15 JANUARI 2009. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juni 2008 houdende het algemeen reglement van het Brussels waarborgfonds en tot intrekking van het besluit van 5 april 2004 houdende het algemeen reglement van het Brussels waarborgfonds.
Art. 1-13
Artikel 1. Artikel 1, 4° van het besluit van 19 juni 2008 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het algemeen reglement van het Brussels Waarborgfonds en tot intrekking van het besluit van 5 april 2004 houdende het Brussels Waarborgfonds besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 4° De tussenkomst : de toekenning, door het Fonds, van een Voorakkoord, een Waarborg op Aanvraag, een Vereenvoudigde Waarborg of een Snelwaarborg. "
Art.2. Aan artikel 2 van voornoemd besluit wordt een als volgt opgestelde alinea toegevoegd : "De Raad van Bestuur kan een vertegenwoordiger van de dienst voor financieel beheer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als expert op voormelde Raad uitnodigen. De Raad van Bestuur wijst de genoemde expert aan op voorstel van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. "
Art.3. Artikel 8 van voornoemd besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 8. Het Fonds komt tussen op vier manieren : het Voorakkoord, de Waarborg op Aanvraag, de Vereenvoudigde Waarborg en de Snelwaarborg. "
Art.4. Lid 1 van artikel 9 van voornoemd besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 9. De Waarborg op Aanvraag, de Vereenvoudigde Waarborg en de Snelwaarborg worden toegekend ten voordele van een K.I. "
Art.5. Artikel 10 van voornoemd besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De tussenkomsten van het Fonds waarborgen de bedragen van de kredieten, in hoofdsom, met uitsluiting van de interesten en vergoedingen van allerlei aard. De tussenkomsten van het Fonds waarborgen eveneens de kosten en honoraria. "
Art.6. Artikel 11, § 3, lid 2 wordt als volgt aangevuld :
" Het voornoemd percentage van 65 % wordt op 80 % gebracht voor elke vanaf 15 februari 2009 tot 31 december 2009 verleende tussenkomst. "
Art.7. Artikel 15 van voornoemd besluit wordt gewijzigd als volgt :
- lid 1 wordt aangevuld als volgt :
" Het voornoemd percentage van 65 % wordt op 80 % gebracht voor elke vanaf 15 februari 2009 tot 31 december 2009 verleende tussenkomst. ";
- lid 2 wordt aangevuld als volgt :
" Het voornoemd percentage van 65 % wordt op 80 % gebracht voor elke vanaf 15 februari 2009 tot 31 december 2009 verleende tussenkomst. "
Art.8. Artikel 16 lid 1, b) wordt aangevuld met de woorden : " en de Snelwaarborgen ".
Art.9. Er wordt aan voornoemd besluit een artikel 30bis toegevoegd dat is opgesteld als volgt :
" Art. 30bis. § 1. De K.I. kunnen de Snelwaarborgen van het Fonds toekennen vanaf 15 februari 2009 tot 31 december 2009, mits naleving van de volgende voorwaarden :
1° het gewaarborgd krediet is bestemd voor de financiering van de volgende professionele investeringen :
a) de aankoop, de bouw of de verbouwing van een onroerend goed bestemd voor professionele doeleinden, desgevallend met toepassing van de voorwaarden gesteld door artikel 11, § 3, lid 2;
b) de installatiewerken van een professionele activiteit in een onroerend goed;
c) de aankoop van materieel;
d) de financiële leasing van roerende of onroerende goederen;
e) de financiering van immateriële investeringen, zoals gedefinieerd door artikel 11, § 2, b) ;
f) de overname van een volledige of een gedeelte van een professionele activiteit;
g) het borgstellingskrediet indien het verband houdt met de beroepsactiviteit en het een van de modaliteiten van een kredietopening uitmaakt;
h) een krediet om het bedrijfskapitaal of de nood aan thesauriemiddelen van de aanvrager te verzekeren.
2° De Snelwaarborg mag niet meer dan 250.000 euro bedragen per aanvrager, met inbegrip van de bestaande tussenkomsten bij de K.I.
3° De solidaire en ondeelbare borg van een of meerdere vennoten, aandeelhouders, beheerders of bestuurders is bestemd, op zijn minst in het kader van een algemene waarborg, voor de dekking van het globaal risico van het krediet ten belope van tenminste 50 % van het bedrag van de Snelwaarborg.
4° De K.I. moet het dossier van de aanvrager controleren met betrekking tot :
- het financieel plan dat correct en realistisch moet zijn;
- de leefbaarheid van het project die moet worden aangetoond.
De kaderovereenkomsten afgesloten tussen het Fonds en de K.I., overeenkomstig artikel 21, bepalen :
a) het globaal maximumvolume van de snelwaarborg door de K.I. Dit globaal volume moet later kunnen worden aangepast door het Fonds, rekening houdend met de sinistraliteit van de dossiers van de snelwaarborg ingediend door K.l.;
b) de stijging van het percentage van de in artikel 40 bedoelde berekeningsbasis, in functie van de sinistraliteit van voornoemde dossiers.
§ 2. De Snelwaarborg wordt door de K.l. voorgelegd aan het Fonds met behulp van het formulier dat is opgesteld door het Fonds.
De Snelwaarborg is vergezeld van het intern analyseverslag van de K.I. en van de in artikel 28, lid 2 bedoelde informatie.
§ 3. Elke aanvraag van een snelwaarborg, die betrekking heeft op verenigingen zonder winstoogmerk, moet voor voorafgaande goedkeuring worden voorgelegd aan de Minister vooraleer deze aanvraag wordt voorgelegd aan de Raad van bestuur van het Fonds.
Art.10. Artikel 31 wordt gewijzigd als volgt :
- In lid 1 worden de woorden " van Snelwaarborg " tussen de woorden " waarborg " en " of " gevoegd;
- In lid 1 worden de woorden " en van Snelwaarborg " tussen de woorden " waarborg " en " en " gevoegd;
- In lid 3 worden de woorden " de Snelwaarborg " tussen de woorden " aanvraag " en " de " gevoegd.
Art.11. In artikel 36, § 2 van voornoemd besluit wordt het volgend lid toegevoegd :
" Het Fonds komt tussen in de kosten en honoraria naar rato van het aandeel van het door het Fonds gewaarborgd krediet en het aandeel van het op het ogenblik van de betekening niet-gewaarborgd krediet. De kosten en honoraria mogen evenwel niet meer bedragen dan 2000 euro per dossier. "
Art.12. De Brusselse Minister van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest die bevoegd is voor economie is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Art. 13. Onderhavig besluit treedt in werking op 15 februari 2009.
Brussel, 15 januari 2009.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
B. CEREXHE.