15 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering [houdende de uitvoering van artikel III.66, III.67 en III.68 van het bestuursdecreet van 7 december 2018] (Opschrift vervangen door BVR2019-05-10/12, art. 105, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-07-2009 en tekstbijwerking tot 01-08-2019)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Procedure voor de erkenning van authentieke gegevensbronnen
Art. 2-4
Art. 4 TOEKOMSTIG RECHT
HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de door de entiteiten van de Vlaamse administratie te raadplegen authentieke gegevensbronnen, beheerd door een externe overheid
Art. 5
HOOFDSTUK IV.
Art. 6-7
HOOFDSTUK V.
Art. 8
HOOFDSTUK VI.
Art. 9
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 10-11
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° [5 ...]5
2° [4 de toezichtcommissie : de Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens, vermeld in artikel 10/1 van het decreet van 18 juli 2008;]4
3° [3 stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid: het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in [5 artikel III.74 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]5;]3
4° de beheersinstantie : de instantie, vermeld in [5 artikel III.67 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]5;
5° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het reguleringsmanagement, de administratieve vereenvoudiging en het e-government, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake informatie- en communicatietechnologie.
6° [2 ...]2
7° [2 ...]2
8° GDI-decreet : het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen;
9° geografische gegevensbron : gegevensbron als vermeld in artikel 3, 5°, van het GDI-decreet;
10° authentieke geografische gegevensbron : geografische gegevensbron als vermeld in artikel 22 van het GDI-decreet.
----------
(1)<BVR 2013-11-29/45, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 14-02-2014>
(2)<BVR 2013-11-29/45, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 14-02-2014>
(3)<BVR 2017-06-02/16, art. 6, 003; Inwerkingtreding : onbepaald >
(4)<BVR 2019-01-25/40, art. 6, 004; Inwerkingtreding : onbepaald >
(5)<BVR 2019-05-10/12, art. 106, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK II. - Procedure voor de erkenning van authentieke gegevensbronnen
Art.2. § 1. Een gegevensbron wordt [1 op voorstel van het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]1 door de Vlaamse Regering als een authentieke gegevensbron erkend. Als de gegevensbron persoonsgegevens bevat, wordt ook het advies van de toezichtcommissie ingewonnen.
De gegevensbron wordt als authentieke gegevensbron erkend als ze voldoende garanties biedt voor :
1° de kwaliteit van de gegevens, in het bijzonder de volledigheid, de juistheid, [1 de nauwkeurigheid,]2 de actualiteit, de garanties voor de kwaliteitsborging [1 van de gegevens en]2, de kwaliteitsbewaking naar de afnemers toe, [1 ...]1;
2° de bruikbaarheid van de gegevensbron, in het bijzonder de ontsluitbaarheid [1 , de beschikbaarheid]1 en de openbaarheid;
3° [1 het adequate beheer ]1 van de gegevensbron, in het bijzonder de [1 aanwezigheid van een inzage- en terugmeldfaciliteit]1;
4° de veiligheid van de gegevensbron op fysiek, technisch en organisatorisch niveau [1 , in het bijzonder de opspoorbaarheid van de wijzigingen in de gegevens en de bewaring van de historiek van de toegang tot de gegevens]1.
[1 5° de financiering van de gegevensbron, in het bijzonder de financiering van de kosten ingevolge de specifieke dienstverlening die een authentieke gegevensbron aan andere instanties moet leveren.;]1
[2 6° de interoperabiliteit van de gegevensbron, in het bijzonder de semantische en technische interoperabiliteit.]2
Het [1 stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]1 bepaalt in welke mate de gegevensbron in kwestie aan de bovenvermelde garanties moet voldoen.
§ 2. [1 Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 wordt een geografische gegevensbron als vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°, 2° en 4°, van het GDI-decreet, als een authentieke geografische gegevensbron erkend als ze voldoet aan de volgende bijkomende voorwaarden:
1° ze is beschreven door middel van metagegevens die in overeenstemming zijn met de regels die het stuurorgaan met toepassing van artikel 14 van het GDI-decreet opstelt;
2° ze is raadpleegbaar via een raadpleegdienst als vermeld in artikel 3, 18°, van het GDI-decreet;
3° ze is overdraagbaar via een overdrachtdienst als vermeld in artikel 3, 19°, van het GDI-decreet;
4° ze is geharmoniseerd overeenkomstig de technische voorschriften, vermeld in artikel 25 van het GDI-decreet.]1
----------
(1)<BVR 2017-06-02/16, art. 7, 003; Inwerkingtreding : onbepaald >
(2)<BVR 2019-05-10/12, art. 107, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.3.Per gegevensbron die in aanmerking komt om als een authentieke gegevensbron of als een authentieke geografische gegevensbron te worden erkend, wijst de Vlaamse Regering tevens de beheersinstantie aan die verantwoordelijk is voor :
1° het respecteren van de bepalingen, vermeld in artikel 2;
2° het verzorgen van de samenwerking met de gebruikers van de gegevensbron in kwestie;
3° het opzetten van de gepaste organisatorische structuren om de gegevens te verwerken in de gegevensbron;
4° het invoeren van de gepaste processen om de gegevens te verwerken in de gegevensbron;
5° het opzetten van de juiste infrastructuur om de gegevens te verwerken in de gegevensbron;
6° het aanwijzen van een meldingspunt dat meldingen van onnauwkeurige, onvolledige of onjuiste gegevens [2 als vermeld in artikel III.73 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]2, registreert en onderzoekt. Indien uit dat onderzoek blijkt dat de melding gegrond is, wordt het gegeven in kwestie verbeterd of aangevuld. Het meldingspunt bezorgt aan degene die een onnauwkeurig, onvolledig of onjuist gegeven heeft gemeld, het resultaat van het onderzoek.
De beheersinstantie kan een of meer van de bovenvermelde taken uitbesteden. De eventuele uitbesteding gebeurt op verzoek, onder controle en verantwoordelijkheid van de beheersinstantie. De onderaannemer moet zich er formeel toe verbinden [1 artikel 28, lid 3, van de algemene verordening gegevensbescherming en de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens]1 te respecteren en neemt daartoe de nodige maatregelen die hij meedeelt aan de beheersinstantie waarvoor hij als onderaannemer optreedt.
----------
(1)<BVR 2019-01-25/40, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 25-05-2018>
(2)<BVR 2019-05-10/12, art. 108, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.4.Bij ernstige aanwijzingen dat een gegevensbron die door de Vlaamse Regering als authentieke gegevensbron is erkend, niet of niet meer in voldoende mate voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 3, stelt de Vlaamse Regering een onderzoek in. Als het onderzoek aantoont dat de gegevensbron niet of niet meer in voldoende mate voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 3, kan de Vlaamse Regering, na advies van het [1 Coördinatiecomité]1, de erkenning als authentieke gegevensbron intrekken of aanvullende voorwaarden stellen aan de beheersinstantie van de authentieke gegevensbron in kwestie. Als de gegevensbron persoonsgegevens bevat, wordt ook het advies van de toezichtcommissie ingewonnen.
In afwijking van het eerste lid kan de Vlaamse Regering, na advies van de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het GDI-decreet, de erkenning als authentieke geografische gegevensbron intrekken of aanvullende voorwaarden stellen aan de beheersinstantie van de authentieke geografische gegevensbron in kwestie als het onderzoek aantoont dat een authentieke geografische gegevensbron niet of niet meer in voldoende mate voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 3 van dit besluit. Als de geografische gegevensbron persoonsgegevens bevat, wordt ook het advies van de toezichtcommissie ingewonnen.
----------
(1)<BVR 2013-11-29/45, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 14-02-2014>
Art. 4 TOEKOMSTIG RECHT. Bij ernstige aanwijzingen dat een gegevensbron die door de Vlaamse Regering als authentieke gegevensbron is erkend, niet of niet meer in voldoende mate voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 3, stelt de Vlaamse Regering een onderzoek in. Als het onderzoek aantoont dat de gegevensbron niet of niet meer in voldoende mate voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 2 en 3, kan de Vlaamse Regering,[2 op voorstel van het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid]2, de erkenning als authentieke gegevensbron intrekken of aanvullende voorwaarden stellen aan de beheersinstantie van de authentieke gegevensbron in kwestie. Als de gegevensbron persoonsgegevens bevat, wordt ook het advies van de toezichtcommissie ingewonnen.
[2 ...]2
(1)<BVR 2013-11-29/45, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 14-02-2014>
(2)<BVR 2017-06-02/16, art. 8, 003; Inwerkingtreding : onbepaald >
HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de door de entiteiten van de Vlaamse administratie te raadplegen authentieke gegevensbronnen, beheerd door een externe overheid
Art.5.[1 De overheidsinstanties, vermeld in artikel III.65, § 2, van het bestuursdecreet van 7 december 2018,]1 raadplegen de gegevens in de volgende authentieke gegevensbronnen die door een externe overheid worden beheerd :
1° de in het Rijksregister opgenomen gegevens, vermeld in artikel 3 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;
2° de gegevens, opgenomen in de gegevensbanken van de Kruispuntbank en in de sociale gegevensbanken, vermeld in de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
3° de in de Kruispuntbank van Ondernemingen opgenomen gegevens, vermeld in artikel 4 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen.
----------
(1)
HOOFDSTUK IV.
<Opgeheven bij BVR 2013-11-29/45, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 14-02-2014>
Art.6.
Art.7.
<Opgeheven bij BVR 2013-11-29/45, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 14-02-2014>
HOOFDSTUK V.
<Opgeheven bij BVR 2013-11-29/45, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 14-02-2014>
Art.8.
HOOFDSTUK VI.
<Opgeheven bij BVR 2013-11-29/45, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 14-02-2014>
Art.9.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art.10. Het decreet van 18 juli 2008 treedt in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 8, 11, 20, 21, 25, 26, 27, 29, 30 en 31.
Artikel 8 en 11 van het decreet van 18 juli 2008 treden in werking op datum van de aanstelling van de leden van de toezichtcommissie en uiterlijk op 1 januari 2010.
Artikel 20, 21, 25, 26, 27, 29, 30 en 31 treden in werking op datum van de aanstelling van de leden van de kamer van de toezichtcommissie die specifiek toeziet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen en uiterlijk op 1 januari 2010.
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 2, 3 en 4 die in werking treden op datum van de aanstelling van de leden van de toezichtcommissie en uiterlijk op 1 januari 2010.
Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het reguleringsmanagement, de administratieve vereenvoudiging en het e-government, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake informatie- en communicatietechnologie, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.