19 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 11 van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekerings-tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut, wordt aangevuld met een lid, luidende :
" De militairen die tijdelijk om gezondheidsredenen uit hun ambt zijn ontheven worden gelijkgesteld met invaliden, op voorwaarde dat een getuigschrift wordt voorgelegd, afgeleverd door het Ministerie van Landsverdediging, dat vaststelt dat de periode van tijdelijke ambtsontheffing een jaar bereikt. Het model van dat getuigschrift wordt vastgesteld door de Minister. "
Art.2. In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de woorden " vanaf de eerste dag van het verblijf " vervangen door de woorden " vanaf de eerste dag van die overbrenging ".
Art.3. In de Franse tekst van artikel 42, § 2, d) en e), van hetzelfde besluit, worden de woorden " allocations aux handicapés " vervangen door de woorden " allocations aux personnes handicapées ".
Art.4. In artikel 43, derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden " tweede tot derde lid " vervangen door de woorden " tweede tot vierde lid ".
Art.5. In artikel 52, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt de eerste zin, die aanvangt met de woorden " Het recht kan evenwel worden behouden " en eindigt met de woorden " dat op dat ogenblik toepasselijk is ", opgeheven.
Art.6. Hoofdstuk V van hetzelfde besluit, omvattende het artikel 55, opgeheven bij het koninklijk besluit van 11 maart 2008, wordt hersteld als volgt :
" HOOFDSTUK V. - NALEVING DOOR DE VROEDVROUWEN EN DE PARAMEDISCHE MEDEWERKERS VAN DE PRIJZEN VASTGESTELD DOOR DE OVEREENKOMSTEN
Art. 55. De vroedvrouwen en de paramedische medewerkers die niet zijn toegetreden tot de in artikel 49, § 5, derde lid, van de wet bedoelde overeenkomsten, mogen in geen geval aan de in dit besluit bedoelde rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming hogere honoraria of prijzen aanrekenen dan die welke in die overeenkomsten zijn vastgesteld. "
Art. 7. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 mei 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. L. ONKELINX