, over tot de betaling van het bedrag van de afroep als bedoeld in artikel 6, § 2, 4°, door overschrijving van dit bedrag op de bankrekening van de leningverstrekker(s), zoals aangegeven in het verzoek tot afroep.

Art.9. Op verzoek van de minister verlenen de DBFM-vennootschap en de leningverstrekker(s) alle noodzakelijke of nuttige medewerking aan de uitvoering van de modaliteiten met betrekking tot het ter beschikking stellen van het vreemd vermogen aan de DBFM-vennootschap.

HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen
Art.10. § 1. De DBFM-vennootschap en de leningverstrekker(s) zijn ertoe gehouden de modaliteiten inzake de herfinancieringsgarantie zoals opgenomen in het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur en in dit besluit over te nemen in de tussen hen afgesloten financieringsovereenkomsten met betrekking tot het vreemd vermogen, en ze te eerbiedigen.
  § 2. Enige wijziging of aanvulling aan de rechten of verplichtingen met betrekking tot de herfinancieringsgarantie, met inbegrip van een gebeurlijke uitbreiding van de dekking onder de herfinancieringsgarantie met bijkomende schuldfinanciering, zijn slechts tegenstelbaar aan de Vlaamse Gemeenschap na een aangepast besluit te hebben ontvangen uitgevaardigd door de minister.

Art.11. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2009.

Art. 12. De Minister is bevoegd voor de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 29 mei 2009.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Financiën en Begroting
  D. VAN MECHELEN
  De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
  F. VANDENBROUCKE