Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

11 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007022517 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 maart 2008, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt :
  " 1° Op basis van het effectieve genot van een van de sociale voordelen die zijn opgesomd in artikel 37, § 19, 1°, 2°, 3° of 4°, of artikel 32, eerste lid, 22° van de voormelde wet. "

Art.2. Artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 maart 2008, wordt aangevuld met de bepaling onder g), luidende :
  " g) de gerechtigde ingeschreven bij het ziekenfonds in de hoedanigheid bedoeld in artikel, 32, eerste lid, 22°, van de wet. "

Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 7ter ingevoegd, luidende :
  " Art. 7ter. De rechthebbende bedoeld in artikel 3, eerste lid, g), heeft recht op de verhoogde tegemoetkoming vanaf de datum waarop zijn inschrijving bij het ziekenfonds in de hoedanigheid bedoeld in artikel 32, eerste lid, 22°, van de wet, uitwerking heeft. "

Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 9ter ingevoegd, luidende :
  " Art. 9ter. De rechthebbende van wie het recht is geopend overeenkomstig artikel 7ter behoudt dat recht tot het einde van het jaar waarin hij de hoedanigheid verliest bedoeld in artikel 32, eerste lid, 22°, van de wet. "

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art. 6. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 11 mei 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. L. ONKELINX