2 FEBRUARI 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2007 houdende uitvoering van een aantal bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode en van het ministerieel besluit van 30 juli 2008 tot bepaling van nadere regels voor het vaststellen, de wijze van bijhouden, de inhoud en het actualiseren van het inschrijvingsregister voor kandidaat-huurders.
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 21 december 2007 houdende uitvoering van een aantal bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 5° ofwel hij volgens de kinderbijslagwetgeving recht heeft op de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap of aandoening. "
2° in het derde lid, 1°, worden de woorden " voor ten minste 66 % getroffen is door een ontoereikendheid of vermindering van lichamelijke of geestelijke geschiktheid, volledig ongeschikt is om een beroep uit te oefenen of tenminste 66 % arbeidsongeschikt is " vervangen door de woorden " recht heeft op de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap of aandoening ".
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden tussen de woorden " worden volgende " en " medische en persoonlijke " de woorden " beroepsmatige, " ingevoegd en worden de woorden " redenen die aanleiding geven tot tijdelijke opschorting van het volgen van een cursus Nederlands tweede taal " vervangen door de woorden " voldoende redenen om tijdelijk niet deel te nemen aan een cursus Nederlands tweede taal ";
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Met beroepsmatige redenen wordt bedoeld dat de persoon zich in één van de volgende situaties bevindt :
1° de persoon oefent een job uit waarvan de werkuren niet in overeenstemming zijn te brengen met de uren waarop een cursus Nederlands tweede taal wordt aangeboden in de omgeving waar de persoon woont. In dat geval legt de persoon een attest voor van het Huis van het Nederlands waarop vermeld staat dat er geen passend aanbod is rekening houdend met de verplichte werkuren van de persoon;
2° de persoon volgt een opleiding in functie van de job die hij uitoefent waarvan de opleidingsuren niet in overeenstemming zijn te brengen met de uren waarop een cursus Nederlands tweede taal wordt aangeboden in de omgeving waar de persoon woont. In dat geval legt de persoon een attest voor van het Huis van het Nederlands waarop vermeld staat dat er geen passend aanbod is rekening houdend met de opleidingsuren van de persoon;
3° de persoon volgt bij de VDAB of een erkende dienst voor arbeidstrajectbegeleiding een sollicitatietraining, een praktijkgerichte opleiding, een persoongerichte vorming of een opleiding in een bedrijf in het kader van arbeidstrajectbegeleiding voor werkzoekenden, waarvan de opleidingsuren niet in overeenstemming zijn te brengen met de uren waarop een cursus Nederlands tweede taal wordt aangeboden in de omgeving waar de persoon woont. In dat geval legt de persoon een attest voor van het Huis van het Nederlands waarop vermeld staat dat er geen passend aanbod is rekening houdend met de opleidingsuren van de persoon ";
3° in het tweede en het derde lid, die nu het derde en het vierde lid zijn geworden, worden de woorden " die zich kandidaat wil stellen " geschrapt;
4° in het derde lid, 4° wordt het woord " inburgeringscontract " vervangen door de woorden " deelnemen aan de cursus Nederlands tweede taal ";
5° in het derde lid wordt punt 9° vervangen door wat volgt :
" 9° de persoon kan de lessen niet bijwonen wegens een gebrek aan kinderopvang. In dat geval kan het deelnemen aan de cursus Nederlands tweede taal voor een periode van telkens drie maanden opgeschort worden. De persoon ontvangt na de opschortingsperiode een oproepingsbrief van het Huis van het Nederlands met een passend aanbod. "
Art.3. Er wordt een artikel 3/2 in hetzelfde besluit ingevoegd dat luidt als volgt :
" Met uitvoering van artikel 4, tweede lid, van het besluit, wordt de voorwaarde van de minimale aanwezigheid van 80 % voor de personen die een cursus NT2 Alfa R1 -1.1/Breakthrough/Basisniveau volgen, beperkt tot de eerste vier modules van de cursus. "
Art.4. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 juli 2008 tot bepaling van nadere regels voor het vaststellen, de wijze van bijhouden, de inhoud en het actualiseren van het inschrijvingsregister voor kandidaat-huurders worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, wordt tussen het tweede en het derde lid een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt :
" Als een woning binnen zes maanden na de inschrijving van de kandidaat-huurder aan hem kan worden toegewezen, volstaat een verklaring op eer voor de toetsing van de toelatingsvoorwaarde inzake eigendom, tenzij intussen de gezinssamenstelling gewijzigd is. "
2° in § 2, eerste lid, 7°, wordt de volgende zin toegevoegd : " Als de kandidatuur werd geschrapt op basis van artikel 12, § 1, eerste lid, 1°, van het kaderbesluit sociale huur, een verwijzing naar het type en de ligging (gemeente, deelgemeente, in voorkomend geval keuzegebied) van de woning die de kandidaat-huurder heeft aanvaard alsook het puntenaantal van die kandidaat-huurder als het tweede toewijzingssysteem van toepassing is en, in voorkomend geval, de voorrangsregel die werd toegepast. ";
3° in § 4 eerste lid, 3° worden de woorden " artikel 10, § 2, tweede lid, 7° " vervangen door de woorden " artikel 10, § 2, tweede lid ".
Art.5. In artikel 5, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " Volgende redenen " vervangen door de woorden " Ondermeer volgende redenen ".
Art.6. Er wordt een artikel 9/2 in hetzelfde besluit ingevoegd dat luidt als volgt :
" Art. 9/2. In afwijking van artikel 9 geldt voor de sociale verhuurkantoren bij een terbeschikkingstelling van nieuwe woningen, de volgende regeling.
Als de woning gelegen is in het werkingsgebied van het sociaal verhuurkantoor zoals het op het ogenblik van de inschrijving van de kandidaat-huurder bekend was, hoeft de kandidaat-huurder niet op de hoogte te worden gebracht van het feit dat die woning voor de eerste keer te huur zal worden aangeboden.
Als de woning gelegen is in dat deel van het werkingsgebied van een sociaal verhuurkantoor dat op het ogenblik van de inschrijving van de kandidaat-huurder nog niet bekend was, wordt die woning ook aangeboden aan de kandidaat-huurder voor zover de woning beantwoordt aan zijn keuze qua type van woning, rekening houdend met de rationele bezetting. "
Art.7. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 12. De verhuurder kan beslissen om ook op andere tijdstippen een actualisering door te voeren. Hij kan die actualisering beperken tot een deel van de kandidatuurstellingen, rekening houdend met de inschrijvingsdatum of met de wachttijd voor de woningen waarvoor de kandidaat-huurders in aanmerking willen komen. De actualisering kan ook gebeuren naar aanleiding van het aanbieden van een woning met uitvoering van artikel 8, § 1, derde lid. In die gevallen zijn de data, vermeld in artikel 10 en 11, niet van toepassing. Er hoeft ook geen elektronische kopie van het geactualiseerde inschrijvingsregister aan het departement te worden bezorgd. "
Art. 8. In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de woorden " 3° de actualisering en de verplichtingen die daaruit voortvloeien, vermeld in hoofdstuk VI " geschrapt.