Details





Titel:

29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de uitbetalingregels voor het landbouwdeel van de steun uit het Herstructureringsfonds van de suikerindustrie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-09-2009 en tekstbijwerking tot 13-03-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1, 1/1, 2-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1°minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij;
  2° betaalorgaan : [1 [2 het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie]2]1;
  3° suikerbietteler : de landbouwer die in de referentieperiode suikerbieten heeft geteeld en die, voor die referentieperiode, beschikte over suikerbietquotum van ISCAL Sugar of van de Tiense Suikerraffinaderij. Suikerbietquota zijn leveringsrechten;
  4° loonwerker : onderneming die in de referentieperiode zaai- of oogstwerkzaamheden heeft verricht voor suikerbiettelers die suikerbietquota hebben afgestaan in het verkoopseizoen dat volgde op de referentieperiode;
  5° GBCS-verzamelaanvraag : steunaanvraag, ingediend in het kader van het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem, vermeld in titel II, hoofdstuk 4 van verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1782/2003.
  ----------
  (1)<BVR 2014-12-19/B3, art. 117, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (2)<BVR 2024-01-26/31, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.1/1. [1 Het hoofd van het betaalorgaan kan de aangelegenheden die conform dit besluit en de uitvoeringsbepalingen ervan onder de bevoegdheid van het betaalorgaan vallen, subdelegeren aan personeelsleden van het betaalorgaan die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2014-12-19/B3, art. 118, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art.2. De referentieperiode, vermeld in artikel 3, zesde lid, van verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, is het jaar 2007 (verkoopseizoen 2007-2008).

Art.3. De steun wordt in een enkele keer uitbetaald, uiterlijk op 30 juni 2009.

Art.4. De suikerbiettelers komen in aanmerking voor een betaling op basis van de hoeveelheid van suikerbietquotum waarvan ze voor het verkoopseizoen 2008-2009 ten aanzien van het verkoopseizoen 2007-2008, afstand hebben gedaan in het kader van de prioritaire uitstap op basis van individuele vrijwillige beslissingen en van de opgelegde lineaire vermindering van suikerbietquota, hierna afgestaan suikerbietquotum genoemd.
  De minister bepaalt het bedrag van de steun per ton afgestaan suikerbietquotum van de Tiense Suikerraffinaderij en van ISCAL Sugar dat suikerbiettelers ontvangen met toepassing van het eerste lid.

Art.5. De loonwerkers komen in aanmerking voor een betaling op basis van de oppervlakten suikerbieten die ze ingezaaid of geoogst hebben bij de suikerbiettelers en naar rata van de verhouding van het afgestane suikerbietquotum ten opzichte van het totale suikerbietquotum van de suikerbietteler voor het verkoopseizoen 2007-2008. De wegingscoëfficiënt, gesteund op de werkelijke kosten van de werkzaamheden, bedraagt voor zaaiwerkzaamheden 0,18 en voor oogstwerkzaamheden 0,82.
  Als de landbouwer bovendien aan twee suikerfabrieken levert, dan wordt voor een gegeven fabriek het in rekening te brengen areaal berekend door het zaai- of oogstareaal te vermenigvuldigen met de verhouding van het suikerbietquotum voor die fabriek tot het totale suikerbietquotum voor verkoopseizoen 2007/2008 van de betrokken landbouwer.
  Suikerbiettelers die zelf de zaai- of oogstwerkzaamheden hebben uitgevoerd, worden met loonwerkers gelijkgesteld.
  Het maximum aantal voor loonwerk in rekening te brengen hectaren is beperkt tot het aantal hectaren suikerbieten dat de suikerbietteler in 2007 heeft aangegeven in zijn GBCS-verzamelaanvraag. Voor de loonwerker is het aantal gezaaide en het aantal geoogste hectaren gelijk aan de gefactureerde gezaaide of geoogste hectaren in het bestand van Landbouw-Service vzw, beperkt tot het aantal hectaren dat de suikerbietteler in 2007 heeft aangegeven in zijn GBCS-verzamelaanvraag.
  De minister bepaalt het bedrag van de steun per hectare, die ingezaaid of geoogst is voor de suikerbiettelers, dat loonwerkers ontvangen, met toepassing van het eerste, tweede en derde lid.

Art.6. De Tiense Suikerraffinaderij en ISCAL Sugar verstrekken alle gegevens over de suikerbietplanters waar het betaalorgaan om verzoekt en voegen een verklaring toe dat de gegevens betrouwbaar en juist zijn. Landbouw-Service vzw verzamelt alle gegevens van de loonwerkers en bezorgt ze aan het betaalorgaan. Landbouw-Service vzw waarborgt dat de gegevens, verstrekt door de loonwerkers, betrouwbaar en juist zijn. De steungerechtigden verstrekken alle gegevens op grond waarvan zij in aanmerking kunnen komen voor steun, als het betaalorgaan daar om verzoekt.
  De verkregen gegevens worden naar alle steungerechtigden gestuurd. Die hebben tien dagen om te reageren als ze er niet mee akkoord gaan.

Art.7. Het betaalorgaan wordt belast met de betaling van de steun, alsook met de terugvordering van bedragen die ten onrechte gestort zijn.

Art.8.[1 Het hoofd van het betaalorgaan]1 wordt gemachtigd om de uitgaven voor de compensaties, vermeld in dit besluit, vast te leggen, goed te keuren en te ordonneren.
  ----------
  (1)<BVR 2014-12-19/B3, art. 119, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art.9. Overtredingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft in overeenstemming met de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten. De overtredingen van dit besluit kunnen het voorwerp uitmaken van een administratieve boete, in overeenstemming met artikel 8 van voornoemde wet van 28 maart 1975.

Art.10. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2009.

Art. 11. De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.