27 JULI 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 mei 2004 betreffende het beheer van de lawaaihinder op de luchthaven Brussel-Nationaal
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 2, 12°, van het ministerieel besluit van 3 mei 2004 betreffende het beheer van de lawaaihinder op de luchthaven Brussel-Nationaal, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 21 januari 2009, in het franse tekst enkel, wordt het woord "nocturne" vervangen door de woorden "de nuit".
Art.2. In artikel 7quater, lid 1°, 2° en 3°, van hetzelfde besluit, ingevoerd door het ministerieel besluit van 6 april 2009 tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 mei 2004 betreffende het beheer van de lawaaihinder op de luchthaven Brussel-Nationaal, worden de woorden "6 u" vervangen door de woorden "5 u. 59".
Art.3. In het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden "gedurende de nacht en per beweging in de vroege ochtend" vervangen door de woorden "en per tijdperiode".
Art.4. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 4. § 1. Behoudens de vrijgestelde bewegingen en behoudens uitzonderlijke gevallen die door de vliegtuigexploitant binnen twee werkdagen volgend op de vlucht behoorlijk worden verantwoord tegenover de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart of zijn gemachtigde, wordt, wat betreft de opstijgingen, de toegestane maximale geluidshoeveelheid per beweging van een civiel subsonisch straalvliegtuig vastgesteld als volgt :
1° 8,0 voor de tijdperiode tussen 23 u. en 5.59 u., behalve voor het jaar 2009 waar de toegestane maximale geluidshoeveelheid vastgesteld wordt op 12;
2° 12,0 voor de tijdperiode tussen 6 u. en 6.59 u.;
3 ° 48,0 voor de tijdperiode tussen 7 u. en 20.59 u.;
4° 24,0 voor de tijdperiode tussen 21 u. en 22.59 u.
§ 2. Tijdens een overgangsperiode van vijf jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, zijn § 1, 3°, en § 1, 4°, van dit artikel niet van toepassing op de vliegtuigen waarmee op Brussel-Nationaal werd gevlogen tijdens het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit.
§ 3. Opstijgingen boven het quota dat is vastgesteld voor de tijdperiode tussen 21 u. en 22.59 u., zijn toegestaan voor zover de maximale geluidshoeveelheid per beweging niet meer dan 26,0 bedraagt en naar rato van een jaarlijks maximum van 3 % van het totale aantal opstijgingen vanaf de luchthaven tijdens die tijdperiode. "
§ 4. Opstijgingen boven het quota vastgesteld voor de tijdsperiode tussen 23 u. en 5.59 u. zijn toegestaan voor vliegtuigen waarmee op Brussel-Nationaal werd gevlogen tijdens het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit en dit voor zover de maximale geluidshoeveelheid per beweging niet meer dan 12,0 bedraagt en met een jaarlijks maximum van 200 opstijgingen.
Art.5. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 5. § 1. Behoudens de vrijgestelde bewegingen en behoudens uitzonderlijke gevallen die door de vliegtuigexploitant binnen twee werkdagen volgend op de vlucht behoorlijk worden verantwoord tegenover de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart of zijn gemachtigde, wordt, wat betreft de landingen, de toegestane maximale geluidshoeveelheid per beweging van een civiel subsonisch straalvliegtuig vastgesteld als volgt :
1° 8,0 voor de tijdperiode tussen 23 u. en 5.59 u., behalve voor het jaar 2009 waar de toegestane maximale geluidshoeveelheid vastgesteld wordt op 12;
2° 12,0 voor de tijdperiode tussen 6 u. en 6.59 u.;
3 ° 24,0 voor de tijdperiode tussen 7 u. en 20.59 u.;
4° 12,0 voor de tijdperiode tussen 21 u. en 22.59 u.
§ 2. Tijdens een overgangsperiode van vijf jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit zijn § 1, 3°, en § 1, 4°, van dit artikel niet van toepassing op de vliegtuigen waarmee op Brussel-Nationaal werd gevlogen tijdens het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit :
§ 3. Landingen boven het quota vastgesteld voor de tijdperiode tussen 23 u. en 5.59 u. zijn toegestaan, voor zover de maximale geluidshoeveelheid per beweging niet meer dan 12,0 bedraagt en met een jaarlijks maximum van 500 landingen in het jaar 2010, 430 in het jaar 2011, 360 in het jaar 2012 en vervolgens 300 landingen per jaar tijdens de volgende jaren. "
Art.6. De vliegtuigexploitant die wenst van de uitzonderingen bedoeld in de artikelen 4, § 3, 4, § 4 en 5, § 3, te kunnen genieten, dient een aanvraag in, ten minste twee weken vóór de betrokken vlucht of vluchten, bij de Directeur-generaal van de Luchtvaart of zijn gemachtigde.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 25 oktober 2009.
Brussel, 27 juli 2009.
De Eerste Minister,
H. VAN ROMPUY
De Staatsecretaris voor Mobiliteit,
E. SCHOUPPE