Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 APRIL 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende [ organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 19ter, 20, 20bis, 21 en 21ter bedoelde bevorderings- en -selectieambten en tot toekenning van vrijstellingen met toepassing van de artikelen 23 en 24 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten] <Opschrift vervangen door BFG2017-09-06/06, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 21-10-2017> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-08-2009 en tekstbijwerking tot 11-10-2017)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - De eerste vormingssessies bedoeld in de artikelen [1 19, 19ter, 20, 20bis, 21 en 21ter]1 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, de vrijstellingen en de proef die de betrokken vormingen bekrachtigt
Art. 1, 1bis, 2-3, 3bis
HOOFDSTUK II. - De tweede vormingssessies bedoeld in de artikelen [1 19, 19ter, 20, 20bis, 21 en 21ter]1 van voornoemd decreet van 4 januari 1999 en de proef die deze vormingen bekrachtigt
Art. 4, 4bis, 4ter, 5, 5bis, 6, 6bis, 7
HOOFDSTUK III. - De derde vormingssessies bedoeld in de artikelen 19 en 20 van voornoemd decreet van 4 juli 1999 en de proef die de bedoelde vormingen bekrachtigt
Art. 8-11
HOOFDSTUK IV. - Bepaling die gemeen is aan het geheel van de vormingen
Art. 12
HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 13-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002029420 



Uitvoeringsbesluit(en):

2012029055  2017031309 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - De eerste vormingssessies bedoeld in de artikelen [1 19, 19ter, 20, 20bis, 21 en 21ter]1 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, de vrijstellingen en de proef die de betrokken vormingen bekrachtigt   ----------   (1)
Artikel 1. § 1. De eerste vormingssessie bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten wordt verdeeld over twee modules.
  § 2. De eerste module is gemeenschappelijk voor het geheel van de ambten bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet.
  Deze module heeft als doel :
  1° de interne en externe communicatie bestaande uit :
  a) het identificeren van de persoonlijke informatie- en communicatiepraktijken;
  b) het differentiëren van de begrippen communicatie en informatie binnen een systeem;
  c) het identificeren van sommige interne communicatiewijzen eigen aan de organisatie;
  2° in het openbaar het woord te voeren bestaande in het oefenen van het woord te voeren en de gevolgen ervan te evalueren;
  3° de leiding en de motivatie van de groepen bestaande uit :
  het verstaan van het motivatiemechanisme;
  het beheersen van de communicatiekunst.
  4° het beheersen van conflicten bestaande uit :
  a) het onderscheiden van de niveaus en types conflicten;
  b) het identificeren van zijn handelingswijzen in conflictgevallen;
  c) het ontdekken en het experimenteren van andere reactiewijzen;
  5° de besluitvorming bestaande uit :
  a) het verstaan van de wijzen van besluitvorming;
  b) het oefenen voor het aanwenden van processen voor de besluitvorming als aangepaste actiemiddelen.
  6° de onderhandelingstechnieken, door te oefenen de onderhandelingsprocessen te gebruiken als aangepaste actiemiddelen.
  § 3. De tweede module wordt afzonderlijk georganiseerd voor de ambten bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten.
  De vormingsmodule voor de ambten van coördinator in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming, van provisor of onderdirecteur of onderdirecteur in het lager secundair onderwijs en bestuurder heeft als doel :
  1° de animatie van de participatieraad die tot doel heeft :
  a) een democratische medewerking tot stand brengen;
  b) het in werking stellen van de participatieraad en het evalueren van de werking;
  2° de technieken voor de evaluatie van het personeel betreffende :
  a) de relationele en persoonlijke vaardigheden;
  b) de verantwoordelijkheden van de directieploeg;
  3° de technieken voor de evaluatie van zijn eigen actie;
  4° de integratie van de opvoedingsactie van de partners buiten de school (ouderverenigingen, diensten voor hulpverlening aan de jeugd, academies, verenigingen,...);
  De vormingsmodule betreffende de ambten van werkmeester en werkleider heeft als doel :
  1° de animatie van de participatieraad die tot doel heeft :
  a) een democratische medewerking tot stand brengen;
  b) het in werking stellen van de participatieraad en het evalueren van de werking;
  2° de integratie van de opvoedingsactie van de partners buiten de school, inzonderheid het bedrijfsleven;
  3° het verwerven van een evaluatiemethode voor zijn eigen actie.
  § 4. De eerste vormingssessie duurt in totaal 20 uur, de twee modules waaruit ze bestaat, duren elk 10 uur.

Art.1bis. [1 § 1. De eerste vormingssessie is gemeenschappelijk voor de ambten bedoeld in de artikelen 19ter, 20bis en 21ter van het decreet van 4 januari 1999 en bevat één module.
   § 2. De thema's van deze module zijn de volgende :
   1° interne en externe communicatie : communicatie- en informatiewijzen in de schoolcontext, regels inzake deontologie, ethiek en beroepsgeheim, technieken voor de positieve en assertieve communicatie, technieken voor de bekwaamheid tot het spreken in het openbaar;
   2° leiding en motivering van groepen : processen groepsmotivatie, wijzen van besluitvorming, technieken voor de animatie en het beheer van groepen, technieken voor het beheer van vergaderingen, technieken die bevorderlijk zijn voor de ploegeest en de mobilisatie van de personeelsleden rond projecten ;
   3° persoonlijke vaardigheden in verband met het Human Resources Management : technieken die bevorderlijk zijn voor de bekwaamheid tot het luisteren naar, technieken voor de evaluatie van de personeelsleden in het kader van het uitgeoefende ambt, technieken voor zelfevaluatie, die inzonderheid uitgeoefend moeten worden in de overlegorganen die intern zijn aan de inrichtingen ;
   4° beheer van conflicten : wijzen waarop conflicten kunnen worden beslecht en hun gevolgen op de situatie, processen voor de onderhandeling en de bemiddeling, technieken die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van de bekwaamheid tot het voorkomen van verschillende niveaus en types van technische conflicten die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van de bekwaamheid tot beheer, tot het oplossen van verschillende niveaus en types van conflicten in het kader van het uitgeoefende ambt.
   § 3. De eerste vormingssessie duurt in totaal 20 uur.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2017-09-06/06, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 21-10-2017>


Art.2. § 1. De eerste vormingssessie bedoeld in artikel 21 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderings- en selectieambten wordt over twee modules verdeeld.
  § 2. De eerste module is gemeenschappelijk voor twee ambten bedoeld in artikel 21 van het decreet. Hij heeft als doel :
  1° de interne en externe communicatie bestaande uit :
  a) het identificeren van de persoonlijke informatie- en communicatiepraktijken;
  b) het differentiëren van de begrippen communicatie en informatie binnen een systeem;
  c) het identificeren van sommige interne communicatiewijzen eigen aan de organisatie;
  2° de onthaaltechnieken.
  § 3. De tweede module wordt enerzijds georganiseerd voor het ambt van directiesecretaresse en anderzijds voor het ambt van opvoeder-huismeester.
  De vormingsmodule betreffende het ambt van directiesecretaresse heeft als doel :
  1° de onderhoudstechnieken;
  2° het beheersen van conflicten;
  3° de betekenis van het geheim en de gedragscode van het secretariaat.
  De vormingsmodule betreffende het ambt van opvoeder-huismeester heeft als doel :
  1° human resources management;
  2° de onderhandelingstechnieken;
  3° de leiding en de motivatie van de groepen;
  4° de besluitvorming;
  5° het beheersen van conflicten.
  § 4. De eerste vormingssessie duurt in totaal 20 uur, de twee modules waaruit ze bestaat, duren elk 10 uur.

Art.3. Een afwijking wordt op hun uitdrukkelijke aanvraag toegestaan voor de eerste vormingssessie, alsook voor de proef die ze bekrachtigt van de mensen die een attest van slagen hebben gekregen voor één van de eerste vormingssessies georganiseerd door het bovenvermelde decreet van 4 januari 1999 en het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, alsook voor de eerste module betreffende het relationele gedeelte van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs.

Art.3bis. [1 Het personeelslid van het onderwijs voor sociale promotie dat een slaagattest behaald heeft voor de relationele module bedoeld in artikel 17, § 1 van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs, wordt vrijgesteld, indien het daarom uitdrukkelijk verzoekt, van de eerste vormingssessie, alsook van de proef die ze met een getuigschrift bekrachtigt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2017-09-06/06, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 21-10-2017>


HOOFDSTUK II. - De tweede vormingssessies bedoeld in de artikelen [1 19, 19ter, 20, 20bis, 21 en 21ter]1 van voornoemd decreet van 4 januari 1999 en de proef die deze vormingen bekrachtigt   ----------   (1)
Art.4.§ 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 19 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, wordt verdeeld over twee modules.
  § 2. De thema's van de eerste module zijn de volgende :
  1. De algemene doelstellingen van onderwijs en de uitvoering ervan
  2. De basisvaardigheden
  3. De eindvaardigheden
  4. De vormingsprofielen
  5. De transversale vaardigheden
  6. De gedifferentieerde pedagogie
  7. De vormingsevaluatie en de evaluatie bekrachtigd met een getuigschrift
  8. De huidige pedagogie
  9. Het gespecialiseerd onderwijs
  10. Het alternerend onderwijs
  11. De positieve discriminatie
  12. Preventie van geweld
  13. Het probleem van de meerderjarige leerlingen.
  Het thema van de tweede module is de evaluatie van de doeltreffendheid van de personeelsleden en de evaluatie van een pedagogische sequens bestaande uit de opmerkingen aan de personeelsleden, de dientengevolge gegeven adviezen, de voorstellen en de beoordeling van de opvoedings- en pedagogische actie van de les en het personeelslid.
  § 3. 1° De vorming voor de ambten van provisor of onderdirecteur of onderdirecteur in het lager secundair onderwijs bedraagt 30 uur, verdeeld als volgt :
  - 20 uur voor de eerste module;
  - 10 uur voor de tweede module besteed aan de evaluatie van de doeltreffendheid van de leden van het opvoedend hulppersoneel.
  2° [1 de vorming voor het ambt van administrateur telt 30 uur, verdeeld als volgt :
   - 20 uur voor de eerste module,
   - 10 uur voor de tweede module besteed aan de evaluatie van de organisatie van een internaat op pedagogisch vlak en aan de betrekkingen met het opvoedend hulppersoneel en het het meesters-, vak- en dienstpersoneel.]1
  3° De vorming voor het ambt van coördinator in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming bedraagt 30 uur, verdeeld als volgt :
  - 20 uur voor de eerste module;
  - 10 uur besteed aan de evaluatie van de doeltreffendheid van de begeleiders van het centrum.
  ----------
  (1)<BFG 2011-12-15/43, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art.4bis. [1 § 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 19ter van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, voor het onderwijs voor sociale promotie, wordt verdeeld over twee modules.
   § 2. De thema's van de eerste module zijn de volgende :
   1° de algemene doelstellingen van het onderwijs en de uitvoering ervan, inzonderheid in het onderwijs voor sociale promotie ;
   2° de pedagogische dossiers ;
   3° de " Service Francophone des Métiers et des Qualifications ", de profielen voor de opleiding, de bekrachtiging met een getuigschrift en de uitrusting ;
   4° de plaats van het onderwijs voor sociale promotie in de levensregio's voor Onderwijs - Tewerkstelling -Opleiding en in de polen ;
   5° de overeenkomsten in het onderwijs voor sociale promotie ;
   6° de kwaliteitsmethode in het onderwijs voor sociale promotie.
   De thema's van de tweede module zijn de volgende :
   1° de verwerving van vaardigheden inzake algemene organisatie van een inrichting voor sociale promotie ;
   2° de verwerving van vaardigheden inzake administratief beheer van een inrichting voor sociale promotie, zoals het opmaken van jaarlijkse documenten, het houden van dossiers van leerlingen, het coderen van overeenkomsten en de opvolging van de overeenkomsten ;
   3° de verwerving van vaardigheden inzake pedagogisch beheer van een inrichting voor sociale promotie, zoals de organisatie en het houden van studieraden, de organisatie van toelatingsproeven en geïntegreerde proeven, het beheer van dossiers over de valorisatie van verworven kennis, de behandeling van beroepen.
   § 3. De tweede vormingssessie voor het ambt van onderdirecteur in het onderwijs voor sociale promotie duurt in totaal 40 uur, verdeeld als volgt :
   1° 10 uur voor de eerste module besteed aan de grondbeginselen van het onderwijs voor sociale promotie;
   2° 30 uur voor de tweede module besteed aan de verwerving van vaardigheden inzake de algemene organisatie van een inrichting voor sociale promotie, het administratieve beheer ervan en het pedagogisch beheer in verband met de uitoefening van het ambt van onderdirecteur.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2017-09-06/06, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 21-10-2017>


Art.4ter. [1 Het personeelslid van het onderwijs voor sociale promotie dat een slaagattest behaald heeft voor de specifieke module " administratief net " en een slaagattest voor de specifieke module " pedagogisch net " bedoeld in artikel 18, § 1, van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs, wordt vrijgesteld, indien het daarom uitdrukkelijk verzoekt, van de tweede vormingssessie, alsook van de proef die haar bekrachtigt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2017-09-06/06, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 21-10-2017>


Art.5. § 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 20 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, bevat de volgende thema's :
  1. De algemene doelstellingen van onderwijs en de uitvoering ervan
  2. De transversale vaardigheden
  3. De gedifferentieerde pedagogie
  4. Het gespecialiseerd onderwijs
  5. Preventie van geweld
  6. Het probleem van de meerderjarige leerlingen.
  7. De vormingsevaluatie en de evaluatie bekrachtigd met een getuigschrift
  8. De positieve discriminatie
  9. De vormingsprofielen
  10. De alternerende vorming
  11. Het beheer van het werk op een werkplaats
  12. De stages in een onderneming.
  13. Het onderwijs met beperkt leerplan.
  § 2. De vorming bedraagt 30 uur voor het ambt van werkmeester en 45 uur voor het ambt van werkplaatsleider. Zij wordt apart georganiseerd voor deze twee ambten.

Art.5bis. [1 § 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 20bis van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, voor het onderwijs voor sociale promotie, wordt over twee modules verdeeld.
   § 2. De thema's van de eerste module zijn de volgende :
   1° de algemene doelstellingen van het onderwijs en de uitvoering ervan, inzonderheid in het onderwijs voor sociale promotie;
   2° de pedagogische dossiers ;
   3° de " Service Francophone des Métiers et des Qualifications, " de profielen voor de opleiding, de bekrachtiging met een getuigschrift en de uitrusting ;
   4° de plaats van het onderwijs voor sociale promotie in de levensregio's voor Onderwijs - Tewerkstelling -Opleiding en in de polen ;
   5° de overeenkomsten in het onderwijs voor sociale promotie ;
   6° de kwaliteitsmethode in het onderwijs voor sociale promotie.
   De thema's van de tweede module zijn de volgende :
   1° de verwerving van vaardigheden inzake de algemene organisatie van een inrichting voor sociale promotie, het pedagogische en opvoedingsbeheer ervan, inzonderheid wat betreft de gestructureerde ontwikkeling van de onderwijsactiviteiten gebonden aan de technische en beroepspraktijkgerichte cursussen, de dossiers over de valorisatie van de verworven kennis, de stages in ondernemingen en de bescherming van de stagiaires ;
   2° de coördinatie van het werk van de docenten van de technische en beroepspraktijkgerichte cursus, het administratieve, materiële en financiële beheer ervan, inzonderheid wat betreft het opmaken van fiches van interne en externe werkzaamheden, de uitrustingsplannen, de coördinatieplannen van het werk van de werkmeester met de andere leden van het directieteam en van de preventieadviseur ;
   3° het beheer van de personeelsleden en de materiële en financiële hulpbronnen, de overheidsopdrachten inbegrepen ;
   4° de toepassing van de veiligheids- en hygiënevoorschriften en de preventiemaatregelen ;
   5° de samenwerking met de bevoegde diensten.
   § 3. De tweede vormingssessie voor het ambt van werkmeester in het onderwijs voor sociale promotie duurt in totaal 40 uur, verdeeld als volgt :
   1° 10 uur voor de eerste module besteed aan de grondbeginselen van het onderwijs voor sociale promotie ;
   2° 30 uur voor de tweede module besteed aan de verwerving inzake de algemene organisatie van een inrichting voor sociale promotie, het pedagogische en opvoedingsbeheer, het administratieve, materiële en financiële beheer in verband met de uitoefening van het ambt van werkmeester.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2017-09-06/06, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 21-10-2017>


Art.6. § 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 21 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, wordt over twee modules verdeeld. Deze modules worden enerzijds voor het ambt van directiesecretaresse georganiseerd en anderzijds voor het ambt van opvoeder-huismeester.
  § 2. De eerste module heeft als doel : de bekwaamheid tot het beheersen met open boek van teksten betreffende wetgevings- en verordeningsmateries en de ontwikkeling van de bekwaamheid inzake administratiebeheer.
  Voor het ambt van opvoeder-huismeester betreft het namelijk de bepalingen met betrekking tot het ambt betreffende de boekhouding, de reglementering inzake overheidsopdrachten, veiligheid en hygiëne, het voedingsevenwicht, het beheer van schoolrefters, het administratief en werkliedenpersoneel, statutair of contractueel en het basisoverlegcomité.
  Voor het ambt van directiesecretaresse betreft het namelijk de bepalingen betreffende het ambt inzake het statuut van het onderwijzend personeel en opvoedend hulppersoneel, de verlofdagen, het organiek reglement van de schoolinrichtingen, de administratieve documenten betreffende de personeelsleden, enkele elementen van het " opdrachtdecreet " en het basisoverlegcomité.
  De tweede module heeft als doel het beheersen van de informatica-instrumenten bij de uitoefening van hun ambt.
  § 3. De tweede vormingssessie duurt in totaal 50 uur, de eerste module duurt 30 uur terwijl de tweede module 20 uur duurt.

Art.6bis. [1 § 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 21ter van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, voor het onderwijs voor sociale promotie, bevat een enkele module.
   § 2. De module heeft als doel de bekwaamheid tot het beheersen met open boek van teksten betreffende essentiële wetgevings- en verordeningsmateries en de ontwikkeling van de bekwaamheid inzake administratief en computerbeheer, inzonderheid de bepalingen in verband met het ambt, het statuut van het onderwijzend en opvoedend hulppersoneel, het verlofstelsel, de administratieve documenten betreffende de bovenvermelde personeelsleden, het beheer van de organieke dotatie en het opmaken van jaarlijkse documenten van een inrichting voor sociale promotie en de werking van het basisoverlegcomité.
   § 3. De tweede vormingssessie voor het ambt van directiesecretaris in het onderwijs voor sociale promotie duurt in totaal 40 uur.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2017-09-06/06, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 21-10-2017>


Art.7. Een afwijking wordt op hun uitdrukkelijke aanvraag toegestaan voor de tweede vormingssessie, alsook voor de proef die ze bekrachtigt van de mensen die een attest van slagen hebben gekregen voor de tweede vormingssessie georganiseerd door het decreet van 4 januari 1999 voor zover ze alle twee een identiek ambt betreffen.

HOOFDSTUK III. - De derde vormingssessies bedoeld in de artikelen 19 en 20 van voornoemd decreet van 4 juli 1999 en de proef die de bedoelde vormingen bekrachtigt
Art.8.§ 1. De derde vormingssessie bedoeld in artikel 19 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, heeft als doel met open boek de wetgevings- en verordeningsmateries te beheersen betreffende het onderwijs van de Franse Gemeenschap en het onderwijspersoneel van de Franse Gemeenschap en de vaardigheden tot het administratiebeheer te ontwikkelen.
  De materies betreffende de wetgevings- en verordeningsmateries zullen inzonderheid betrekking hebben op de organisatie van het basis-, secundair en buitengewoon onderwijs, de overheidsopdrachten, de administratieve en begrotingscontrole, het statuut van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het paramedisch, psychologisch, sociaal personeel en het personeel van de inspectiedienst, de statuten van de leermeesters en leraars godsdienst, het statuut van het administratief en werkliedenpersoneel en de arbeidsovereenkomsten van het werkliedenpersoneel.
  § 2. De vorming wordt afzonderlijk georganiseerd voor de kandidaten voor de ambten van :
  1° provisor of onderdirecteur of onderdirecteur in het lager secundair onderwijs en bedraagt 30 uur;
  2° [1 administrateur en telt 30 uur;]1
  3° coördinator in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming en bedraagt 30 uur.
  ----------
  (1)<BFG 2011-12-15/43, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art.9. § 1. De derde vormingssessie bedoeld in artikel 20 van het decreet van 4 januari 1999 voor de ambten van werkmeester en werkplaatsleider heeft als doel de bekwaamheid met open boek de wetgevings- en verordeningsmateries betreffende hun ambt te beheersen.
  De wetgevings- en verordeningsmateries zullen inzonderheid elementen betreffen van het statuut van het bestuurs- en onderwijzend personeel en de reglementering inzake overheidsopdrachten, veiligheid en hygiëne, de reglementering voor de werken voor derden en de organisatie van de kwalificatieproeven.
  § 2. De vorming is gemeenschappelijk voor de twee bedoelde ambten en duurt in totaal 30 uur.

Art.10. Elke vormingssessie wordt bekrachtigd met een proef.
  De proef die de derde vormingssessie bekrachtigt voor de ambten bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet, wordt georganiseerd als volgt :
  - Een schriftelijke proef met open boek die de wetgevings- en verordeningsmateries betreft respectievelijk bedoeld in de artikelen 8, § 1 en 9, § 1.

Art.11. Een afwijking wordt op hun uitdrukkelijke aanvraag toegestaan voor de derde vormingssessie, alsook voor de proef die ze bekrachtigt aan de mensen die een attest van slagen hebben gekregen voor de derde vormingssessie georganiseerd door het decreet van 4 januari 1999 voor zover ze alle twee een identiek ambt betreffen.

HOOFDSTUK IV. - Bepaling die gemeen is aan het geheel van de vormingen
Art.12. Alle kandidaten die een vormingssessie gevolgd hebben, krijgen een attest van vorming. Slechts de kandidaten die een attest overleggen waarbij wordt bevestigd dat zij effectief minstens 75 % van de vorming gevolgd hebben, worden toegelaten deze proef af te leggen.

HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen
Art.13. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 2002 houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten, tot toekenning van vrijstellingen en tot organisatie van de proeven die de vormingen bekrachtigen, bij toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot oprichting van de verschillende examencommissies belast met het uitreiken van de betrokken brevetten, wordt opgeheven.

Art.14. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 15. De Minister van Leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.