Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 MEI 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen, omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2005022938 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 4ter van het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden waarin een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 24 oktober 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1 wordt vervangen als volgt :
  " De forfaitaire tegemoetkoming voor het multidisciplinaire overleg, zoals omschreven in artikel 3bis van het bovenvermeld koninklijk besluit van 14 mei 2003, mag maximaal vier keer per patiënt in de loop van het eerste jaar van tenlasteneming in het kader van het therapeutische project, maximaal drie keer per jaar in loop van de volgende periode en niet meer dan eenmaal per trimester worden aangerekend. Het jaar van tenlasteneming begint op de dag waarop de patiënt voor het eerst wordt ten laste genomen.
  In afwijking van het vorige lid kan een tweede overleg worden aangerekend in het eerste trimester van tenlasteneming van de patiënt voor zover dat een eerste overleg met alle partners van het project gevolgd werd door een tweede overleg met minstens drie partners in de loop van datzelfde trimester en beide niet op dezelfde dag plaatsvonden. In dat geval kan maximaal vijf keer per patiënt in de loop van het eerste jaar van tenlasteneming de tegemoetkoming worden aangerekend.
  Die tegemoetkoming mag worden aangerekend als :
  1° het overleg heeft plaatsgevonden en de documenten die omschreven worden in artikel 4bis, aan de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging zijn bezorgd;
  2° voor de patiënt minstens een overleg per trimester heeft plaatsgevonden in de loop van het eerste behandelingsjaar en minstens drie overlegvergaderingen per jaar in de loop van de volgende periode;
  3° alle partners van het therapeutische project bij dat overleg betrokken werden en minstens drie van hen daaraan effectief hebben deelgenomen;
  4° de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging officieel is aangewezen als administratief coördinator in het raam van het therapeutische project. ";
  2° § 3 wordt vervangen als volgt :
  " Een forfaitaire tegemoetkoming voor de registratie, zoals omschreven in artikel 3bis van het bovenvermeld koninklijk besluit van 14 mei 2003, wordt aangerekend door de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging. Dit mag maximaal vier keer per patiënt worden aangerekend in de loop van het eerste behandelingsjaar en maximaal drie keer jaar in de loop van de volgende periode en niet meer dan eenmaal per trimester.
  In afwijking van het vorige lid kan een tweede overleg worden aangerekend in het eerste trimester van tenlasteneming van de patiënt voor zover dat een eerste overleg met alle partners van het project gevolgd werd door een tweede overleg met minstens drie partners in de loop van datzelfde trimester en beide niet op dezelfde dag plaatsvonden. In dat geval kan maximaal vijf keer per patiënt in de loop van het eerste jaar van tenlasteneming de tegemoetkoming worden aangerekend.
  Die forfaitaire tegemoetkoming mag worden aangerekend per multidisciplinair overleg, zoals hierboven bedoeld, als een multidisciplinair overleg heeft plaatsgevonden en als de documenten, omschreven in artikel 4bis, aan de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging zijn bezorgd. Die tegemoetkoming wordt elke maand door de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging aan de verzekeringsinstelling aangerekend. "

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  Brussel, 26 mei 2009.
  Mevr. L. ONKELINX