14 APRIL 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 10 en 31 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 12 van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 april 1993 en 20 juli 2000, wordt vervangen als volgt :
" Art. 12. § 1. De teruggaven voorzien in artikel 8 1 geschieden rekening houdend met de bankgegevens, inclusief IBAN en BIC, vermeld in de aangifte bedoeld in de artikelen 1 of 2 van het koninklijk besluit nr. 10 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde.
§ 1bis. De teruggaven voorzien in artikel 9, § 2, geschieden hetzij rekening houdend met de aan de administratie verstrekte bankgegevens, hetzij per internationale cheque.
De teruggaven welke niet kunnen worden uitgevoerd op de in het eerste lid beschreven wijze geschieden door middel van een postassignatie opgesteld op naam van de rechthebbende op teruggaaf, die al dan niet wordt omgezet in een internationale postwissel.
§ 2. De andere teruggaven dan die welke in de paragrafen 1 en 1bis zijn bedoeld geschieden rekening houdend met de aan de administratie verstrekte bankgegevens, inclusief IBAN en BIC. Teruggaaf van minder dan 7 euro wordt echter niet toegestaan.
§ 3. Voor de toepassing van onderhavig artikel worden de bankkosten voor het verrichten van de teruggaaf in voorkomend geval in mindering gebracht van het voor teruggaaf vatbare bedrag. "
Art.2. In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
" Met het oog op de teruggaaf bedoeld in artikel 8 1 van het koninklijk besluit nr. 4 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, vermeldt deze aangifte eveneens de bankgegevens, inclusief IBAN en BIC, van de belastingplichtige of de vertegenwoordiger van de BTW-eenheid bedoeld in artikel 1, § 3, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 55. "
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 april 2002, 28 mei 2004 en 1 september 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 61, § 1, derde lid" vervangen door de woorden "artikel 61, § 1, zesde lid";
2° tussen het eerste en het tweede lid worden drie leden ingevoegd, luidende :
" Elke belastingplichtige die recht heeft op de teruggaaf bedoeld in artikel 8 1 van voornoemd koninklijk besluit nr. 4 en die zijn bankgegevens, inclusief IBAN en BIC, nog niet aan de administratie heeft meegedeeld, dient deze gegevens op te nemen in de aangifte bedoeld in het eerste lid.
Iedere wijziging van de bankgegevens die overeenkomstig het tweede lid of artikel 1 aan de administratie werd meegedeeld, moet gebeuren volgens de modaliteiten voorzien in het eerste lid.
Voor de teruggaaf van het overschot bedoeld in artikel 8 1 van voornoemd koninklijk besluit nr. 4, heeft deze wijziging uitwerking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op het tijdvak waarop het overschot betrekking heeft, wanneer deze wijziging wordt ingediend voor het einde van de maand volgend op datzelfde tijdvak. ".
Art.4. In artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen wordt het eerste lid vervangen als volgt :
" § 3. De teruggaaf geschiedt rekening houdend met de bankgegevens vermeld in de in paragraaf 1 bedoelde aanvraag. De bankkosten voor het verrichten van de teruggaaf worden in voorkomend geval in mindering gebracht van het voor teruggaaf vatbare bedrag. "
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2009.
Art. 6. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, op 14 april 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS