3 DECEMBER 2009. - Koninklijk besluit houdende regeling van de operationele diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-12-2009 en tekstbijwerking tot 08-11-2023)
HOOFDSTUK 1. - De operationele diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën
Art. 1-7, 7/1
HOOFDSTUK 2. - Voorlopige organisatie van de Federale Overheidsdienst Financiën, ter voorbereiding van de definitieve structuren
Art. 8-10
HOOFDSTUK 3. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 11-13
2010003264 2011003442 2012003310 2013003161 2013003169 2013003175 2013003402 2013003407 2013003439 2014003111 2014003243 2014003244 2014004065 2014004066 2014004067 2014004080 2015003006 2015003057 2015003244 2015003349 2015003401 2015003456 2015003457 2015003460 2015032421 2016003211 2017010319 2017011579 2018011419 2018012240 2018013382 2018031941 2018040610 2019010058 2019011733 2019011737 2019012772 2019030919 2019040964 2019215097 2020016109 2020016468 2020030779 2020043038 2020044594 2020044657 2021031089 2021040489 2021042910 2021043218 2022031437 2022032530 2023046403 2023046405 2024007836
HOOFDSTUK 1. - De operationele diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën
Artikel 1.De Federale Overheidsdienst Financiën is samengesteld uit de volgende [2 zeven]2 algemene administraties :
1° de Algemene administratie van de fiscaliteit;
2° de Algemene administratie van de douane en accijnzen;
3° de Algemene administratie van de inning en de invordering;
4° [1 de Algemene administratie van de bijzondere belastinginspectie;]1
5° de Algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie;
6° de Algemene administratie van de thesaurie;
[2 7° de Algemene Administratie voor Beleidsexpertise en -ondersteuning.]2
Elk van deze algemene administraties wordt onder de verantwoordelijkheid geplaatst van een titularis van een managementfunctie 1 die de titel zal dragen van administrateur-generaal gevolgd door de benaming van zijn algemene administratie.
----------
(1)<KB 2013-07-19/16, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
(2)<KB 2018-09-06/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
Art.2.De Algemene administratie van de fiscaliteit wordt belast met :
1° de uitvoering van de federale, internationale, supranationale en gewestelijke wetgeving inzake inkomstenbelastingen en de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, met uitzondering van de bepalingen betreffende hun inning en hun invordering. Zij verzekert slechts, voor elk gewest, de dienst van de belastingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 10°, 11° en 12° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, voor zover deze dienst niet werd overgenomen door het betrokken gewest;
2° de uitvoering van de federale en de Europese wetgeving inzake de belasting over de toegevoegde waarde, met uitzondering van de bepalingen betreffende hun inning en hun invordering en onverminderd de bevoegdheid van de Administratie der douane en accijnzen in deze materie;
3° [1 de uitvoering van de federale wetgeving inzake de diverse taksen (Boek II van het Wetboek diverse rechten en taksen, Boek IIbis en Boek III van het Wetboek der successierechten, dit laatste Boek voor wat betreft de taksen verschuldigd tot 31 december 2010), met uitzondering van de bepalingen betreffende hun inning en invordering.]1
----------
(1)<KB 2014-04-04/11, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-05-2014>
Art.3. De Algemene administratie van de douane en accijnzen wordt belast met :
1° de uitvoering van de federale, internationale en supranationale wetgeving inzake douane en accijnzen;
2° de uitvoering van boek III (artikelen 369 tot 401bis ) van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
3° de uitvoering van de federale en gewestelijke wetgeving betreffende de slijterijen van gegiste dranken. Zij verzekert slechts, voor elk gewest, de dienst van de belasting bedoeld in artikel 3, eerste lid, 3° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, voor zover deze dienst niet werd overgenomen door het betrokken gewest;
4° de uitvoering van de bepalingen van het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, betreffende de invoer en de uitvoer van goederen;
5° de uitvoering van de taken die zijn opgedragen door verscheidene specifieke wetgevingen, aan de Administratie der douane en accijnzen, aan diensten van deze administratie of aan haar ambtenaren.
Art.4.[1 De Algemene administratie van de inning en de invordering wordt belast met:
1° de uitvoering van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de inning en de invordering van de belastingen, rechten en gelijkgestelde belastingen bedoeld in artikel 2. Zij verzekert slechts, voor elk gewest, de inning en de invordering van de belastingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 10°, 11° en 12° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, voor zover de dienst van deze belastingen niet werd overgenomen door het betrokken gewest;
2° de toewijzing van de ontvangsten voor orde ten bate van de provinciën, de gemeenten en agglomeraties van gemeenten, na aftrek van de ontheffingen die voor hun rekening werden vereffend in de loop van de maand van de inning van deze ontvangsten;
3° de behandeling van de teruggaven van de belastingen, rechten en gelijkgestelde belastingen bedoeld in artikel 2 en van de teruggaven met betrekking tot de ontvangsten bedoeld onder 6° tot 10° ;
4° de betaling van de onder 3° bedoelde teruggaven die niet werden uitgevoerd omwille van juridische of administratieve redenen;
5° de betaling van de onder 3° bedoelde teruggaven die werden uitbetaald doch die terugkeren op de financiële rekening van de centraliserend rekenplichtige;
6° de uitvoering van de volgende titels van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, en zijn uitvoeringsbesluiten:
a) Titel I voor wat betreft de inning van de registratierechten, de interesten en de boeten op de akten bedoeld in artikel 19, eerste lid, 3°, al dan niet samen met bijlagen, of de plaatsbeschrijving die niet samen met de hiervoor bedoelde akten wordt aangeboden;
b) Titel I voor wat betreft de inning van het speciaal registratierecht op de nationaliteit en op de verzoeken tot verandering van naam voldaan aan het elektronische loket via MyMinfin;
c) Titel II voor wat betreft de inning van de hypotheekrechten;
d) Titel III voor wat betreft de inning en de invordering van de rolrechten.
7° de inning van de retributies bedoeld in artikel 146 van de Hypotheekwet van 16 december 1851;
8° de inning en de invordering van alle niet-fiscale schuldvorderingen van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten en de instellingen die ervan afhangen, waarmee ze belast is door of krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling of waarvoor geen enkele andere overheid uitdrukkelijk bevoegd werd verklaard.
Tot deze niet-fiscale schuldvorderingen behoren in het bijzonder :
- de penale boeten en de gerechtskosten;
- de minnelijke schikkingen tot uitdoving van de publieke strafvordering;
- de invorderingen voor rekening van derden;
- de door de Staat in debet vereffende rechten en voorschotten gedaan in uitvoering van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand;
- de in debet begrote rechten en andere kosten in het kader van de pro deo procedure voor de Raad van State;
- de diverse en toevallige baten;
9° de uitvoering van de taken van de Dienst voor alimentatievorderingen, opgericht bij wet van 21 februari 2003;
10° alle bevoegdheden verleend door een wettelijke of reglementaire bepaling aan de voormalige Administratie van de btw, registratie en domeinen, een van haar rechtsvoorgangers of aan een van haar ambtenaren, voor zover het materies betreffen die worden bedoeld onder 8° en 9° van dit artikel.]1
----------
(1)<KB 2023-11-05/01, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 06-11-2023>
Art.5.[1 de Algemene administratie van de bijzondere belastinginspectie]1 wordt belast met de gestructureerde strijd tegen de fraude wat betreft alle belastingen waarvan de vestiging, de inning en de invordering zijn toevertrouwd aan de Federale Overheidsdienst Financiën.
----------
(1)<KB 2013-07-19/16, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art.6.[1 De Algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie wordt belast met:
1° de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en zijn uitvoeringsbesluiten, uitgezonderd de taken waarmee de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering wordt belast in uitvoering van artikel 4,6° van dit besluit;
2° de uitvoering van het Wetboek der successierechten en zijn uitvoeringsbesluiten;
3° de uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen en zijn uitvoeringsbesluiten, uitgezonderd boek II en zijn uitvoeringsbesluiten;
4° het beheer van het privaat domein van de Staat, beperkt tot de goederen waarvan de beherende dienst afhangt van de Administratie van de Patrimoniumdiensten, met inbegrip van de inning van de domaniale opbrengsten verbonden aan deze goederen;
5° de vervreemding van onroerende goederen in uitvoering van de wet van 31 mei 1923 betreffende de vervreemding van onroerende domeingoederen en de vervreemding of de overdracht van roerende en onroerende goederen in uitvoering van artikel 117 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat;
6° de uitoefening van de bevoegdheden toegekend aan de aankoopcomités (inzonderheid door het koninklijk besluit van 3 november 1960 betreffende de comités tot aankoop van onroerende goederen voor rekening van de Staat, van de staatsinstellingen en van de instellingen waarin de Staat een overwegend belang heeft, door artikel 61 van de programmawet van 6 juli 1989 en door artikel 15 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen);
7° de uitvoering van titel IX van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de vaststelling van het kadastraal inkomen en het bewaren en bijhouden van de kadastrale documentatie, waaronder het kadastraal percelenplan, alsook het vervaardigen en uitreiken van uittreksels of kopieën daaruit en de uitvoering van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende het aanleggen en bijhouden van de kadastrale documentatie en tot vaststelling van de modaliteiten voor het afleveren van kadastrale uittreksels;
8° de uitvoering van de wetgeving met betrekking tot het aanleggen, de bijwerking en de bewaring van de documentatie betreffende het patrimonium, zowel wat de roerende en onroerende bestanddelen betreft, hieronder begrepen:
- het bijhouden van de opeenvolgende zakenrechtelijke eigendomstoestanden van in België gelegen onroerende goederen, ook als onderdeel van de kadastrale documentatie;
- het aanleggen en het bijhouden van een gegevensbestand van de geregistreerde huurcontracten;
- de dienst van de openbaarmaking van de akten en stukken en de bewaring van de voorrechten en de hypotheken (Hypotheekwet van 16 december 1851 en hypothecaire openbaarmaking overeenkomstig andere wetten, decreten en ordonnanties), uitgezonderd de taken waarmee de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering wordt belast in uitvoering van artikel 4, 7° van dit besluit;
- de dienst van de bewaring van het Nationaal Pandregister (wet van 11 juli 2013);
- bij wijze van overgangsmaatregel : de formaliteiten met betrekking tot het in pand geven van handelszaken, het disconto en het in pand geven van de factuur (wet van 25 oktober 1919), en dit tot uiterlijk 31 december 2018;
9° de vestiging en de invordering van de belasting van niet-inwoners op meerwaarden op onroerende goederen (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 301 en het uitvoeringsbesluit van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, hoofdstuk III, afdeling 7, artikel 177);
10° de inning van de bedrijfsvoorheffing op de meerwaarden gerealiseerd op onroerende inkomsten door niet-inwoners in het kader van hun beroepswerkzaamheid (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 412bis en het uitvoeringsbesluit van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, hoofdstuk III, afdeling 13bis en 210ter);
11° de inning en invordering van de rechten met betrekking tot de rechtspleging voor de Raad van State (artikel 71 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State);
12° het afleveren van attesten van erfopvolging;
13° alle bevoegdheden verleend door een wettelijke of reglementaire bepaling aan de voormalige Administratie van de btw, registratie en domeinen, een van haar rechtsvoorgangers of aan een van haar ambtenaren, voor zover het materies betreffen die behoren tot de sector registratie en domeinen, uitgezonderd de taken bedoeld in artikel 4, 6° tot 10° van dit besluit.
De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie verzekert, voor elk Gewest, slechts de dienst van de belastingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 4°, 6°, 7° en 8° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, voor zover deze dienst niet werd overgenomen door het betrokken Gewest.]1
----------
(1)<KB 2023-11-05/01, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 06-11-2023>
Art.7.[1 De Algemene administratie van de Thesaurie wordt belast met :
1° het beheer en de coördinatie van de financiële relaties (met uitzondering van de fiscale materies), op bilateraal, Europees en multilateraal niveau, inzake economische politiek, handel en ontwikkeling;
2° het beheer van de thesaurie van de Staat, van zijn openbare schuld en de behandeling van aangelegenheden eigen aan de financiële reglementering;
3° alles wat betreft de betalingen ten laste van de openbare Schatkist;
4° het houden van de algemene boekhouding van de Staat, onder voorbehoud van de materies die door de wet zijn opgedragen aan de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole;
5° het beheer van de Deposito- en Consignatiekas en het Nationaal Kantoor voor roerende waarden;
6° het beheer van de verschillende systemen van bescherming van de deposito's en financiële instrumenten en van het Resolutiefonds;
7° het beheer van de Koninklijke Munt van België;
8° de controle op financiële instellingen verleend door de wet of de reglementering;
9° alle bevoegdheden verleend door de wet of de reglementering aan de voormalige Administratie der thesaurie of aan een van haar ambtenaren]1.
----------
(1)<KB 2019-01-17/02, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-02-2019>
Art. 7/1.[1 De Algemene administratie voor Beleidsexpertise en -ondersteuning wordt belast met :
1° het opstellen, de coördinatie, de implementatie en de opvolging van de wetgeving in de materies die tot de bevoegdheid behoren van de Federale Overheidsdienst Financiën;
2° de realisatie van studies inzake de impact van beleidsopties en de analyse van de resultaten van het gevoerde beleid;
3° de coördinatie van de Internationale relaties van de FOD en het afsluiten en beheren van de zetelakkoorden op vlak van fiscaliteit;
4° het verschaffen van nadere gegevens aan buitenlandse investeerders met betrekking tot de Belgische fiscale wetgeving;
5° het beheer en ter beschikking stellen van de relevante informatie en van de informatiebronnen. ]1
----------
(1)<KB 2019-01-17/02, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 01-02-2019>
HOOFDSTUK 2. - Voorlopige organisatie van de Federale Overheidsdienst Financiën, ter voorbereiding van de definitieve structuren
Art.8.
<Opgeheven bij KB 2019-01-17/02, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-02-2019>
Art.9.
<Opgeheven bij KB 2013-07-19/16, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
Art.10.
<Opgeheven bij KB 2013-07-19/16, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
HOOFDSTUK 3. - Opheffings- en slotbepalingen
Art.11. Worden opgeheven :
1° in het koninklijk besluit van 31 maart 2003 tot regeling van de overdracht van bevoegdheden bij de overgang van het Ministerie van Financiën naar de Federale Overheidsdienst Financiën :
- artikel 3;
- artikel 4, tweede en derde lid;
2° het koninklijk besluit van 31 maart 2003 tot toekenning van bevoegdheden bij de Federale Overheidsdienst Financiën, aan de Administrateur-generaal van de Belastingen en de Invordering, de Administrateur-generaal van de Patrimoniumdocumentatie en de Administrateur-generaal van de Thesaurie, gedurende het bestaan van de voorlopige cel;
Art.12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 1 tot 7 van dit besluit die in werking treden op de datum vastgesteld door de Minister bevoegd voor Financiën.
(NOTA : Inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 7 op 01-09-2013 bij MB 2013-07-19/22, art. 1)
Art. 13.De Minister bevoegd voor Financiën wordt belast met de uitvoering van dit besluit.