2 FEBRUARI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing. (NOTA : Bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2009-12-22/16, art. 72)
Art. 1-3
Artikel 1. In bijlage III van het KB/WIB 92, vervangen bij koninklijk besluit van 5 december 2008, wordt het nummer 22, B, 9, van de toepassingsregels vervangen als volgt :
" 9. Wettelijke onderbrekingsuitkeringen
a) Wettelijke onderbrekingsuitkeringen betaald of toegekend aan werknemers die voltijds hun beroepsloopbaan onderbreken, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 10,13 pct. (zonder vermindering);
b) Wettelijke onderbrekingsuitkeringen betaald of toegekend aan werknemers die deeltijds hun beroepsloopbaan onderbreken, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 17,15 pct. (zonder vermindering).
Dit tarief van 17,15 pct. wordt verhoogd tot 35 pct. in geval van :
1. een 1/5e loopbaanvermindering bij toepassing van de artikelen 5 en 6 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, die aanvangt vanaf 1 juni 2007, behalve voor de werknemers in 1/5e loopbaanvermindering die uitsluitend samenwonen met één of meerdere kinderen die zij ten laste hebben;
2. halftijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering die ingaat op 1 januari 2009 voor de belastingplichtigen die ouder zijn dan 50 jaar. Deze maatregel geldt niet voor alleenstaanden en voor de belastingplichtigen die genieten van een thematisch verlof (ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof).
Het tarief van 17,15 pct. wordt echter verhoogd tot 30 pct. in geval van halftijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering die ingaat op 1 januari 2009 voor de belastingplichtigen tot de leeftijd van 50 jaar. Deze maatregel geldt niet voor alleenstaanden en voor de belastingplichtigen die genieten van een thematisch verlof (ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatief verlof). ".
Art.2. Dit besluit is van toepassing op de inkomsten die betaald of toegekend zijn vanaf 1 maart 2009.
Art. 3. Onze Minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 februari 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS.