Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit betreffende de administratieve geldboeten van toepassing in geval van inbreuk op de luchtvaartreglementering



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De ambtenaar bedoeld in artikel 46, § 1 van de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der luchtvaart is hetzij de hoofdinspecteur van luchtvaart- en luchthaveninspectie, hetzij de adjunct-hoofdinspecteur van luchtvaartinspectie.

Art.2. § 1. De ambtenaar bedoeld in artikel 1 kan geheel of gedeeltelijk uitstel van de tenuitvoerlegging van de betaling van de geldboete toekennen voor zover hij geen andere administratieve geldboete heeft opgelegd aan de overtreder in het jaar voorafgaand aan het begaan van de inbreuk.
  § 2. Het uitstel geldt voor een proefperiode van een jaar. De proefperiode gaat in vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete.
  § 3. Het uitstel wordt van rechtswege herroepen wanneer een nieuwe inbreuk leidt tot een beslissing die een nieuwe administratieve geldboete oplegt.
  De herroeping van het uitstel wordt betekend door dezelfde beslissing als die welke de administratieve geldboete voor deze nieuwe inbreuk oplegt.
  § 4. De administratieve geldboete waarvan de betaling uitvoerbaar wordt door de herroeping van het uitstel, wordt zonder beperking samengevoegd met die welke wordt opgelegd voor de nieuwe inbreuk.

Art.3. § 1. De administratieve geldboeten worden geheven door het Directoraat-generaal Luchtvaart.
  Zij worden gestort aan de Rekenplichtige van de Ontvangsten van het Directoraat-generaal Luchtvaart.
  § 2. De administratieve geldboeten worden betaald binnen de acht dagen volgend op de datum waarop de beslissing uitvoerbaar geworden is.
  Na verloop van de termijn bedoeld in het eerste lid wordt een aanmaning verstuurd per aangetekende brief.
  Vanaf de aanmaning bedoeld in het tweede lid zijn verwijlinteresten verschuldigd berekend tegen de wettelijke interestvoet.

Art. 4. De Minister bevoegd voor de Luchtvaart wordt belast met de toepassing van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 13 november 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  H. VAN ROMPUY
  De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
  E. SCHOUPPE