Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 NOVEMBER 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003029199 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen, zoals gewijzigd bij de besluiten van 17 december 2003 en 10 maart 2006, wordt aangevuld met het punt 28°, luidend als volgt :
  " 28° Opvangtegemoetkoming : tegemoetkoming in de financiële bijdrage van de ouders die toegekend wordt overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk II van titel V Boek I aan de gezinnen die één of meerdere kinderen in opvangvoorzieningen hebben. "

Art.2. Artikel 18bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 9 december 2005, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 18bis. Elke opvangvoorziening die minstens vier dagen per week en zeven uur per dag open is, wordt onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 85bis tot 85sexies, inzonderheid door het invullen van de aanvraagformulieren bedoeld in artikel 85sexies.
  Elke opvangvoorziening vult de fiscale attesten in die door de ONE verzonden worden teneinde de ouders toe te laten aftrek te kunnen doen van de verschuldigde personenbelasting.
  De verplichtingen bedoeld in de vorige leden zijn niet van toepassing op de met een dienst bedoeld in artikel 2, 6°, geconventionneerde kinderopvangsters. ".

Art.3. In Titel V van Boek I worden een Hoofdstuk I luidend " Partnerschap met de ouders " met een artikel 85 en een Hoofdstuk II luidend " Opvangtegemoetkoming " met de artikelen 85bis tot 85sexies ingevoegd.

Art.4. In Hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 3, wordt een Afdeling I ingevoegd, met de artikelen 85bis tot 85quinquies, luidend als volgt :
  " Afdeling I. - Algemene bepalingen.
  Art. 85bis. De opvangtegemoetkoming wordt door de ONE met inachtneming van de voorwaarden vastgesteld in dit hoofdstuk, toegekend aan de gezinnen waarvan minstens één kind tussen nul en zesendertig maanden opgevangen wordt in een opvangvoorziening toegelaten door de ONE, voor zover die opvangvoorziening minimaal vier dagen per week en zeven uur per dag open is.
  De opvangtegemoetkoming wordt maximaal twee keer toegekend gedurende het verblijf van een kind in een opvangvoorziening.
  Art. 85ter. De opvangtegemoetkoming wordt toegekend aan het gezin waarvan het kind tussen nul en zesendertig maanden opgevangen wordt in een opvangvoorziening gedurende het laatste trimester van het jaar waarvoor de toelage wordt aangevraagd en waarvan de maandelijkse inkomsten zich bevinden in de categorieën van inkomsten die lager dan of gelijk zijn aan 3.000 euro in het barema opgenomen in bijlage 1 volgens de hierna vermelde modaliteiten :
  1° voor het gezin waarvan de maandelijkse inkomsten begrepen zijn in de categorieën van inkomsten lager dan of gelijk aan 2.200 euro in het barema opgenomen in bijlage 1, komt het bedrag van de opvangtegemoetkoming overeen met één maand van de financiële bijdrage van de ouders bepaald overeenkomstig artikel 85quinquies, § 2.
  2° voor het gezin waarvan de maandelijkse inkomsten begrepen zijn tussen de categorie van de inkomsten die hoger zijn dan die bedoeld in 1° en de categorie van de inkomsten die lager dan of gelijk zijn aan 3.000 euro in het barema opgenomen in bijlage 1, wordt het bedrag van de opvangtegemoetkoming bepaald overeenkomstig artikel 85quinquies, § 2, en mag maximaal 200 euro bedragen.
  Art. 85quater. De opvangtegemoetkoming wordt toegekend aan gezinnen waarvan minstens twee kinderen tussen nul en zesendertig maanden gelijktijdig in een opvangvoorziening opgenomen zijn gedurende minstens drie maanden in de loop van het kalenderjaar waarvoor de opvangtegemoetkoming aangevraagd wordt en waarvan minstens één van de kinderen opgevangen wordt in een opvangvoorziening in de loop van het laatste trimester van datzelfde jaar.
  Die opvangtegemoetkoming wordt toegekend voor elk kind van het gezin volgens de hierna vermelde bepalingen :
  1° voor het gezin waarvan de maandelijkse inkomsten begrepen zijn tussen de categorieën van inkomsten die lager dan of gelijk zijn aan 2.200 euro in het barema opgenomen in bijlage 1, komt het bedrag van de opvangtegemoetkoming overeen met het dubbel van het bedrag bedoeld in artikel 85ter, 1°;
  2° voor het gezin waarvan de maandelijkse inkomsten begrepen zijn tussen de categorie van inkomsten die hoger liggen dan die bedoeld in 1° en de categorie inkomsten die lager dan of gelijk zijn aan 3.000 euro in het barema opgenomen in bijlage 1, komt het bedrag van de opvangtegemoetkoming overeen met het dubbel van het bedrag bedoeld in artikel 85ter, 2°;
  3° voor het gezin waarvan de aangegeven maandelijkse inkomsten begrepen zijn in de categorieën met de inkomsten die lager dan of gelijk zijn aan 3.000 euro in het barema opgenomen in bijlage 1, wordt het bedrag van de opvangtegemoetkoming bepaald overeenkomstig artikel 85 quinquies, § 2, en mag maximaal 125 euro bedragen.
  Art. 85quinquies. § 1. Voor de toepassing van de artikelen 85ter en 85quater, wordt de in acht te nemen referentieperiode om de inkomsten van het gezin vast te stellen en het volume van maandelijkse aanwezigheid als volgt bepaald :
  1° Voor de berekening van de opvangtegemoetkoming van 2008 wordt er rekening gehouden met het aanwezigheidsvolume van het kind en van de inkomsten van het gezin die aangegeven zijn op 1 oktober 2008.
  Voor een kind dat voor de eerste keer opgevangen wordt in een opvangvoorziening tussen 1 oktober en 31 december 2008, wordt er rekening gehouden met de situatie op het moment van de eerste facturatie van de financiële bijdrage van de ouders.
  2° Voor de volgende jaren wordt er rekening gehouden met :
  a) voor de kinderen die in een opvangvoorziening opgenomen zijn in de loop van het jaar waarvoor de opvangtegemoetkoming aangevraagd is, wordt er rekening gehouden met de inkomsten en het aanwezigheidsvolume bepaald op het ogenblik van de eerste facturatie van de financiële bijdrage van de ouders.
  b) voor de kinderen die reeds in een opvangvoorziening aanwezig zijn op 31 december van het jaar dat aan het jaar voorafgaat waarvoor de opvangtegemoetkoming wordt aangevraagd, wordt er rekening gehouden met de inkomsten en het aanwezigheidsvolume bepaald op 1 oktober van het jaar waarvoor de opvangtegemoetkoming wordt aangevraagd.
  In afwijking van het 1e lid, 2°, b), wanneer één van de kinderen van het gezin de opvangvoorziening verlaten heeft vóór 1 oktober, is het voorziene maandelijkse aanwezigheidsvolume datgene dat van kracht was op het ogenblik van de laatste facturatie.
  Het maximaal aantal aanwezigheidsdagen die aangerekend kunnen worden in het voorziene aanwezigheidsvolume bedraagt 22 dagen.
  § 2. De bedragen van de opvangtegemoetkoming bedoeld in artikel 85ter, 1° en 2°, en in artikel 85quater, 3°, worden bepaald in functie van het barema opgenomen in bijlage 1 houdende rekening met de vermindering naar 70 % van de financiële bijdrage van de ouders bedoeld in artikel 153 en van het maandelijkse aanwezigheidsvolume voorzien op het referentiemoment bepaald in § 1 van dit artikel.
  De bedragen bedoeld in de artikelen 85ter en 85quater worden elk jaar geïndexeerd volgens de formule bedoeld in artikel 148, 2e lid.
  Vanaf 2010 stort de ONE de opvangtegemoetkoming in functie van het aantal ontvangen aanvragen en van de beschikbare begroting zonder dat de opvangtegemoetkoming lager kan zijn dan 80 % van de bedragen vastgesteld overeenkomstig de artikelen 85ter en 85quater.
  § 3. De berekeningswijze van de inkomsten bedoeld in de artikelen 85ter en quater wordt bepaald door de ONE via een omzendbrief. ".

Art.5. In Hoofdstuk II ingevoegd bij artikel 3, wordt een afdeling II ingevoegd, met artikel 85sexies, luidend als volgt :
  " Afdeling II. - Nadere regels voor het storten van de opvangtegemoetkoming.
  Art. 85sexies. § 1. De gezinnen dienen bij de ONE uiterst binnen de volgende termijnen een aanvraag om opvangtegemoetkoming in :
  1° Voor de opvangtegemoetkoming 2008 : ten laatste op 31 januari 2009.
  2° Voor de volgende jaren :
  a) Voor de kinderen die in een opvangvoorziening opgevangen zijn in de loop van het jaar en die er nog minstens 1 dag aanwezig zullen zijn tussen 1 oktober en 31 december, moet de aanvraag ingediend worden binnen de maand van de eerste facturatie.
  b) Voor de kinderen die reeds aanwezig zijn in een opvangvoorziening op 31 december van het jaar dat aan het jaar voorafgaat waarvoor de opvangtegemoetkoming wordt aangevraagd, moet de aanvraag ten laatste ingediend worden op 31 oktober van het jaar waarvoor de opvangtegemoetkoming aangevraagd wordt.
  De aanvraag wordt ondertekend en opgesteld overeenkomstig een model opgemaakt door de ONE dat behoorlijk ingevuld wordt door de aanvrager en de opvangvoorziening.
  De opvangvoorziening bevestigt dat de identificatiegegevens van het kind en van de aanvrager correct zijn, keurt het voorziene aanwezigheidsvolume van het kind goed op het referentiemoment bepaald bij artikel 85quinquies, § 1, en, als de opvangvoorziening erkend is, deelt het bedrag mee van de financiële bijdrage van de ouders opgesteld overeenkomstig de bepalingen van Boek IV van dit besluit.
  § 2. Elk gezin dat een aanvraag om opvangtegemoetkoming ingediend heeft, verbindt er zich op erewoord toe correcte gegevens in te dienen en wordt ertoe gehouden bij de eerste aanvraag van de ONE elk aanvullend bewijsstuk en inzonderheid de loonfiches en het aanslagbiljet te verschaffen.
  Indien deze bijkomende informatie niet verschaft wordt, zal de opvangtegemoetkoming niet worden toegekend.
  De ONE onderzoekt de aanvragen en stort het bedrag van de opvangtegemoetkoming aan de gezinnen in de loop van het 2e trimester van elk jaar volgend op het jaar waarvoor de opvangtegemoetkoming aangevraagd wordt. ".

Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2008.
  Brussel, 21 november 2008.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de jeugd en Gezondheid,
  Mevr. C. FONCK.